Hoofdstuk 12
PROFESSOR OMBER
Simon kleedde zich de
volgende ochtend bliksemsnel aan en had de slaapzaal al verlaten
voordat Harry zijn sokken zelfs maar aan had.
'Hij denkt zeker dat hij ook gek wordt als hij te lang met mij op
één kamer is,' zei Harry luid, toen de wapperende zoom van Simons
gewaad uit het zicht verdween. 'Maak je geen zorgen, Harry,'
mompelde Daan, die zijn schooltas over zijn schouder hees. 'Hij is
gewoon...'
Maar blijkbaar kon hij niet precies zeggen wat Simon was en na een
opgelaten stilte ging ook hij naar buiten.
Marcel en Ron wierpen Harry een
het-is-zijn-probleem-en-niet-het-jouwe-blik toe, maar dat stelde
Harry niet gerust. Hoe vaak zou hij dat soort dingen nog moeten
slikken?
Hermelien haalde Harry en Ron vijf minuten later halverwege de
leerlingenkamer in, toen ze op weg waren naar het ontbijt. 'Wat is
er?' vroeg ze. 'Jullie zien er - o, allemachtig!'
Ze staarde naar het prikbord in de leerlingenkamer, waar een groot
nieuw affiche was opgehangen.
GALJOENEN
VOOR HET GRIJPEN!
Geef je ook meer zakgeld uit dan je ontvangt?
Wil je een paar handjes goudstukken bijverdienen?
Neem contact op met Fred en George Wemel, in de leerlingenkamer van
Griffoendor, voor eenvoudig, vrijwel pijnloos, parttime werk.
(Helaas zijn de risico's geheel voor rekening van de
sollicitant.)
'Dit gaat echt te
ver!' zei Hermelien grimmig en ze haalde de affiche weg. Fred en
George hadden hem over een poster heen gehangen waarop werd
aangekondigd dat het eerste weekend in Zweinsveld in oktober zou
plaatsvinden. 'We moeten met ze praten, Ron.'
Ron schrok.
'Waarom?'
'Omdat we klassenoudsten zijn!' zei Hermelien, terwijl ze door het
portretgat klommen. 'Het is onze taak om dit soort uitwassen te
bestrijden!'
Ron zei niets, maar Harry zag aan zijn sombere gezicht dat hij zich
er niet op verheugde om tegen Fred en George te zeggen dat ze niet
mochten doen waar ze zin in hadden.
'En wat is er trouwens met jou, Harry?' vervolgde Hermelien toen ze
een trap afliepen waar een hele rij portretten van heksen en
tovenaars hing, die hen geen van allen een blik waardig keurden
omdat ze het te druk hadden met hun eigen gesprekken. 'Je lijkt
ergens vreselijk kwaad om.'
'Simon denkt dat Harry liegt over Jeweetwel,' zei Ron kort en
bondig toen Harry geen antwoord gaf.
Harry had gedacht dat Hermelien ook boos zou worden, maar ze
zuchtte alleen.
'Ja, dat denkt Belinda ook,' zei ze somber.
'O, dus daar hebben jullie samen gezellig over gekletst? En, vinden
jullie ook dat ik een leugenachtige kwal ben die alleen maar uit is
op aandacht?' vroeg Harry.
'Nee,' zei Hermelien kalm. 'Ik zei dat ze haar grote mond moest
houden. En het zou leuk zijn als je niet steeds tegen ons
schreeuwde, Harry, want wij staan aan jouw kant, als je dat nog
niet gemerkt had.'
Er viel een korte stilte.
'Sorry,' zei Harry zacht.
'Geeft niks,' zei Hermelien waardig. Toen schudde ze haar
hoofd.
'Weten jullie niet meer wat Perkamentus vorig jaar tijdens het
afscheidsfeest zei?'
Harry en Ron keken haar niet-begrijpend aan en Hermelien zuchtte
nogmaals.
'Over Jeweetwel. Hij zei: "Zijn gave om onenigheid en vijandschap
te zaaien is heel groot. We kunnen die alleen bestrijden door een
even grote mate van vriendschap en vertrouwen te tonen -'
'Hoe onthoud je dat soort dingen toch allemaal?' zei Ron, die haar
bewonderend aankeek.
'Ik luister, Ron,' zei Hermelien enigszins snibbig.
'Ik ook, maar ik zou niet weten wat -'
'Het gaat erom,' zei Hermelien luid, 'dat dit precies is wat
Perkamentus bedoelde. Jeweetwel is pas twee maanden terug en we
maken nu alweer ruzie. Daar waarschuwde de Sorteerhoed ook al voor:
wees eensgezind, bundel jullie krachten -'
'Wat dat betreft had Harry gisteren gelijk,' antwoordde Ron. 'Als
dat inhoudt dat we goede maatjes moeten worden met Zwadderich -
vergeet het dan maar.'
'Nou, ik vind het zonde dat we niet streven naar meer
eensgezindheid tussen de afdelingen,' zei Hermelien gepikeerd. Ze
waren onder aan de marmeren trap. Een rij vierdejaars van
Ravenklauw stak de hal over; ze zagen Harry en dromden vlug samen,
alsof ze bang waren dat hij achterblijvers zou aanvallen.
'Ja, we moeten echt nodig vriendjes worden met dat soort lui,' zei
Harry sarcastisch.
Ze volgden de Ravenklauwen naar de Grote Zaal en keken instinctief
naar de Oppertafel toen ze binnenkwamen. Professor Varicosus
praatte met professor Sinistra, die Astronomie gaf, en Hagrid
schitterde opnieuw door afwezigheid. Het betoverde plafond
weerspiegelde Harry's stemming en was dof, regenachtig grijs.
'Perkamentus zei niet eens hoe lang die Varicosus blijft,' zei hij
terwijl ze naar de tafel van Griffoendor liepen.
'Misschien...' zei Hermelien bedachtzaam.
'Wat?' vroegen Harry en Ron in koor.
'Nou... misschien wilde hij niet de aandacht vestigen op Hagrids
afwezigheid.'
'Hoe bedoel je, de aandacht vestigen?'zei Ron lachend. 'Dacht hij
dat we het niet zouden merken?'
Voor Hermelien antwoord kon geven, werd Harry benaderd door een
lang zwart meisje met vlechten.
'Hoi, Angelique.'
'Hoi,' zei ze kordaat. 'Leuke vakantie gehad?' Zonder op een
antwoord te wachten vervolgde ze: 'Weet je, ik ben tot aanvoerder
van het Zwerkbalteam gekozen.'
'Goed zo,' zei Harry grijnzend; hij vermoedde dat de peptalks van
Angelique minder langdradig zouden zijn dan die van Olivier Plank,
en dat was al een hele verbetering.
'Ja, maar nu Olivier er niet meer is, hebben we een nieuwe Wachter
nodig. Vrijdagmiddag om vijf uur zijn de proeftrainingen en ik wil
dat de hele ploeg aanwezig is. Dan kunnen we zien welke Wachter het
best in het team past.'
'Oké,' zei Harry.
Angelique glimlachte en vertrok.
'Ik was vergeten dat Plank er niet meer is,' zei Hermelien vaag
terwijl ze naast Ron ging zitten en een schaal toast naar zich toe
trok. 'Dat zal wel een heel verschil maken?'
'Ja, dat denk ik wel,' zei Harry, die tegenover haar ging zitten.
'Hij was een prima Wachter...'
'Maar een beetje nieuw bloed kan nooit kwaad, denk je niet?' zei
Ron.
