Als hij een droom nabootst, moet het een droom van leven zijn. Anders is er geen plaats waar we een verbinding kunnen leggen.
Onze pluggen passen niet op elkaar. Darwi Odrade
Tijdens hun rit vroeg in de middag naar het zuiden in de richting van de woestijn, constateerde Odrade een verontrustende verandering in het landschap, vergeleken bij haar vorige inspectietocht van drie maanden geleden. Ze voelde zich gerechtvaardigd in haar keus voor grondvoertuigen. Het uitzicht vanachter het dikke plaz dat hen tegen het stof beschermde liet op deze hoogte veel meer bijzonderheden zien. Veel droger.
Haar directe gezelschap reisde in een betrekkelijk lichte wagen - maar vijftien passagiers met inbegrip van de chauffeur. Suspensiegeneratoren en een uitgekiende straalaandrijving als ze niet daadwerkelijk over de grond reden. Op de glasbaan kon hij probleemloos driehonderd klicks halen. Haar gevolg (te groot dank zij een overijverige Tamalane) volgde in een bus die ook schone kleren en eten en drinken voor onderweg vervoerde.
Streggi die naast Odrade achter de chauffeur zat zei: 'Zouden we hier toch niet een klein regenbuitje kunnen laten vallen, Moeder Superior?'
Odrades mond verstrakte. Zwijgen was het beste antwoord.
Ze waren laat vertrokken. Ze waren allemaal aanwezig op het perron en stonden klaar om te vertrekken toen er een boodschap van Bellonda arriveerde. Een verslag van een nieuwe ramp dat op het laatste moment nog de persoonlijke aandacht van Moeder Superior vereiste!
Het was een van die momenten waarop Odrade het gevoel had dat haar enige mogelijke rol die van een officiele tolk was. Naar de rand van het perron lopen en hun vertellen wat het betekende: 'Vandaag, Zusters, vernamen we dat Achtenswaarde Matres weer vier van onze planeten vernietigd hebben. We zijn weer zo veel kleiner geworden.'
Nog maar twaalf planeten over (waaronder Buzzell) en de onbekende jager met de bijl is weer zo veel dichterbij gekomen.
Odrade voelde de kloof gapen onder haar voeten.
Ze had Bellonda opgedragen om dit laatste slechte nieuws stil te houden tot een passender moment.
Odrade keek uit het raampje naast haar. Wat was een passend moment voor zulk nieuws?
Ze reden al een uur of drie in zuidelijke richting en de met branders verglaasde weg strekte zich als een groene rivier voor hen uit. Dit stuk voerde hen door heuvels vol kurkeiken tot aan de bergruggen van de horizon. Ze hadden de eiken laten uitgroeien tot dwergachtige gestalten in minder strakke aanplantingen dan boomgaarden. Kronkelende rijen kropen tegen de heuvels omhoog. Ze waren oorspronkelijk uitgeplant langs de bestaande contouren, terrasachtige vlakken die nu schuil gingen onder lang, bruin gras.
'We kweken daar truffels,' had Odrade gezegd.
Streggi had meer slecht nieuws. 'Ik heb gehoord dat het er met de truffels slecht voorstaat, Moeder Superior. Niet genoeg regen.'
Geen truffels meer? Odrade stond even op het punt om een Verbindingen leerling achteruit de wagen te laten komen en Klimaatbeheer te vragen of er iets aan deze droogte gedaan kon worden.
Ze keek achterom naar haar assistenten. Drie rijen, vier mensen op elke rij, deskundigen die haar waarnemingsvermogen moesten aanvullen en bevelen moesten uitvoeren. En moet je die bus zien die achter hen reed! Een van de grootste voertuigen van dat soort die het Kapittel bezat. Minstens dertig meter lang! En stampvol mensen! Stof warrelde er overheen en omheen.
