Hoofdstuk 32
SPELEN MET VUUR
'Ik ga niet... ik
hoef niet naar de ziekenzaal... ik wil niet...' brabbelde Harry
terwijl hij zich los probeerde te trekken. Professor Knufje keek
hem bezorgd aan; hij had Harry de Grote Zaal uitgeholpen,
nagestaard door de andere leerlingen.
'Ik - ik voel me weer goed, professor,' stamelde Harry. Hij veegde
het zweet van zijn gezicht. 'Echt... ik was gewoon in slaap
gevallen... een nachtmerrie...'
'Examenkoorts!' zei de oude tovenaar meelevend. Hij klopte Harry
bevend op zijn arm. 'Dat overkomt de besten, jongeman! Drink een
koel glas water, misschien kun je dan nog even terug naar de Grote
Zaal. Het examen is bijna afgelopen, maar je zou je laatste
antwoord nog wat kunnen bijschaven.'
'Ja,' zei Harry verwilderd. 'Ik bedoel... nee... ik ben - ik ben
klaar, geloof ik...'
'Goed, goed,' zei de oude tovenaar vriendelijk. 'Ik haal je examen
wel op. Het lijkt me verstandig dat je even gaat liggen.'
'Dat zal ik doen,' zei Harry knikkend. 'Dank u.'
Zodra professor Knufje de Grote Zaal weer binnenging, holde Harry
de marmeren trap op en rende hij zo snel door de gangen dat de
portretten aan de muren afkeurend mompelden. Hij sprintte nog meer
trappen op en stormde uiteindelijk de ziekenzaal binnen. Madame
Plijster, die een felblauwe vloeistof in de mond van Van Beest
lepelde, slaakte een geschrokken kreet.
'Potter, wat heeft dat te betekenen?'
'Ik moet professor Anderling spreken!' hijgde Harry. De adem gierde
in zijn keel. 'Nu meteen... het is dringend!'
'Ze is er niet, Potter,' zei madame Plijster verdrietig. 'Ze is
vanochtend overgebracht naar het St. Holisto. Vier Lamstralen in de
borst, op haar leeftijd? Het is een wonder dat ze het overleefd
heeft.'
'Is ze... is ze weg?' zei Harry geschokt.
Op dat moment ging de bel en hoorde hij boven en onder zich het
gebruikelijke gestommel van leerlingen die de gangen op stroomden.
Harry keek roerloos naar madame Plijster en voelde een vreselijke
angst opkomen.
Hij kon het tegen niemand vertellen. Perkamentus was weg en Hagrid
was weg, maar hij had gedacht dat hij altijd kon rekenen op
professor Anderling, kortaangebonden en onbuigzaam, maar ook
rotsvast en betrouwbaar...
'Het verbaast me niet dat je geschokt bent, Potter,' zei madame
Plijster fel en goedkeurend. 'Alsof die lui Minerva Anderling ooit
Verlamd zouden kunnen hebben tijdens een eerlijke strijd bij
daglicht! Het was lafheid... verachtelijke lafheid... als ik me
geen zorgen maakte om wat er zonder mij met jullie zou kunnen
gebeuren, nam ik direct ontslag!'
'Ja,' zei Harry wezenloos.
Hij draaide zich om, verliet blindelings de ziekenzaal en bleef op
de overvolle gang staan. Hij werd aangestoten en bijna
omvergelopen, maar paniek verspreidde zich als gifgas door zijn
hoofd, zodat hij niet kon bedenken wat hij moest doen...
Ron en Hermelien, zei een innerlijke stem.
Hij begon weer te rennen en duwde leerlingen ruw opzij, zonder
aandacht te schenken aan hun boze protesten. Hij holde twee trappen
af en was net bij de marmeren trap toen ze kwamen aanlopen.
'Harry!' zei Hermelien. Ze was heel erg geschrokken. 'Wat gebeurde
er nou? Voel je je wel goed? Ben je ziek?'
'Waar was je?' vroeg Ron.
'Kom mee,' zei Harry. 'Kom. Ik moet jullie iets vertellen.'
Ze liepen door de gang op de eerste verdieping, Harry voorop. Hij
deed alle deuren die ze passeerden open en toen hij een leeg lokaal
vond, glipte hij naar binnen. Hij deed de deur achter Ron en
Hermelien dicht, leunde ertegen en keek hen aan.
'Voldemort houdt Sirius gevangen!'
'Wat?'
'Hoe weet je -?'
'Ik heb het gezien. Zonet. Toen ik in slaap viel tijdens het
examen.'
'Maar- waar? Hoe?' zei Hermelien, die doodsbleek was.
'Hoe weet ik niet,' zei Harry. 'Maar ik weet wel precies waar. In
het Departement van Mystificatie heb je een ruimte vol kasten met
glazen bollen. Ze zijn aan het eind van rij 97... hij wil Sirius
dwingen iets te pakken, iets wat hij per se wil hebben... hij
martelt hem... en hij zegt dat hij hem daarna zal vermoorden!'
Harry's stem trilde, net als zijn knieën. Hij ging op een tafeltje
zitten en probeerde zichzelf onder controle te krijgen.
'Hoe moeten we daar komen?' vroeg hij.
Er viel even een stilte en toen zei Ron: 'W-waar komen?'
'Op het Departement van Mystificatie, zodat we Sirius kunnen
redden,' zei Harry.
'Maar - Harry...' zei Ron zwakjes.
'Wat? Wat?' zei Harry. Hij snapte niet waarom ze hem zo aangaapten,
alsof hij iets onredelijks vroeg.