Met een hoop geruis en gekletter scheerden honderden uilen door de
bovenramen naar binnen. Ze streken overal in de zaal neer om
brieven en pakjes te bezorgen en spatten de leerlingen aan de
ontbijttafel nat met waterdruppels; het was duidelijk dat het goot
van de regen. Hedwig was nergens te bekennen, maar dat verbaasde
Harry niet; de enige die hem ooit schreef was Sirius en hij
betwijfelde of die al iets nieuws te melden zou hebben; ze hadden
tenslotte pas vierentwintig uur geleden afscheid genomen. Hermelien
moest haar sinaasappelsap echter gauw opzij zetten om plaats te
maken voor een grote, natte kerkuil met een doorweekte
Ochtendprofeet in zijn snavel.
'Waarom ben je nog steeds geabonneerd?' vroeg Harry
geïrriteerd.
Hij dacht aan Simon terwijl Hermelien een Knoet in het leren zakje
aan de poot van de uil stopte en het dier weer wegvloog. 'Ik lees
dat ding niet meer... waardeloze rotkrant...'
'Het is altijd beter om te weten wat de vijand zegt,' antwoordde
Hermelien duister. Ze verdween achter de opengeslagen krant en liet
die pas zakken toen Harry en Ron klaar waren met eten.
'Niets,' zei ze. Ze rolde de krant op en legde hem naast haar
bord.
'Niets over jou, Perkamentus of wat dan ook.'
Professor Anderling liep langs de tafels en deelde lesroosters
uit.
'Kijk eens wat we vandaag hebben!' kreunde Ron. 'Geschiedenis van
de Toverkunst, een blokuur Toverdranken, Waarzeggerij en een
blokuur Verweer tegen de Zwarte Kunsten... Kist, Sneep, Zwamdrift
en dat mens van Omber, allemaal op één dag! Ik wou dat Fred en
George een beetje opschoten met die Spijbelsmuldozen...'
'Hoor ik dat goed?' zei Fred, die met George kwam aangelopen en
zich naast Harry op de bank perste. 'Een klassenoudste van
Zweinstein dénkt toch niet aan spijbelen?'
'Moet je dit zien,' zei Ron knorrig en hij duwde zijn lesrooster
onder Freds neus. 'De ergste maandag die ik ooit heb gezien.'
'Daar zit wat in, broertje,' zei Fred terwijl hij het rooster
bekeek. 'Nou, als je wilt, kun je tegen gereduceerde prijs een paar
stukken Neusbloednoga krijgen.'
'Waarom tegen gereduceerde prijs?' vroeg Ron achterdochtig.
'Omdat je blijft bloeden tot je een ons weegt. We hebben nog geen
tegengif,' zei George, die een gerookte bokking pakte.
'Bedankt,' zei Ron somber en hij stopte het rooster in zijn zak,
'maar misschien ga ik dan toch maar naar die lessen.'
'En over Spijbelsmuldozen gesproken,' zei Hermelien met een strenge
blik op Fred en George. 'Jullie mogen op het prikbord van
Griffoendor niet voor proefpersonen adverteren.'
'Wie zegt dat?' vroeg George verbijsterd.
'Ik,' zei Hermelien. 'En Ron.'
'Laat mij erbuiten,' zei Ron haastig.
Hermelien keek hem nijdig aan. Fred en George grinnikten.
'Binnenkort piep je wel anders, Hermelien,' zei Fred, die een dikke
laag boter op een krentenbol smeerde. 'Je begint aan je vijfde
jaar; nog even en je smeekt ons op je blote knietjes om een
Spijbelsmuldoos.'
'En waarom zou ik een Spijbelsmuldoos willen omdat ik aan mijn
vijfde jaar begin?' vroeg Hermelien.
'In je vijfde jaar draait alles om de SLIJMBAL- de Schriftelijke
Loftuiting wegens IJver, Magische Bekwaamheid en Algeheel
Leervermogen,' zei George.
'Ja, en?'
'En dus komen de examens eraan. Je wordt het hele jaar zo ongenadig
afgebeuld, dat je er overspannen van wordt,' zei Fred voldaan.
'In onze klas had zo'n beetje de helft een zenuwinzinking toen ze
voor hun SLIJMBALlen leerden,' zei George vrolijk. 'Huilbuien...
woedeaanvallen... Patricia Samsons viel om de haverklap
flauw...'
'En Ken Tobbers zat onder de steenpuisten, weet je nog?' herinnerde
Fred zich.
'Nee, dat was omdat je Builenpestpoeder in zijn pyjama had gedaan,'
zei George.
'O ja,' zei Fred grijnzend. 'Dat was ik vergeten... soms is het
moeilijk om het allemaal uit elkaar te houden.'
'Hoe het ook zij, het vijfde jaar is een nachtmerrie,' zei George.
'Tenminste, als het resultaat van je examen je iets kan schelen.
Fred en ik hebben ons erdoorheen weten te slaan.'
'Ja... jullie haalden- wat was het ook weer- elk drie SLIJMBALlen,
hé?' zei Ron.
'Klopt,' zei Fred onbezorgd. 'Maar onze toekomst zal
hoogstwaarschijnlijk niet van onze studieresultaten afhangen.'
'We hebben zelfs serieus overwogen om niet aan ons zevende jaar te
beginnen,' zei George opgewekt, 'nu we -'
Hij zweeg abrupt na een waarschuwende blik van Harry, die wist dat
George iets had willen zeggen over het prijzengeld van het
Toverschool Toernooi.
'- nu we onze SLIJMBALlen hebben,' zei George haastig. 'Ik bedoel,
daarna kun je gaan voor de PUIST, de Proeve van Uitzonderlijke
Intelligentie en Superieure Toverkunst, maar hebben we die nodig?
Alleen maakt ma zich waarschijnlijk van kant als we onze school
niet afmaken. Zeker nu Percy zich ontpopt heeft tot het grootste
stuk verdriet ter wereld.' 'Maar we beschouwen ons laatste jaar op
Zweinstein niet als verloren tijd,' zei Fred, die vol genegenheid
door de Grote Zaal keek. 'We gaan een hoop marktonderzoek doen,
zodat we weten wat de gemiddelde leerling van Zweinstein in een
fopshop zoekt en wij, na zorgvuldige evaluatie van de
onderzoeksresultaten, onze producten aan de vraag kunnen
aanpassen.'
'Maar waar halen jullie het goud vandaan om zo'n fopshop te
beginnen?' vroeg Hermelien sceptisch. 'Je hebt ontzettend veel
ingrediënten en materialen nodig - en een winkelpand, neem ik
aan...'
Harry keek niet naar de tweeling. Zijn gezicht voelde warm aan; hij
liet opzettelijk zijn vork vallen en bukte zich om hem op te rapen.
Boven zijn hoofd hoorde hij Fred zeggen: 'Stel nou maar geen
vragen, Hermelien, dan hoor je ook geen uitvluchten. Kom op,
George, als we vroeg zijn kunnen we misschien een paar Hangoren
verkopen voor Kruidenkunde begint.'
Toen Harry weer overeind kwam, liepen Fred en George net weg met
een grote stapel toast in hun hand.
'Wat had dat te betekenen?' zei Hermelien, die van Harry naar Ron
keek. '"Stel geen vragen..." Zouden ze al voldoende goud hebben om
een fopshop te beginnen?'
'Dat heb ik me ook afgevraagd,' zei Ron met gefronst voorhoofd.
'Deze zomer hebben ze een nieuw galagewaad voor me gekocht en ik
snapte niet hoe ze aan de Galjoenen kwamen...'
Harry besloot dat het hoog tijd was voor een minder gevaarlijk
onderwerp. 'Denken jullie ook dat dit een lastig jaar wordt?