Op bevel van Odrade zat Tamalane in de achterste bus. Moeder Superior kon scherp zijn als ze geprikkeld was, vond iedereen. Tam had te veel mensen meegenomen, maar Odrade had het te laat ontdekt om het nog te kunnen veranderen.
'Dit is geen inspectie! Het is verdomme een hele invasie!' Volg mijn voorbeeld, Tam. Een beetje diplomatiek toneelspel. Maakt de overgang makkelijker.
Ze keek weer voor zich naar de chauffeur, de enige man in deze wagen. Clairby, een zure kleine vervoerdeskundige. Odrades favoriete chauffeur. Snel, veilig en attent op de beperkingen van zijn machine.
Ze rondden een heuvel en de kurkeikaanplant werd dunner om verderop plaats te maken voor fruitgaarden die een gemeenschap omringden.
Schitterend in dit licht, dacht Odrade. Lage gebouwen met witte muren en oranje pannendaken. Aan de voet van de lange helling was een door een boog overschaduwde poortstraat zichtbaar met op een rij daarachter de hoge centrale gebouwen waarin de regionale beheerskantoren waren gevestigd.
De aanblik bracht Odrade tot rust. De gemeenschap had een stralend aanzien, verzacht door afstand en een dunne nevel die uit de omringende boomgaarden opsteeg.
De takken waren nog kaal hier in deze wintergordel, maar ze konden zeker nog wel een oogst opleveren.
De Zusterorde verlangde een zekere mate <van schoonheid in haar omgeving, bedacht ze bij zichzelf. Een weelde die de zinnen streelde zonder afbreuk te doen aan de noden van de maag. Gemak waar mogelijk... maar niet te veel!
Iemand achter Odrade zei: 'Volgens mij zijn sommige van die bomen aan het uitlopen.'
Odrade keek wat zorgvuldiger. Ja! Kleine groene puntjes aan donkere takken. De winter had zich hier flink vergist. Bij de moeizame worsteling om seizoenwisseling tot stand te brengen kon Klimaatbeheer een enkele misslag niet voorkomen. De uitdijende woestijn veroorzaakte hier te vroeg al hoge temperaturen: eigenaardige periodes van plotselinge warmte die planten aanzetten tot uitlopen of bloeien, om vervolgens nog net door een plotselinge vorst overvallen te kunnen worden. Het doodvriezen van plantages begon veel te gewoon te worden.
Een veldadviseur had de antieke term 'Indian summer' opgeduikeld voor een rapport geillustreerd met beelden van een boomgaard in volle bloei die werd overvallen door een sneeuwbui. Odrade had bij de woorden van de adviseur een gevoel van herkenning gehad.
Indian summer. Wat een passende naam!
Haar raadsleden die die korte blik op de nood van hun planeet deelden, herkenden de beeldspraak van een verwoestende vorst die vlak achter een onbehoorlijke warmte aankwam: een onverwachte opleving van warm weer, een moment waarop overvallers hun buren konden lastig vallen.
Daaraan terugdenkend voelde Odrade de kilte van de bijl van de jager. Wanneer? Ze durfde het antwoord niet te zoeken. Ik ben geen Kwisatz Haderach!
Zonder haar hoofd om te draaien zei Odrade tegen Streggi: 'Dit dorpje, Pondrille, ben je daar wel eens gewest?'
'Het was niet mijn kandidatenstandplaats, Moeder Superior, maar ik neem aan dat het er veel van wegheeft.'
Ja, deze gemeenschappen leken erg op elkaar: voornamelijk lage gebouwen te midden van moestuinen en boomgaarden, scholingscentra voor specifieke opleidingen. Het was een zeefstelsel voor toekomstige Zusters met mazen die steeds fijner werden naarmate je dichter bij het Hoofdkwartier kwam.
Sommige van deze gemeenschappen waren erop gericht om hun pupillen te harden. Ze lieten de vrouwen iedere dag lange uren zware lichamelijke arbeid verrichten. Handen die in de aarde wroetten en vol fruitvlekken kwamen schrokken later in het leven maar zelden terug voor vieze karweitjes.
