32

 

De tribune was voor Glitsky niet belangrijk meer.

Binnen het hekwerk van de rechtszaal zou over het lot van Mark Dooher worden beslist en Glitsky wierp een vluchtige blik naar de tafel van de verdediging aan de andere kant van de rechtszaal en voelde zijn bloed sneller stromen van haat. Het was voor hem een zeldzame reactie. Hij kwam in aanraking met veel verachtelijke mensen van wie velen gruwelijke moorden hadden gepleegd, maar het was bijna nooit persoonlijk geworden. Bij Dooher lag dat anders. Hij had niet alleen Glitsky om verschillende redenen aangevallen en daarbij zijn carrière en reputatie in gevaar gebracht - hij ondervond de weerslag er nog van - maar zijn vrouw vermoorden sloeg alles.

Op het gelaat van de beklaagde lag een serene uitdrukking terwijl zijn acolieten aan weerszijden hun best deden niet zenuwachtig en boos te lijken hoewel ze daar volgens Glitsky's deskundige oog niet in slaagden. Waarschijnlijk had het te maken met het artikel in de Chronicle en de foto waarop Dooher en Christina elkaar zoenden op de donkere veranda aan de voorkant van het huis.

Christina's lippen waren op elkaar geklemd en ze keek naar de vloer. Ze deed alsof ze in de map die voor haar lag, zat te lezen, maar ze keek te vaak op.

Wes Farrell leek rustiger. Hij was een vakman en wist dat je niets aan de juryleden mocht laten blijken, maar Glitsky had hem een van Doohers vragen horen beantwoorden. Beide mannen leken niet meer elkaars beste vriend te zijn.

Ondanks Thomasino's nauwgezette aanpak bij de ondervraging van de juryleden was de selectie van de gezworenen toch vrij snel gegaan. Het was nu donderdag van de eerste zittingsweek, de lunchpauze was voorbij en er begon schot in de zaak te komen.

Amanda had Glitsky verteld dat ze de opvatting dat het selecteren van de gezworenen een ware kunst was, niet deelde. Ondanks alle fantastische theorieën was het gewoon een gok. Wes hield er kennelijk dezelfde mening op na. Amanda gaf voor een zaak als deze in principe de voorkeur aan getrouwde vrouwen boven ongetrouwde mannen en aan Aziaten als ze die kon krijgen, maar dit leken haar enige criteria te zijn. Farrell had liever mannen met een baan. Beide raadslieden leken echter vooral de zaak in beweging te willen houden.

En nu stond de andere en betere Amanda Jenkins tegenover het panel van twaalf. Glitsky probeerde iets van de gezichten van de juryleden te lezen, maar hij wist niet waarop hij moest letten. Niemand van hen vermeed zijn blik, hoewel ook niemand hem bleef aankijken. Alle ogen waren gericht op Amanda, niet op hem.

De jury telde zeven vrouwen en vijf mannen. Vijf juryleden, twee mannen en drie vrouwen, waren in Glitsky's ogen keurig gekleed. Vijf anderen hadden iets aangetrokken dat redelijk door de beugel kon. Van de twee overgebleven personen droeg een jongere, blanke man met een half volgroeide baard en lange haren een vaal legerhemd dat los en open over een T-shirt hing. Amanda had hem in de jury laten plaatsnemen omdat ze dacht dat hij vooroordelen had jegens advocaten als Dooher. Het was een verrassing dat Farrell hem niet wraakte.

De ander, een zwaargebouwde Latijns-Amerikaanse man, droeg een spijkerbroek en een spijkerhemd waarin hij klaarblijkelijk vaak was gaan werken. Farrell had hem gewild omdat hij katholiek was en Amanda had Abe verteld dat ze geen bezwaar tegen hem had, omdat hij zich volgens haar dommer voordeed dan hij was.