'Harry,' zei Hermelien nogal angstig, 'eh... hoe... hoe is
Voldemort het Ministerie van Toverkunst binnengekomen zonder dat
iemand het gemerkt heeft?'
'Hoe moet ik dat weten?' brulde Harry. 'Het gaat erom hoe wij er
binnenkomen!'
'Maar... Harry, denk nou eens na!' zei Hermelien. Ze deed een stap
in zijn richting. 'Het is vijf uur... het wemelt van de mensen op
het Ministerie van Toverkunst... hoe kunnen Voldemort en Sirius
ongezien binnen zijn gekomen? Het zijn waarschijnlijk de twee meest
gezochte tovenaars ter wereld, Harry... zouden die ongemerkt een
gebouw vol Schouwers kunnen binnendringen?'
'Misschien heeft Voldemort een onzichtbaarheidsmantel of zo!'
schreeuwde Harry. 'En bovendien was het Departement van
Mystificatie altijd uitgestorven als ik er -'
'Je bent er nooit echt geweest, Harry,' zei Hermelien. 'Je hebt
erover gedroomd, meer niet.'
'Het waren geen normale dromen!' riep Harry. Hij stond op en deed
ook een stap in haar richting. Hij wilde haar door elkaar schudden.
'Hoe wil je dan die toestand met Rons vader verklaren? Hoe wist ik
dan wat er met hem gebeurd was?'
'Daar zit iets in,' zei Ron met een blik op Hermelien.
'Maar het is zo - zo onwaarschijnlijk!' zei Hermelien wanhopig.
'Hoe kan Voldemort Sirius te pakken hebben gekregen? Hij is het
huis aan het Grimboudplein niet uit geweest!'
'Misschien werd het hem allemaal te veel en wilde hij even een
frisse neus halen,' zei Ron bezorgd. 'Hij wilde al maanden het huis
uit -'
'Maar waarom wil Voldemort Sirius gebruiken om dat wapen, of wat
het dan ook is, te pakken te krijgen?' hield Hermelien vol.
'Geen idee. Er kunnen zo veel redenen zijn!' schreeuwde
Harry.'Misschien omdat het Voldemort niets kan schelen wat er met
Sirius gebeurt -'
'Ik bedenk net iets,' zei Ron zacht. 'De broer van Sirius was een
Dooddoener, weet je nog? Misschien heeft hij Sirius verteld hoe je
dat wapen te pakken kunt krijgen!'
'Ja - en misschien mocht Sirius daarom al die tijd niet buiten
komen van Perkamentus!' zei Harry.
'Hoor eens, het spijt me,' zei Hermelien, 'maar jullie slaan
wartaal uit, en we hebben geen flintertje bewijs dat Voldemort en
Sirius er werkelijk zijn -'
'Hermelien, Harry heeft ze gezien!' zei Ron, die nu ook kwaad
werd.
'Goed, goed,' zei ze, geschrokken maar ook vastbesloten. 'Maar ik
moet nog één ding zeggen -'
'Wat dan?'
'Je... vat dit niet op als kritiek, Harry! Maar je hebt wel... je
wilt soms... ik bedoel - vind je zelf ook niet dat je af en toe een
beetje - een beetje graag de redder-in-nood wilt zijn?' zei ze.
Harry keek haar woedend aan.
'Hoe bedoel je, "de redder-in-nood"?'
'Nou... je...' zei Hermelien nog angstiger, ik bedoel... vorig
jaar... in het meer... tijdens het Toverschool Toernooi... toen had
je niet... ik bedoel, je hóéfde Fleur Delacour niet te redden... je
liet je... gewoon meeslepen...'
Er ging een golf van woede door Harry heen; hij voelde zijn gezicht
rood worden en tintelen. Hoe kon ze hem op dit moment aan die
stommiteit herinneren?
'Het was natuurlijk geweldig van je,' zei Hermelien, die schrok
toen ze Harry's gezicht zag. 'Iedereen had de grootste bewondering
voor je -'
'Dat is vreemd,' zei Harry met op elkaar geklemde kaken, 'want ik
herinner me duidelijk dat ik volgens Ron tijd had verspild door de
held uit te hangen. Ben je daar nu ook weer bang voor? Dat ik de
held wil uithangen?'
'Nee, nee, nee!' zei Hermelien ontdaan. 'Dat bedoelde ik niet!'
'Zeg dan wat je wel bedoelt, want we staan hier onze tijd te
verknoeien!' schreeuwde Harry.
'Wat ik zeggen wil is - Voldemort kent je, Harry! Hij heeft Ginny
naar de Geheime Kamer gebracht om jou er ook naar toe te lokken.
Dat soort dingen doet hij nou eenmaal, hij weet dat jij - dat jij
zo iemand bent die Sirius te hulp zou schieten! Stel dat het
allemaal bedoeld is om jou naar het Departement van Mys -'
'Hermelien, het doet er niet toe of het bedoeld is om mij ernaartoe
te lokken of niet! Ze hebben Anderling overgeplaatst naar het St.
Holisto. Op Zweinstein is er niemand meer van de Orde aan wie we
het kunnen vertellen en als we niets doen, is Sirius zo dadelijk
dood!'
'Maar Harry - stel dat het inderdaad gewoon een droom was?'
Harry brulde het uit van frustratie en Hermelien deed geschrokken
een stap achteruit.
