Veel dingen die ons van nature goed afgaan worden pas moeilijk als we ze verstandelijk proberen te benaderen. Het is mogelijk om zoveel over een onderwerp te weten dat je volkomen onwetend wordt.

Mentat tekst Twee (dicto)

Odrade gebruikte regelmatig het avondmaal met de leerlingen en hun Proctor-Waarnemers, de meest directe bewakers in deze 'gevangenis voor de geest' waaruit velen nooit meer vrijgelaten zouden worden.

Wat de leerlingen dachten en deden, vertelde het diepste geweten van Moeder Superior pas echt in hoeverre het Kapittel goed functioneerde. Leerlingen reageerden veel rechtstreekser op hun stemmingen en voorgevoelens dan Eerwaarde Moeders. Volwaardige Zusters werden er erg goed in om zich nooit van hun slechtste kant te laten zien. Wezenlijke zaken probeerden ze nooit te verbergen, maar iedereen kon een boomgaard inlopen of een deur dichtdoen om zich aan de camera-ogen te onttrekken. Leerlingen konden dat niet.

Er was tegenwoordig in het Hoofdkwartier geen stille tijd meer. Zelfs de eetzalen verwerkten een voortdurende stroom van bezoekers, ongeacht het tijdstip. De werktijden wisselden en het was voor een Eerwaarde Moeder heel makkelijk om haar vierentwintig uurs ritme aan een ongewone tijd aan te passen. Odrade kon geen energie verspillen aan zulke aanpassingen. Toen ze tijdens het avondmaal bij de deur van de leerlingeneetzaal bleef staan, hoorde ze de plotselinge stilte.

Zelfs de manier waarop ze het voedsel naar hun mond brachten had betekenis. Waar gingen de ogen heen als de eetstokjes richting mond bewogen? Werd er vlug gehapt en haastig gekauwd voor er krampachtig werd geslikt? Dat was er een om in de gaten te houden. Zij was een haard van onrust. En die bedachtzame daarginds die iedere hap bekeek alsof ze zich afvroeg hoe ze het vergif verstopten in zulke slappe kost? Achter die ogen stak een creatieve geest. Bekijk of zij geschikt is voor een gevoeliger positie.

Odrade stapte de zaal binnen.

De vloer had een groot dambordpatroon van zwarte en witte plaz dat vrijwel niet kon krassen. De leerlingen zeiden dat Eerwaarde Moeders dat patroon als speelbord gebruikten: 'Zet een van ons hier neer en een ander daar en dan nog een paar langs die middenlijn. Verplaats ze op deze manier - wie wint mag alles hebben.'

Odrade ging bij de hoek van een tafel naast de ramen op het westen zitten. De leerlingen maakten plaats voor haar met kalme, onopvallende bewegingen.

Deze zaal maakte deel uit van de oudste gebouwen van het Kapittel. Hij was helemaal van hout opgetrokken en had dakspanten die de hele breedte overbrugden, geweldig dikke en zware, matzwart geverfde dingen. Ze hadden een lengte van zo'n vijfentwintig meter aan een stuk. Ergens op de Kapittelplaneet stond er een bosje genetisch toegesneden eiken die naar het zonlicht reikten in hun zorgvuldig onderhouden aanplant. Bomen met tot op minstens dertig meter hoogte geen enkele zijtak en een stamdiameter van meer dan twee meter. Die waren geplant toen deze zaal werd gebouwd om deze balken te vervangen als die door ouderdom verzwakt zouden zijn. De balken hoorden het negentienhonderd sj uit te houden.

Wat sloegen de leerlingen om haar heen Moeder Superior nauwlettend gade zonder ooit de indruk te wekken dat ze haar rechtstreeks aanstaarden.

Odrade draaide haar hoofd om en tuurde uit de ramen op het westen naar de zonsondergang. Alweer stof. Het voortschrijdende opdringen van de woestijn stak de ondergaande zon in brand en deed hem gloeien als een ver kooltje dat elk ogenblik in onbedwingbare vlammen kon uitbarsten.