Verder telde de jury vier Aziaten (drie vrouwen en een man), twee Latijns-Amerikanen (een man en een vrouw), drie zwarte Amerikanen (twee vrouwen en een man) en drie blanken (een vrouw en twee mannen). Glitsky wist niet wat hij daarvan moest denken en Amanda had tijdens de lunch zakelijk gezegd: 'Niemand weet dat.'

Nu stond ze op het punt hen toe te spreken en Glitsky dacht dat haar lichaamstaal haar enigszins in het nadeel bracht ook al was ze erg tenger. Ze had een notitieblok vast om iets in haar hand te hebben en stond met een wat uitgezakte heup voor de jurybank.

Amanda liet duidelijk blijken dat ze niets van jury's moest hebben en dat ze het niet leuk vond elk gegeven of elke nuance te moeten uitleggen zodat zelfs een imbeciel het kon begrijpen. Glitsky dacht dat al die gevoelens te lezen waren op haar chique mantelpakje en dat haar geforceerde glimlach alles verried. Zo kwam het tenminste op Abe over. Hij hoopte dat hij het mis had.

Niemand was ook in deze zaal om vrienden te maken. Hij nam aan dat een ernstige houding niet de ergste handicap was die een advocaat kon hebben, hoewel alle succesvolle raadslieden die hij kende heel wat meer persoonlijkheid toonden als ze voor een jury stonden. 'Dames en heren van de jury, goedemiddag.'

Ze keek op haar aantekeningen - misschien was het notitieblok toch niet voor de show - haalde diep adem en begon.

'Zoals rechter Thomasino u heeft verteld, is de openingsverklaring van het OM bedoeld om u kennis te laten maken met het bewijsmateriaal in de zaak, het bewijsmateriaal dat het OM zal gebruiken om de feiten aan te tonen die het vervolgens zal combineren om boven elke redelijke twijfel de waarheid te bewijzen. En die waarheid is dat op 7 juni van dit jaar, Mark Dooher' - ze draaide zich om en wees om haar woorden kracht bij te zetten - 'de gedaagde hier, moedwillig en met voorbedachten rade, zijn vrouw Sheila heeft vermoord.

Ik ga bewijsmateriaal voorleggen over wat er op die dag, een dinsdag, is gebeurd. Het was buitengewoon aangenaam weer, de zon scheen en de temperatuur was zo'n twintig graden en rond half vijf belde de gedaagde' - tijdens de zitting zou Jenkins proberen Dooher van zijn persoonlijkheid te ontdoen door zijn naam zoveel mogelijk te vermijden - 'zijn vrouw, Sheila Dooher, en stelde voor om vroeg thuis te komen en samen een romantische avond door te brengen. Dat klinkt aardig, nietwaar?' Het was voor Glitsky geen verrassing toen Farrell met een wat verstikte stem van onderdrukte emotie, maar duidelijk genoeg voor de eerste keer bezwaar aantekende. Zijn aandacht, die vanochtend ontbrak, kwam terug.

Glitsky wist dat de zogenaamde idylle tussen Dooher en zijn vrouw misschien aardig had geklonken, maar dat Jenkins het niet als zodanig hoefde te beschrijven.

Thomasino's wenkbrauwen gingen op en neer. 'Aanvaard.' Het remde Jenkins niet af. Ze wierp even een blik op haar notitieblok en keek toen de jury weer aan. 'In zijn eigen verklaring aan de politie gaf de beklaagde toe wat er daarna gebeurde. Hij verliet zijn kantoor in het centrum van de stad en stopte onderweg naar huis bij Dellaroma's Liquor and Delicatessen op Ocean Avenue voor een fles Dom Pérignon, wat vlees en wat groente. Hij reed naar huis en hij en zijn vrouw dronken champagne en aten de hors d'oeuvre. Omdat ze moe was, ging mevrouw Dooher naar boven om een dutje te doen. De beklaagde ging naar de golfclub.' Glitsky werd tijdens het luisteren opnieuw geconfronteerd met de diepe kloof tussen zijn in wezen gemakkelijke taak om bewijsmateriaal te verzamelen en die van de rechtbank om dit aan een objectieve analyse te onderwerpen. Maar Jenkins besefte kennelijk hoe aardig dit allemaal klonk want ze zweeg, liep naar de tafel van de eisende partij om haar eigen ritme te doorbreken en een slok water te nemen.