'Je snapt het niet!' schreeuwde Harry. 'Ik heb geen nachtmerries,
ik droom niet gewoon maar wat! Waar denk je dat die Occlumentie
voor was? Waarom denk je dat Perkamentus wilde dat ik die dingen
niet zou zien? Omdat ze ECHT zijn! Sirius zit in de val, Hermelien!
Ik heb hem gezien! Voldemort heeft hem te pakken en verder weet
niemand ervan. Wij zijn de enigen die hem kunnen redden. Als jij
niet mee wilt doen, moet je het zelf maar weten, maar ik ga! En als
ik me goed herinner, had je er geen probleem mee dat ik de held
probeerde uit te hangen toen ik je redde van de Dementors of -' hij
wendde zich woedend tot Ron '- toen ik je zus redde van de Basilisk
-'
'Ik heb nooit gezegd dat ik er een probleem mee had,' zei Ron
verhit.
'Maar Harry, je zegt het zelf!' zei Hermelien fel. 'Perkamentus
wilde dat je dit soort dingen zou buitensluiten. Als je beter je
best had gedaan met Occlumentie zou je dit nooit gezien hebben
-'
'ALS JE DENKT DAT IK DOE ALSOF IK NIKS GEZIEN HEB -'
'Sirius zei zelf dat niets zo belangrijk was als je geest leren
afsluiten!'
'EN HIJ ZOU WAARSCHIJNLIJK WEL ANDERS PIEPEN ALS HIJ WIST WAT IK
NET -'
De deur van het lokaal ging open en Harry, Ron en Hermelien keken
om. Ginny kwam binnen, gevolgd door Loena. Ginny keek nieuwsgierig,
maar Loena maakte, zoals gewoonlijk, de indruk dat ze bij toeval
naar binnen was geslenterd.
'Hoi,' zei Ginny onzeker. 'We hoorden Harry's stem. Wat is dat
allemaal voor geschreeuw?'
'Gaat je niks aan,' zei Harry bruusk.
Ginny trok haar wenkbrauwen op.
'Je hoeft me niet zo af te blaffen,' zei ze. 'Ik vroeg me alleen af
of ik misschien kon helpen.'
'Nee!' zei Harry kortaf.
'Je bent behoorlijk onbeschoft, weet je,' zei Loena sereen.
Harry draaide zich vloekend om. Het laatste waar hij behoefte aan
had, was een gesprek met Loena Leeflang.
'Wacht eens,' zei Hermelien plotseling. 'Wacht... Harry, ze kunnen
inderdaad helpen!'
Harry en Ron keken haar aan.
'Luister,' zei ze dringend. 'Harry, we moeten controleren of Sirius
het Hoofdkwartier werkelijk heeft verlaten.'
'Ik zei toch, ik heb zelf ge -'
'Harry, alsjeblieft!' zei Hermelien ten einde raad. 'Laten we
alsjeblieft controleren of Sirius thuis is voor we halsoverkop naar
Londen gaan. Als hij er niet is, zweer ik dat ik je niet zal
tegenhouden. Dan ga ik ook mee en d-doe ik alles wat maar nodig is
om hem te redden.'
'Sirius wordt NU gemarteld!' schreeuwde Harry. 'We hebben geen tijd
te verliezen!'
'Maar als dit een truc is van Voldemort... We moeten het
controleren, Harry! Dat moet!'
'Hoe?' vroeg Harry. 'Hoe wilde je het controleren?'
'We moeten de haard van Omber gebruiken,' zei Hermelien, die al
bleek werd bij de gedachte alleen. 'We zullen proberen Omber weg te
lokken, maar we hebben helpers nodig en daarbij kunnen we Ginny en
Loena goed gebruiken.'
Ginny begreep duidelijk niet helemaal wat er aan de hand was, maar
ze zei meteen: 'Goed, we doen het,' en Loena zei: 'Als jullie het
over Sirius hebben, bedoelen jullie dan Stef Blinker?'
Niemand gaf antwoord.
'Oké,' zei Harry agressief tegen Hermelien. 'Oké, als je een manier
kunt bedenken om het snel te controleren, doe ik mee; anders ga ik
meteen naar het Departement van Mystificatie.'
'Het Departement van Mystificatie?' zei Loena lichtelijk
verbaasd.
'Hoe wilde je daar komen?'
Harry negeerde haar opnieuw.
'Goed,' zei Hermelien, die handenwringend op en neer liep tussen de
rijen tafeltjes. 'Goed... nou... een van ons moet naar Omber gaan
en - haar de verkeerde kant op sturen, zodat ze een tijdje
wegblijft. Je zou kunnen zeggen dat - ik weet niet - dat Foppe iets
vreselijks uithaalt, zoals gewoonlijk...'
'Dat doe ik wel,' zei Ron. 'Ik zeg dat Foppe het lokaal van
Gedaanteverwisselingen kort en klein slaat, dat is zo'n beetje het
verst van haar kamer. Trouwens, als ik Foppe onderweg tegenkom, heb
je best kans dat hij het echt wil doen.'
De ernst van de situatie bleek uit het feit dat Hermelien geen
bezwaar maakte tegen het kort en klein slaan van een
klaslokaal.
'Oké,' zei ze fronsend. Ze bleef ijsberen. 'En we moeten de
leerlingen weghouden bij Ombers kamer terwijl we het slot forceren,
anders wordt ze vast en zeker getipt door een of andere
Zwadderaar.'
'Loena en ik gaan aan het eind van de gang staan en zeggen dat
iemand Worggas heeft laten ontsnappen,' zei Ginny prompt. Hermelien
leek verbaasd dat Ginny zo snel met die leugen kwam; Ginny haalde
haar schouders op en zei: 'Dat hadden Fred en George eigenlijk nog
willen doen voor ze weggingen.'