Nu ze uit het stof vandaan waren deed Clairby de raampjes open. Hitte stroomde naar binnen! Wat voerde Klimaatbeheer in godsnaam uit?
Twee gebouwen aan de buitenrand van Pondrille waren een verdieping boven de vloer aan elkaar vast gebouwd zodat ze een lange tunnel vormden. Het enige dat er nog ontbrak om het beeld van een stadspoort uit de tijd van voor de ruimtevaart compleet te maken was een valhek. Ridders in volle wapenrusting zouden aan de stoffige hitte van deze ingang niets vreemds ontdekken. Hij was bekleed met donker piasteen, uiterlijk niet van natuursteen te onderscheiden. Achter de openingen voor camera-ogen in de zoldering zaten vast waakhonden te gluren.
De lange, overschaduwde ingang naar het dorp was schoon, zag ze. In Bene Gesserit gemeenschappen werd er zelden een aanslag op de neus gepleegd door verrotting of andere kwalijke geuren. Er waren geen achterbuurten. Er hinkten maar weinig kreupelen over de trottoirs. Veel gezonde lijven. Een goed bestuur zorgde ervoor dat het zijn gezonde bevolking gelukkig hield.
Toch hebben we onze gebrekkigen. En die hebben lang niet allemaal een lichamelijk gebrek.
Clairby parkeerde de wagen vlak voor het eind van de overschaduwde straat en ze stapten uit. Tamalanes bus kwam achter hen tot stilstand.
Odrade had gehoopt dat de poortgang enige beschutting tegen de hitte zou bieden, maar een perverse gril van de natuur had een oven van de plek gemaakt en de temperatuur nam hier zelfs nog toe. Ze was blij toen ze het heldere licht van het middenplein binnenstapte waar het zweet dat van haar lijf dampte haar een paar seconden verkoeling bracht.
Aan de illusie van verlichting kwam abrupt een eind toen de zon op haar hoofd en schouders begon te branden. Ze was gedwongen om haar stofwisselingsbeheersing in te schakelen om haar lichaamswarmte aan te passen.
Midden op het plein schitterde een klaterende ring van water, een zorgeloos vertoon dat weldra gestaakt zou moeten worden.
Laat het voorlopig maar zo. Voor het moreel!
Ze hoorde haar metgezellen achter haar aan komen met het gebruikelijke gekreun over 'te lang in een houding zitten'. Een begroetingsdelegatie kwam van de andere kant van het plein haastig aansnellen. Odrade herkende Tsimpay, de leidster van Pondrille in de wigvormige formatie.
De assistenten van Moeder Superior liepen de blauwe tegels van de fontein op - allemaal behalve Streggi die aan Odrades zij stond. Tamalanes groep werd ook aangetrokken door het klaterende water. Allemaal een onlosmakelijk onderdeel van een menselijke droom die zo oud was dat hij nooit helemaal losgelaten kon worden, bedacht Odrade.
Vruchtbare akkers en open water - helder, drinkbaar water waar je je gezicht in kunt dompelen om je kwellende dorst te lessen.
Sommige leden van haar gezelschap deden dat dan ook bij de fontein. Hun gezichten glinsterden van het vocht.
De afvaardiging van Pondrille kwam nog op de blauwe tegels van de fontein voor Odrade tot stilstand. Tsimpay had drie andere Eerwaarde Moeders meegenomen en vijf oudere leerlingen.
Allemaal vlak voor de Marteling, die leerlingen, zag Odrade. Het besef van hun aanstaande beproeving sprak uit hun open blik.
Tsimpay was iemand die Odrade maar zelden in het Hoofdkwartier zag, waar ze soms kwam om les te geven. Ze zag er goed uit: bruin haar zo donker dat het in dit licht rossig-zwart leek. Haar smalle gezicht was bijna nors in zijn strengheid. Haar volledig blauwe ogen onder hun zware wenkbrauwen trokken in haar gezicht de meeste aandacht.
