Sommige mensen nemen nooit deel. Het leven overkomt hun gewoon. Ze redden zich met weinig meer dan domme hardnekkigheid en stellen zich met woede of geweld te weer tegen alles wat hen uit hun van wrok vervulde waan van veiligheid zou kunnen verheffen.

Alma Mavis Taraza

Heen en weer, heen en weer. De hele dag lang, heen en weer. Odrade bekeek de ene camera-opname na de andere, zoekend, besluiteloos, onrustig. Eerst een opname van Scytale, vervolgens de jonge Teg daarginds met Duncan en Murbella en dan langdurig naar buiten staren terwijl ze nadacht over Burzmali's laatste rapport van Lampadas.

Hoe gauw zouden ze kunnen proberen om de Bashar zijn geheugen terug te geven? Zou een in zijn oorspronkelijke persoon herstelde ghola wel gehoorzamen?

Waarom hebben we niets meer van de Rabbi gehoord? Moeten we een aanvang maken met Extremis Progressiva, het zoveel mogelijk onderling Delen? Dat zou een vernietigende uitwerking op het moreel hebben.

Opnames werden boven haar tafel geprojecteerd terwijl assistenten en raadslieden in en uit liepen. Noodzakelijke storingen. Dit tekenen. Dat goedkeuren. Melangerantsoen voor deze groep verminderen?

Bellonda was aanwezig, aan de andere kant van de tafel. Ze vroeg niet langer waarnaar Odrade op zoek was maar keek gewoon toe met die niet van wijken wetende blik. Genadeloos.

Ze hadden gedebatteerd over het feit of een nieuwe zandworm-populatie in de Verstrooiing al dan niet de kwalijke invloed van de Dwingeland zou herstellen. Die eindeloze droom in elke nieuwe belichaming van de worm bleef Bell zorgen baren. Maar alleen het bevolkingsaantal bewees al dat de Dwingeland geen greep meer had op hun bestemming.

Tamalane was eerder op de dag even binnengelopen om Bellonda om een opname te vragen. Bellonda die net een nieuwe voorraad dossiers had doorgewerkt, was losgebarsten in een scheldkanonnade over de snel wisselende samenstelling van de Zusterorde en de snel minderende voorraden.

Odrade zat nu uit het raam te staren en zag de schemering over het landschap kruipen. De duisternis nam in bijna onmerkbare gradaties toe. Toen het bijna helemaal donker was zag ze ineens de lichten in de verte van de huizen tussen de plantages. Ze wist dat die lichten al veel eerder waren ontstoken, maar ze had de gewaarwording dat de nacht de lichten had geschapen. Hier en daar ging er af en toe een uit als de mensen zich in hun woningen verplaatsten. Geen mensen - geen licht. Zuinig met energie.

Uitfloepende lampen hielden haar aandacht even gevangen. Een variatie op de oude vraag omtrent een boom die midden in het bos omviel: was er geluid als niemand het hoorde? Odrade schaarde zich aan de zijde van degenen die zeiden dat er toch trillingen bestonden, of die nu door een waarnemer geregistreerd werden of niet.

Wordt onze Verstrooiing gadegeslagen door geheime waarnemers? Van wat voor nieuwe vaardigheden en uitvindingen wilden de eerste Verstrooiden gebruik maken?

Bellonda vond dat de stilte nu lang genoeg had geduurd. 'Dar, je zendt zorgelijke signalen uit door het hele Kapittel.'

Odrade nam dat zonder tegenspraak aan.

'Wat je ook doet, het wordt uitgelegd als besluiteloosheid.' Wat klinkt Bells stem treurig. 'Belangrijke groeperingen overleggen of ze je misschien niet moeten vervangen. Proctors zijn aan het stemmen.'

'Alleen de Proctors?'

'Dar, heb je gister echt naar Praska gezwaaid en haar toegeroepen dat het leven heerlijk is?' 'Ja zeker.'

'Wat ben je toch aldoor aan het doen?'

'Herbezinnen. Nog niets van Dortujla gehoord?'

'Dat heb je vandaag al minstens tien keer gevraagd!' Bellonda wees naar de werktafel. 'Je grijpt steeds maar terug op Burzmali's laatste rapport van Lampadas. Iets dat we over het hoofd hebben gezien?'

'Waarom blijven onze vijanden zo hardnekkig aan Gammu vasthouden? Vertel me dat eens, mentat.'

'Ik heb onvoldoende gegevens en dat weet je heel goed!'