Vanwege de examens?' 'Ja, vast,' zei Ron. 'Dat moet haast wel. Ik
bedoel, SLIJMBALlen zijn hartstikke belangrijk als je gaat
solliciteren. Later dit jaar krijgen we ook advies over
beroepskeuze, zei Bill. Zodat we vast kunnen besluiten voor welke
PUISTen we volgend jaar willen leren.'
'Weten jullie al wat je na Zweinstein wilt gaan doen?' vroeg Harry,
toen ze even later op weg gingen naar Geschiedenis van de
Toverkunst.
'Nee, nog niet echt,' zei Ron langzaam. 'Alleen... nou ja...' Hij
keek een beetje schaapachtig.
'Wat?' drong Harry aan.
'Nou, het zou echt vet zijn om Schouwer te worden,' zei Ron
nonchalant.
'Helemaal mee eens,' zei Harry vol overtuiging.
'Maar ja, Schouwers zijn de elite,' zei Ron. 'Dan moet je
ontzettend goed zijn. En jij, Hermelien?'
'Weet ik nog niet,' zei ze. 'Ik zou graag iets nuttigs doen.'
'Een Schouwer doet nuttig werk!' zei Harry.
'Ja, maar er zijn meer nuttige dingen,' zei Hermelien peinzend. 'Ik
bedoel, als ik de S.H.I.T. zou kunnen uitbouwen...'
Harry en Ron keken elkaar opzettelijk niet aan. Iedereen was het
erover eens dat Geschiedenis van de Toverkunst het allersaaiste vak
was dat de magische mensheid ooit bedacht had. Professor Kist, hun
leraar, was een geest met een amechtige, monotone stem waardoor je
gegarandeerd binnen tien minuten in slaap sukkelde, en met warm
weer binnen vijf minuten. Hij varieerde zijn lessen nooit, maar
dreunde aan één stuk door feiten op terwijl zijn leerlingen
aantekeningen maakten, of liever gezegd glazig voor zich uit
staarden. Tot dusver waren Harry en Ron steeds met de hakken over
de sloot geslaagd door vlak voor het examen Hermeliens
aantekeningen over te schrijven; blijkbaar kon zij als enige
weerstand bieden aan het slaapverwekkende stemgeluid van Kist.
Vandaag moesten ze anderhalf uur geneuzel over de reuzenoorlogen
aanhoren. Harry kreeg er de eerste tien minuten net voldoende van
mee om vaag te beseffen dat het onderwerp, als het door een andere
leraar was behandeld, niet oninteressant had kunnen zijn, maar toen
sprong zijn brein op stand-by en speelden hij en Ron de overige
tachtig minuten galgje op een hoek van zijn perkament, terwijl
Hermelien hen vanuit haar ooghoeken vuil aankeek.
'Wat zou er gebeuren,' zei ze kil toen het pauze was en ze het
lokaal verlieten (Kist zweefde weg door het schoolbord), 'als
jullie dit jaar mijn aantekeningen niet mogen lenen?'
'Dan zouden we zakken voor onze SLIJMBAL,' zei Ron. 'Als je dat op
je geweten wilt hebben, Hermelien...'
'Nou, jullie verdienen het,' beet ze hem toe. 'Jullie proberen niet
eens te luisteren!'
'We proberen het wel,' zei Ron. 'We hebben alleen niet jouw hersens
of geheugen of concentratievermogen - je bent gewoon veel slimmer
dan wij - moet ik nog meer slijmen?'
'O, hou toch op,' zei Hermelien, maar ze leek wat milder gestemd
terwijl ze de anderen voorging naar de vochtige binnenplaats.
Er viel een druilerige motregen, zodat de groepjes mensen aan de
rand van de binnenplaats een beetje wazig leken. Harry, Ron en
Hermelien zochten een stil hoekje onder een druipend balkon,
sloegen de kraag van hun gewaad op tegen de kille septemberlucht en
vroegen zich af wat voor opdracht Sneep tijdens zijn eerste les zou
geven. Ze waren het er net over eens dat het waarschijnlijk iets
heel moeilijks zou zijn, om hen te verrassen na twee maanden
vakantie, toen iemand de hoek om kwam en naar hen toeliep.
'Hallo, Harry!'
Het was Cho Chang en ook deze keer was ze alleen. Dat was hoogst
ongebruikelijk: Cho werd vrijwel altijd omringd door giechelende
meisjes. Harry herinnerde zich hoeveel moeite het hem had gekost om
haar heel even alleen te spreken, zodat hij haar mee kon vragen
naar het Kerstbal.
'Hoi,' zei Harry en hij voelde dat hij rood werd. Je zit in elk
geval niet onder het Stinksap, hield hij zichzelf voor en blijkbaar
dacht Cho hetzelfde.
'Dus je hebt dat spul eraf gekregen?'
'Ja,' zei Harry, die probeerde te grijnzen, alsof de gedachte aan
hun laatste ontmoeting grappig was in plaats van gênant. 'En, heb
je een... eh... leuke vakantie gehad?'
Zodra hij dat zei, had hij er spijt van - Carlo was Cho's vriendje
geweest en de gedachte aan zijn dood moest haar vakantie bijna net
zo erg overschaduwd hebben als die van Harry. Even verstrakte haar
gezicht, maar toen zei ze: 'O, gaat wel...'
'Is dat een badge van de Tornado's?' vroeg Ron plotseling en hij
wees op Cho's gewaad, waar een hemelsblauwe badge met een dubbele
gouden 'T' op prijkte. 'Je bent toch geen fan van ze?'
'Jawel,' zei Cho.
'Altijd al, of pas sinds ze de competitie hebben gewonnen?' vroeg
Ron op een toon die Harry overdreven beschuldigend vond.
'Ik ben al vanaf m'n zesde supporter,' zei Cho koel. 'Maar goed...
tot ziens, Harry.'
Ze liep weg. Hermelien wachtte tot Cho halverwege de binnenplaats
was voor ze Ron op zijn donder gaf.
'Wat ben je toch ongelooflijk tactloos!'
'Wat? Ik vroeg alleen of ze -'
'Zag je dan niet dat ze met Harry wilde praten?'
'Nou en? Dat had ze toch kunnen doen? Ik hield haar -'
'En waarom viel je haar aan over die Zwerkbalploeg?'
'Aanvallen? Ik viel haar helemaal niet aan, ik wilde gewoon -'
'Wat maakt het nou uit of ze een fan is van de Tornado's?'
'Kom nou toch! De helft van de lui die je met die badges ziet,
hebben ze pas vorig seizoen gekocht!'
'Maar wat dóét het ertoe?'
'Daar kun je aan zien dat het geen echte fans zijn! Pas nu ze
succes hebben willen ze opeens -'
'De bel ging,' zei Harry mat, omdat Ron en Hermelien zo hard ruzie
maakten dat ze dat niet hoorden. Ze bleven tot aan de kerker van
Sneep bekvechten en Harry bedacht dat, als het aan Marcel en Ron
lag, hij van geluk mocht spreken als hij ooit twee minuten met Cho
zou kunnen praten zonder meteen te willen emigreren.
En toch was ze uit zichzelf naar hem toe gekomen, dacht hij terwijl
ze zich aansloten bij de rij wachtende leerlingen voor het lokaal
van Sneep. Ze was Carlo's vriendinnetje geweest; ze had Harry ook
kunnen haten omdat hij de doolhof van het Toverschool Toernooi
levend had verlaten terwijl Carlo was gestorven, maar ze was heel
vriendelijk. Zo te zien dacht ze helemaal niet dat hij gek was, of
een leugenaar, of op de een of andere gruwelijke manier
verantwoordelijk voor Carlo's dood... ja, ze was uit zichzelf naar
hem toe gekomen en dat was de tweede keer in twee dagen. Harry
voelde zich opeens een stuk opgewekter. Zelfs het onheilspellende
geknars waarmee de deur van Sneeps kerker openging, kon het
sprankje hoop in zijn borst niet doven. Hij schuifelde achter Ron
en Hermelien aan naar binnen, volgde hen naar hun gebruikelijke
tafeltje achter in het lokaal en negeerde de norse, geïrriteerde
geluiden die ze maakten.
