Hoofdstuk 17

ONDERWIJSDECREET NUMMER 24

Harry was het hele schooljaar nog niet zo gelukkig geweest als de rest van dat weekend. Hij en Ron besteedden het grootste deel van de zondag aan het inhalen van hun huiswerkachterstand. Dat kon je niet echt een pretje noemen, maar het herfstzonnetje bleef schijnen en in plaats van in de leerlingenkamer over tafel gebogen te zitten, namen ze hun boeken mee naar buiten en strekten ze zich uit aan de rand van het meer, in de schaduw van een grote beuk. Hermelien, die haar werk uiteraard allang af had, nam een paar bollen wol mee en behekste haar breinaalden, die naast haar klikten en flitsten en een stroom van mutsen en sjaals produceerden.
Harry voelde een geweldige voldoening bij de gedachte dat ze zich verzetten tegen Omber en het Ministerie en dat hij daarin een sleutelrol speelde. Hij moest steeds aan de bijeenkomst van zaterdag denken: de leerlingen die wilden dat hij hen Verweer tegen de Zwarte Kunsten zou leren... hun gezichten toen ze hoorden wat hij allemaal had gedaan... en Cho die hem had geprezen om zijn prestaties in het Toverschool Toernooi... Het feit dat die mensen niet dachten dat hij een geschifte leugenaar was maar hem juist bewonderden, gaf hem zo'n oppepper dat hij maandagochtend nog steeds vrolijk was, ondanks het feit dat die dag zijn minst favoriete vakken op het programma stonden.
Ron en hij liepen vanuit hun slaapzaal de trap af en praatten over Angeliques plan om 's avonds tijdens de training aan een nieuwe manoeuvre te werken, de Luiaardligging. Pas halverwege de zonnige leerlingenkamer zagen ze dat er iets op het prikbord hing, dat al de nodige aandacht had getrokken.
Op het bord was een groot vel perkament bevestigd: zo groot dat het alle andere mededelingen bedekte - tweedehands spreukenboeken die te koop werden aangeboden, de lijsten met verbodsbepalingen die Argus Vilder steeds weer ophing, het trainingsschema van het Zwerkbalteam, aanbiedingen om bepaalde Chocokikkerplaatjes te ruilen, de nieuwste advertentie waarin de Wemels om proefpersonen vroegen, de weekenden waarop ze naar Zweinsveld mochten en de lijstjes van gevonden voorwerpen. Het nieuwe document was gedrukt in grote zwarte letters, met onderaan een heel officieel uitziend zegel en een nette, krullerige handtekening.

UIT NAAM VAN DE HOOG-INQUISITEUR VAN ZWEINSTEIN
Alle organisaties, verenigingen, teams, groepen en clubs van leerlingen zijn bij dezen ontbonden.
Een organisatie, vereniging, team, groep of club wordt gedefinieerd als zijnde drie of meer leerlingen die regelmatig bijeenkomen.
Permissie om nieuwe organisaties, verenigingen, teams en dergelijke op te richten, kan worden aangevraagd bij de Hoog-Inquisiteur (professor Omber).
Geen enkele organisatie, vereniging, team, groep of club mag bestaan zonder medeweten en goedkeuring van de Hoog-Inquisiteur.
Iedere leerling die een ongeoorloofde organisatie, vereniging, team, groep of club opricht of zich daarbij aansluit, zal van school worden verwijderd.
Het bovenstaande is in overeenstemming met Onderwijsdecreet Nummer 24
Was getekend: Dorothea Johanna Omber, Hoog-lnquisiteur.

Harry en Ron lazen het document over de hoofden van een paar ongeruste tweedejaars.
'Wordt de Fluimstenenclub nu opgeheven?' vroeg een van hen aan zijn vriend.
'Met Fluimstenen zit je wel goed,' zei Ron somber en de tweedejaars schrok. 'Maar ik denk niet dat wij zoveel geluk zullen hebben, jij wel?' zei hij tegen Harry terwijl de tweedejaars haastig wegliepen.
Harry las het document nog een keer. Het gelukkige gevoel dat hij sinds zaterdag had gehad was totaal verdwenen. Hij kookte van woede.
'Dit is geen toeval,' zei hij met gebalde vuisten. 'Ze weet ervan.'
'Kan niet,' zei Ron.
'Er zaten mensen te luisteren in de kroeg. En laten we wel wezen: we weten niet wie we kunnen vertrouwen van de lui die kwamen opdagen... iemand kan gemakkelijk naar Omber zijn gestapt...'
'Zacharias Smid!' zei Ron en hij stompte met zijn vuist in zijn hand. 'Of - die Michel Kriek vond ik ook een achterbaks kereltje, jij niet?'
'Zou Hermelien dit al gezien hebben?' zei Harry, die naar de deur van de meisjesslaapzalen keek.
'Laten we het haar gaan vertellen,' zei Ron. Hij holde naar de deur, gooide hem open en rende de wenteltrap op.
Toen hij op de zesde tree was klonk er een luid, loeiend, claxonachtig geluid en versmolten de treden tot een gladde, spiraalvormige stenen glijbaan. Ron probeerde nog even door te rennen, met wild maaiende armen, maar toen viel hij achterover, gleed van de splinternieuwe roetsjbaan af en kwam aan Harry's voeten tot stilstand.
'Eh - volgens mij mogen we niet op de meisjesslaapzaal komen,' zei Harry. Hij hees Ron overeind en deed zijn best om niet te lachen.
Twee vierdejaars meisjes gleden vrolijk van de stenen glijbaan af.
'Ooo, wie probeerde er boven te komen?' gniffelden ze, terwijl ze overeind sprongen en Harry en Ron koket aankeken.