Ze wendde zich weer tot de jury. 'Dat heeft de gedaagde de politie verteld. Wat de gedaagde de politie niet heeft verteld, was dat hij op dat moment van plan was zijn vrouw te vermoorden.

Het was een eenvoudig plan. Een hele tijd geleden had de gedaagde voor eigen gebruik chloraalhydraat op recept gekregen, een sterk kalmerend middel dat hij naar eigen zeggen nodig had voor zijn slaapproblemen. In het gewone spraakgebruik wordt chloraalhydraat vaak een "knock-out capsule" genoemd en de gedaagde was ook van plan die als zodanig te gebruiken. Hij prikte een van de capsules door en deed wat van het middel in de champagne van zijn vrouw. Hij hielp haar naar bed. Hij ging naar de golfclub om zich een alibi te verschaffen, waarna hij terugkeerde, zijn vrouw in haar slaap doodstak en deed voorkomen alsof er was ingebroken, iets wat hem bijna is gelukt.

Wat de gedaagde niet wist, was dat zijn vrouw al twee andere krachtige middelen had genomen: Benadryl voor haar allergie en Nardil voor depressies. Toen de gedaagde zijn vrouw het chloraalhydraat toediende was de dosis in combinatie met de alcohol en de andere middelen die ze slikte voldoende om haar te doden.'

Er ging een hoorbare beroering door de rechtszaal. Dit was kennelijk een verrassing voor mensen die tot nu toe alleen de krantenartikelen hadden gelezen tot het punt van de akelige steekpartij. Thomasino tikte zacht met zijn hamer en de rust keerde terug.

Jenkins ging verder. 'Was mevrouw Dooher niet meer aangeraakt toen ze dood op bed lag, dan zou meneer Dooher vandaag waarschijnlijk niet in deze rechtszaal zitten, beschuldigd van moord op haar. Maar meneer Dooher is jurist, een pientere man en...'

Farrell vloog overeind. Edelachtbare...'

Weer aanvaardde Thomasino zijn bezwaar. Deze keer wendde Jenkins zich tot de rechter en verontschuldigde zich tegenover hem en vervolgens tegenover de jury. Het was niet haar bedoeling de gedaagde te typeren. Jenkins bespeelde de jury voortreffelijk. Ze was vriendelijk, hoffelijk en deskundig. 'In plaats van zijn vrouw neer te steken, wat de bedoeling was geweest, heeft de gedaagde haar vergiftigd. Juridisch gezien maakt dit geen verschil omdat er in beide gevallen sprake is van moord met voorbedachten rade.

Feitelijk is er een wereld van verschil. Het feit dat de gedaagde de situatie verkeerd heeft ingeschat, speelde hem parten. Dat komt doordat een groot deel van het bewijsmateriaal, dat opzettelijk door de gedaagde werd aangedragen om een inbraak te fingeren, was bedoeld om Sheila Doohers gewelddadige dood te verklaren door een aanvaller met een mes. Nu we weten dat Sheila Dooher werd vergiftigd, komt de zaak in een heel ander licht te staan. Het toont de berekende en methodische poging van een koelbloedige moordenaar om zijn schuld te verbergen. We laten u een mes zien, een klassiek "moordwapen", compleet met de vingerafdrukken van Mark Dooher. U zult getuigen horen die proberen te reconstrueren wat er zich in werkelijkheid op die bewuste avond van de zevende juni heeft afgespeeld. En wat zich heeft afgespeeld is dat de gedaagde ervoor zorgde dat zijn vrouw vast sliep door haar chloraalhydraat toe te dienen, daarna via de zijdeur zijn huis verliet zonder het alarm aan te zetten en boven de deur de lamp van de veranda losschroefde zodat de oprit bij zijn terugkeer niet verlicht zou zijn. Vervolgens reed hij naar de San Francisco Golf Club waar hij twee grote emmers met golfballen kocht. Na het slaan van een paar ballen liep hij via een gat in het hekwerk naar zijn auto en reed naar huis. We weten dat hij naar huis reed omdat een van zijn buren, Emil Balian, zijn wagen herkende aan zijn nummerbord die tussen acht en negen uur 's avonds geparkeerd stond langs de weg voor zijn huis.'