'Stilte,' zei Sneep kil terwijl hij de deur dichtdeed.
Die vermaning was niet echt nodig; zodra de leerlingen de deur in
het slot hoorden vallen, was het doodstil geworden in de klas en
verroerde niemand nog een vin. Alleen al de aanwezigheid van Sneep
was meestal ruim voldoende om een klas stil te krijgen.
'Voor we vandaag met de les beginnen,' zei Sneep, die naar zijn
bureau liep en de leerlingen aankeek, 'lijkt het me verstandig om
jullie eraan te herinneren dat er in juni een belangrijk examen
wacht, waarbij jullie zullen moeten aantonen hoeveel je geleerd
hebt over de samenstelling en het gebruik van toverdranken. Ik weet
dat er in deze klas mensen zitten met een onvoorstelbaar laag IQ,
maar toch verwacht ik dat jullie op zijn minst een "Aanvaardbaar"
halen voor je SLIJMBAL, op straffe van mijn... ongenoegen.'
Zijn blik bleef even rusten op Marcel, die moeizaam slikte.
'Na dit jaar zullen velen van jullie mijn lessen niet langer
volgen,' zei Sneep, 'ik laat alleen de allerbesten toe tot mijn
PUIST-klas, zodat we van sommigen afscheid zullen moeten
nemen.'
Nu staarde hij even schamper naar Harry. Die keek hem nijdig aan en
voelde een grimmig genoegen bij het idee dat hij Toverdranken
volgend jaar kon laten vallen.
'Maar voor dat verheugende moment is aangebroken, hebben we nog een
jaar te gaan,' zei Sneep zacht. 'Daarom reken ik, of jullie nu voor
een PUIST gaan of niet, op hetzelfde hoge percentage geslaagden dat
ik gewend ben van mijn SLIJMBAL-studenten. Vandaag mengen we een
drank die vaak aan bod komt bij het SLIJMBAL-examen: de Flegmaflip,
een brouwsel dat angsten onderdrukt en ongerustheid laat
verdwijnen. Maar wees gewaarschuwd: als jullie te veel ingrediënten
toevoegen, kan de drinker in een diepe en soms onomkeerbare slaap
vallen. Jullie zullen dus uiterst geconcentreerd te werk moeten
gaan.' Links van Harry ging Hermelien nog ietsje meer overeind
zitten. 'De ingrediënten en het recept -' Sneep gebaarde met zijn
toverstok '- staan op het bord -' (ze verschenen) '- alles wat
jullie nodig hebben -' hij gebaarde opnieuw met zijn stok'- is te
vinden in de voorraadkast' (de kast sprong open) '- jullie hebben
anderhalf uur vanaf... nu!'
Zoals Harry, Ron en Hermelien al hadden verwacht, had Sneep een van
de allerlastigste toverdranken gekozen. De ingrediënten moesten in
exact de juiste volgorde en hoeveelheid aan het brouwsel worden
toegevoegd -, het mengsel moest een voorgeschreven aantal keren
worden geroerd, eerst met de klok mee en dan tegen de klok in, en
de vlammen waarop het pruttelde moesten een specifiek aantal
minuten vóór het laatste ingrediënt erbij werd gedaan tot precies
de juiste temperatuur worden getemperd.
'Er hoort nu een lichte zilveren damp uit je ketel op te stijgen,'
riep Sneep toen er nog tien minuten te gaan waren.
Harry, die zweette als een otter, keek vertwijfeld om zich heen.
Uit zijn eigen ketel stegen dikke grijze rookwolken op; uit die van
Ron spatten groene vonken; Simon pookte koortsachtig met zijn
toverstok in de vlammen onder zijn ketel, die blijkbaar op het punt
stonden om uit te gaan, maar boven Hermeliens toverdrank hing een
glinsterende zilveren damp. Toen Sneep langskwam, staarde hij
zwijgend langs zijn lange haakneus naar haar ketel, wat betekende
dat hij niets zag waarop hij kritiek kon hebben.
Bij Harry's ketel bleef hij echter staan en hij keek met een
afzichtelijke grijns naar de inhoud.
'Wat moet dat voorstellen, Potter?'
De Zwadderaars voor in de klas keken gretig op; ze vonden het
altijd prachtig als Harry gesard werd door Sneep.
'Een Flegmaflip,' zei Harry gespannen.
'Potter,' zei Sneep zacht, 'kun je lezen?'
Draco Malfidus lachte.
'Ja,' zei Harry, en zijn vingers klemden zich om zijn
toverstok.
'Lees dan de derde regel van het recept voor, Potter.'
Harry tuurde naar het schoolbord; door de veelkleurige dampwolken
in de kerker was het niet eenvoudig om de instructies te lezen.
'"Doe er gemalen maansteen bij, roer drie keer tegen de klok in,
laat zeven minuten sudderen en voeg dan twee druppels
helleborussiroop toe.'
Harry kreeg een hol gevoel in zijn maag. Hij had de
helleborussiroop niet toegevoegd, maar was direct verdergegaan met
de vierde regel van het recept nadat hij zijn drank zeven minuten
had laten sudderen.
'Heb je alles gedaan wat in de derde regel staat, Potter?'
'Nee,' zei Harry zacht.
'Pardon?'
'Nee,' zei Harry luider, 'ik ben de helleborus vergeten.'
'Dat weet ik, Potter, en dat betekent dat dit waardeloze rotzooi
is. Evanesco.'
Harry's toverdrank verdween; hij stond opgelaten naast een lege
ketel.
'Voor degenen die er wél in zijn geslaagd de instructies te lezen:
doe een monster van je toverdrank in een flacon, voorzie die
duidelijk van je naam en breng hem naar mijn bureau, zodat ik
jullie dranken kan testen,' zei Sneep. 'Huiswerk: dertig centimeter
perkament over de eigenschappen van maansteen en het gebruik ervan
bij het bereiden van toverdranken. Donderdag inleveren.'
Terwijl iedereen zijn of haar flacon vulde, ruimde Harry ziedend
zijn spullen op. Zijn drank was niet slechter geweest dan die van
Ron, die een penetrante geur van rotte eieren verspreidde, of van
Marcel, die de consistentie had van langzaam uithardend cement en
die Marcel met een spatel uit zijn ketel moest schrapen, maar toch
had hij, Harry, als enige een nul gekregen. Hij deed zijn toverstok
in zijn tas, plofte weer op zijn bank en keek hoe de anderen met
gevulde en gekurkte flacons naar het bureau van Sneep liepen. Zodra
de bel ging, stond Harry als eerste buiten en hij was al aan het
middageten begonnen toen Ron en Hermelien de Grote Zaal
binnenkwamen. Het plafond was nog doffer grijs dan 's ochtends en
de regen kletterde tegen de hoge ramen.
'Dat was echt vreselijk oneerlijk,' zei Hermelien troostend terwijl
ze naast Harry ging zitten en gehaktbrood opschepte. 'Jouw drank
was lang niet de slechtste; toen Kwast zijn flacon volgoot, spatte
die aan scherven en vloog zijn gewaad in brand.'
'Maar ja,' zei Harry, die woedend naar zijn bord keek, 'heeft Sneep
mij ooit eerlijk behandeld?'
De anderen gaven geen antwoord; ze wisten dat Sneep en Harry
gezworen vijanden waren geweest vanaf het moment dat Harry voet in
Zweinstein had gezet.