'Ik,' zei Ron, die er nogal verfomfaaid uitzag, 'Ik wist niet dat dit zou gebeuren. Het is niet eerlijk!' zei hij tegen Harry terwijl de meisjes giechelend naar het portretgat liepen. 'Hermelien mag wel op onze slaapzaal komen! Waarom mogen wij dan niet -'
'Nou, het is een ouderwetse regel,' zei Hermelien, die kalm het kleedje onderaan de trap op gleed en opstond. 'Volgens Een Beknopte Geschiedenis van Zweinstein vonden de stichters jongens minder betrouwbaar dan meisjes. Maar waarom probeerden jullie boven te komen?'
'Om jou te halen - moet je dit zien!' zei Ron, die haar meetrok naar het prikbord.
Hermeliens blik gleed over het perkament en haar gezicht verstarde.
'Iemand heeft ons verlinkt!' zei Ron boos.
'Dat kan niet,' zei Hermelien zacht.
'Je bent zo naïef!' zei Ron. 'Omdat jij nou toevallig betrouwbaar en eerlijk bent, denk je dat iedereen -'
'Nee, ik bedoel dat niemand dat gedaan kan hebben omdat ik een vloek heb uitgesproken over het perkament dat we getekend hebben,' zei Hermelien grimmig. 'Geloof me, als er iemand geklikt heeft tegen Omber, weten we direct wie het was en zal hij daar heel veel spijt van krijgen.'
'Wat gebeurt er dan?' vroeg Ron gretig.
'Nou, laat ik het zo stellen,' zei Hermelien. 'De puisten van Herpine Zoster verbleken daarbij tot een paar grappige sproetjes. Vooruit, laten we gaan ontbijten en kijken wat de rest ervan vindt... zouden ze dit ook op de andere afdelingen gezien hebben?'
Zodra ze de Grote Zaal binnenkwamen, werd duidelijk dat het document van Omber niet alleen in de toren van Griffoendor was opgehangen. Het geroezemoes klonk merkwaardig intens en er was meer drukte in de zaal dan anders, omdat allerlei mensen heen en weer liepen langs de tafels om te bespreken wat ze gelezen hadden. Harry, Ron en Hermelien waren nauwelijks gaan zitten toen Marcel, Daan, Fred, George en Ginny zich bij hen voegden.
'Hebben jullie het gezien?'
'Zou ze het weten?'
'Wat moeten we nu?'
Ze keken allemaal naar Harry. Hij controleerde even of er leraren in de buurt waren.
'We gaan gewoon door natuurlijk,' zei hij zachtjes.
'Ik wist wel dat je dat zou zeggen,' zei George breed grijnzend en hij gaf Harry een klap op zijn schouder.
'Onze klassenoudsten ook?' zei Fred, die Ron en Hermelien vragend aankeek.
'Uiteraard,' zei Hermelien koeltjes.
'Daar heb je Ernst en Hannah,' zei Ron, die over zijn schouder keek.
'Plus die lui van Ravenklauw en Smid... niemand zit onder de puisten.'
Hermelien schrok. 'Die puisten doen er niet toe! Ze mogen hier niet naartoe komen! Stelletje stomkoppen! Dat is vreselijk verdacht - ga zitten!' zei ze geluidloos tegen Ernst en Hannah en ze wuifde hen terug naar de tafel van Huffelpuf. 'Later! We - bespreken - het - later.'
'Ik zeg het wel tegen Michel,' zei Ginny ongeduldig en ze sprong op.
'Stomme idioot...'
Ze liep haastig naar de tafel van Ravenklauw en Harry keek haar na. Cho zat niet ver van hem vandaan en praatte met het meisje dat ook in de Zwijnskop was geweest. Zou ze zo schrikken van Ombers aankondiging dat ze hem niet meer zou durven ontmoeten?
Maar pas toen ze de Grote Zaal verlieten en op weg wilden gaan naar Geschiedenis van de Toverkunst, bleek wat voor gevolgen Ombers document werkelijk had.
'Harry! Ron!'
Angelique kwam aanhollen. Ze maakte een radeloze indruk. 'Maak je niet druk,' zei Harry zacht tegen haar. 'We gaan gewoon door met -'
'Beseffen jullie wel dat dit ook voor Zwerkbal geldt?' viel Angelique hem in de rede. 'We moeten toestemming vragen om door te mogen gaan met het team van Griffoendor!'
'Wat?' zei Harry.
'Dat meen je niet!' zei Ron ontzet.
'Je hebt het toch zelf gelezen? Teams worden uitdrukkelijk genoemd! Luister, Harry... ik vraag het je nog één keer... hou je alsjeblieft, alsjeblieft in als Omber erbij is, anders mogen we misschien helemaal niet meer spelen!'
'Goed, goed,' zei Harry, want Angelique stond op het punt om in tranen uit te barsten. 'Maak je geen zorgen, ik zal me gedragen...'
'Ik wil wedden dat Omber bij Geschiedenis van de Toverkunst is,' zei Ron boos. 'Ze heeft Kist nog niet geïnspecteerd... ik weet zeker dat ze er is...'
Maar hij vergiste zich; de enige leraar in het lokaal was professor Kist zelf. Hij zweefde zoals gewoonlijk een paar centimeter boven zijn stoel en maakte aanstalten om zijn geneuzel over de reuzenoorlogen voort te zetten. Harry deed deze keer niet eens meer een poging om te luisteren; hij tekende poppetjes op zijn perkament en negeerde de vele porren en boze blikken van Hermelien, tot ze hem echt pijnlijk in zijn ribben stootte en hij boos opkeek.
'Wat?'
Ze wees op het raam en Harry zag Hedwig op het smalle kozijn zitten. Ze staarde hem aan door het dikke glas en had een brief aan haar poot. Harry snapte het niet; ze kwamen net van het ontbijt. Waarom had ze haar brief toen niet bezorgd, zoals ze altijd deed? Veel van zijn klasgenoten keken ook naar Hedwig.
'Ik heb haar toch altijd zo'n prachtige uil gevonden. Ze is echt beeldschoon,' verzuchtte Belinda tegen Parvati.