'We zijn blij u te zien, Moeder Superior.' Klonk alsof ze het meende.
Odrade neeg haar hoofd, een minimaal gebaar. Ik hoor je. Waarom ben je zo blij om mij te zien?
Tsimpay begreep het. Ze wees naar een lange Eerwaarde Moeder met ingevallen wangen die naast haar stond. 'Kent u Fali nog, onze boomgaard cheffin? Fali is net bij me geweest met een afvaardiging van tuinlieden. Een ernstige klacht.'
Fali's verweerde gezicht zag een beetje grijs. Overwerkt? Ze had een dunne mond boven een scherpe kin. Prut onder haar nagels, zag Odrade met genoegen. Niet te beroerd om zelf ook met de handen in de grond te wroeten.
Afvaardiging van tuinlieden. De klachten waren dus geleidelijk aan toegenomen. Moest ernstig geweest zijn. Het was niets voor Tsimpay om Moeder Superior daarmee op te schepen.
'Laat maar horen,' zei Odrade.
Met een zijdelingse blik op Tsimpay begon Fali een nauwkeurig verhaal af te steken, waarin ze zelfs de hoedanigheden van de afgevaardigden naar voren bracht. Allemaal prima krachten, natuurlijk.
Odrade herkende het patroon. Er waren vergaderingen over deze onvermijdelijke consequentie belegd, sommige bijgewoond door Tsimpay. Hoe kon je aan je mensen duidelijk maken dat een verre worm (die misschien nog niet eens bestond) deze verandering vereiste? Hoe kon je aan boeren uitleggen dat het niet een kwestie was van 'gewoon een beetje meer regen', maar dat het regelrecht de kern van het hele weersysteem van de planeet raakte. Meer regen hier kon een richtingverandering van de winden in de hogere luchtlagen betekenen. Dat zou op zijn beurt elders weer dingen veranderen, met water bezwangerde sirocco's veroorzaken die niet alleen verontrustend zouden zijn maar ook gevaarlijk. Het was maar al te makkelijk om grote wervelstormen te ontketenen als je verkeerde omstandigheden inlaste. Het weer van een planeet was geen eenvoudige zaak die met eenvoudige aanpassingen aangepakt kon worden. Zoals ik wel eens geeist heb. Elke keer moest er een volledige vergelijking plaatsvinden.
'De planeet brengt de beslissende stem uit,' zei Odrade. Het was een oude zegswijze in de Zusterorde om te herinneren aan de menselijke feilbaarheid.
'Heeft Duin nog altijd een stem?' vroeg Fali. Uit de vraag sprak meer verbittering dan Odrade verwacht had.
'Ik voel de hitte. We zagen de bladontwikkeling in jullie boomgaarden toen we kwamen aanrijden,' zei Odrade. Ik weet waar je je zorgen over maakt, Zuster.
'We gaan dit jaar een deel van onze oogst verliezen,' zei Fali. Beschuldiging in haar woorden: dit is jouw schuld!
'Wat heb je je afvaardiging verteld?' vroeg Odrade.
'Dat de woestijn moet groeien en dat Klimaatbeheer niet langer elke aanpassing kan verzorgen die we nodig hebben.'
De waarheid. Het afgesproken antwoord. Ontoereikend zoals de waarheid vaak was, maar het was momenteel alles wat ze hadden. Weldra zou iets het moeten begeven. En ondertussen kwamen er steeds meer afvaardigingen en gingen steeds meer oogsten verloren.
'Blijft u thee bij ons drinken, Moeder Superior?' kwam Tsimpay, de diplomaat, ertussen. Ziet u hoe het begint te escaleren, Moeder Superior? Fali gaat nu weer terug naar haar fruit en groenten. Dat is haar plaats. Ze heeft haar boodschap doorgegeven.
Streggi schraapte haar keel.
Dat irritante gedoe zou ze toch moeten leren intomen! Maar de betekenis was duidelijk. Streggi was belast met hun tijdschema. We moeten verder.