Odrade onderdrukte een zucht. Gedachten zoals deze brachten haar haar nachtmerrie weer voor de geest: de kloof... het strakke koord. Ze wist dat ze als ze haar ogen dicht deed, weer het gevoel zou hebben dat ze op het touw stond te zwaaien. De jager met de bijl was nabij!

De leerlingen die in haar nabijheid zaten te eten, bewogen zich zenuwachtig alsof ze haar onrust voelden. Misschien was dat ook wel zo. Odrade hoorde hun kleren ritselen en dat scheurde haar uit haar nachtmerrie los. Ze was gevoelig geworden voor een nieuwe klank in de geluiden van het Hoofdkwartier. De meest alledaagse bewegingen gingen gepaard met een knarsend geluid - die stoel die achter haar rug werd weggeschoven... en het opengaan van die keukendeur. Knarsend steengruis. Schoonmaakploegen klaagden over zand en 'dat vervloekte stof'.

Odrade staarde uit het raam naar de bron van die ergernis: wind uit het zuiden. Een dof waas, iets tussen khaki en omber, trok een gordijn over de horizon. Als de wind was gaan liggen zou overal in hoeken tussen gebouwen en in de luwte van heuvels achtergebleven stof gevonden worden. Het rook een beetje naar vuursteen, een of andere alkaliverbinding die de neus prikkelde.

Ze keek de tafel langs toen een bedienende leerling haar eten voor haar neerzette.

Odrade merkte dat ze genoot van deze afwisseling van vlug genuttigde maaltijden in haar werkkamer en haar persoonlijke eetzaal. Als ze daarboven in haar eentje at, brachten leerlingen het eten zo stilletjes binnen en ruimden zo zwijgend af dat ze soms ineens verbaasd merkte dat alles al verdwenen was. Hier was er leven en werd er gepraat onder het eten. Op haar eigen kamers kwam kok Duana wel eens binnen om bezorgd mee te delen: 'Je eet niet genoeg.' Gewoonlijk gaf Odrade gehoor aan zulke vermaningen. Waakhonden hadden hun nut.

Vanavond was het menu glibberkarbonade in een saus van soja en stroop, met een klein beetje melange, een snufje basilicum en een dropje citroensap. Beetgare verse groene bonen met pepers. Donkerrood grapefruitsap om te drinken. Ze nam vol verwachting een hap van haar glibberkarbonade en vond hem heel behoorlijk, iets te gaar naar haar smaak. De leerling-koks zaten er niet ver naast.

Waarom heb ik dan het gevoel dat ik al veel te veel van dit soort maaltijden heb gegeten?

Ze slikte en haar uiterst gevoelige smaakpapillen bespeurden toevoegingen. Dit voedsel was hier niet alleen maar om Moeder Superior van nieuwe brandstof te voorzien. Iemand in de keuken had haar voedingslijst van die dag opgevraagd en deze schotel daaraan aangepast.

Voedsel is een val, bedacht ze. Nog meer verslavingen. Ze hield niet van de handige manier waarop de koks van het Kapittel de dingen verstopten die ze 'voor de gezondheid van de eters' in het voedsel stopten. Ze wisten natuurlijk dat een Eerwaarde Moeder ingredienten kon herkennen en binnen zekere grenzen haar stofwisseling kon aanpassen. Ze bekeken haar momenteel met argusogen en vroegen zich af hoe Moeder Superior het menu van hedenavond zou vinden.

Onder het eten luisterde ze naar de andere eters. Niemand drong zich aan haar op - niet lichamelijk en niet met de stem. De geluiden keerden bijna terug tot wat ze waren voor zij binnenkwam. Kwekkende stemmen veranderden altijd iets van toon als zij binnenkwam en hervatten vervolgens hun gekwek op een lager geluidsniveau.

In al die drukke hoofden om haar heen lag een onuitgesproken vraag: Waarom is ze vanavond hier?