Ja, Glitsky wist dat Balian dit had gezegd, maar hij vreesde dat als er een getuige in de wieg was gelegd om onderuit gehaald te worden, het wel deze bemoeial van een buurman was, die al drie keer details in zijn verhaal had gewijzigd. Glitsky dacht dat Farrell tijdens het kruisverhoor geen spaan van hem heel zou laten. Maar zoals Drysdale had gezegd, Balian zat heel dicht bij de oplossing van de zaak. Soms moest je genoegen nemen met wat je kon krijgen.

'Inmiddels was het buiten donker en de gedaagde ging zijn donkere huis binnen. Boven op de slaapkamer stak hij een mes in het hart van zijn vrouw terwijl ze lag te slapen. Dacht hij. Hij scheurde het beddengoed aan flarden en gooide hier en daar dekens neer om een gevecht te simuleren. Hij goot een buisje met bloed dat hij uit het laboratorium van zijn arts had gestolen leeg rond het lichaam. Hij trok de trouwring van Sheila Doohers hand, waarna hij de commode in de slaapkamer plunderde en andere juwelen meenam inclusief zijn eigen Rolex horloge. Daarna ging hij via het gat in het hek terug naar de golfclub...'

'Dat is één verrekte grote leugen!'

Glitsky viel van schrik bijna van zijn stoel. Dooher was plotseling gaan staan, wees naar Jenkins die daar met open mond stond. En het was niet voorbij. 'En jij bent een verdomde leugenaar!'

Thomasino die aandachtig naar Jenkins had geluisterd, reageerde alsof hij een elektrische schok had gekregen. Hij tastte naar zijn hamer en greep mis waardoor die achter zijn bureau viel zodat hij zelf moest gaan staan. 'Meneer Dooher, wilt u gaan zitten! Meneer Farrell! Houd uw cliënt in bedwang, hoort u me? Ga zitten, zeg ik!'

Glitsky stond al en twee gerechtsdeurwaarders liepen naar de tafel van Farrell, maar Wes stak zijn hand omhoog en gebaarde hen terug te gaan.

'Kom, Mark, kalm...' Ook Christina stond met een arm om Dooher heen geslagen, terwijl ze tegen hem fluisterde.

Maar Dooher keek iedereen woest aan. 'Ik kan niet geloven dat ik zoveel

onzin moet aanhoren!'

Iedereen in de rechtszaal hoorde hem.

Dooher keek naar de jury en plotseling klonk zijn stem weer normaal. 'Zo is het niet gebeurd,' zei hij. 'Zo niet.'

Thomasino had zijn hamer gevonden en gaf er een klap mee. 'Meneer Farrell, ik laat uw cliënt muilkorven als u niet...'

'Ja, edelachtbare.'

Een hand op Doohers arm trok hem op zijn stoel. Gefluister door op elkaar geklemde tanden. 'Ga zitten, Mark. Beheers je alsjeblieft.'

Vervolgens zei Farrell tegen Thomasino: 'Edelachtbare, als ik om een korte pauze mag vragen...'

Maar Thomasino schudde zijn hoofd. 'Niet tijdens een openingsverklaring. Houd uw cliënt in bedwang en laat mevrouw Jenkins haar verhaal afmaken. Bij een volgende onderbreking beschuldig ik u van minachting van de rechtbank. Ben ik duidelijk?'

 

'Wat was dat verdorie? Probeer je jezelf de nek om te draaien?'