'We zijn laat vertrokken,' zei Odrade. 'We zijn alleen even gestopt om onze benen te strekken en om te zien of jullie problemen hebben die jullie op eigen houtje niet aankunnen.'
'We kunnen de tuinlieden wel aan, Moeder Superior.'
Tsimpay's kwieke toon zei veel meer en Odrade moest bijna lachen.
Inspecteert u de boel maar als u dat wenst, Moeder Superior. Kijk gerust overal rond. U zult Pondrille in Bene Gesserit orde bevinden.
Odrade keek naar Tamalanes bus. Sommige van de mensen liepen al terug naar het gekoelde interieur van de bus. Tamalane stond bij de deur, ruim binnen gehoorbereik.
'Ik hoor goede berichten over jou, Tsimpay,' zei Odrade. 'Je kunt onze bemoeienis wel missen. En ik wil je zeker niet lastig vallen met een gezelschap dat veel te groot is.' Dat laatste luid genoeg om het voor iedereen verstaanbaar te maken.
'Waar gaat u de nacht doorbrengen, Moeder Superior?'
'Eldio.'
'Ik ben daar al een tijd niet geweest, maar ik heb gehoord dat de zee heel wat kleiner is.'
'Luchtverkenningen bevestigen wat je hebt gehoord. Je hoeft ze niet te waarschuwen dat wij op komst zijn, Tsimpay. Ze weten het al. We moesten hen voorbereiden op deze invasie.'
Boomgaardcheffin Fali deed een stap naar voren. 'Moeder Superior, als we alleen maar een beetje...'
'Zeg tegen je tuinlieden, Fali, dat ze kunnen kiezen. Ze kunnen mopperend hier blijven wachten tot Achtenswaarde Matres hen komen knechten, of ze kunnen de Verstrooiing verkiezen.'
Odrade keerde terug naar haar wagen en bleef met gesloten ogen zitten tot ze de deuren hoorde dichtgaan en ze een flink eind op weg waren. Vlak daarna deed ze haar ogen weer open. Ze waren al buiten Pondrille en reden op de glasbaan door het zuidelijke deel van de ring van boomgaarden. Er hing een geladen stilte achter haar rug. De Zusters achterin verdiepten zich in vragen over het gedrag van Moeder Superior daarginds. Een onbevredigende ontmoeting. Leerlingen namen natuurlijk de stemming over. Streggi zat sip te kijken.
Dit weer vergde aandacht. De klachten waren niet langer met woorden glad te strijken. Goede dagen werden naar lagere maatstaven gemeten. Iedereen kende de reden maar de veranderingen bleven in de belangstelling staan. Zichtbaar. Je kon je niet over Moeder Superior beklagen (niet zonder goede reden!) maar je kon wel mopperen over het weer.
'Waarom moesten ze het vandaag zo koud maken? Waarom juist vandaag nu ik er buiten in moet werken? Heerlijk warm toen we naar buiten gingen maar moet je nu eens zien. En ik ben er helemaal niet op gekleed!
Streggi wilde praten. Nu ja, daarom heb ik haar ook meegenomen. Maar ze was bijna babbelziek geworden nu de gedwongen intimiteit haar ontzag voor Moeder Superior deed afnemen.
'Moeder Superior, ik heb in mijn handboeken gezocht naar een verklaring voor -'
'Hoed je voor handboeken!' Hoe vaak in haar leven had ze die woorden wel niet gehoord of uitgesproken? 'Handboeken roepen gewoontes in het leven.'
Streggi was al vaak onderhouden over gewoontes. De Bene Gesserit had ze wel - dingen die het gewone volk altijd aanhaalde als 'kenmerkend voor de heksen!' Maar patronen die anderen in staat stelden gedrag te voorspellen moesten zorgvuldig uitgebannen worden.