Odrade bespeurde stil ontzag bij sommige eters in haar nabijheid, een reactie die Moeder Superior soms in haar voordeel aanwendde. Ontzag met een scherp kantje eraan. Leerlingen fluisterden onder elkaar (volgens de verslagen van de Proctors): 'Ze heeft Taraza.' Ze bedoelden dat Odrade haar gestorven voorganger als primaire Andere Herinnering had. Ze vormden met zijn tweeen een historisch paar, verplichte studiestof voor kandidaten.

Dar en Tar, nu al een legende.

Zelfs Bellonda (dierbare oude venijnige Bell) benaderde Odrade daarom altijd slinks. Heel weinig frontale aanvallen, heel weinig gebral in haar ruzieachtige beschuldigingen. Taraza's algemeen erkende verdienste was dat ze de Zusterorde had gered. Dat legde veel tegenstanders het zwijgen op. Taraza had gezegd dat Achtenswaarde Matres in wezen barbaren waren en dat hun gewelddadigheid weliswaar niet helemaal om te buigen was, maar wel in de richting van bloedige vertoningen gestuurd kon worden. De loop der gebeurtenissen had dit min of meer bevestigd.

Tot op zekere hoogte juist, Tor. Geen van ons voorzag de reikwijdte van hun gewelddadigheid-

Taraza's klassieke muleta-zwaai (hoe passend dit beeld uit de arena) had de Achtenswaarde Matres tot zulke langdurige bloedbaden gedreven dat het heelal wemelde van potentiele medestanders van hun gebrutaliseerde slachtoffers.

Hoe kan ik ons verdedigen?

Het was niet zozeer dat verdedigingsplannen ontoereikend waren. Ze konden zinloos worden.

Dat is natuurlijk wat ik zoek. We moeten een loutering ondergaan en voorbereid worden op een bovenmenselijke inspanning.

Bellonda had die gedachte met hoon begroet.

'Voor ons overlijden? Moeten we daarvoor gelouterd worden?'

Bellonda zou tegenstrijdige gevoelens koesteren als ze erachter kwam wat Moeder Superior van plan was. Venijnige-Bellonda zou het toejuichen. Mentat Bellonda zou pleiten voor uitstel 'tot op een gunstiger ogenblik'.

Maar ik zal mijn eigen eigenaardige weg zoeken, wat mijn Zusters er ook van vinden.

En vele Zusters vonden Odrade verreweg de vreemdste Moeder Superior die ze ooit aanvaard hadden. Meer omhoog gestoten door de linkerhand dan door de rechter. Primaire Taraza. Ik was bij de hand toen je stierf. Er was niemand anders om je persoonlijkheid over te nemen. Omhoog gestoten door toeval?

Velen hadden bezwaren tegen Odrade. Maar als er verzet rees kwamen ze altijd weer terecht bij 'Taraza als Primaire Andere Herinnering - de beste Moeder Superior uit ons hele bestaan.'

Vermakelijk! Taraza in haar binnenste was de eerste die erom lachte en vroeg: Waarom vertel je hun niet over mijn vergissingen, Dar? Vooral over hoe ik me in jou heb vergist.

Odrade kauwde bedachtzaam op een hap glibberkarbonade. Ik moet nodig weer eens op bezoek bij Sheeana. Naar het zuiden de woestijn in, en zo spoedig mogelijk. Sheeana moet voorbereid worden om Tam te kunnen ontvangen.

Het veranderende landschap nam een grote plaats in Odrades gedachten in. De Kapittelplaneet werd al meer dan vijftienhonderd jaar door de Bene Gesserit bewoond. In alles is onze aanwezigheid te bespeuren. Niet alleen in bijzondere bosjes of wijngaarden of fruitgaarden. Hoe zou het de ziel van hun gemeenschap beinvloeden, hun vertrouwde land zo sterk te zien veranderen?

De leerling die naast Odrade zat schraapte zachtjes haar keel. Wilde ze iets tegen Moeder Superior gaan zeggen? Een zeldzame gebeurtenis. De jonge vrouw bleef zonder een woord te zeggen dooreten.

Odrades gedachten keerden terug naar de in het verschiet liggende reis naar de woestijn. Sheeana mocht niet weten waarvoor ze kwam. Ik moet er zeker van zijn dat zij degene is die we nodig hebben. Sheeana moest eerst eens een aantal vragen beantwoorden.