In het kleine vertrek aan de overkant van de straat verloor Farrell bijna zijn zelfbeheersing. Er zat schuim op zijn lippen en hij leek bijna verlamd.

Dooher zat weer op het bureau ontspannen met zijn benen te zwaaien. Christina stond bij het raam met haar armen over haar borsten gevouwen. Thomasino wilde Jenkins alle tijd gunnen die ze nodig had om haar openingsverklaring af te ronden, maar al na tien minuten was zij het die om een pauze vroeg. Doohers interruptie had haar murw gemaakt en wat was begonnen als een redelijk meeslepende opsomming van gebeurtenissen, ontaardde in een onsamenhangende lijst van zogenaamd bewijsmateriaal waarvan Jenkins zelf het belang en de samenhang niet meer zag. Ze bleef haar aantekeningen raadplegen, struikelde over haar woorden totdat ze het uiteindelijk opgaf.

'Wes, ontspan je, alsjeblieft,' zei Dooher. 'Je krijgt nog een hartaanval.' 'Daar kun je verdomme wel eens gelijk in krijgen. Ik verdien een hartaanval. Waar was je mee bezig? Waar ging dat allemaal om? Hoe kon je zo je zelfbeheersing verliezen?'

Dooher grijnsde. 'Dat deed ik niet.'

'Vind je het grappig? Zit er iets achter wat ik niet begrijp?'

'Ik verloor mijn zelfbeheersing niet, Wes.'

'Nou, Mark, dan was het verrekte goed gespeeld.'

Christina kwam naar voren en durfde voor het eerst iets te zeggen sinds Wes allebei, Mark en haar, op hun donder had gegeven voor hun onvoorstelbare stommiteit en onbetrouwbaarheid en alles wat hem verder nog te binnen schoot met betrekking tot de zoen. Ze zei tegen Dooher. 'Wat bedoel je dat je je zelfbeheersing niet verloor?'

Hij stak zijn handen op. De grijns vervaagde. 'Het was toneel. Ik dacht zo menselijker over te komen op de jury.'

Farrell leek als een pudding ineen te zakken en hij grinnikte zonder een greintje humor daarin. Zijn ogen gingen van Christina naar zijn cliënt. 'Dit noemen we in ons vak het toppunt van stommiteit. Bij de jury, Mark, kwam je over als iemand zonder respect voor de wet, een heethoofd...'

'Wacht even! Begrijp je het dan niet?'

'Ik niet. Christina, jij?'

Ze antwoordde niet.

Dooher richtte zich nu tot allebei. 'Goed. Ik zal het jullie haarfijn uitleggen. Jenkins probeert mij af te schilderen als een koelbloedige vent. Ik stippel dingen uit tot in de kleinste details. En daar zit ik dan aan de tafel van de verdediging en moet apathisch kijken, terwijl Jenkins maar doorgaat met de ene na de andere schandelijke leugen. Dus ik reageer. Wie zou er niet reageren? Het is natuurlijk. Het is onnatuurlijk om daar koel en gevoelloos te blijven zitten en hen precies in de kaart te spelen. Ik wilde laten zien wie ik was.'

'Dat heb je gedaan.'

'Inderdaad, Wes. Ik heb ze recht in de ogen gekeken en tegen ze gezegd dat er helemaal niets van klopte. Denk je niet dat dit enig effect zal hebben?'

'O, zeker. Ik geloof alleen niet dat dit het beoogde effect oplevert. Moet je kijken, een goede advocaat met een eigen praktijk die geen respect toont voor het rechtsstelsel...'

'Omdat ze het mis hadden! Begrijp je dat dan niet? Ik ben beschuldigd van iets wat ik niet heb gedaan en dat alles heeft geleid tot deze belachelijke rechtszaak. Hoe kan ik daarvoor respect hebben? Hoe kan ik zelfs maar doen alsof?'

'Maar tegen de jury schreeuwen...'