'Waarom hebben we dan handboeken, Moeder Superior?' 'We hebben ze voornamelijk om ze af te keuren. Het Statuut is voor nieuwelingen en anderen in de voorbereidende opleiding.' 'En de geschiedenisboeken?'
'Negeer nooit de banaliteit van vastgelegde geschiedenis. Als Eerwaarde Moeder zul je in elk nieuw ogenblik de geschiedenis opnieuw leren.'
'De waarheid is een lege beker.' Erg trots dat ze deze spreuk onthouden had.
Odrade moest bijna lachen. Streggi is een 'juweel.
Het was een waarschuwende gedachte. Sommige edelstenen waren te herkennen aan hun onzuiverheden. Deskundigen brachten de onzuiverheden in de stenen in kaart. Een geheime vingerafdruk. Mensen waren net zo. Vaak kende je hen aan hun gebreken. Het glinsterende oppervlak vertelde je te weinig. Voor een goede identificatie moest je diep in hun binnenste kijken en de onzuiverheden zien. Daarin lag de edelsteenkwaliteit van een complete persoonlijkheid. Wat zou Van Gogh geweest zijn zonder onzuiverheden?
'Het zijn de commentaren van opmerkzame spotters, Streggi, de dingen die zij zeggen over de geschiedenis, waardoor je je moet laten leiden voor de Marteling. Daarna zul je je eigen spotter zijn en zul je je eigen waarden ontdekken. Voorlopig geeft de geschiedenis je jaartallen en vertelt je dat er iets voorviel. Eerwaarde Moeders pluizen die ietsen na en leren de vooroordelen van de geschiedschrijvers kennen.'
'Is dat alles?' Zwaar beledigd. Waarom hebben ze mijn tijd daar dan mee verdaan?
'Veel geschied schrijvingen zijn grotendeels waardeloos omdat ze bevooroordeeld zijn, geschreven om deze of gene machtsgroep te plezieren. Wacht maar tot je ogen geopend zijn, kind. Wij zijn de beste geschiedkundigen. Wij zijn erbij geweest.'
'En mijn gezichtspunt zal dan dagelijks veranderen?' Verdiept in innerlijke bespiegelingen.
'De Bashar heeft ons op het hart gedrukt om die les altijd vers in ons geheugen te houden. Het verleden moet door het heden opnieuw verklaard worden.'
'Ik weet niet of ik dat wel prettig zal vinden, Moeder Superior. Zoveel zedelijke beslissingen.'
Aha, dit juweel doorzag meteen de kern van de zaak en sprak zich uit als een ware Bene Gesserit. Er zaten schitterende facetten tussen Streggi's onzuiverheden.
Odrade keek van opzij naar de peinzende leerling. Lang geleden had de Zusterorde bepaald dat elke Zuster haar eigen zedelijke beslissingen moest nemen. Volg nimmer een leider zonder je eigen vragen te stellen. Daarom werd er ook zoveel belang gehecht aan de zedelijke vorming van jeugdigen.
Daarom willen we onze toekomstige Zusters ook graag zo vroeg mogelijk hebben. En dat kan de oorzaak zijn van de zedelijke smet die Sheeana's karakter is binnengeslopen. We hebben haar te laat gekregen. Waarover zouden Duncan en zij zo heimelijk praten met hun handen?
'Zedelijke beslissingen zijn altijd makkelijk te herkennen,' zei Odrade. 'Het zijn de gevallen waarin je je eigenbelang uitschakelt.'
Streggi keek Odrade vol ontzag aan. 'Wat moet daar een moed voor nodig zijn!'
'Geen moed! Zelfs geen wanhoop. Wat we doen is in de diepste grond volkomen natuurlijk. Dingen worden gedaan omdat er geen andere keus is.'
'Soms geeft u me het gevoel dat ik maar een onnozel wicht ben, Moeder Superior.'