'Ik had gehoopt dat hij dit jaar ietsje milder zou zijn,' zei
Hermelien teleurgesteld. 'Ik bedoel... je weet wel...' ze keek
zorgvuldig om zich heen, maar aan beide kanten waren minstens vijf
of zes plaatsen leeg en er kwam niemand langs '... nu hij tot de
Orde behoort.'
'Eens een gifzwam, altijd een gifzwam,' zei Ron wijs. 'En bovendien
vind ik het idioot van Perkamentus dat hij Sneep vertrouwt. Hoe
moeten we weten dat hij echt niet meer voor Jeweetwel werkt?'
'Waarschijnlijk heeft Perkamentus daar ruim voldoende bewijs voor,
Ron, ook al vertelt hij jou niet alles,' snauwde Hermelien.
'Hou allebei toch eens je kop!' zei Harry toen Ron ertegenin wilde
gaan. Hermelien en Ron verstijfden en keken Harry boos en beledigd
aan. 'Ik word gek van dat eeuwige gebekvecht van jullie,' zei
Harry. 'Hou daar nou eindelijk eens mee op!' Hij liet de rest van
zijn eten staan, gooide zijn tas over zijn schouder en liep weg.
Hij holde met twee treden tegelijk de marmeren trap op, langs de
leerlingen die op weg waren naar de Grote Zaal. De woede die
zojuist bij hem was opgelaaid brandde nog steeds en de herinnering
aan de geschokte gezichten van Ron en Hermelien gaf hem een heel
voldaan gevoel. Net goed, dacht hij. Waarom houden ze niet op...
altijd dat geruzie... daar zou iedereen gestoord van worden...
Op de overloop passeerde hij het grote schilderij van heer Palagon
de ridder; Palagon trok zijn zwaard en zwaaide er fel mee, maar
Harry negeerde hem. 'Kom terug, schurftige hond! Blijf staan en
verdedig je!' schreeuwde heer Palagon gesmoord van achter zijn
vizier, maar Harry liep verder en toen heer Palagon hem wilde
volgen door naar het volgende schilderij te rennen, werd hij
weggejaagd door de woeste wolfshond die erop afgebeeld stond.
Harry bracht de rest van de lunchpauze door onder het luik in de
Noordertoren en toen de bel ging, was hij als eerste boven aan de
zilveren ladder die naar het lokaal van professor Zwamdrift
leidde.
Na Toverdranken was Waarzeggerij Harry's minst geliefde vak,
voornamelijk omdat professor Zwamdrift de gewoonte had om om de
paar lessen zijn vroegtijdige dood te voorspellen. Ze was een
magere vrouw, behangen met omslagdoeken en fonkelend van de
kralenkettingen, die Harry altijd aan een insect deed denken, ook
al omdat ze een bril droeg die haar ogen enorm vergrootte. Toen
Harry binnenkwam legde ze gehavende, in leer gebonden boeken op de
wankele tafeltjes waar haar lokaal vol mee stond, maar het licht
van de met sjaaltjes bedekte lampen en het weeïg ruikende haardvuur
was zo schemerig dat ze hem niet zag, en hij ging in de schaduw
zitten. De volgende vijf minuten kwam de rest van de leerlingen
binnendruppelen. Ron kwam door het luik naar boven, keek om zich
heen, zag Harry zitten en liep regelrecht naar hem toe, of zo
regelrecht als mogelijk was in een lokaal vol tafeltjes, stoelen en
poefs.
'Hermelien en ik hebben geen ruzie meer,' zei hij terwijl hij naast
Harry ging zitten.
'Mooi zo,' gromde Harry.
'Maar Hermelien zegt dat het prettig zou zijn als jij je pesthumeur
voortaan niet meer op ons afreageert,' zei Ron.
'Ik reageerde niks -'
'Ik geef alleen de boodschap door,' praatte Ron door hem heen.
'Maar ik vind dat ze gelijk heeft. Wij kunnen er ook niets aan doen
dat Simon en Sneep je zo behandelen.'
'Ik heb nooit gezegd -'
'Goedemiddag,' zei professor Zwamdrift met haar vage, dromerige
stem en Harry zweeg. Hij was weer boos, maar schaamde zich ook een
beetje. 'En welkom terug bij Waarzeggerij. Uiteraard heb ik jullie
lotgevallen tijdens de vakantie zorgvuldig gevolgd en ik ben blij
dat jullie allemaal veilig zijn teruggekeerd op Zweinstein - al
wist ik dat natuurlijk van tevoren.
Op jullie tafeltje ligt een exemplaar van 'Het Droomorakel' door
Inigo Imago. Droomverklaring is een belangrijk hulpmiddel bij het
ontraadselen van de toekomst en zal hoogstwaarschijnlijk aan bod
komen tijdens jullie SLIJMBAL-examen. Niet dat slagen voor een
examen van enig belang is als het om de heilige kunst van de
Waarzeggerij gaat. Als iemand het Ziende Oog heeft, doen diploma's
en cijfers er weinig toe, maar het schoolhoofd wil graag dat jullie
examen doen en dus...'
Haar stem stierf weg, maar het was duidelijk dat naar professor
Zwamdrifts mening haar vak ver verheven was boven zulke aardse
zaken als examens.
'Sla de inleiding op en lees wat Imago te zeggen heeft over
droomverklaring. Vorm dan paren en gebruik Het Droomorakel om
elkaars meest recente dromen te ontsluieren. Ga je gang.'
Het enige goede aan de les was, dat het geen blokuur was. Tegen de
tijd dat ze de inleiding hadden gelezen, hadden ze nauwelijks tien
minuten de tijd om elkaars dromen te verklaren. Aan het tafeltje
naast dat van Harry en Ron had Daan een paar gevormd met Marcel,
die meteen aan een ellenlang verhaal begon over een nachtmerrie
waarin een reusachtige schaar zijn oma's beste hoed had
gedragen.
Harry en Ron keken elkaar alleen maar somber aan.
'Ik weet nooit wat ik gedroomd heb,' zei Ron. 'Begin jij maar.'
'Je moet je toch iéts herinneren?' zei Harry ongeduldig. Hij was
niet van plan zijn dromen met iemand te delen. Hij wist maar al te
goed wat zijn regelmatig terugkerende nachtmerrie over een kerkhof
betekende; daar had hij Ron of professor Zwamdrift en haar stomme
Droomorakel niet voor nodig.
'Nou, ik droomde laatst dat ik Zwerkbal speelde,' zei Ron en hij
trok een pijnlijk gezicht in een poging zich iets te herinneren.
'Wat zou dat betekenen?'
'Waarschijnlijk dat je binnenkort wordt opgevreten door een
reusachtige slagroomsoes of zo,' zei Harry, die ongeïnteresseerd
Het Droomorakel doorbladerde. Het was ongelooflijk saai om stukjes
van dromen op te zoeken in het Orakel en Harry werd ook niet
vrolijker toen professor Zwamdrift hen opdracht gaf om een maand
lang een droomnachtboek bij te houden. Toen de bel ging, daalden
Ron en hij als eersten de ladder af.
'Weet je hoeveel huiswerk we al hebben?' mopperde Ron. 'Van Kist
moeten we een opstel van vijfenveertig centimeter schrijven over de
reuzenoorlogen, Sneep wil dertig centimeter over het gebruik van
maansteen en nu moeten we een maand lang onze dromen noteren voor
Zwamdrift! Fred en George hadden gelijk wat het vijfde jaar
betreft! Ik hoop dat Omber ons geen huiswerk geeft...'