'Nee. Ik schreeuwde niet tegen de jury. Dat heb ik heel zorgvuldig vermeden. Ik zag hen als mensen en zo zullen ze mij ook zien.' Farrell wierp een vluchtige blik op Christina alsof hij haar om hulp vroeg.

Er werd op de deur geklopt. Dooher gleed van het bureau en deed open. De politieman van het Paleis van Justitie zei dat rechter Thomasino meneer Farrell nu meteen op zijn raadkamer wilde spreken. Farrell stond op. 'Waarom proberen jullie niet van elkaar af te blijven als ik weg ben,' zei hij en verliet de kamer.

 

Waardoor ze alleen achterbleven.

Dooher draaide zich om. 'Hij is kwaad op ons.'

'Met reden.'

'Ik neem aan dat ik hem op de hoogte had moeten brengen voordat ik de gewijde orde van de rechtbank verstoorde, maar het moment was er gewoon en ik heb de kans benut. Als ik Wes had gewaarschuwd, had hij me aangeraden het niet te doen. Wat denk jij?'

'Ik weet het niet, Mark. Ik heb nog nooit een rechtszaak gedaan. Ik weet hoe het gaat. Ik schrok ervan, maar nu ik je verklaring hoor, werkt het misschien.'

'Het schaadt me niet, daar ben ik zeker van. Daar is Wes in elk geval niet kwaad over.'

Ze liet zich op een van de houten stoelen zakken. 'Ik weet het,' zei ze, 'het gaat om ons. Maar we hebben hem gezegd dat we niets achter zijn rug zouden doen. Het ging niet over de rechtszaak.'

'Hij geloofde ons niet.'

'Jij doorziet vandaag alles, hè? Eerst is Wes boos op ons en dan gelooft hij ons niet.'

'Misschien moeten we de ruzie bijleggen?'

'Dat is volgens mij geen slecht idee.'

Mark liep naar het raam, trok de luxaflex wat uit elkaar en keek uit over Bryant Street. 'Ik ben alleen niet bereid om toe te geven,' zei hij, 'dat er op Nob Hill een camera met vizierkijker staat opgesteld die op dit raam is gericht.'

Hij liep naar haar toe en nam haar in zijn armen.


De raadkamer van Thomasino was niet groot of indrukwekkend en functioneel ingericht met Deens meubilair. Drie grote, teakhouten boekenrekken en verscheidene diploma's, onderscheidingen en loftuitingen in houten lijsten leken willekeurig de groene muren te sieren. Een robuuste ficus nam de hoek bij een groot raam in beslag. Het tapijt was een verschoten bruine berber die het linoleum van het Paleis van Justitie bedekte. Jenkins en Glitsky zaten op de lage leren stoelen vóór het bureau van de rechter en allebei draaiden ze zich om toen de gerechtsdeurwaarder aanklopte. Het was Farrell en Glitsky ging staan om de belangrijkste plaatsen over te dragen aan de raadslieden. Hij was hier op verzoek van Amanda. Farrell nam geen plaats maar liep naar het bureau van Thomasino. 'Ik ben blij dat je hier bent, Amanda,' begon hij. 'Ik wilde me verontschuldigen voor mijn cliënt. En ook bij u, rechter. Het spijt me.' Thomasino hoorde het aan met een dubbelzinnig gebaar en kwam meteen ter zake. 'Ik heb u gevraagd hierheen te komen, meneer Farrell, om na te gaan of u me een reden kunt geven waarom ik de borg van uw cliënt niet zou intrekken. U moet weten dat ik al tegen mevrouw Jenkins heb gezegd dat ik het zou doen als ze erom vroeg. Ik zit erover te piekeren om het toch te doen. Als u aanstuurt op een nietig geding, kan uw cliënt zestig dagen hiernaast' — hij bedoelde het huis van bewaring - 'doorbrengen waar hij op de nieuwe datum van de rechtszitting kan wachten en kan nadenken over het feit of hij de rechtszaak weer wil onderbreken.' Glitsky had niet gedacht dat Farrell nog meer ineen kon zakken dan toen hij binnenkwam, maar het was mogelijk en duidelijk zichtbaar.