Odrade wist wat ze op haar tijdens korte onderbrekingen onderweg uitgevoerde inspecties zou aantreffen. In Zusters, in planten- en dierenleven, tot in de fundamenten van het Kapittel toe, zou ze veranderingen aantreffen, overduidelijke veranderingen en subtiele, dingen die de beroemde gemoedsrust van de Moeder Superior verstoorden. Zelfs Murbella die toch nooit buiten het non-schip kwam voelde die veranderingen.

Diezelfde morgen nog had Murbella, met haar rug naar haar toetsenbord gekeerd, met nieuwe aandacht naar de voor haar staande Odrade zitten luisteren. Geprikkelde waakzaamheid bij de gevangen Achtenswaarde Mater. Haar stem verraadde twijfels en onevenwichtige oordelen.

'Alles is vergankelijk, Moeder Superior?'

'Dat is kennis die je is ingeprent door Andere Herinneringen. Geen planeet, geen land of zee, en geen deel van land of zee blijven eeuwig bestaan.'

'Een ziekelijk sombere gedachte!' Afkeuring.

'Waar we ons ook bevinden, we zijn slechts beheerders.'

'Een zinloos standpunt.' Aarzelend, alsof ze zich afvroeg waarom Moeder Superior juist op dit moment zulke dingen zei.

'Ik hoor Achtenswaarde Matres in jouw woorden doorklinken. Ze hebben je hebzuchtige dromen gegeven, Murbella.' 'Dat zegt u!' Uiterst gebelgd.

'Achtenswaarde Matres denken dat ze eindeloze geborgenheid kunnen kopen: een kleine planeet, weet je wel, met een flink grote onderdanige bevolking.'

Murbella trok een lelijk gezicht.

'Meer planeten!' snauwde Odrade. 'Altijd maar meer en meer en meer! Daarom zijn ze terug komen zwermen.' 'Niet veel te halen in dit Oude Rijk.'

'Uitstekend, Murbella! Je begint te denken als een van ons.' 'En dat maakt me een niets!'

'Geen vlees en geen vis, maar je eigen ware ik? Zelfs daar ben je alleen maar een beheerder. Pas op Murbella! Als je denkt dat je iets bezit, loop je op drijfzand.'

Dit veroorzaakte een verbaasde frons. Er zou iets gedaan moeten worden aan de manier waarop Murbella haar emoties zo maar open en bloot over haar gezicht liet trekken. Hier was dat wel toelaatbaar, maar eens...

'Je kunt dus niets met zekerheid bezitten. Nou en?' Bitter, bitter.

'Je zegt af en toe de juiste dingen maar volgens mij heb jij nooit een plaats in je binnenste gevonden waar je het je hele leven kunt uithouden.'

'Tot een vijand me vindt en me afslacht?'

Die Achtenswaarde Mater opleiding blijft plakken als lijm! Maar gisteravond sprak ze tegen Duncan op een manier die me vertelt dat ze eraan toe is. Volgens mij was het het schilderij van Van Gogh dat haar gevoelig maakte. Ik hoorde het aan haar stem. Ik moet die opname nog eens bekijken.

'Wie zou jou willen afslachten, Murbella?'

'Jullie kunnen nooit een aanval van Achtenswaarde Matres doorstaan!'

'Wat ons betreft heb ik je de grondregel al verteld: Geen enkele plaats is eeuwig veilig.'

'Weer een van die zinloze vervloekte lessen van jullie!'

In de leerlingeneetzaal bedacht Odrade dat ze nog geen tijd had gevonden om die camera-opname van Duncan en Murbella nog eens te bekijken. Bijna ontsnapte haar een zucht. Ze vermomde hem met een kuchje. Het ging niet aan om de jonge vrouwen te laten zien dat Moeder Superior van streek was.

Op naar de woestijn en naar Sheeana! Inspectietocht zodra ik er tijd voor kan vrijmaken. Tijd!