'Burzmali was geen mentat maar zijn beeld van de gebeurtenissen heeft een indringende kracht, Bell. Ik hou mezelf voor, nu ja, hij was de Bashars favoriete leerling. Het is begrijpelijk dat Burzmali kenmerken van zijn leermeester zou vertonen.'

'Voor de draad ermee, Dar. Wat zie jij in Burzmali's rapport?'

'Hij vult een leeg plaatje in. Niet helemaal maar... tantaliserend zoals hij telkens weer naar Gammu verwijst. Vele economische krachten hebben daar sterke bindingen. Waarom worden die draden door onze vijanden niet doorgesneden?'

'Ze zitten kennelijk in hetzelfde systeem.'

'Stel dat wij een grootscheepse aanval op Gammu doen?'

'Niemand wil zaken doen in een gewelddadige omgeving. Bedoel je dat?'

'Gedeeltelijk.'

'De meeste deelnemers aan dat economische stelsel zouden waarschijnlijk wel willen verhuizen. Een nieuwe planeet, een nieuwe ondergeschikte bevolking.'

'Waarom?'

'Ze zouden betrouwbaarder voorspellingen kunnen doen. Ze zouden natuurlijk wel hun verdediging opvoeren.'

'Dit verbond dat we daar bespeuren, Bell, ze zouden hun inspanningen verdubbelen om ons op te sporen en uit te roeien.'

'Reken maar.'

Bellonda's bondige commentaar dwong Odrades gedachten naar buiten. Ze sloeg haar ogen op naar de bergen in de verte die met hun sneeuw-tonsuren lagen te glinsteren in het licht van de sterren. Zouden de aanvallers uit die richting komen?

De schok van die gedachte had een minder verstand kunnen afstompen. Maar Odrade had geen Litanie tegen de Angst nodig om haar hoofd helder te houden. Zij had een eenvoudiger recept.

Zie )e angsten onder ogen anders groeien ze )e boven het hoofd.

Haar aanpak was heel rechtstreeks: de meest afschrikwekkende dingen in het heelal waren afkomstig van de menselijke geest. De nachtmerrie (het spookpaard van de ondergang van de Bene Gesserit) bezat zowel mythische als reele vormen. De jager met de bijl kon geest of lichaam treffen. Maar je kon de verschrikkingen van de geest niet ontvluchten.

Dan moet je ze dus onder ogen zien!

Wat kwam ze hier in deze duisternis tegen? Niet die naamloze jager met haar bijl, niet de val in de onbekende diepte (allebei zichtbaar voor haar kleine gave), maar de uiterst tastbare Achtenswaarde Matres en ieder die hen steunde.

En ik durf zelfs mijn kleine beetje voorzienigheid niet te gebruiken om ons de weg te wijzen. Ik zou onze toekomst in een onveranderlijke vorm kunnen vastleggen. Muad'Dib en zijn Dwingeland zoon deden dat en het heeft de Dwingeland vijfendertighonderd jaar gekost om ons daar weer uit te halen.

Bewegende lichtpunten ergens halverwege trokken haar aandacht. Tuinlieden die nog laat doorwerkten en gewoon de boomgaarden bleven snoeien alsof die eerbiedwaardige bomen het eeuwige leven hadden. Via de ventilatoren bereikte haar een vage rooklucht van de vuren waarin de afgesnoeide takken werden verbrand. Bene Gesserit tuinlieden waren altijd erg attent op zulke kleinigheden. Nooit dood hout laten slingeren dat parasieten kon aantrekken die vervolgens een overstapje naar levende bomen zouden kunnen maken. Schoon en opgeruimd. Alles van tevoren plannen. Hou je leefomgeving bij. Dit ogenblik maakt deel uit van de eeuwigheid.

Nooit dood hout laten slingeren?

Was Gammu dood hout?

'Wat boeit jou toch altijd zo aan boomgaarden?' wilde Bellonda weten.

Zonder haar hoofd om te draaien zei Odrade: 'Ze herstellen mijn gemoedsrust.'

Twee nachten geleden had ze daar nog een wandeling gemaakt. Het weer was koud en pittig geweest en er hing wat mist laag boven de grond. Haar voeten deden bladeren opwarrelen. Een vage geur van rottende plantenresten waar op de warmere, lager gelegen plekken een mager regentje was neergedaald. Een tamelijk aantrekkelijke, moerassige geur. De gebruikelijke gisting van het leven, zelfs op dat niveau. De kale takken boven haar hoofd tekenden zich scherp af tegen de sterrenhemel. Eigenlijk nogal deprimerend vergeleken met het voorjaar of het oogstseizoen. Maar schitterend in zijn kringloop. Het leven dat wachtte op de oproep om weer in actie te komen.