'Oké,' zei Hermelien. 'Dan sluipen jij en ik onder je
onzichtbaarheidsmantel naar Ombers kamer, Harry, en kun jij met
Sirius praten -'
'Hij is er niet, Hermelien!'
'Ik bedoel, dan kun jij - controleren of Sirius thuis is terwijl ik
op de uitkijk sta. Ik vind niet dat je alleen moet gaan. Leo heeft
al bewezen dat het raam een zwakke plek is door die Delfstoffers
naar binnen te laten vliegen.'
Ondanks zijn woede en ongeduld besefte Harry dat Hermeliens aanbod
om hem te vergezellen een teken van trouw en solidariteit was.
'Ik... nou, bedankt,' mompelde hij.
'Zelfs als dat allemaal lukt, denk ik dat we hoogstens vijf minuten
de tijd hebben,' zei Hermelien, opgelucht dat Harry het plan
blijkbaar geaccepteerd had. 'Zeker nu Vilder en dat stomme
Inquisitiekorps in de buurt zijn -'
'Vijf minuten is zat,' zei Harry. 'Kom op -'
'Mm?' zei Hermelien geschrokken.
'Natuurlijk!' zei Harry boos. 'Wilde je wachten tot na het eten?
Sirius wordt nu gemarteld, Hermelien!'
'Ik - o, goed dan,' zei ze vertwijfeld. 'Haal jij je
onzichtbaarheidsmantel, dan zien we elkaar aan het eind van de gang
van Omber. Goed?'
Harry gaf geen antwoord, maar holde het lokaal uit en wrong zich
door de menigte op de gang. Twee verdiepingen hoger liep hij Simon
en Daan tegen het lijf. Ze begroetten hem joviaal en vertelden dat
ze vanwege het eind van de examens een feest wilden geven in de
leerlingenkamer dat de hele nacht zou duren. Harry hoorde hen
nauwelijks. Hij klauterde door het portretgat terwijl ze bespraken
hoeveel Boterbiertjes ze op de zwarte markt zouden moeten kopen en
klom alweer naar buiten met zijn onzichtbaarheidsmantel en het mes
van Sirius in zijn schooltas voor ze merkten dat hij weg was
geweest.
'Harry, doe je ook een paar Galjoenen in de pot? Henk Dubbers weet
hoe hij aan Oude Klare's Jonge Borrel kan komen -'
Maar Harry sprintte de gang al uit en sprong een paar minuten later
de laatste traptreden af naar de gang van Omber. Ron, Hermelien,
Ginny en Loena stonden zenuwachtig bij elkaar.
'Ik heb alles,' zei hij. 'Zijn jullie er klaar voor?'
'Ja,' fluisterde Hermelien toen er een stel luidruchtige zesdejaars
passeerde. 'Oké, Ron- jij stuurt Omber de verkeerde kant op...
Ginny en Loena, jullie ontruimen de gang... Harry en ik doen de
mantel om en wachten tot de kust veilig is...'
Ron liep haastig weg. Zijn vuurrode haar was helemaal tot aan het
eind van de gang te zien; Ginny's even rode hoofd danste tussen de
dringende leerlingen in de gang door, gevolgd door het blonde hoofd
van Loena.
'Kom mee,' mompelde Hermelien, die Harry aan zijn pols meetrok naar
een nis waarin een lelijke stenen buste van een middeleeuwse
tovenaar op zijn sokkel in zichzelf stond te mompelen.
'Weet - weet je zeker dat je je goed voelt, Harry? Je ziet
vreselijk bleek.'
'Ik voel me prima,' zei Harry kortaf en hij haalde de
onzichtbaarheidsmantel uit zijn tas. In werkelijkheid begon zijn
litteken pijn te doen, maar niet zo erg dat hij bang was dat
Voldemort Sirius al vermoord had; de pijn was veel erger geweest
toen Voldemort Arduin had bestraft...
'Alsjeblieft,' zei hij; hij gooide de mantel over hen heen en ze
luisterden met gespitste oren, het Latijnse gemompel van de buste
negerend.
'De gang is afgesloten!' riep Ginny tegen de leerlingen. 'Nee,
sorry, jullie moeten omlopen via de draaiende trap; iemand heeft
hier Worggas laten ontsnappen -' Ze hoorden mensen protesteren; een
norse stem zei: 'Ik zie helemaal geen gas.'
'Omdat het kleurloos is!' zei Ginny met overtuigende ergernis.
'Maar als je perse door wilt lopen, ga je gang. Dan kan je lijk als
bewijs dienen voor de volgende idioot die ons niet gelooft.'
Langzaam verspreidde de menigte zich. Het nieuws over het Worggas
deed blijkbaar snel de ronde; er verschenen geen nieuwe leerlingen
meer. Toen de gang helemaal leeg was zei Hermelien zacht tegen
Harry: 'Een betere kans krijgen we niet - laten we gaan.'
Ze slopen naar Ombers kamer onder dekking van de
onzichtbaarheidsmantel. Loena stond met haar rug naar hen toe aan
het andere eind van de gang; toen ze Ginny passeerden fluisterde
Hermelien: 'Goed zo... vergeet het alarmsignaal niet.'
'Wat is het alarmsignaal?' fluisterde Harry toen ze bij de deur van
Ombers kamer waren.