Harry keek even naar professor Kist, maar die bleef zijn aantekeningen voorlezen, zich er totaal niet van bewust dat de leerlingen nog minder aandacht voor hem hadden dan gewoonlijk. Harry liet zich stilletjes van zijn stoel glijden en liep gebukt langs de tafeltjes naar het raam. Hij schoof de knip weg en maakte het raam heel langzaam open.
Hij had verwacht dat Hedwig haar poot zou uitsteken zodat hij de brief kon losmaken en dat ze daarna naar de Uilenvleugel zou vliegen, maar zodra het raam ver genoeg open was, hipte ze droefgeestig krassend naar binnen. Harry deed het raam dicht, keek ongerust naar professor Kist, bukte zich weer en liep zo snel mogelijk terug naar zijn plaats, met Hedwig op zijn schouder. Hij ging zitten, zette Hedwig op zijn schoot en wilde de brief losmaken.
Pas toen besefte hij dat Hedwigs veren merkwaardig verfomfaaid waren; sommige waren verbogen en ze hield een van haar vleugels in een vreemde hoek.
'Ze is gewond!' fluisterde Harry. Hij keek nog wat beteren Hermelien en Ron bogen zich naar hem toe; Hermelien legde zelfs haar veer neer.
'Kijk - ze heeft iets aan haar vleugel -'
Hedwig trilde; toen Harry voorzichtig haar vleugel aanraakte maakte ze een sprongetje, zette haar veren op en staarde hem verwijtend aan.
'Professor Kist,' zei Harry luid en iedereen keek naar hem. 'Ik voel me niet goed.'
Professor Kist legde zijn aantekeningen neer. Zoals gewoonlijk leek hij stomverbaasd dat hij zich in een lokaal vol mensen bevond.
'Niet goed?' herhaalde hij wazig.
'Helemaal niet goed,' zei Harry gedecideerd. Hij stond op, met Hedwig achter zijn rug. 'Ik denk dat ik beter even naar de ziekenzaal kan gaan.'
‘Ja,' zei professor Kist, die duidelijk op het verkeerde been gezet was. 'Ja... ja... de ziekenzaal... nou, ga dan maar, Peeters...'
Buiten het lokaal zette Harry Hedwig weer op zijn schouder en liep haastig door de gang. Pas toen professor Kist hem niet meer door de deur kon zien, bleef hij staan. Hagrid zou natuurlijk zijn eerste keuze zijn geweest om Hedwig te behandelen, maar omdat hij geen idee had waar Hagrid uithing, kon hij alleen maar hopen dat professor Varicosus hem zou willen helpen.
Hij keek uit het raam. Het was winderig en bewolkten er was niemand te zien bij Hagrids huisje; als Varicosus geen les gaf, was ze waarschijnlijk in de leraarskamer. Hij liep de trap af; Hedwig kraste zwakjes en zwaaide heen en weer op zijn schouder.
Twee stenen waterspuwers flankeerden de deur van de leraarskamer. Toen Harry aan kwam lopen kraste de een: 'Heb je geen les, jochie?'
'Dit is dringend,' zei Harry kortaf.
'Oooo, dringend! Je meent het?' zei de andere spuwer met een hoge stem. 'Nou, dan past ons slechts een nederig stilzwijgen, nietwaar?'
Harry klopte. Hij hoorde voetstappen, de deur ging open en hij stond oog in oog met professor Anderling.
'Je bent toch niet wéér weggestuurd?' zei ze meteen en haar vierkante brillenglazen fonkelden dreigend.
'Nee, professor!' zei Harry haastig.
'Wat doe je dan hier?'
'Blijkbaar is het dringend,' zei de tweede spuwer hatelijk.
'Ik zoek professor Varicosus,' legde Harry uit. 'Mijn uil is gewond.'
'Een gewonde uil, zei je?'
Professor Varicosus verscheen naast professor Anderling; ze rookte een pijp en had de Ochtendprofeet in haar hand.
'Ja,' zei Harry, en hij tilde Hedwig voorzichtig van zijn schouder. 'Ze kwam later dan de andere postuilen en er is iets raars met haar vleugel, kijk maar -'
Professor Varicosus stak haar pijp stevig tussen haar tanden en nam Hedwig over. Professor Anderling keek toe.
'Hmm,' zei professor Varicosus. Haar pijp bewoog een beetje terwijl ze praatte. 'Zo te zien is ze door iets aangevallen. Ik zou alleen niet weten wat. Terzielers proberen natuurlijk af en toe een vogel te pakken, maar Hagrid heeft de Terzielers van Zweinstein geleerd om uilen met rust te laten.'
Harry wist niet wat Terzielers waren en het kon hem ook niets schelen; hij wilde alleen horen dat het weer goed zou komen met Hedwig. Professor Anderling keek Harry echter doordringend aan en zei: 'Weet je hoe ver deze uil gereisd heeft, Potter?'
'Eh,' zei Harry. 'Ze komt uit Londen, geloof ik.'
Hun blikken kruisten elkaar en aan de manier waarop Anderling haar wenkbrauwen fronste, zag hij dat ze begreep dat hij daarmee Grimboudplein 12 bedoelde. Professor Varicosus haalde een monocle uit de binnenzak van haar gewaad, klemde die in haar oog en bestudeerde Hedwigs vleugel. 'Ik denk dat ik dit wel kan genezen als je haar bij me achterlaat, Potter,' zei ze. 'Ze mag toch een paar dagen geen grote afstanden vliegen.'
'Eh - goed - bedankt,' zei Harry op het moment dat de bel ging.
'Geen probleem,' zei professor Varicosus kortaf en ze wilde zich omdraaien.
'Wacht even, Wilhelmina!' zei professor Anderling. 'De brief van Potter!'
'O ja!' zei Harry, die het rolletje perkament aan Hedwigs poot helemaal vergeten was. Professor Varicosus gaf het aan Harry en ging de leraarskamer weer binnen, samen met Hedwig, die Harry aanstaarde alsof ze niet kon geloven dat hij haar zomaar weggaf. Harry, die zich enigszins schuldig voelde, wilde ook gaan, maar professor Anderling riep hem terug.