Weer maakte de leerling die naast Odrade zat dat keel schrapende geluid. Odrade bekeek haar uit haar ooghoeken - blond, korte zwarte jurk afgezet met witte banden - Derde Tussenstadium. Geen hoofdbewegingen in Odrades richting, geen zijdelingse blikken.

Dit zal ik ook op mijn inspectietocht aantreffen: angst. En in het landschap van die zaken die we altijd zien als onze tijd begint op te raken: bomen die niet omgehakt zijn omdat de houthakkers er niet meer zijn -- met onze Verstrooiing meegestuurd, opgeslokt door hun graf, vertrokken naar onbekende plaatsen, misschien zelfs wel als contractarbeider. Zal ik bouwkundige Grillen aantrekkelijk zien worden omdat ze niet voltooid zijn, de bouwvakkers vertrokken? Nee. Wij hebben het niet zo op Grillen.

Andere Herinneringen bevatten voorbeelden die zij ook wel graag zou willen aantreffen: oude gebouwen die mooier waren omdat ze niet voltooid waren. De aannemer failliet, een eigenaar boos op zijn maitresse... Sommige dingen waren daardoor interessanter geworden: oude muren, oude ruines. Beeldhouwwerk van de Tijd.

Wat zou Bell zeggen als ik een Gril in mijn lievelingsboomgaard liet bouwen?

De leerling naast Odrade zei: 'Moeder Superior?'

Uitstekend! Ze weten zo zelden de moed op te brengen.

'Ja?' Vaag twijfelend. Dit kan maar beter belangrijk zijn. Zou ze het horen?

Ze hoorde het. 'Ik stoor u, Moeder Superior omdat het dringend is en omdat ik uw belangstelling voor de boomgaarden ken.'

Geweldig! Deze leerling had duffe benen maar dat strekte zich niet uit tot haar hersens. Odrade staarde haar zwijgend aan.

'Ik ben degeen die de kaart voor uw slaapkamer maakt, Moeder Superior.'

Dit was dus een betrouwbare ingewijde, een persoon aan wie werk voor Moeder Superior werd toevertrouwd. Nog veel beter.

'Krijg ik mijn kaart al gauw?'

'Over twee dagen, Moeder Superior. Ik ben bezig om de dagelijkse groei van de woestijn aan te geven op losse vellen die over de kaart heen geprojecteerd kunnen worden.'

Een kort knikje. Dat was in de oorspronkelijke opdracht vervat: een leerling om de kaart bijgewerkt te houden. Odrade wilde iedere morgen bij het ontwaken haar verbeelding laten prikkelen door dat veranderende beeld, de allereerste indruk die haar bewustzijn na het wakker worden opdeed.

'Ik heb vanmorgen een rapport in uw werkkamer gelegd, Moeder Superior. "Boomgaard-beheer". Misschien heeft u het nog niet ingezien.'

Odrade had alleen het etiket gelezen. Ze kwam nogal laat terug van haar oefeningen en ze had gepopeld om Murbella op te zoeken. Er hing zoveel af van Murbella!

'De plantages rond het Hoofdkwartier moeten opgegeven worden, of er moeten maatregelen genomen worden om ze in stand te houden,' zei de leerling. 'Dat is zo ongeveer de strekking van het rapport.'

'Geef de inhoud van het rapport woordelijk weer.'

De avond viel en de lampen gloeiden aan terwijl Odrade luisterde. Beknopt. Bondig zelfs. Het rapport had een vermanende toon die Odrade herkende als afkomstig van Bellonda. Niet mede ondertekend door het Archief, maar de waarschuwingen van Klimaatbeheer liepen via het Archief en deze leerling had bepaalde stukken letterlijk overgenomen.

De leerling zweeg, het rapport was uit.

Hoe moet ik reageren'? Boomgaarden, weiden en wijngaarden waren niet louter een buffer tegen het binnendringen van vreemden of aangename versieringen van het landschap. Ze hielden ook het moreel van het Kapittel hoog en de tafels gevuld.

Ze houden mijn moreel hoog.