Toen ze het lokaal van Verweer tegen de Zwarte Kunsten
binnenkwamen, zat professor Omber al achter haar bureau. Ze droeg
het pluizige roze vest van de avond tevoren en had weer een zwarte
fluwelen strik op haar hoofd. Harry moest opnieuw aan een grote
vlieg denken die zo onverstandig was geweest om neer te strijken op
de kop van een nog veel grotere pad.
De leerlingen waren stil toen ze binnenkwamen; ze kenden professor
Omber niet en wisten niet hoe streng ze zou zijn.
'Goedemiddag!' zei ze toen iedereen zat.
Een paar mensen mompelden: 'Goeiemiddag.'
'Kom, kom,' zei professor Omber. 'Dat kan veel beter. Ik wil dat
jullie allemaal antwoorden: "Goedemiddag, professor Omber." Nog een
keer, graag. Goedemiddag, jongens en meisjes!'
'Goedemiddag, professor Omber,' klonk het in koor.
'Kijk,' zei professor Omber glimlachend. 'Dat was toch niet zo
moeilijk? Stop je toverstok weg en pak je ganzenveer.' Veel
leerlingen keken elkaar somber aan; de opdracht 'stop je toverstok
weg' was nog nooit gevolgd door een interessante les. Harry deed
zijn toverstok in zijn schooltas en pakte ganzenveer, inkt en
perkament.
Professor Omber maakte haar handtas open, haalde haar eigen
toverstok te voorschijn, die ongewoon kort was, en gaf een tik op
het schoolbord; onmiddellijk verschenen er woorden:
Verweer tegen de Zwarte Kunsten
Een Terugkeer naar de Basisprincipes
'Jullie onderricht in dit vak is nogal verbrokkeld en
onsamenhangend geweest, nietwaar?' zei professor Omber met haar
handen ineengeslagen. 'Door het komen en gaan van leraren, van wie
velen helaas geen Ministerieel goedgekeurd lesprogramma hebben
gevolgd, zijn jullie ver beneden het niveau dat je zou mogen
verwachten in jullie SLIJMBAL-jaar. Het zal jullie echter goed doen
om te weten dat het probleem nu wordt aangepakt. Dit jaar volgen we
een zorgvuldig opgebouwde, op theorie gebaseerde en door het
Ministerie goedgekeurde cursus defensieve magie. Schrijf dit
over.'
Ze tikte weer op het schoolbord; de eerste boodschap verdween en
werd gevolgd door 'Doelstellingen van het Lesprogramma'.
1. Het begrijpen van de principes die ten grondslag liggen aan
defensieve magie.
2. Het leren herkennen van situaties waarin legaal gebruikgemaakt
kan worden van defensieve magie.
3. Het bepalen van de plaats die defensieve magie inneemt in een
praktische context.
Een paar minuten klonk alleen het gekras van ganzenveren op
perkament. Toen iedereen de drie doelstellingen van professor Omber
had overgeschreven vroeg ze: 'Hebben jullie allemaal een exemplaar
van 'Magische Verdedigingstheorie' door Wilbert Lepelaar?'
Er klonk een mat, instemmend gemompel.
'Laten we dat nog een keer doen,' zei professor Omber. 'Als ik
jullie een vraag stel, wil ik dat jullie antwoorden met "Ja,
professor Omber" of "Nee, professor Omber". Dus: heeft iedereen een
exemplaar van 'Magische Verdedigingstheorie' door Wilbert
Lepelaar?'
'Ja, professor Omber,' galmde het door de klas.
'Mooi zo,' zei professor Omber. 'Dan wil ik dat jullie pagina 5
opslaan en Hoofdstuk Een, "Basisprincipes voor Beginners" lezen. Ik
wil niemand horen praten.'
Professor Omber liep weg van het schoolbord, ging achter haar
bureau zitten en bestudeerde de leerlingen met haar door wallen
omringde ogen. Harry sloeg pagina 5 van Magische
Verdedigingstheorie op en begon te lezen.
Het was ongelooflijk saai: minstens zo saai als een les van
professor Kist. Harry voelde zijn concentratie wegebben; al gauw
had hij dezelfde regel vijf of zes keer gelezen zonder dat er meer
dan een paar woorden tot hem waren doorgedrongen. Verscheidene
minuten gingen zwijgend voorbij. Naast hem speelde Ron verstrooid
met zijn ganzenveer terwijl hij naar een en dezelfde plek op de
pagina staarde. Harry keek naar rechts en was zo verrast dat hij
wakker schrok uit zijn doffe trance: Hermelien had haar exemplaar
van Magische Verdedigingstheorie niet eens geopend. Ze keek strak
naar professor Omber en had haar hand opgestoken. Harry kon zich
niet herinneren dat Hermelien ooit had nagelaten te lezen als ze
daar opdracht toe kreeg, of weerstand had kunnen bieden aan de
verleiding om een boekopen te slaan. Hij keek haar vragend aan,
maar ze schudde haar hoofd ten teken dat ze geen tijd had om vragen
te beantwoorden, en bleef naar professor Omber staren, die
hardnekkig de andere kant uitkeek.
Nadat er nog een paar minuten waren verstreken, was Harry niet meer
de enige die naar Hermelien keek. Het hoofdstuk was zo langdradig
dat meer en meer leerlingen zich liever concentreerden op
Hermeliens zwijgende pogingen om de aandacht van professor Omber te
trekken dan zich langer nog door 'Basisprincipes voor Beginners'
heen te worstelen.
Toen meer dan de helft van de klas naar Hermelien staarde, besloot
professor Omber dat ze de situatie niet langer kon negeren.
'Wilde u iets vragen over het hoofdstuk?' vroeg ze, alsof ze
Hermelien nu pas had opgemerkt.
'Niet over het hoofdstuk, nee,' zei Hermelien.
'Nou, we zijn op het moment aan het lezen,' zei professor Omber met
een glimlach, zodat haar puntige tanden bloot kwamen. 'Als u andere
vragen hebt, behandelen we die aan het einde van de les.' 'Ik wilde
iets vragen over de doelstellingen van uw lesprogramma,' zei
Hermelien.
Professor Omber trok haar wenkbrauwen op.
'En uw naam is?'
'Hermelien Griffel,' zei Hermelien.
'Nou, juffrouw Griffel, als u de doelstellingen goed leest, geloof
ik dat ze heel duidelijk zijn,' zei professor Omber met koppig
volgehouden minzaamheid.
'Dat vind ik niet,' zei Hermelien. 'Er staat namelijk niets over
het gebruik van verdedigingsspreuken.' Er volgde een korte stilte
terwijl veel leerlingen fronsend naar de drie doelstellingen keken
die nog steeds op het schoolbord stonden.
'Het gebruik van verdedigingsspreuken?' herhaalde professor Omber
met een lachje. 'Ik kan me eerlijk gezegd geen enkele situatie
voorstellen waarin u tijdens deze les een verdedigingsspreuk zou
moeten gebruiken, juffrouw Griffel. U verwacht toch niet dat u zult
worden aangevallen in dit lokaal?'
'Wordt er dan helemaal niet getoverd?' vroeg Ron luid.
'Een leerling die in mijn klas iets wil zeggen, steekt zijn of haar
hand op, meneer -?'
'Wemel,' zei Ron, die zijn hand in de lucht stak.
Professor Omber glimlachte nog breder en keek de andere kant
uit.
Onmiddellijk staken Harry en Hermelien hun hand ook op. Professor
Ombers paddenogen bleven even op Harry rusten voor ze tegen
Hermelien zei:
'Ja, juffrouw Griffel? Wilde u nog iets vragen?'
'Ja,' zei Hermelien. 'De hele bedoeling van Verweer tegen de Zwarte
Kunsten is toch juist het oefenen van verdedigingsspreuken?'