'Potter!'
'Ja, professor?'
Ze keek even naar links en rechts; uit beide richtingen kwamen er leerlingen aan.
'Denk eraan,' zei ze vlug en zachtjes, met een blik op het rolletje perkament in zijn hand, 'dat de communicatiekanalen van en naar Zweinstein mogelijk in de gaten worden gehouden.'
'Ik -' zei Harry, maar de massa leerlingen die kwam aanstromen door de gang had hen bijna bereikt. Professor Anderling knikte kort en ging de leraarskamer binnen en Harry werd door de menigte meegevoerd naar de binnenplaats. Hij zag Ron en Hermelien in een beschut hoekje staan met de kragen van hun mantels opgezet tegen de wind. Harry liep haastig naar hen toe en maakte ondertussen het rolletje perkament open. Er stonden vijf woorden op, in het handschrift van Sirius: Vandaag, zelfde plaats, zelfde tijd.
'Is alles goed met Hedwig?' vroeg Hermelien bezorgd zodra Harry binnen gehoorsafstand was.
'Wat heb je met haar gedaan?' vroeg Ron. 'Naar Varicosus gebracht,' zei Harry. 'En ik heb Anderling ook even gesproken... moet je horen...'
Hij vertelde wat professor Anderling had gezegd. Tot zijn verbazing waren ze geen van beiden geschokt. Integendeel, ze keken elkaar veelbetekenend aan.
'Wat?' zei Harry, die van Ron naar Hermelien keek.
'Nou, ik zei net tegen Ron... stel dat iemand geprobeerd heeft om Hedwig te onderscheppen? Ik bedoel, ze is toch nog nooit eerder gewond geraakt tijdens een vlucht?'
'Van wie was die brief trouwens?' vroeg Ron, die het rolletje perkament pakte.
'Van Snuffel,' zei Harry zacht.
'"Zelfde plaats, zelfde tijd"? Bedoelt hij het haardvuur in de leerlingenkamer?'
'Dat lijkt me nogal duidelijk,' zei Hermelien, die het briefje ook las. Ze leek slecht op haar gemak. 'Ik hoop maar dat niemand anders dit heeft gelezen...'
'Het was nog verzegeld en zo,' zei Harry, die niet alleen probeerde om Hermelien gerust te stellen, maar ook zichzelf. 'En niemand zou begrijpen wat ermee bedoeld werd als ze niet wisten waar wij hem eerder hadden gesproken. Toch?'
'Ik weet het niet,' zei Hermelien ongerust. Ze hees haar tas over haar schouder toen de bel weer ging. 'Het is niet moeilijk om zo'n briefje met behulp van toverkracht opnieuw te verzegelen... en als het Haardrooster in de gaten wordt gehouden... maar ik zou niet weten hoe we hem kunnen waarschuwen dat hij beter niet kan komen zonder het risico te lopen dat ook dat bericht onderschept wordt!'
In gedachten verzonken sjokten ze de stenen trap af, op weg naar Toverdranken, maar onder aan de trap schrokken ze op uit hun overpeinzingen. Draco Malfidus zwaaide voor de kerker van Sneep met een officieel uitziend perkament en praatte veel harder dan nodig was, zodat ze ieder woord konden verstaan.
'Ja, Omber gaf het Zwerkbalteam van Zwadderich direct toestemming om te blijven spelen. Ik heb het haar vanochtend meteen gevraagd en het was min of meer een formaliteit. Ik bedoel, ze kent mijn vader goed, die is kind aan huis op het Ministerie... dat Griffoendor ook mag blijven spelen, lijkt me heel wat minder waarschijnlijk.'
'Ga er niet op in,' fluisterde Hermelien smekend tegen Harry en Ron, die allebei met strakke gezichten en gebalde vuisten naar Malfidus keken. 'Daar is hij juist op uit.'
'Ik bedoel,' zei Malfidus nog iets harder, terwijl hij Harry en Ron met een boosaardige schittering in zijn grijze ogen aankeek, 'als het om invloed op het Ministerie gaat, kunnen ze het wel schudden... te oordelen naar wat mijn vader zegt, zoeken ze al jaren een excuus om Arthur Wemel te kunnen ontslaan en wat Potter betreft... volgens mijn vader duurt het niet lang meer voor het Ministerie hem laat opsluiten in het St. Holisto... blijkbaar hebben ze daar een speciale afdeling voor mensen wier hersens zijn aangetast door toverkracht...'
Malfidus trok een gekke bek, met openhangende mond en rollende ogen. Korzel en Kwast lachten grommend, zoals gewoonlijk, en Patty Park krijste het uit.
Iets botste keihard tegen Harry's schouder en duwde hem opzij. Een fractie van een seconde later besefte hij dat het Marcel was, die recht op Malfidus afstormde.
'Marcel, nee!'
Harry sprong naar voren en greep Marcel bij de achterkant van zijn gewaad; Marcel spartelde verwoed tegen en probeerde zich uit alle macht op Malfidus te storten, die even uiterst geschokt leek.
'Help me!' riep Harry tegen Ron. Hij wist zijn arm om Marcels nek te slaan en sleurde hem weg bij de Zwadderaars. Korzel en Kwast spanden hun spieren terwijl ze voor Malfidus gingen staan, klaar om erop los te rammen. Ron greep Marcel bij zijn arm en sleepte hem samen met Harry terug naar de rij van Griffoendor. Marcels gezicht was vuurrood; door de druk van Harry's arm op zijn keel was hij niet goed te verstaan, maar af en toe sputterde hij een herkenbaar woordje.
'Niet... grappig... mag niet... Holisto... lesje... leren...'
De deur van de kerker ging open en Sneep verscheen. Zijn zwarte ogen gleden langs de rij van Griffoendor en bleven rusten op Harry en Ron, die nog steeds met Marcel worstelden.
'Zijn we aan het vechten, Potter, Wemel, Lubbermans?' zei Sneep met zijn kille, smalende stem. 'Tien punten aftrek voor Griffoendor. Laat Lubbermans los, Potter, of je kunt nablijven. Naar binnen, allemaal.'
