Snel iets doorhebben is vaak een reflex van de 'knie wip' soort en is de meest gevaarlijke vorm van begrijpen. Het schuift een ondoorzichtig gordijn voor je leervermogen. Wettelijke jurisprudentie werkt zo en bezaait je pad met doodlopende stegen. Wees gewaarschuwd. Begrijp niets. Alle begrip is tijdelijk.

Mentat dogma (adacto)

Alleen achter zijn toetsenbord gezeten stuitte Idaho bij toeval op een opmerking die hij in het scheepsbestand had opgeslagen toen hij hier nog maar net gevangen zat, en dat kieperde hem hals over kop terug (zo beschreef hij het later) in de opvattingen en zintuiglijke gewaarwordingen van die dagen. Het was niet langer de middag van een frustrerende dag in het non-schip. Hij was daar weer, uitgespreid tussen toen en nu zoals zijn reeks ghola levens deze belichaming verbond met zijn oorspronkelijke geboorte.

Onmiddellijk zag hij wat hij inmiddels 'het net' was gaan noemen en het oudere echtpaar afgebakend door een wirwar van lijnen, hun gestalten zichtbaar door een pinkelen van schitterende koorden - groen, blauw, goud en een zilver dat zo glom dat het zeer deed aan zijn ogen.

Hij bespeurde een goddelijke stabiliteit in deze mensen, maar ze hadden ook iets alledaags. Het woord gewoon kwam bij hem op. Het inmiddels bekende landschap strekte zich achter hen uit: bloeiende struiken (rozen, dacht hij), golvende grasvelden en hoge bomen.

Het paar nam hem op hun beurt zo scherp op dat Idaho zich naakt voelde.

Het visioen had nieuwe kracht gekregen! Niet langer bleef het beperkt tot het grote ruim, waar het hem als een steeds krachtiger magneet zo vaak naar toe trok dat hij wist dat de waakhonden iets hadden gemerkt.

Is hij een tweede Kwisatz Haderach?

De achterdocht van de Bene Gesserit kon een bepaalde drempel overschrijden en dat zou zijn dood betekenen. En ook nu hielden ze hem in de gaten! Vragen, zorgelijke gissingen. In weerwil daarvan kon hij zich niet van het visioen losrukken.

Waarom kwam dat oudere echtpaar hem zo vertrouwd voor? Iemand uit zijn verleden? Verwanten?

Mentat doorvlooien van zijn geheugen leverde niets op dat bij het visioen paste. Ronde gezichten. Kleine kinnetjes. Vlezige plooien in hun wangen. Donkere ogen. Het net maakte de kleur onzichtbaar. De vrouw droeg een lange blauw met groene jurk die over haar voeten viel. Een wit voorschoot met groene vlekken bedekte de jurk van haar forse boezem tot vlak onder haar middel. Tuingereedschap bungelde in lussen aan het voorschoot. Ze had een pootschepje in haar rechterhand. Haar haar was grijs. Een paar slierten waren aan haar strakke groene hoofddoek ontsnapt en krulden om haar ogen, waar ze haar lachrimpels benadrukten. Ze zag er uit als... een lieve grootmoeder.

De man paste bij haar alsof hij door dezelfde kunstenaar was geschapen als een volmaakte partner. Tuinbroek over een forse buik. Blootshoofds. Diezelfde donkere ogen met schitterende pretlichtjes. Rechtopstaand kortgeknipt dik grijs haar.

Hij had het vriendelijkste gezicht dat Idaho ooit had gezien. Opgekrulde lachrimpels naast zijn mondhoeken. Hij had een kleine spade in zijn linkerhand en op de uitgestoken palm van zijn rechterhand lag iets dat eruit zag als een kleine metalen bal. Uit de bal kwam een doordringend gefluit dat Idaho zijn handen voor zijn oren deed slaan. Dat deed het geluid niet ophouden. Het stierf uit zichzelf weg. Hij liet zijn handen zakken.

Geruststellende gezichten. Die gedachte wekte Idaho's achterdocht want nu herkende hij de vertrouwdheid. Ze leken een beetje op gelaatsdansers, tot aan hun kleine dopneuzen toe.

Hij leunde naar voren maar het visioen bleef even ver weg. 'Gelaatsdansers,' fluisterde hij.

Net en ouder echtpaar verdwenen.

Hun plaats werd ingenomen door Murbella in een glanzend zwart oefentricot gestoken. Hij moest zijn hand uitsteken en haar aanraken voor hij kon geloven dat ze daar werkelijk stond.

'Duncan? Wat is er? Je bent helemaal bezweet.'

'Ik... denk dat het komt door iets dat die vervloekte Tleilaxu in me hebben gestopt. Ik zie telkens maar... volgens mij zijn het gelaatsdansers. Ze... ze kijken naar me en daarnet... een fluittoon. Deed zeer.'

Ze keek omhoog naar de camera-ogen maar zo te zien niet erg ongerust. Dit was iets dat de Zusters mochten weten want het leverde toch geen onmiddellijk gevaar op... behalve dan misschien voor Scytale.