'Uitstekend. Dat is het begin van wijsheid. Er zijn vele soorten onnozelheid, Streggi. De minste is wel je eigen verlangens nahollen zonder ze te onderzoeken. Soms doen we dat onbewust. Scherp je gevoeligheid. Wees je bewust van wat je onbewust doet. Vraag je altijd af: "Waarom deed ik dat, wat probeerde ik daarmee te winnen?"'
Ze rondden de laatste heuvel voor Eldio en Odrade was blij dat haar even een moment voor bespiegeling gegund werd.
Iemand achter haar mompelde: 'Daar is de zee.'
'Stop hier,' beval Odrade toen ze een brede keerplaats naderden in een bocht die uitzicht bood op de zee. Clairby kende de plek en was er al op voorbereid. Odrade vroeg hem vaak om hier te stoppen. Hij bracht hen tot stilstand op de door haar gewenste plek. De wagen kwam krakend tot rust. Ze hoorden de bus achter hen stoppen en een luide stem in de achterste wagen tegen metgezellen roepen 'Kijk toch eens!'
Eldio lag ver in de diepte aan Odrades linkerhand: fraai gevormde gebouwen, sommige op slanke zuilen boven de grond verheven zodat de wind er onderdoor en er doorheen kon blazen. Dit was ver genoeg naar het zuiden en zo veel lager dan het hoogland waar het Hoofdkwartier gevestigd was om de temperatuur flink te doen stijgen. Kleine windmolens met verticale assen, op deze afstand net speelgoeddingetje, stonden te draaien op de hoeken van de gebouwen van Eldio en droegen hun steentje bij aan de energievoorziening van de gemeenschap. Odrade wees ze Streggi aan.
'We beschouwden ze als een manier om te ontsnappen aan afhankelijkheid van een door anderen beheerste ingewikkelde technologie.'
Terwijl ze dat zei richtte Odrade haar blik naar rechts. De zee! Het was een afschuwelijk ingedampt restant van de eens zo prachtige watervlakte. Zeekind haatte wat ze daar zag.
Warme damp steeg op uit de zee. Het vage paars van droge heuvels tekende een wazig horizonsilhouet aan de andere kant van de baai. Ze zag dat Klimaatbeheer een bries had gestuurd om de verzadigde lucht af te voeren. Het resultaat was een woelige branding die schuimend stuksloeg op het kiezelstrand onderaan deze steilte.
Er was hier een reeks vissersdorpen geweest, herinnerde Odrade zich. Nu de zee zich had teruggetrokken lagen de dorpjes hoger op de helling. Vroeger waren de dorpen een kleurige noot langs de waterkant. Een groot deel van hun bevolking was afgevloeid naar de nieuwe Verstrooiing. De mensen die achterbleven hadden een spoorlijntje gebouwd om hun boten in en uit het water te kunnen halen.
Ze waardeerde dit en ze keurde het af. Behoud van arbeidsvermogen. De hele toestand kwam haar plotseling erg akelig voor - net als een van die geriatrische instellingen van het Oude Rijk waar mensen op hun dood wachtten.
Hoe lang zou het duren voor deze dorpen stierven?
'De zee is zo klein!' Dat was een stem achter uit de wagen. Odrade herkende hem. Een schrijver van het Archief. Een van Bells spionnen.
Odrade leunde naar voren en tikte Clairby op zijn schouder. 'Breng ons naar beneden naar het strand, naar die baai bijna recht onder ons. Ik wil in onze zee zwemmen, Clairby, nu hij nog bestaat.'
Streggi en twee andere leerlingen gingen samen met haar het warme water van de baai in. De anderen wandelden over het strand of bekeken dit eigenaardige tafereel vanuit de kleine en de grote bus.
Moeder Superior die naakt in zee zwemt!
Odrade voelde zich omringd door krachtgevend water. Het zwemmen was nodig vanwege de beslissingen die ze als bevelhebber moest nemen.