'Bent u een door het Ministerie opgeleide onderwijsexpert, juffrouw
Griffel?' vroeg professor Omber op haar gemaakt vriendelijke
toon.
'Nee, maar -'
'Dan verkeert u helaas niet in de positie om te beoordelen wat de
"hele bedoeling" van een vak is. Oudere en slimmere tovenaars dan u
hebben dit studieprogramma ontwikkeld. U leert op een veilige,
risicoloze manier omgaan met verdedigingsspreuken -'
'Wat hebben we daaraan?' zei Harry luid. 'Als we worden
aangevallen, is dat heus niet op -'
'Hand, meneer Potter!' riep professor Omber.
Harry stak zijn vuist op. Opnieuw keek professor Omber prompt de
andere kant uit, maar nu staken nog diverse leerlingen hun hand
op.
'U bent?' zei professor Omber tegen Daan.
'Daan Tomas.'
'Ja, meneer Tomas?'
'Nou, het is zoals Harry al zei,' merkte Daan op. 'Als we worden
aangevallen, is dat toch niet risicoloos?'
'Ik herhaal,' zei professor Omber met een uiterst irritante
glimlach, 'verwacht u dat u tijdens mijn lessen zult worden
aangevallen?'
'Nee, maar -'
Professor Omber viel Daan in de rede. 'Ik wil geen kritiek hebben
op het onderwijsbeleid van deze school,' zei ze, al was de glimlach
die haar brede mond oprekte niet bepaald overtuigend, 'maar ik ben
bang dat jullie blootgesteld zijn geweest aan een aantal uiterst
onverantwoordelijke tovenaars, om nog maar te zwijgen -' ze lachte
onaangenaam '- over levensgevaarlijke halfbloeden.'
'Als u professor Lupos bedoelt,' riep Daan verontwaardigd, 'dan was
dat toevallig wel de beste -'
'Hand, meneer Tomas! Zoals ik al zei - jullie zijn blootgesteld
geweest aan gecompliceerde spreuken die totaal ongeschikt zijn voor
kinderen van jullie leeftijd en die in principe fataal zouden
kunnen zijn. Men heeft jullie zo'n angst aangejaagd dat jullie
denken dat je om de paar dagen een aanval kunt verwachten van
Duistere -'
'Welnee,' zei Hermelien. 'We hebben alleen -'
'U heeft uw hand niet opgestoken, juffrouw Griffel.'
Hermelien stak haar hand op en professor Omber keek de andere kant
uit.
'Ik heb begrepen dat mijn voorganger in jullie bijzijn niet alleen
illegale vervloekingen heeft uitgesproken, maar die zelfs op jullie
heeft gedemonstreerd.'
'Nou ja, later bleek dat hij niet goed bij zijn hoofd was,' zei
Daan verhit. 'Maar toch hebben we een hoop van hem geleerd.'
'U heeft uw hand niet opgestoken, meneer Tomas' zei professor Omber
zangerig. 'Naar de mening van het Ministerie is een grondige
theoretische kennis ruim voldoende om jullie examen te halen, en
daar gaat het tenslotte om. En u bent?' vroeg ze aan Parvati, die
haar hand ook had opgestoken.
'Parvati Patil, en moeten we tijdens ons SLIJMBAL-examen geen
stukje praktijk doen? We moeten toch aantonen dat we de
tegenvervloekingen en dergelijke werkelijk onder de knie
hebben?'
'Als jullie de theorie maar grondig genoeg bestuderen, is er geen
reden waarom jullie de spreuken niet zouden kunnen uitvoeren onder
zorgvuldig vastgestelde examenomstandigheden,' zei professor Omber,
alsof de zaak daarmee was afgedaan.
'Zonder ze ooit geoefend te hebben?' vroeg Parvati vol ongeloof.
'Wilt u ons vertellen dat we de spreuken voor de allereerste keer
moeten uitvoeren tijdens ons examen?'
'Ik herhaal, als jullie de theorie grondig genoeg bestudeerd hebben
-'
'En wat hebben we aan die theorie in de echte wereld?' zei Harry,
die zijn vuist weer had opgestoken.
Professor Omber keek op.
'U bent hier op school, meneer Potter, niet in de echte wereld,'
zei ze zacht.
'Dus we hoeven niet voorbereid te zijn op wat ons daar te wachten
staat?'
'Er staat u daar niets te wachten, meneer Potter.'
'O nee?' zei Harry. Zijn woede, die al de hele dag net onder de
oppervlakte had gesudderd, bereikte nu het kookpunt.
'Wie zou kinderen als jullie in vredesnaam willen aanvallen?' vroeg
professor Omber met haar afschuwelijke, suikerzoete stem.
'Hmm, eens even kijken...' zei Harry, die deed alsof hij nadacht.
'Misschien... Heer Voldemort?'
Ron snakte naar adem; Belinda Broom slaakte een gilletje; Marcel
gleed van zijn kruk. Professor Omber vertrok geen spier, maar
staarde Harry met een soort grimmige voldoening aan.
'Tien punten aftrek voor Griffoendor, meneer Potter.'
Het werd doodstil in de klas. Iedereen keek naar Omber of
Harry.
'Laat ik een paar dingen duidelijk maken.'
Professor Omber stond op en boog zich naar de leerlingen, met haar
stompe handen uitgespreid op haar bureau.
'Er is jullie wijsgemaakt dat een zekere Duistere tovenaar zou zijn
teruggekeerd uit de dood -'
'Hij was niet dood,' zei Harry, 'maar hij is inderdaad
teruggekeerd.'
'Meneer-Potter-u-heeft-uw-afdeling-al-tien-punten-gekost-maak-dezaak-er-niet-erger-op,'
zei professor Omber in één adem, zonder Harry aan te kijken. 'Zoals
ik al zei: jullie hebben gehoord dat een zekere Duistere tovenaar
weer op vrije voeten is. Dat is een leugen.'
'Het is GEEN leugen!' zei Harry. 'Ik heb hem zelf gezien! Ik heb
met hem gevochten!'
'Nablijven, meneer Potter!' zei professor Omber triomfantelijk.
'Morgen om vijf uur op mijn werkkamer. Ik herhaal, dat is een
leugen. Het Ministerie van Toverkunst garandeert dat jullie geen
gevaar lopen, van welke Duistere tovenaar dan ook. Als jullie je
nog steeds zorgen maken, kunnen jullie na de les bij me komen. Als
iemand jullie bang maakt met leugens over herrezen Duistere
tovenaars, zou ik dat graag willen horen. Ik ben hier om jullie te
helpen. Ik ben jullie vriendin. En nu gaan we verder met lezen.
Pagina 5, "Basisprincipes voor Beginners".'
Professor Omber ging weer zitten, maar Harry stond op. Iedereen
keek hem aan; Simon leek angstig, maar ook gefascineerd.
'Nee, Harry!' fluisterde Hermelien waarschuwend. Ze trok hem aan
zijn mouw, maar Harry rukte zich los.
'Dus als we u moeten geloven, is Carlo Kannewasser uit zichzelf
dood neergevallen?' zei hij met trillende stem.
De hele klas snakte naar adem, want Harry had alleen Ron en
Hermelien iets verteld over de avond dat Carlo was gestorven. Ze
staarden gretig van Harry naar professor Omber, die Harry nu
aankeek zonder een spoortje van haar gemaakte glimlach.
'De dood van Carlo Kannewasser was een tragisch ongeval,' zei ze
kil.
'Hij is vermoord,' zei Harry bevend. Hij had hier met vrijwel
niemand over gesproken, en zeker niet als er dertig klasgenoten
gretig meeluisterden. 'Voldemort heeft hem vermoord, en dat weet
u.'
Het gezicht van professor Omber was volkomen uitdrukkingsloos.