Jenkins nam het over. 'Ik zal eerlijk tegen je zijn, Wes,' zei ze. 'We weten allebei dat dit mijn eerste moordzaak is. Mijn collega's op het kantoor van de officier van justitie beginnen zich af te vragen waarom ik nog op de loonlijst sta als ik nooit een rechtszaak doe. Ik wil niet nog eens zestig dagen wachten.'

'Minimaal,' bromde Thomasino.

'Minimaal,' herhaalde ze. 'En ik denk dat kan worden aangevoerd dat de uitbarsting mogelijk even nadelig als gunstig was voor je cliënt.'

Een berouwvol knikje. 'Daar hadden we het net over,' zei Farrell.

'We staan dus quitte,' concludeerde Jenkins.

Glitsky bewonderde de manier waarop Jenkins het bracht. Het klonk oprecht genoeg hoewel hij wist dat de waarheid heel anders was. Toen de schorsing was afgekondigd had Jenkins Glitsky naar boven gestuurd om Art Drysdale te zoeken en hem te zeggen dat ze Doohers borg herroepen wilde hebben.

Drysdale had snel een telefoontje gepleegd - nogal cryptisch maar het moest Chris Locke zijn geweest - en vervolgens Abe vergezeld naar rechtszaal 26, waar Jenkins nog steeds ziedend aan de tafel van de eisende partij zat.

Voorzover Glitsky wist, had Locke geen enkele persoonlijke - politieke -band met deze zaak. De officier van justitie wilde niet dat het proces werd uitgesteld, dat de zaak onopgelost bleef, ook al had hij een onredelijk lage borgsom gevraagd. Hij bewees de aartsbisschop een gunst. Terwijl Drysdale had uitgelegd dat de officier van justitie geen herroeping van de borg wilde, had Thomasino laten weten dat hij Jenkins in zijn raadkamer verwachtte om deze kwestie te bespreken. En Drysdale had haar op de hoogte gesteld van de reden die ze moest aanvoeren om dit niet te doen.

Farrell van zijn kant was een drenkeling die net voor de derde keer kopje onder was gegaan, onder water zijn ogen opende en de reddingsboei zag. Hij reikte ernaar. 'Edelachtbare, ik zal ervoor zorgen dat dit niet nog eens gebeurt.'

De dreigende blik. Thomasino gromde nog eens en ging op zijn gemak in zijn stoel zitten. 'Goed, dan is er nog iets.' De twee raadslieden keken elkaar vragend aan. 'Ik weet niet hoeveel controle u kunt uitoefenen op het gedrag van uw cliënt, meneer Farrell, maar ik heb de indruk dat het niet veel is. Misschien kunt u wat meer invloed uitoefenen op uw secondant. Ik wil deze jury niet afzonderen, maar als we te veel verhalen over meneer Dooher en mevrouw Carrera krijgen, zal ik geen andere keus hebben. Een man wordt ervan beschuldigd zijn vrouw te hebben vermoord en hij kan beter zijn ding in zijn broek houden - vergeef me, Amanda - totdat de jury een besluit heeft genomen.

Ik heb de jury verteld niet naar de televisie te kijken of de krant te lezen, maar we weten allemaal wat er gebeurt als de gedaagde op de voorpagina blijft verschijnen. Dat is in niemands belang. Zijn we het daarover eens?'

'Ja, edelachtbare.'

'Prima.' Thomasino zweeg even. Hij keek op zijn horloge. 'Ik schors de zaak voor vandaag om u, meneer Farrell, de tijd te geven deze zaken aan uw cliënt en uw secondant duidelijk te maken. Ik zou er zoveel mogelijk gebruik van maken.'

Farrell kon alleen knikken. Wat de rechter ook wilde, hij wilde dat ook.