Wat zat deze leerling rustig te wachten. Blond krullend haar en een rond gezicht. Innemend voorkomen, hoewel haar mond iets te breed was. Haar bord was nog niet leeg, maar ze at niet. Haar handen lagen gevouwen in haar schoot. Ik hen hier om u te dienen, Moeder Superior.

Terwijl Odrade haar antwoord formuleerde, werd ze overvallen door een herinnering - een oud voorval dat in simultaanstroom over haar momentane waarnemingen spoelde. Ze herinnerde zich haar ornithopter vliegopleiding. Twee leerlingen met instructeur midden op de dag hoog boven de moerassen van Lampadas. Ze was ingedeeld met de meest onhandige leerling die de Zusterorde ooit had kunnen toelaten. Kennelijk een op genen gebaseerde keus. De teeltleidsters wilden haar hebben om een van haar eigenschappen te kunnen laten erven door nakomelingen. Het was in ieder geval niet om haar geestelijke evenwichtigheid of om haar verstand! Odrade herinnerde zich haar naam: Linchine.

Linchine had tegen hun instructeur geroepen: 'Ik zal die verdomde 'thopter leren vliegen!'

En ondertussen werden ze duizelig van het snelle rondwentelen van hemel en landschap met bomen en drassige meeroever. Zo leek het: wij stonden stil en de wereld draaide rond. Linchine die steeds maar precies het verkeerde bleef doen. Elke beweging deed hen alleen maar nog heviger tollen.

De instructeur koppelde haar los van het besturingssysteem door de onderbrekerschakelaar over te halen waar alleen hij bij kon. Hij deed pas zijn mond open toen ze weer recht en horizontaal vlogen.

'U zult dit ding nooit leren vliegen, dame. Nooit van zijn leven! U mist de juiste reacties. Bij iemand als u moet je die al voor de puberteit beginnen te oefenen.'

'Welles! Welles! Ik zal dit kreng besturen.' Haar handen rukten aan de nutteloze instrumenten.

'U bent hopeloos, dame. U blijft aan de grond!'

Odrade haalde opgelucht adem en besefte dat ze aldoor al had geweten dat Linchine hen had kunnen laten verongelukken.

Linchine draaide zich om naar Odrade die achterin zat en gilde: 'Zeg het tegen hem! Zeg tegen hem dat hij een Bene Gesserit moet gehoorzamen!'

Doelend op het feit dat Odrade, die Linchine een paar jaar voor was, al een gebiedende persoonlijkheid vertoonde.

Odrade bleef zwijgend zitten zonder een spier te vertrekken.

Zwijgen is vaak het beste commentaar, had een of andere Bene Gesserit grappenmaker op een spiegel in het waslokaal geschreven. Odrade vond dat destijds en ook later een prima raad.

Odrade richtte haar aandacht weer op de behoefte van de leerling in de eetzaal en ze vroeg zich af waarom die oude herinnering zich aan haar opgedrongen had. Zulke dingen gebeurden zelden zonder doel. Zwijgen moet ik nu in ieder geval niet. Een grapje? Ja! Dat was de boodschap. Odrade's humor (naderhand aangewend) had Linchine iets over zichzelf geleerd. Humor onder spanning.

Odrade lachte tegen de leerling naast haar in de eetzaal. 'Hoe zou je het vinden om een paard te zijn?'

'Wat?' Ze was zo verbaasd dat ze dat woord liet ontsnappen, maar ze beantwoordde de lach van Moeder Superior. Daar was niets schrikbarends aan. Heel hartelijk zelfs. Iedereen zei dat Moeder Superior genegenheden toestond.

'Je begrijpt er niets van, natuurlijk,' zei Odrade.

'Nee, Moeder Superior.' Nog steeds lachend en geduldig afwachtend.

Odrade liet haar blik onderzoekend over het jonge gezicht dwalen. Heldere blauwe ogen nog onberoerd door het verslindende blauw van de Speciemarteling. Een mond die wel wat op die van Bell leek, maar zonder het venijn. Betrouwbare spieren en een betrouwbaar verstand. Ze zou de behoeften van Moeder Superior heel goed kunnen aanvoelen. Daarvan getuigde de opdracht voor de kaart en dat rapport. Gevoelig. Hoorde bij haar prima verstand. Zou waarschijnlijk nooit de hoogste top bereiken maar zou altijd te vinden zijn op een sleutelpositie waar haar kwaliteiten onmisbaar waren.