'Het refrein van "Wemel is onze vrind" als Omber er aankomt,'
antwoordde Hermelien. Harry stak het mes van Sirius in de spleet
tussen de muur en de deur. Het slot sprong met een klik open en ze
gingen naar binnen.
De bontgekleurde katjes lagen te soezen in het warme zonlicht dat
op hun wandborden scheen, maar verder was de kamer even verlaten
als de vorige keer. Hermelien slaakte een zucht van opluchting. 'Ik
was bang dat ze haar kantoor extra beveiligd zou hebben na die
tweede Delfstoffer.'
Ze deden de mantel af; Hermelien ging vlug naast het raam staan met
getrokken toverstok, en keek voorzichtig omlaag naar het
schoolterrein. Harry holde naar de haard, pakte het doosje
Brandstof en gooide een beetje op de houtblokken, zodat er
smaragdgroene vlammen oplaaiden. Hij knielde, stak zijn hoofd in de
dansende vlammen en riep: 'Grimboudplein 12!' Zijn hoofd begon te
tollen alsof hij net uit een achtbaan was gestapt, terwijl zijn
knieën stevig op de stenen vloer bleven rusten. Hij kneep zijn ogen
dicht vanwege de rondkolkende as. Toen het tollen ophield, deed hij
ze weer open en zag hij de grote, kille keuken van het
Grimboudplein. Er was niemand. Dat had Harry verwacht, maar hij was
niet voorbereid op de withete golf van paniek die in zijn maag
opborrelde bij het zien van de verlaten keuken.
'Sirius?' riep hij. 'Sirius, ben je daar?'
Zijn stem galmde door de ruimte, maar hij hoorde niets, behalve een
heel zacht, schuifelend geluidje rechts van de haard.
'Wie is daar?' riep hij. Het zou ook gewoon een muis kunnen zijn,
dacht hij.
Knijster de huis-elf verscheen langzaam in Harry's gezichtsveld.
Het was alsof hij ergens heel blij om was, ondanks het feit dat
zijn handen kennelijk toegetakeld waren, want die zaten dik in het
verband.
'Knijster ziet het hoofd van Potter in het vuur,' zei de huis-elf
tegen de lege keuken met een merkwaardig triomfantelijke blik op
Harry. 'Wat doet hij hier, vraagt Knijster zich af?'
'Waar is Sirius, Knijster?' vroeg Harry.
De huis-elf grinnikte kortademig.
'Meester is niet thuis, Harry Potter.'
'Waar is hij dan? Waar is hij, Knijster?'
Knijster lachte schril.
'Ik waarschuw je!' zei Harry, al besefte hij dat hij vrijwel geen
enkele mogelijkheid had om Knijster te straffen. 'En Lupos dan? Of
Dwaaloog? Zijn die er?'
'Alleen Knijster is thuis!' zei de elf opgetogen. Hij draaide zich
om en liep langzaam naar de keukendeur. 'Knijster gaat gezellig een
praatje maken met zijn meesteres. Dat heeft hij heel lang niet
kunnen doen, want Meester wilde niet dat hij met haar praatte
-'
'Waar is Sirius?' schreeuwde Harry de huis-elf achterna. 'Knijster,
is hij naar het Departement van Mystificatie?'
Knijster bleef abrupt staan. Harry kon nog net zijn kale
achterhoofd onderscheiden tussen het woud van stoelpoten.
'Meester zegt niet tegen arme Knijster waar hij heen gaat,' zei de
elf zacht.
'Maar je weet het!' schreeuwde Harry. 'Ja toch? Je weet waar hij
is!'
Er viel een stilte en toen grinnikte Knijster triomfantelijk.
'Meester zal niet terugkeren uit het Departement van Mystificatie!'
zei hij vol leedvermaak. 'Knijster en zijn meesteres zijn weer
alleen!'
Hij liep vlug naar de deur en verdween naar de hal.
'Vuile -!'
Maar voor hij ook maar één verwensing of belediging kon roepen,
voelde Harry plotseling een vreselijke pijn in zijn hoofd; hij
ademde een hoop as in en voelde dat hij hoestend het vuur uit werd
getrokken. Plotseling keek hij in het brede, bleke gezicht van
professor Omber. Ze had hem aan zijn haar uit het vuur gesleurd en
boog zijn hoofd achterover, alsof ze het liefst zijn keel had
doorgesneden.
'Dacht je,' fluisterde ze terwijl ze zijn hoofd nog verder
achterover boog, zodat Harry naar het plafond keek, 'dat ik na twee
Delfstoffers ook nog maar één smerig, geniepig wezen mijn kamer zou
laten binnendringen? Na die laatste Delfstoffer heb ik
Sluipsensorspreuken uitgesproken over de deur, idioot. Pak zijn
toverstok!' blafte ze tegen iemand die Harry niet kon zien. Hij
voelde een hand in de borstzak van zijn gewaad.
'En die van haar!'
Harry hoorde een korte worsteling bij het raam en wist dat
Hermeliens toverstok ook was afgepakt.
'Ik wil weten wat je in mijn kamer deed!' zei Omber. Ze schudde met
de vuist waarmee ze Harry's haar vasthield, zodat hij bijna
omviel.
'Ik-ik probeerde m'n Vuurflits te pakken!' zei Harry schor.
'Leugenaar!' Ze schudde zijn hoofd weer. 'Je Vuurflits wordt streng
bewaakt in de kerkers, Potter! Dat weet je best. Je had je hoofd in
mijn haardvuur. Met wie heb je gesproken?'
'Niemand!' zei Harry, die zich los probeerde te rukken. Hij voelde
dat er verscheidene haren uit zijn hoofdhuid werden getrokken.