Ze liet zich op haar hurken naast hem zakken en legde haar hand op zijn arm. 'Iets dat ze in de tanks met je lijf hebben uitgehaald?'

'Nee!'

'Maar je zei...'

'Mijn lijf is gewoon een nieuwe koffer voor deze reis. Het bevat alle chemische processen en alle materie die ik ooit heb gehad. Het verschil zit in mijn geest.'

Dat maakte haar ongerust. Ze wist hoe bang de Bene Gesserit voor wilde gave was. 'Die vervloekte Scytale!' 'Ik vind het wel,' zei hij.

Hij sloot zijn ogen en hoorde Murbella opstaan. Haar hand verdween van zijn arm.

'Misschien kan je dat maar beter niet doen, Duncan.' Haar stem klonk heel ver weg.

Geheugen. Waar hadden ze het geheim verstopt? Diep in de oorspronkelijke cellen? Tot op dit moment had hij zijn geheugen beschouwd als een mentat werktuig. Hij kon zich voor de geest halen hoe hij er uitzag al die keren dat hij lang geleden voor de spiegel had gestaan. Heel dichtbij om een ouderdomsrimpel te inspecteren. Kijkend naar een vrouw die achter zijn rug stond -twee gezichten in de spiegel en het zijne vol vragen.

Gezichten. Een lange reeks maskers, verschillende aanzichten van deze persoon die hij mijzelf noemde. Een tikje onevenwichtige gezichten. Soms met grijs haar, soms met de pikzwarte karakul vacht uit zijn huidige leven. Soms amusant, soms ernstig en zoekend in zijn binnenste naar wijsheid om een nieuwe dag mee tegemoet te kunnen treden. Ergens daar tussenin bevond zich een bewustzijn dat waarnam en afwoog. Iemand die keuzes maakte. De Tleilaxu hadden daarmee geknoeid.

Idaho voelde zijn bloed sneller stromen en hij wist dat er gevaar nabij was. Om dit te ervaren was hij voorbestemd... maar niet door de Tleilaxu. Hij was ermee geboren.

Dit is de betekenis van leven.

Geen enkele herinnering uit zijn andere levens, niets dat de Tleilaxu hem hadden aangedaan, veranderde ook maar een zier aan zijn diepste gewaarwording.

Hij deed zijn ogen open. Murbella stond nog steeds naast hem maar haar gezicht was gesloten. Zo zal ze er dus uitzien als Eerwaarde Moeder.

Deze verandering in haar stond hem helemaal niet aan.

'Wat gebeurt er als de Bene Gesserit falen?' vroeg hij.

Toen ze geen antwoord gaf, knikte hij. Ja. Dat is de ergste veronderstelling. De Zusterorde door de plee van de geschiedenis gespoeld. En dat wil jij niet, mijn liefste.

Hij kon het aan haar gezicht zien toen ze zich omdraaide en hem alleen liet.

Hij keek omhoog naar de camera-ogen en zei: 'Dar. Ik moet met je praten, Dar.'

Geen van de apparaten om hem heen gaf enige sjoege. Dat had hij ook niet verwacht. Maar hij wist dat hij tegen haar kon praten en dat zij zou moeten luisteren.

'Ik heb ons probleem van de andere kant benaderd,' zei hij. En hij stelde zich het drukke snorren van opname-apparaten voor die zijn stemgeluid opspoelden in ridulische kristallen. 'Ik ben in de geest van Achtenswaarde Matres gekropen. Ik weet dat het me is gelukt. Murbella geeft weerklank.'

Dat zou hen wakker schudden. Hij had zijn eigen Achtenswaarde Mater. Maar had was niet het juiste woord. Hij had Murbella niet. Zelfs niet in bed. Ze hadden elkaar. Ze hoorden bij elkaar zoals die mensen uit zijn visioen bij elkaar leken te horen. Was dat wat hij daar zag? Twee oudere mensen die door Achtenswaarde Matres seksueel geoefend waren?

'Ik verdiep me nu in een andere kwestie,' zei hij. 'Hoe de Bene Gesserit te overwinnen.'

Dat wierp de knuppel in het hoenderhok.

'Episodes,' zei hij. Een woord dat Odrade graag gebruikte.

'Zo moeten we wat ons overkomt beschouwen. Kleine episodes. Zelfs ergste geval aannames moeten tegen die achtergrond bezien worden. De Verstrooiing heeft een omvang die alles wat wij doen een dwergformaat geeft.'

Daar! Dat bewees zijn waarde voor de Zusters. Het plaatste Achtenswaarde Matres in een beter perspectief. Zij waren hier in het Oude Rijk. Mededwergen. Hij wist dat Odrade het zou zien. Bell zou het haar laten zien.

Ergens daarbuiten in het Oneindige Heelal had een jury een vonnis geveld over Achtenswaarde Matres. De wet en haar handhavers hadden voor de jagers niet gezegevierd. Hij vermoedde dat zijn visioen hem twee van de juryleden had laten zien. En als ze gelaatsdansers waren, dan waren ze niet Scytales gelaatsdansers. Die twee mensen achter het schitterende net behoorden niemand anders toe dan zichzelf.