Waarom ben ik juist naast haar gaan zitten?

Odrade zocht vaak een speciale disgenoot uit bij haar bezoeken aan de eetzaal. Meestal een leerling. Die konden zich zo blootgeven. Rapporten vonden vaak hun weg naar de werkkamer van Moeder Superior: persoonlijke opmerkingen van Proctors over een of andere leerling. Maar soms koos Odrade een zitplaats om een voor haar onverklaarbare reden. Net als vanavond. Waarom juist naast deze?

Er werd zelden een praatje gemaakt, tenzij Moeder Superior het initiatief nam. Meestal begon ze heel voorzichtig om vervolgens meer intieme zaken aan te snijden. Anderen om hen heen luisterden gretig.

Op zulke ogenblikken vertoonde Odrade een bijna religieuze rust. Dat stelde zenuwachtige leerlingen op hun gemak. Leerlingen waren... nu ja, leerlingen, maar de Moeder Superior was hun aller opperheks. Logisch dat ze zenuwachtig waren.

Achter Odrades rug fluisterde iemand: 'Vanavond gaat ze Streggi doorzagen.'

Doorzagen. Odrade kende de uitdrukking. Die was in haar leerlingentijd ook gebruikt. Deze heette dus Streggi. Voorlopig zal ik haar niet zo noemen. Namen bezitten een soort toverkracht.

'Vond je het eten lekker vanavond?' vroeg Odrade.

'Het was heel redelijk, Moeder Superior.' Je deed je best om geen valse meningen te uiten, maar Streggi was een beetje van haar stuk door de plotselinge wending in het gesprek.

'Ze hebben het iets te gaar gekookt,' zei Odrade.

'Hoe kunnen ze het iedereen naar de zin maken als ze voor zoveel mensen moeten koken, Moeder Superior?'

Ze komt voor haar mening uit en dat doet ze nog goed ook.

'Je linkerhand trilt,' zei Odrade.

'Ik ben zenuwachtig door uw aanwezigheid, Moeder Superior. En ik kom net uit de oefenzaal. Was vandaag erg vermoeiend.'

Odrade analyseerde de trillingen. 'Ze hebben je laten heffen met gestrekte arm.'

'Was dat in uw tijd ook zo pijnlijk, Moeder Superior?' (Zo lang geleden?)

'Net zo pijnlijk als tegenwoordig. Van pijn leer je, vertelden ze mij.'

Dat verzachtte de verhoudingen. Gedeelde ervaringen, de praatjes van de Proctors.

'Ik begrijp dat niet van die paarden, Moeder Superior.' Streggi keek naar haar bord. 'Dit kan toch onmogelijk paardenvlees zijn. Ik weet zeker dat ik...'

Odrade lachte luidkeels zodat iedereen verbaasd opkeek. Ze legde een hand op Streggi's arm en zwakte haar lach af tot een vriendelijke grijns. 'Dank je, kind. Niemand heeft me in jaren zo laten lachen. Ik hoop dat dit het begin is van een lange, vreugdevolle omgang.'

'Dank u, Moeder Superior, maar ik -'

'Ik zal je vertellen wat ik met dat paard bedoelde. Het was een grapje van me en niet bedoeld om je te kleineren. Ik wil graag dat je een jong kind op je schouders draagt om hem sneller te verplaatsen dan zijn korte beentjes hem kunnen dragen.'

'Zoals u wenst, Moeder Superior.' Geen tegenwerpingen, geen nieuwe vragen. Vragen waren er wel, maar de antwoorden zouden vanzelf wel duidelijk worden en Streggi wist dat.

Magische tijd.

Terwijl ze haar hand terugtrok zei Odrade: 'Hoe heet je?'

'Streggi, Moeder Superior. Aloana Streggi.'