Harry liet Marcel los, die hem hijgend en woedend aankeek. 'Ik moest wel,' zei Harry, ook al naar adem happend. 'Korzel en Kwast hadden gehakt van je gemaakt.'
Marcel zei niets; hij griste zijn tas van de grond en ging nijdig de kerker in.
'Wat had dat te betekenen, in Merlijns naam?' zei Ron.
Harry gaf geen antwoord. Hij wist waarom het onderwerp van mensen die in het St. Holisto lagen met een magische hersenbeschadiging zo pijnlijk was voor Marcel, maar hij had Perkamentus beloofd dat hij niemand over Marcels geheim zou vertellen. Zelfs Marcel wist niet dat Harry het wist.
Harry, Ron en Hermelien gingen op hun gebruikelijke plaats achter in de kerker zitten en pakten perkament, ganzenveren en hun exemplaren van Duizend Magische Kruiden en Paddestoelen. De hele klas fluisterde over wat Marcel had gedaan, maar toen Sneep de kerkerdeur galmend dichtsloeg, werd het onmiddellijk stil.
'Jullie zullen merken,' zei Sneep zacht en schamper, 'dat we vandaag bezoek hebben.'
Hij gebaarde naar een schemerige hoek van de kerker en Harry zag professor Omber met haar klembord op haar knie. Hij keek met opgetrokken wenkbrauwen opzij naar Ron en Hermelien. Sneep en Omber, de twee leraren die hij het meeste haatte. Hij wist niet wie hij het liefst het onderspit zag delven.
'We gaan vandaag verder met ons Krachtwater. Jullie brouwsels staan er nog van de vorige les; als ze correct zijn samengesteld, zouden ze in het weekend goed gerijpt moeten zijn. De instructies -' hij zwaaide met zijn toverstok '- staan op het bord. Ga jullie gang.'
Het eerste halfuur van de les maakte professor Omber alleen maar aantekeningen. Harry was heel geïnteresseerd in haar vragen aan Sneep; zo geïnteresseerd dat hij weer slordig werd met zijn toverdrank.
'Salamanderbloed, Harry!' kreunde Hermelien, die voor de derde keer zijn pols greep zodat hij niet het verkeerde ingrediënt zou toevoegen. 'Geen granaatappelsap!'
'Ja, oké,' zei Harry vaag. Hij zette de fles neer, maar bleef naar de hoek van Omber kijken. Ze stond op. 'Ha!' zei Harry zacht, terwijl ze tussen twee rijen tafeltjes door naar Sneep liep, die zich over de ketel van Daan Tomas boog.
'Nou, de leerlingen lijken me vrij ver gevorderd voor hun leeftijd,' zei ze kordaat tegen Sneeps rug. 'Al weet ik niet of het verstandig is om een drank als Krachtwater te behandelen. Ik denk dat het Ministerie graag zou zien dat die van het lesprogramma verwijderd wordt.'
Sneep kwam langzaam overeind, draaide zich om en keek haar aan.
'En... hoe lang geeft u al les op Zweinstein?' vroeg ze met haar veer boven haar klembord.
'Veertien jaar,' antwoordde Sneep. Zijn gezicht was ondoorgrondelijk. Harry, die hem nauwlettend in de gaten hield, gooide een paar druppels in zijn brouwsel; dat siste onheilspellend en veranderde van turkooisblauw in oranje.
'Ik heb begrepen dat u eerst gesolliciteerd hebt naar de functie van leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten?' vroeg Omber.
'Ja,' zei Sneep kalm.
'Maar u bent afgewezen?'
Sneep keek haar schamper aan.
'Dat lijkt me nogal duidelijk.'
Professor Omber schreef op haar klembord.
'En sinds u op Zweinstein werkt, hebt u regelmatig gesolliciteerd naar de functie van leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten?'
'Ja,' zei Sneep zacht en vrijwel zonder zijn lippen te bewegen. Hij was woedend.
'Hebt u enig idee waarom Perkamentus uw sollicitatie steeds heeft afgewezen?' vroeg Omber.
'Dat kunt u beter aan hem vragen,' zei Sneep schokkerig.
'O, dat zal ik zeker doen,' zei Omber met haar suikerzoete glimlach.
'Ik neem aan dat dit ter zake doet?' zei Sneep, met zijn zwarte ogen half dichtgeknepen.
'Jazeker,' zei professor Omber. 'Ja, het Ministerie wil zo veel mogelijk informatie over de - eh - achtergrond van alle leraren.'
Ze draaide zich om, liep naar Patty Park en begon vragen te stellen over de lessen. Sneep keek naar Harry en hun blikken kruisten elkaar, maar toen richtte Harry haastig zijn aandacht op zijn toverdrank, die gestold was tot een smerige massa en sterk naar brandend rubber rook.
'Alweer nul punten, Potter,' zei Sneep boosaardig en hij leegde Harry's ketel met een zwaai van zijn toverstok. 'Je maakt een werkstuk voor me over de juiste samenstelling van deze drank, waarin je aangeeft hoe en waarom je in de fout bent gegaan. Volgende les inleveren. Begrepen?'
'Ja,' zei Harry woedend. Sneep had hun al huiswerk opgegeven en 's avonds was er Zwerkbaltraining; dit betekende weer slapeloze nachten. Het leek opeens ondenkbaar dat hij zich die ochtend zo vrolijk had gevoeld toen hij wakker werd. Hij verlangde nu alleen nog naar het einde van deze dag.
'Misschien spijbel ik wel bij Waarzeggerij,' zei hij somber toen ze na het middageten op de binnenplaats stonden en de wind aan de zomen van gewaden en de randen van hoeden plukte, 'Ik zeg dat ik ziek ben, dan kan ik dat werkstuk voor Sneep schrijven en hoef ik niet de halve nacht op te blijven.'
‘Je kunt niet spijbelen bij Waarzeggerij,' zei Hermelien streng.