Even dacht Harry dat ze tegen hem zou gaan schreeuwen, maar toen
zei ze met haar zachtste en meest meisjesachtige stem: 'Kom hier,
meneer Potter.'
Hij schopte zijn stoel opzij, liep om Ron en Hermelien heen en
marcheerde naar haar bureau. Hij voelde dat de rest van de klas met
ingehouden adem wachtte, maar hij was zo kwaad dat het hem niets
kon schelen wat er gebeurde.
Professor Omber haalde een rolletje roze perkament uit haar tas,
spreidde dat uit op haar bureau, doopte haar ganzenveer in de inkt
en begon te schrijven, zo ver voorovergebogen dat Harry niet kon
zien wat ze neerkrabbelde. Niemand zei iets. Na een minuut of wat
rolde ze het perkament op en tikte erop met haar toverstaf; het
verzegelde zichzelf naadloos, zodat Harry het niet kon
openmaken.
'Geef dit aan professor Anderling,' zei Omber, die het briefje aan
Harry overhandigde.
Zonder een woord te zeggen pakte Harry het aan. Hij draaide zich
abrupt om, verliet het lokaal zonder zelfs maar naar Ron en
Hermelien te kijken en smeet de deur met een klap achter zich
dicht. Hij liep heel snel de gang uit, met de boodschap voor
professor Anderling in zijn hand geklemd, en toen hij een hoek om
ging, botste hij bijna tegen Foppe de klopgeest, een klein mannetje
met een brede mond dat op zijn rug door de gang zweefde en met
inktpotten jongleerde.
'Hé, Halvegare Harry!' grinnikte Foppe en hij liet twee potten op
de grond vallen zodat de muren bespat werden met inkt; Harry gromde
van woede, maar wist nog net op tijd achteruit te springen.
'Rot op, Foppe!'
'Ooo, onze zot voelt zich rot,' zei Foppe, die hatelijk grijnzend
achter Harry aan zweefde. 'Wat is het deze keer, m'n geschifte
jonge vriend?
Hoor je stemmen? Zie je visioenen? Spreek je in -' Foppe maakte een
daverend scheetgeluid '- tongen?'
'Ik zei, LAAT ME MET RUST!' schreeuwde Harry. Hij holde de
dichtstbijzijnde trap af, maar Foppe bleef Harry volgen en gleed op
zijn rug de trapleuning af.
'Sommigen vinden hem mesjogge, onze zotte Pottervrind, Anderen
zeggen dat hij zich alleen in een dalletje bevindt, Maar Foppe weet
dat hij stapelgek is, 't arme kind -'
'HOU JE KOP!'
Links vloog een deur open en een grimmige en nogal geïrriteerde
professor Anderling kwam haar kamer uit.
'Wat is dat toch allemaal voor herrie, Potter?' vroeg ze boos
terwijl Foppe vals grinnikend weg zoefde. 'Wat doe je hier?'
'Ik ben gestuurd,' zei Harry stijfjes.
'Gestuurd? Hoe bedoel je, gestuurd?'
Harry gaf haar de boodschap van Omber. Professor Anderling pakte
het rolletje fronsend aan, maakte het open met een tikje van haar
toverstok, rolde het uit en begon te lezen. Haar ogen, die heen en
weer schoten achter haar vierkante brillenglazen, werden met iedere
regel smaller.
'Kom binnen, Potter.'
Hij volgde haar naar haar werkkamer. De deur ging automatisch
achter hem dicht.
'En?' zei professor Anderling, die hem nijdig aankeek. 'Klopt
het?'
'Klopt wat?' vroeg Harry heel wat agressiever dan hij bedoeld
had.
'Professor,' voegde hij eraan toe, in een poging om iets beleefder
te klinken.
'Heb je tegen professor Omber geschreeuwd?'
'Ja,' zei Harry.
'Heb je haar een leugenaar genoemd?'
'Ja.'
'Heb je gezegd dat Hij Die Niet Genoemd Mag Worden is
teruggekeerd?'
'Ja.'
Professor Anderling ging aan haar bureau zitten en bestudeerde
Harry. Plotseling zei ze: 'Neem een koekje, Potter.'
'Neem een - wat?'
'Neem een koekje,' herhaalde ze ongeduldig en ze wees op een
trommel die op een van de stapels papier op haar bureau stond. 'En
ga zitten.'
Eens had Harry gedacht dat hij een pak rammel van professor
Anderling zou krijgen en toen had ze hem volkomen onverwacht bij
het Zwerkbalteam van Griffoendor gevoegd. Harry ging tegenover haar
zitten en pakte een Gemberslak. Hij voelde zich net zo verward en
op het verkeerde been gezet als bij die vorige gelegenheid.
Professor Anderling legde het briefje van Omber neer en keek Harry
ernstig aan.
'Potter, je moet op je tellen passen.'
Harry slikte een hap Gemberslak door. Haar stem was heel anders dan
gewoonlijk; niet resoluut, kortaf en streng maar zacht, ongerust en
menselijk.
'Als je je misdraagt tijdens de lessen van Dorothea Omber, zou je
dat wel eens meer kunnen kosten dan alleen puntenaftrek en
strafwerk.'
'Hoe bedoelt -'
'Potter, gebruik je gezonde verstand,' snauwde professor Anderling,
die abrupt terugviel in haar normale manier van doen. 'Je weet waar
ze vandaan komt, dus je moet ook weten aan wie ze verslag
uitbrengt.'
Ze hoorden de bel die het einde van de les aankondigde. Boven hen
en naast hen klonk gestommel en gebonk, terwijl honderden
leerlingen de gangen op stroomden.
'Ze schrijft dat je deze week iedere avond moet nablijven, te
beginnen met morgen,' zei professor Anderling, die naar het briefje
van Omber keek.
'Iedere avond?' herhaalde Harry vol ontzetting. 'Maar professor,
kunt u niet -?'
'Nee, dat kan ik niet,' zei professor Anderling kortaf.
'Maar -'
'Ze is jouw lerares en heeft het volste recht om je te laten
nablijven. Morgenmiddag om vijf uur ga je naar haar kamer voor je
eerste portie strafwerk. En denk erom: wees voorzichtig als
Dorothea Omber in de buurt is.'
'Maar ik sprak de waarheid!' zei Harry diep verontwaardigd.
'Voldemort is terug; dat weet u, dat weet professor Perkamentus
-'
'Allemachtig, Potter!' zei professor Anderling, die boos haar bril
rechtzette (ze had een angstig gezicht getrokken toen hij de naam
van Voldemort gebruikte). 'Denk je echt dat dit nog iets met
waarheid of leugens te maken heeft? Het gaat erom dat je je koest
houdt en jezelf weet te beheersen!'
Met samengeknepen lippen en opengesperde neusgaten stond ze op.
Harry kwam ook overeind.
'Neem nog een koekje,' zei ze geïrriteerd en ze hield hem het blik
voor.
'Nee, dank u,' zei Harry kil.
'Doe niet zo idioot,' snauwde ze.
Hij nam nog een koekje.
'Bedankt,' zei hij met tegenzin.
'Heb je tijdens het feestmaal niet naar de toespraak van Omber
geluisterd, Potter?'
'Jawel,' zei Harry. 'Ja... ze zei... dat vooruitgang verboden is,
of... nou ja, het kwam erop neer dat... dat het Ministerie van
Toverkunst zich met de gang van zaken op Zweinstein probeert te
bemoeien.'
Professor Anderling keek hem even aan, snoof toen, liep naar de
deur en hield die voor hem open.
'Ik ben blij dat je in elk geval naar Hermelien Griffel luistert,'
zei ze, terwijl ze gebaarde dat hij kon gaan.