'Wees gerust, Streggi. Ik zal voor de boomgaarden zorgen. We hebben ze nodig, niet alleen als voedselbron maar net zo goed voor het moreel. Meld je vanavond bij Hertoewijzing. Geef door dat ik je morgenochtend om zes uur in mijn werkkamer verwacht.'

'Ik zal er zijn, Moeder Superior. Blijf ik uw kaart bijhouden?' - toen Odrade overeind kwam om te vertrekken.

'Voorlopig wel Streggi. Maar vraag Hertoewijzing om een nieuwe leerling en ga haar inwerken. Weldra zul je het voor de kaart veel te druk hebben.'

'Dank u, Moeder Superior. De woestijn groeit erg snel.'

Streggi's woorden gaven Odrade een zekere voldoening en verjoegen de sombere stemming die haar het grootste deel van de dag al plaagde.

De cyclus kreeg weer een nieuwe kans, maakte weer een nieuwe omwenteling, gedwongen door die onderaardse krachten die 'leven' en 'liefde' werden genoemd en nog meer overbodige benamingen.

En zo wentelt hij verder. En zo vernieuwt hij zichzelf. Toverij. Welke heksenbezwering zou je aandacht van dit wonder kunnen wegnemen?

In haar werkkamer gaf ze een opdracht door aan Klimaatbeheer en vervolgens schakelde ze al haar kantoorapparatuur uit en liep naar het erkerraam. Het Kapittel gloeide bleek rood op in de nacht door de weerschijn van lichten op de grond tegen de laaghangende bewolking. Het gaf de daken en de muren een romantisch aanzien dat Odrade vlug verwierp.

Romantiek? Er was niets romantisch aan wat ze daarnet in de leerlingeneetzaal had gedaan.

Ik heb het dus toch gedaan. Ik heb me vastgelegd. Nu moet Duncan de Bashar zijn herinneringen teruggeven. Een moeilijke opdracht.

Ze bleef naar de nacht staan turen en onderdrukte de knopen in haar maag.

Niet alleen mezelf heb ik gebonden, maar ik heb ook alles wat nog van mijn Zusterorde over is gebonden. Zo voelt dat dus, Tar. Zo voelt dat dus en je plan is riskant.

Het zou gaan regenen. Odrade voelde het aan de lucht die door de ventilatorspleten rond het raam naar binnen kwam. Daarvoor hoefde ze het weerbericht niet te lezen. Dat deed ze trouwens tegenwoordig toch zelden. Waarom zou ze de moeite nemen? Maar Streggi's rapport bevatte een krachtige waarschuwing.

Regenbuien begonnen hier steeds zeldzamer te worden en iets om met vreugde te begroeten. Ondanks de kou zouden de Zusters naar buiten komen om in de regen te lopen. Die gedachte had iets treurigs. Elke regenbui die ze zag bracht dezelfde vraag mee: Is dit de laatste?

De mensen van Klimaatbeheer haalden heldhaftige toeren uit om de zich uitbreidende woestijn droog te houden en de begroeide streken bevloeid. Odrade wist niet hoe ze erin geslaagd waren om aan haar opdracht voor deze regenbui tegemoet te komen. Weldra zouden ze zulke bevelen niet meer kunnen opvolgen, zelfs niet van de Moeder Superior. De woestijn zal zegevieren, want dat is wat we in beweging gezet hebben.

Ze deed de middelste ramen van de erker open. Op deze hoogte was de wind gaan liggen. Alleen de wolken hoog in de lucht bewogen. Wind op grotere hoogten joeg de boel op. Het weer bracht een dringende sfeer mee. De lucht was kil. Ze hadden dus de temperatuur aangepast om deze regenbui teweeg te brengen. Ze deed de ramen dicht en voelde geen enkel verlangen om naar buiten te gaan Moeder Superior had geen tijd om het spelletje laatste regenbui te spelen. Een regenbui tegelijk. En altijd was er daarginds de woestijn die onverbiddelijk in hun richting opdrong.

Die kunnen we in kaart brengen en gadeslaan. Maar die jager achter mijn rug - die nachtmerriefiguur met de bijl? Welke kaart vertelt me waar zij vannacht uithangt?