'Leugenaar!' schreeuwde Omber. Ze duwde hem met zo'n kracht weg dat
hij tegen haar bureau smakte. Nu zag hij dat Hermelien tegen de
muur werd gedrukt door Margriet Bullemans. Malfidus leunde tegen
het raamkozijn; hij gooide Harry's toverstok grijnzend in de lucht
en ving hem met één hand weer op.
Buiten klonk een hoop rumoer en er kwamen een paar fors uit de
kluiten gewassen Zwadderaars binnen, die Ron, Ginny, Loena en - tot
Harry's verbazing - ook Marcel in bedwang hielden. Korzel had
Marcel in een wurggreep; hij begon paars aan te lopen. Ze hadden
alle vier een prop in hun mond.
'We hebben ze allemaal,' zei Warrel. Hij duwde Ron ruw naar binnen.
'Die daar -' hij wees op Marcel '- probeerde te verhinderen dat ik
haar meenam -' hij wees naar Ginny, die de dikke Zwadderaarster die
haar vasthield tegen haar schenen probeerde te schoppen '- en dus
hebben we hem ook maar opgepakt.'
'Goed zo, goed zo,' zei Omber. Ze keek hoe Ginny tegenstribbelde.
'Nou, het ziet ernaar uit dat Zweinstein binnenkort een Wemelvrije
zone zal zijn.'
Malfidus lachte kruiperig. Omber glimlachte breed en zelfvoldaan,
ging in een gebloemde fauteuil zitten en keek haar gevangenen met
knipperende ogen aan, als een pad in een bloembed.
'Zo, Potter,' zei ze. 'Dus je hebt wachtposten opgesteld rond mijn
kantoor en deze clown,' ze knikte naar Ron en Malfidus lachte nog
harder, 'naar me toe gestuurd om te zeggen dat de klopgeest het
lokaal van Gedaanteverwisselingen kort en klein sloeg, terwijl ik
wist dat hij bezig was de lenzen van de schooltelescopen met inkt
in te smeren. Dat had meneer Vilder me namelijk net verteld. Je
wilde blijkbaar heel graag met iemand praten. Albus Perkamentus,
misschien? Of de halfmens Hagrid? Minerva Anderling zal het niet
geweest zijn. Ik heb gehoord dat ze te zwak is om ook maar één
woord uit te kunnen brengen.'
Malfidus en een paar andere leden van het Inquisitiekorps lachten
opnieuw. Harry voelde zo'n woede en haat dat zijn hele lichaam
trilde.
'Het gaat je niks aan met wie ik praat!' snauwde hij.
Ombers slappe gezicht verstrakte.
'Goed dan,' zei ze met haar meest onheilspellende en suikerzoete
stem. 'Goed dan, Potter... ik heb je de kans gegeven om het zelf op
te biechten, maar die heb je geweigerd. Dan zal ik je moeten
dwingen. Draco - haal professor Sneep.'
Malfidus stak Harry's toverstok in zijn gewaad en verliet grijnzend
het vertrek, maar dat merkte Harry nauwelijks. Hij had net iets
beseft; hij kon nauwelijks geloven dat hij zo stom was geweest om
dat te vergeten. Hij had gedacht dat alle leden van de Orde die hem
konden helpen om Sirius te redden onbereikbaar waren, maar hij had
zich vergist. Er was nog één lid van de Orde van de Feniks op
Zweinstein - Sneep.
Er heerste stilte, afgezien van het geschuifel en gegrom van de
Zwadderaars die Ron en de anderen in bedwang probeerden te houden.
Rons lip bloedde op het tapijt terwijl hij zich verzette tegen
Warrels houdgreep; Ginny probeerde nog steeds op de tenen te
stampen van de zesdejaars die haar bovenarmen vasthield; Marcel
trok met een alsmaar paarser gezicht aan de armen van Korzel en
Hermelien probeerde vergeefs om Margriet Bullemans van zich af te
gooien. Loena stond echter kalm naast haar gevangennemer en staarde
uit het raam, alsof ze zich verveelde.
Harry keek naar Omber. Hij hield zijn gezicht opzettelijk
uitdrukkingsloos toen hij voetstappen hoorde op de gang. Draco
Malfidus kwam binnen en hield de deur open voor Sneep.
'Wilde u me spreken, professor Omber?' zei Sneep, die volkomen
onverschillig naar de worstelende leerlingen keek.
'Ah, professor Sneep,' zei Omber met een brede glimlach. Ze stond
op. 'Ja, ik wil graag een fles Veritaserum. Zo snel mogelijk,
graag.' 'U hebt mijn laatste fles gebruikt om Potter te verhoren,'
zei Sneep. Hij keek haar koeltjes aan door zijn gordijn van vettig
zwart haar. 'Dat is toch niet allemaal op? Ik zei dat drie druppels
ruim voldoende was.'
Omber werd rood.
'U kunt toch zeker wel meer maken?' vroeg ze op de poeslieve,
meisjesachtige toon die ze altijd gebruikte als ze boos was.
'Uiteraard,' zei Sneep. 'Het moet een volle maancyclus rijpen, dus
over een maand is het gereed.'
'Een maand?' piepte Omber woedend. 'Een maand? Ik heb het nú nodig!
Ik heb net ontdekt dat Potter mijn haard gebruikt heeft om met een
of meerdere onbekende personen te communiceren!'
'Werkelijk?' zei Sneep, die voor het eerst met iets van
belangstelling naar Harry keek. 'Dat verbaast me niets. Potter
heeft altijd lak gehad aan de schoolregels.'