'Moet je horen wie dat zegt! Jij bent destijds gewoon weggelopen bij Waarzeggerij, je haat Zwamdrift!' zei Ron verontwaardigd.
'Ik haat haar niet,' zei Hermelien verheven, 'Ik vind haar alleen een oude charlatan en een vreselijk slechte lerares. Maar Harry heeft Geschiedenis van de Toverkunst al gemist en ik vind niet dat hij vandaag nog meer lessen moet overslaan!'
Daar zat zoveel waars in dat Harry een halfuur later een plaatsje zocht in het warme, weeïg zoet ruikende Waarzeggerijlokaal. Hij was boos op alles en iedereen. Professor Zwamdrift deelde exemplaren uit van Het Droomorakel. Harry vond dat het veel nuttiger zou zijn om Sneeps strafwerk te maken dan te proberen een soort logica te ontdekken in een hoop verzonnen dromen.
Blijkbaar was hij niet de enige die in een slecht humeur was. Professor Zwamdrift gooide een Droomorakel met een klap op het tafeltje van Harry en Ron en liep met nors getuite lippen verder; het volgende Orakel smeet ze naar Daan en Simon, waarbij ze bijna Simons hoofd raakte, en het laatste duwde ze met zo'n kracht tegen Marcels borst dat hij van zijn poef gleed.
'Nou, ga je gang!' zei professor Zwamdrift luid. Haar stem was hoog en lichtelijk hysterisch. 'Jullie weten wat je moet doen! Of ben ik zo'n bedroevend slechte lerares dat jullie niet eens weten hoe je een boek moet openslaan?'
De leerlingen staarden eerst verbluft naar Zwamdrift en toen naar elkaar. Harry dacht dat hij wist wat er aan de hand was. Terwijl professor Zwamdrift nijdig terugliep naar haar hoge stoel, met haar uitvergrote ogen vol tranen, boog hij zich naar Ron en mompelde: 'Volgens mij heeft ze de uitslag van haar inspectie binnen.'
'Professor?' zei Parvati Patil zacht en geschrokken (Belinda en zij hadden professor Zwamdrift altijd nogal bewonderd). 'Professor, is er iets eh - mis?'
'Mis!' riep professor Zwamdrift met een stem die overliep van emotie. 'Nee, natuurlijk niet! Ik ben beledigd, zeker... er zijn insinuaties gedaan... ongegronde beschuldigingen uitgesproken... maar er is niets mis, welnee!'
Ze haalde diep en trillend adem en wendde haar blik af. Tranen van woede rolden over haar wangen.
'Ik zwijg,' zei ze gesmoord, 'over zestien jaar trouwe dienst... dat is blijkbaar niemand opgevallen... maar ik laat me niet beledigen! Dat weiger ik!'
'Maar professor, wie beledigt u dan?' vroeg Parvati timide.
'De gevestigde orde!' zei professor Zwamdrift met een diepe, dramatisch stokkende stem. 'Ja, degenen wier ogen zo verblind zijn door het aardse dat ze niet kunnen Zien wat ik Zie, niet Weten wat ik Weet... uiteraard zijn wij Zieners altijd gevreesd en vervolgd... dat is helaas ons noodlot.'
Ze slikte moeizaam, droogde haar natte wangen met de punt van haar omslagdoek, haalde een klein, geborduurd zakdoekje uit haar mouw en snoot keihard haar neus, met een geluid alsof Foppe een scheet nadeed. Ron grinnikte en Belinda keek hem walgend aan.
'Professor,' zei Parvati, 'bedoelt u... komt het door professor Omber...'
'Praat me niet van dat mens!' riep professor Zwamdrift, die met rinkelende armbanden en flonkerende brillenglazen overeind sprong. 'Ga verder met jullie werk!'
De rest van de les beende ze tussen de tafeltjes door, terwijl er nog steeds tranen onder haar bril uitlekten, en mompelde ze dreigementen.
"... grote kans dat ik opstap... de vernedering... voorwaardelijk geschorst... we zullen zien... hoe durft ze...'
'Jij en Omber hebben iets gemeen,' zei Harry tegen Hermelien toen ze elkaar weer zagen bij Verweer tegen de Zwarte Kunsten. 'Zij denkt ook dat Zwamdrift een charlatan is... blijkbaar heeft ze proeftijd gekregen.'
Terwijl hij dat zei kwam Omber binnen. Ze had haar zwarte fluwelen strik weer op en keek uiterst zelfvoldaan.
'Goedemiddag, jongens en meisjes.'
'Goedemiddag, professor Omber,' klonk het mat.
'Toverstokken weg, graag.'
Maar niemand verroerde zich; deze keer had geen enkele leerling de moeite genomen om zijn of haar toverstok te pakken.
'Sla pagina 34 van Magische Verdedigingstheorie op en lees het Derde Hoofdstuk: "De Argumenten voor een Niet-Offensieve Reactie op een Magische Aanval". Ik wil -'
'- niemand horen praten,' fluisterden Harry, Ron en Hermelien in koor.
'Géén Zwerkbaltraining,' zei Angelique hol toen Harry, Ron en Hermelien na het avondeten terugkeerden in de leerlingenkamer.
'Maar ik heb me beheerst!' zei Harry ontzet. 'Ik heb niets tegen haar gezegd, Angelique, ik zweer het -'
'Weet ik, weet ik,' zei Angelique neerslachtig. 'Ze zei dat ze tijd nodig had om erover na te denken.'
'Waarover?' zei Ron boos. 'Ze heeft de Zwadderaars wel toestemming gegeven; waarom ons dan niet?'
Maar Harry wist maar al te goed hoe Omber zou genieten van haar dreigement om Griffoendor geen Zwerkbal meer te laten spelen. Hij begreep dat ze dat wapen niet snel uit handen zou geven. 'Nou,' zei Hermelien, 'laten we het van de positieve kant bekijken je hebt nu in elk geval tijd om dat werkstuk voor Sneep te maken!'