Welk deel van deze laatste grote zee konden ze zich nog veroorloven in deze laatste dagen van het gematigde klimaat van hun planeet? De woestijn was op komst - een totale woestenij die die van Duin evenaarde. Als de vrouw met de bijl ons de tijd geeft. Het gevaar leek zeer nabij en de kloof diep. Die vervloekte wilde gave! Waarom moet ik het weten?
Langzaam gaven Zeekind en de golfslag haar haar evenwicht terug. Deze omvangrijke watermassa was een groot probleem -veel belangrijker dan verspreide kleine zeeen en meren. Hier stegen betekenisvolle hoeveelheden waterdamp omhoog. Energie die ongewenste afwijkingen kon veroorzaken in de nauwelijks in de hand te houden weerregeling van Klimaatbeheer. Toch voorzag deze zee het Kapittel nog steeds van voedsel. Hij was een transport- en communicatieroute. Vervoer over zee was het goedkoopst. Energiekosten moesten worden afgewogen tegen andere elementen in haar beslissing. Maar de zee zou verdwijnen. Dat was zeker. Hele bevolkingen stonden nieuwe verhuizingen te wachten.
Zeekinds herinneringen stoorden haar gedachten. Heimwee. Dat stond een verstandig oordeel in de weg. Hoe snel moet de zee verdwijnen? Dat was de vraag. Alle onvermijdelijke verhuizingen en hervestigingen wachtten op dat besluit.
Het was maar het beste om het vlug te doen. De pijn naar ons verleden verbannen. Aanpakken dus!
Ze zwom naar ondieper water en keek op naar een verbaasde Tamalane. Tams lange rokken zaten vol donkere spatten van een onverwachte golf. Odrade stak haar hoofd boven de lage brekertjes uit.
'Tam! Laat de zee zo snel mogelijk verdwijnen. Laat Klimaat-beheer een snel ontvochtings schema opstellen. Voedsel en Transport zullen erbij betrokken moeten worden. Ik zal het uiteindelijke plan goedkeuren nadat we het op de gebruikelijke manier doorgenomen hebben.'
Tamalane draaide zich zonder een woord te zeggen om. Ze gaf de Zusters die het betrof met een gebaar te kennen dat ze haar moesten volgen en keek daarbij slechts een keer even naar Moeder Superior. Zie je wel! Het was maar goed dat ik het noodzakelijke kader heb meegenomen!
Odrade kroop het water uit. Nat zand knerste onder haar voeten. Weldra is dit droog zand. Ze kleedde zich aan zonder de moeite te nemen om zich af te drogen. Haar kleren plakten onaangenaam aan haar huid, maar daar lette ze niet op toen ze bij de anderen vandaan tegen het strand omhoog liep zonder ook maar een keer om te kijken naar de zee.
Mooie herinneringen moesten niet meer zijn dan een aandenken. Dingen die je af en toe eens oppakt en liefdevol streelt om vreugden uit het verleden voor de geest te halen. Geen enkele vreugde kan blijvend zijn. Alles is vergankelijk. 'Ook dit zal vergaan is van toepassing op ons hele levende heelal.
Waar het strand overging in lemige aarde met een paar schamele planten draaide ze zich eindelijk om en keek naar de zee die ze zojuist ter dood had veroordeeld.
Alleen het leven zelf was van belang, hield ze zichzelf voor. En het leven kon niet in stand blijven zonder de voortdurende stuwende kracht van de voortplanting.
Overleven. Onze kinderen moeten overleven. De Bene Gesserit moet voortbestaan!
Geen enkel kind was belangrijker dan het geheel. Dat aanvaardde ze en ze herkende het als de stem van de soort die haar aansprak vanuit haar diepste wezen, het wezen waar ze als Zeekind voor het eerst mee in aanraking was gekomen.
Odrade stond Zeekind nog een laatste neusvol zilte lucht toe terwijl ze naar hun voertuigen terugliepen en zich opmaakten om Eldio binnen te rijden. Ze voelde zich kalm worden. Dat onontbeerlijke evenwicht had, als je het eenmaal had leren kennen, geen zee nodig om zich te handhaven.