Hij keek Harry doordringend aan met zijn kille, donkere ogen. Harry
keek even strak naar Sneep en concentreerde zich uit alle macht op
wat hij in zijn droom had gezien. Hij wilde dat Sneep zijn
gedachten zou lezen, dat hij het zou begrijpen...
'Ik wil hem verhoren!' riep Omber boos, en Sneep keek van Harry
naar haar furieuze, trillende gezicht, 'ik wil een drank die hem
dwingt om de waarheid te spreken!'
'Ik zei al dat mijn Veritaserum op is,' zei Sneep gladjes. 'Tenzij
u Potter wilt vergiftigen- en dat zou ik van harte toejuichen - kan
ik u niet helpen. Het enige probleem is dat de meeste giffen zo
snel werken dat het slachtoffer nauwelijks nog tijd heeft om de
waarheid te spreken.'
Sneep keek weer naar Harry, die verwoede pogingen deed om
geluidloos te communiceren.
Voldemort houdt Sirius gevangen in het Departement van
Mystificatie, dacht hij wanhopig. Voldemort houdt Sirius
'U bent voorwaardelijk geschorst!' krijste professor Omber, en
Sneep keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'U werkt me
opzettelijk tegen! Ik had meer van u verwacht! Lucius Malfidus gaf
altijd hoog van u op! En nu mijn kantoor uit!'
Sneep boog spottend, draaide zich om en wilde weggaan. Harry
besefte dat dadelijk ook de allerlaatste kans om de Orde te laten
weten wat er aan de hand was verkeken zou zijn. 'Hij heeft
Sluipvoet!' schreeuwde hij. 'Hij houdt Sluipvoet gevangen op de
plaats waar het verborgen is!'
Sneep bleef met zijn hand op de deurklink staan.
'Sluipvoet?' riep Omber, die gretig van Harry naar Sneep keek. 'Wie
is Sluipvoet? Wat is er verborgen? Wat bedoelt hij, Sneep?'
Sneep keek Harry aan. Zijn gezicht was ondoorgrondelijk; Harry kon
niet zien of hij het begrepen had of niet, maar in het bijzijn van
Omber durfde hij niet duidelijker te zijn.
'Ik heb geen idee,' zei Sneep koeltjes. 'Potter, als ik onzin wil
horen, geef ik je wel Beuzelvocht. En Korzel, iets minder druk op
de keel, graag. Als Lubbermans stikt betekent dat een hoop
administratieve rompslomp, en als je later gaat solliciteren zal ik
het helaas op je cv moeten vermelden.'
Hij deed de deur met een klap achter zich dicht. Harry voelde zich
nog verwarder en paniekeriger dan eerst: Sneep was zijn
allerlaatste hoop geweest. Hij keek naar Omber, die er blijkbaar
net zo over dacht; ze trilde van woede en frustratie.
'Goed dan,' zei ze en ze pakte haar toverstok. 'Goed dan... ik heb
geen andere keus... dit is niet alleen een kwestie van orde houden
op school... de veiligheid van het Ministerie is in het geding...
ja... ja...'
Ze probeerde zichzelf blijkbaar ergens van te overtuigen. Ze ging
nerveus van de ene voet op de andere staan, keek Harry aan, tikte
met haar toverstok op haar handpalm en ademde zwaar. Harry voelde
zich verschrikkelijk machteloos zonder zijn eigen toverstok.
'Je dwingt me hiertoe, Potter... ik doe het niet van harte,' zei
Omber, die nog steeds rusteloos heen en weer bewoog. 'Maar soms
heiligt het doel de middelen... het Ministerie begrijpt vast dat ik
geen keus had...'
Malfidus keek vol verwachting toe.
'Ik denk dat de Cruciatusvloek je wel aan het praten zal krijgen,'
zei Omber.
'Nee!' gilde Hermelien. 'Professor Omber- dat is verboden!'
Maar Omber negeerde haar. Met een gretige, opgewonden uitdrukking
op haar gezicht die Harry nog niet eerder gezien had, hief ze haar
toverstok op.
'De Minister wil niet dat u de wet overtreedt, professor Omber!'
riep Hermelien.
'Wat niet weet, wat niet deert,' zei Omber, die lichtjes hijgend
haar toverstok op verschillende delen van Harry's lichaam richtte,
alsof ze erachter probeerde te komen waar het het meeste pijn zou
doen. 'Cornelis wist ook niet dat ik afgelopen zomer Dementors op
Potter heb afgestuurd, maar hij was dolblij dat hij de kans had om
hem van school te sturen.'
'Hebt u dat gedaan?' zei Harry moeizaam. 'Hebt u die Dementors op
me afgestuurd?'
'Iemand moest het doen,' fluisterde Omber, die haar toverstok nu
vastbesloten op Harry's voorhoofd richtte, 'Iedereen zat maar te
mekkeren dat je het zwijgen moest worden opgelegd - dat je in
diskrediet moest worden gebracht - maar ik was de enige die
werkelijk iets ondernam... alleen heb je je daar toch weer uit
weten te draaien, hè Potter? Maar deze keer niet!' Ze haalde diep
adem en riep: 'Cruci -'
'NEE!' schreeuwde Hermelien met overslaande stem van achter
Margriet Bullemans. 'Nee - Harry - we moeten het haar
vertellen!'
'Geen sprake van!' riep Harry. Hij staarde woedend naar het weinige
dat hij van Hermelien kon zien.