'Noem je dat positief?' snauwde Harry en Ron keek Hermelien ongelovig aan. 'Geen Zwerkbaltraining, maar wel extra Toverdranken?'
Harry plofte in een stoel, haalde met tegenzin zijn werkstuk voor Sneep uit zijn tas en ging aan de slag. Hij kon zich heel moeilijk concentreren: hij wist dat Sirius pas veel later in het vuur zou verschijnen, maar toch keek hij onwillekeurig om de paar minuten naar de vlammen. Bovendien was het een ongelooflijke herrie in de leerlingenkamer: Fred en George hadden zo te zien eindelijk een prototype van de Spijbelsmuldoos geperfectioneerd en demonstreerden dat nu om de beurt aan een juichende en joelende menigte.
Eerst nam Fred een hap van de oranje helft van een snoepje, waarna hij met veel misbaar overgaf in een emmer. Vervolgens propte hij de paarse helft van het snoepje in zijn mond en hield hij onmiddellijk op met braken. Leo Jordaan, die assisteerde bij de demonstratie, verwijderde het braaksel regelmatig met behulp van dezelfde Verdwijnspreuk die Sneep ook op Harry's toverdranken had losgelaten.
Door het vrijwel onophoudelijke gekokhals en gejuich en de kreten van Fred en George die bestellingen opnamen van leerlingen, kostte het Harry heel veel moeite om zich te concentreren op het juiste recept voor Krachtwater. Hermelien maakte de zaak er ook niet beter op; het gejoel van de leerlingen en het gekletter waarmee het braaksel in de emmer spatte, werd afgewisseld door haar luide, afkeurende gesnuif, dat Harry bijna nog meer afleidde.
'Zeg dan dat ze moeten ophouden!' zei hij geïrriteerd nadat hij voor de vierde keer de verkeerde hoeveelheid gemalen griffioenklauw had opgeschreven en weer doorgestreept.
'Dat kan ik niet. Technisch gesproken doen ze niets verkeerds,' zei Hermelien verbeten. 'Als ze die smerige dingen zelf willen opeten, hebben ze daar het volste recht toe en ik heb ook nergens een regel kunnen vinden waarin staat dat die andere idioten ze niet mogen kopen, tenzij onomstotelijk is vastgesteld dat ze gevaarlijk zijn en dat is niet zo.'
Hermelien, Harry en Ron keken hoe George met een boog in de emmer kotste, de paarse helft van zijn snoepje inslikte, zich breed grijnzend oprichtte en met opgeheven armen het langdurige applaus in ontvangst nam.
'Weet je, ik snap niet waarom Fred en George maar drie SLIJMBALlen hebben gehaald,' zei Harry, die keek hoe de tweeling samen met Leo goudstukken ophaalden onder de gretige toeschouwers. 'Ze weten echt wat ze doen.'
'Ze doen alleen dingen die er misschien spectaculair uitzien, maar waar niemand iets aan heeft,' zei Hermelien laatdunkend.
'Waar niemand iets aan heeft?' zei Ron ongelovig. 'Hermelien, ze hebben al zo'n zesentwintig Galjoenen verdiend!'
Het duurde een hele tijd voor de massa zich weer verspreid had en daarna deden Fred, George en Leo nog langer over het tellen van hun verdiensten, zodat Harry, Ron en Hermelien de leerlingenkamer pas ver na twaalven voor zich alleen hadden. Ten langen leste deed Fred de deur naar de jongensslaapzalen achter zich dicht, pesterig met zijn geldkist rammelend, zodat Hermelien hem boos aankeek. Harry, die nog bijna niets was opgeschoten met zijn werkstuk voor Sneep, besloot het er voor die avond maar bij te laten. Terwijl hij zijn boeken opborg stootte Ron, die zat te suffen in zijn stoel, een gesmoorde kreet uit, schrok wakker en keek slaapdronken naar het vuur.
'Sirius!' zei hij.
Harry draaide zich bliksemsnel om. Het warrige, donkere hoofd van Sirius bevond zich weer in het vuur.
'Hallo,' zei hij grijnzend.
'Hallo,' zeiden Harry, Ron en Hermelien in koor en ze knielden alledrie op het haardkleedje. Knikkebeen begon luid te spinnen, liep naar het vuur en probeerde ondanks de hitte Sirius kopjes te geven.
'Hoe gaat het?' vroeg Sirius.
'Niet best,' zei Harry, terwijl Hermelien Knikkebeen oppakte, zodat hij zijn snorharen niet zou schroeien. 'Het Ministerie heeft een nieuw decreet aangenomen en nu mogen we zelfs geen Zwerkbal meer spelen -'
'En ook geen geheim Verweer tegen de Zwarte Kunsten-clubje oprichten?' zei Sirius.
Er viel een korte stilte.
'Hoe weet jij dat?' vroeg Harry.
‘Je moet beter oppassen waar je afspreekt,' zei Sirius, die nog breder grijnsde. 'De Zwijnskop! Nou vraag ik je!'
'Nou, het was beter dan de Drie Bezemstelen!' zei Hermelien vergoelijkend. 'Die zit altijd stampvol -'
'En dus hadden ze jullie door het lawaai veel minder makkelijk kunnen afluisteren,' zei Sirius. 'Je moet nog veel leren, Hermelien.'
'Wie heeft ons gehoord?' vroeg Harry.
'Levenius,' zei Sirius, en toen ze hem verbaasd aankeken lachte hij.
'Hij was de heks met de sluier.'
'Was dat Levenius?' zei Harry verbijsterd. 'Wat deed hij in de Zwijnskop?'
'Wat dacht je?' zei Sirius ongeduldig. 'Jou in de gaten houden natuurlijk.'
'Word ik nog steeds gevolgd?' zei Harry boos.
Klopt,' zei Sirius. 'En dat is maar goed ook, als je in je eerste vrije weekend meteen al een illegale verdedigingsgroep opricht.'
Maar hij leek niet boos en ook niet bezorgd. Integendeel, hij keek Harry juist uitgesproken trots aan.