'We moeten wel, Harry. Ze krijgt het toch uit je los! Wat... wat
heeft het voor zin?'
Hermelien drukte haar gezicht snikkend tegen het gewaad van
Margriet Bullemans. Die staakte haar pogingen om Hermelien plat te
drukken tegen de muur en stapte walgend opzij.
'Wel, wel, wel!' zei Omber triomfantelijk. 'Dus onze kleine
betweetster doet eindelijk haar mond open! Zeg op, meisje, zeg
op!'
'Er - me - lien - nee!' schreeuwde Ron door de prop in zijn
mond.
Ginny staarde naar Hermelien alsof ze haar voor het eerst zag, net
als Marcel, die nog steeds naar lucht hapte, maar er viel Harry
iets op: Hermelien snikte wel wanhopig, maar hij zag nergens een
traan.
'Het - het spijt me,' zei Hermelien. 'Maar - ik kan er niet meer
tegen -'
'Goed zo, meisje, goed zo!' zei Omber, die Hermelien bij haar
schouders pakte, haar in de gebloemde fauteuil neerdrukte en zich
over haar heen boog. 'Zeg op... met wie probeerde Potter in contact
te komen?'
'Nou,' snikte Hermelien met haar handen voor haar gezicht, 'nou,
hij probeerde professor Perkamentus te spreken.'
Ron verstijfde en keek haar met grote ogen aan; Ginny staakte haar
pogingen om op de tenen van haar gevangennemer te gaan staan en
zelfs Loena keek een beetje verbaasd. Gelukkig was de aandacht van
Omber en haar handlangers helemaal op Hermelien gericht en zagen ze
deze verdachte tekenen niet.
'Perkamentus?' zei Omber. 'Dus je weet waar Perkamentus is?'
'Nee... dat niet!' snikte Hermelien. 'We hebben de Lekke Ketel aan
de Wegisweg geprobeerd, de Drie Bezemstelen en zelfs de Zwijnskop
-'
'Stom kind! Denk je dat Perkamentus rustig in de kroeg zit terwijl
het hele Ministerie naar hem op zoek is!' riep Omber. De
teleurstelling droop van haar gezicht.
'Maar - we moeten hem iets belangrijks vertellen!' jammerde
Hermelien. Ze drukte haar handen nog steviger tegen haar gezicht;
Harry wist nu dat dat niet uit verdriet was, maar om haar gebrek
aan tranen te verbergen.
'O ja?' zei Omber, die weer opleefde. 'Wat dan?'
'We... we wilden zeggen dat het k-klaar is!' zei Hermelien
gesmoord.
'Wat is klaar?' vroeg Omber. Ze greep Hermelien weer bij haar
schouders en schudde haar door elkaar. 'Wat is klaar?'
'Het... het wapen,' zei Hermelien.
'Wapen? Wapen?' Ombers ogen puilden uit. 'Hebben jullie stiekem een
wapen ontwikkeld? Om je mee te verzetten tegen het Ministerie?
Op bevel van Perkamentus, neem ik aan?'
'J-j-ja,' snikte Hermelien. 'Maar hij moest weg voor het klaar was
en n-nu hebben wij het voltooid en k-kunnen we niet tegen hem
zeggen dat het k-klaar is!'
'Wat voor wapen is het?' zei Omber ruw. Haar stompe vingers boorden
zich in Hermeliens schouders.
'Dat b-begrijpen we niet echt,' zei Hermelien snotterend. 'We
h-hebben gewoon de instructies van p-professor P-Perkamentus
opgevolgd.'
Omber kwam opgetogen overeind.
'Breng me naar dat wapen,' zei ze.
'Ik laat het niet aan hen zien,' zei Hermelien schril. Ze keek door
haar vingers naar de Zwadderaars.
'Dat bepaal jij niet!' zei Omber streng.
'Nou, goed,' zei Hermelien. Ze begon weer te snikken, met haar
handen voor haar gezicht. 'Mij best... laten ze het maar zien! Ik
hoop dat ze het tegen u gebruiken! Van mij mogen er nog veel meer
mensen komen kijken! Het z-zou uw verdiende loon zijn - ik zou het
p-prachtig vinden als de hele school wist waar het was en hoe ze
het moesten g-gebruiken. Als u dan weer iemand dwarszit, weten ze
hoe ze u te g-grazen moeten nemen!'
Die woorden maakten duidelijk indruk op Omber; ze keek
achterdochtig naar de leden van het Inquisitiekorps. Haar bolle
ogen bleven even op Malfidus rusten, die zijn verwachtingsvolle
uitdrukking net niet op tijd wist te verbergen.
Omber keek weer even naar Hermelien en zei toen, op een toon die ze
blijkbaar voor moederlijk hield:
'Nou, goed. Alleen jij en ik... en Potter, lijkt me. Sta op.'
'Professor Omber,' zei Malfidus, 'het lijkt me beter dat er een
paar leden van het Korps meegaan, voor het geval -'
'Ik ben een hooggekwalificeerde functionaris van het Ministerie,
Malfidus. Denk je echt dat ik twee tieners zonder toverstok niet
aankan?' zei Omber. 'En bovendien lijkt dat wapen me niet iets voor
schoolkinderen.
Jullie blijven hier en zorgen dat dit stel -' ze gebaarde naar Ron,
Ginny, Marcel en Loena '- niet ontsnapt.'
'Goed,' zei Malfidus nors en teleurgesteld.
'Jullie gaan voorop,' zei Omber, die haar toverstok op Harry en
Hermelien richtte. 'Vooruit.'