'Waarom zei Lor niet wie hij was?' vroeg Ron teleurgesteld. 'We hadden het leuk gevonden om hem te zien.'
'Hij mag al twintig jaar niet meer in de Zwijnskop komen,' zei Sirius, 'en die barman vergeet nooit iets. We zijn Dollemans reserve onzichtbaarheidsmantel kwijtgeraakt toen Severijn gearresteerd werd, vandaar dat Lor zich de laatste tijd veel als heks vermomt... maar goed... om te beginnen, Ron, heb ik plechtig beloofd dat ik een boodschap van je moeder zou doorgeven.'
'O ja?' zei Ron een beetje beducht.
'Ze zegt dat je onder geen enkel beding aan een illegale Verweer tegen de Zwarte Kunsten-groep mag deelnemen. Ze zegt dat je dan vast en zeker van school wordt gestuurd en dat je toekomst naar de knoppen is. Ze zegt dat je later nog voldoende tijd hebt om je te leren verdedigen en dat je te jong bent om je daar nu al druk over te maken. Ze raadt Harry en Hermelien' (Sirius keek naar hen) 'aan om niet verder te gaan met de groep, al beseft ze dat ze in feite niets over jullie te zeggen heeft. Ze vraagt jullie alleen om eraan te denken dat ze het beste met jullie voorheeft. Ze had dat eigenlijk allemaal willen schrijven, maar als haar uil onderschept was, zouden jullie pas echt in de problemen hebben gezeten en ze kan zelf niet komen omdat ze vanavond dienst heeft.'
'Wat voor dienst?' vroeg Ron.
'Gaat je niks aan. Iets voor de Orde,' zei Sirius. 'Daarom moest ik de boodschap doorgeven. Laat haar alsjeblieft weten dat ik dat gedaan heb, want volgens mij vertrouwt ze me niet helemaal.'
Er viel weer een stilte, waarin Knikkebeen miauwend zijn poot uitstak naar het hoofd van Sirius en Ron aan een gat in het haardkleedje pulkte.
'Dus ik mag van jou niet meedoen aan onze Verweer tegen de Zwarte Kunsten-groep?' mompelde hij tenslotte.
'Van mij? Welnee!' zei Sirius verbaasd. 'Ik vind het juist een prima idee!'
'Echt?' zei Harry, die zich opeens een stuk opgewekter voelde.
'Ja, natuurlijk!' zei Sirius. 'Denk je soms dat je vader en ik ons braaf zouden hebben neergelegd bij wat zo'n ouwe toverkol als Omber zegt?'
'Maar - vorig schooljaar zei je steeds dat ik voorzichtig moest zijn en vooral geen risico's moest nemen -'
'Vorig schooljaar wees alles erop dat iemand binnen Zweinstein je probeerde te vermoorden, Harry!, 'zei Sirius ongeduldig. 'Dit jaar weten we dat iemand van buiten Zweinstein ons allemaal wil vermoorden. Dan lijkt het me dus een uitstekend idee dat jullie je behoorlijk leren verdedigen!'
'En als we van school worden gestuurd?' vroeg Hermelien.
'Hermelien, het was jouw idee!' zei Harry.
'Weet ik. Ik wilde gewoon weten wat Sirius ervan vindt,' zei ze schouderophalend.
'Nou, je kunt beter van school gestuurd worden maar je wel kunnen verdedigen, dan veilig op school zitten en er geen bal verstand van hebben.'
'Zo is het maar net!' zeiden Harry en Ron enthousiast.
'Hoe willen jullie de groep gaan organiseren?' zei Sirius. 'Waar komen jullie bij elkaar?'
'Nou, dat is nog een probleem,' zei Harry. 'We hebben nog niets kunnen vinden.'
'Wat dacht je van het Krijsende Krot?' suggereerde Sirius.
'Hé, dat is een idee!' zei Ron opgewonden, maar Hermelien maakte een sceptisch geluid. De anderen keken haar aan en het hoofd van Sirius draaide in de vlammen. 'Toen jij nog op school zat, Sirius, kwamen jullie met z'n vieren bij elkaar in het Krijsende Krot,' zei Hermelien. 'Jullie konden je allemaal in dieren veranderen en hadden je waarschijnlijk onder één onzichtbaarheidsmantel kunnen verbergen als dat nodig was geweest. Maar wij zijn met achtentwintig man en er zijn geen Faunaten bij. Dan zouden we eerder een onzichtbaarheidstent nodig hebben dan een onzichtbaarheidsmantel...'
'Daar zit wat in,' zei Sirius een beetje beteuterd. 'Nou, jullie vinden vast wel iets. Er was vroeger een behoorlijk ruime geheime gang achter de grote spiegel op de vierde verdieping. Misschien is die groot genoeg om vervloekingen te kunnen oefenen.'
'Volgens Fred en George is die nu afgesloten,' zei Harry hoofdschuddend. 'Ingestort of zo.'
'O...' zei Sirius fronsend. 'Nou, ik zal erover nadenken en dan neem ik wel -'
Hij zweeg abrupt. Zijn gezicht was plotseling gespannen en geschrokken. Hij draaide zich halfom en keek naar de massieve bakstenen zijwand van de haard.
'Sirius?' zei Harry ongerust.
Maar hij was verdwenen. Harry staarde even met open mond naar de vlammen en keek toen naar Ron en Hermelien.
'Waarom -'
Hermelien snakte vol ontzetting naar adem. Ze sprong overeind en keek naar het vuur. Er was tussen de vlammen een hand verschenen, die rondtastte alsof hij iets wilde grijpen: een mollige hand met stompe vingers, vol lelijke, ouderwetse ringen.
Ze zetten het alledrie op een lopen. Bij de deur naar de jongensslaapzalen keek Harry achterom. Ombers hand maakte nog steeds graaiende bewegingen tussen de vlammen, alsof ze precies wist waar het haar van Sirius zich zojuist had bevonden en ze vastbesloten was het te grijpen.