'Maak je je geen zorgen over de Proctors?' vroeg Bellonda.

'Hoe zullen ze stemmen, Bell?'

'Het is net op het kantje.'

'Zullen anderen hen navolgen?'

'Men maakt zich zorgen over je besluiten. De consequenties.'

Daar was Bell erg goed in: een heleboel betekenis in een paar woorden. De meeste Bene Gesserit besluiten moesten een drieledig doolhof doorlopen: Doelmatigheid, Consequenties en (uiterst essentieel) Wie Kan de Opdracht Uitvoeren? Je paste taak en uitvoerder zorgvuldig op elkaar af met zeer veel aandacht voor detail. Dit had een grote invloed op de Doelmatigheid en die beheerste op zijn beurt weer de Consequenties. Een goede Moeder Superior kon binnen een paar seconden haar weg door zo'n beslissingsdoolhof vinden. Dan heerste er een opgewekte stemming in het Hoofdkwartier. Ogen klaarden op. Het bericht dat ze 'zonder aarzelen optrad' deed de ronde. Dat schiep zelfvertrouwen onder de leerlingen en de andere studenten. Eerwaarde Moeders (met name Proctors) wachtten tot ze de Consequenties beoordeeld hadden.

'Zelfs Moeder Superior heeft tijd nodig.' 'Maar wat brengt je zo in beroering?' 'Probeer je me op te jagen, Bell?'

Bellonda deinsde achteruit in haar stoelhond alsof Odrade haar een zet had gegeven.

'Geduld oefenen is in deze tijden uitermate moeilijk,' zei Odrade. 'Maar het kiezen van het juiste moment beinvloedt mijn keuzes.'

'Wat heb je voor met onze nieuwe Teg? Dat is de vraag die je moet beantwoorden.'

'Als onze vijanden van Gammu zouden wegtrekken, waar zouden ze dan heengaan, Bell?'

'Wil je hen daar gaan aanvallen?'

'Ik wil ze een duwtje geven.'

'Dat is een gevaarlijk vuurtje om op te rakelen,' zei Bellonda zacht.

'We hebben een nieuw onderhandelpunt nodig.' 'Achtenswaarde Matres onderhandelen niet!'

'Maar hun bondgenoten vast wel. Zouden ze naar... laten we zeggen, Junction verkassen?'

'Wat is er zo interessant aan Junction?'

'Achtenswaarde Matres hebben daar een basis met een zeer grote bezetting. En onze geliefde Bashar hield van dat oord een geheugendossier bij in zijn verrukkelijke mentat hoofd.'

'Ohhh.' Bijna meer een zucht dan een woord.

Op dat moment stapte Tamalane binnen die de aandacht vroeg door zwijgend te blijven staan tot Odrade en Bellonda haar aankeken.

'De Proctors steunen Moeder Superior.' Tamalane stak een knokige vinger op. 'Met een meerderheid van een stem!'

Odrade zuchtte. 'Vertel ons eens, Tam. De Proctor die ik in de gang heb toegezwaaid, Praska, hoe heeft zij gestemd?'

'Zij heeft voor je gestemd.'

Odrade wierp Bellonda een korte grijns toe. 'Stuur spionnen en handlangers op pad, Bell. We moeten de jagers prikkelen tot een ontmoeting met ons op Junction.'

Bell zal morgenochtend mijn plan doorzien.

Toen Bellonda en Tamalane met zorgelijke stemmen tegen elkaar mompelend vertrokken waren, liep Odrade de korte gang in die naar haar woonverblijf leidde. De gang werd bewaakt door de gebruikelijke leerlingen en dienstdoende Eerwaarde Moeders. Een paar leerlingen groetten haar met een lach. De uitslag van de Proctors-stemming was hun dus al ter ore gekomen. Weer een crisis achter de rug.

Odrade liep door haar zitkamer naar haar slaapcel, waar ze volledig gekleed op haar brits ging liggen. Een enkele gloeibol deed het vertrekje in een bleek geel licht baden. Haar blik dwaalde over de woestijnkaart naar het schilderij van Van Gogh dat in zijn beschermende glaslijst aan de muur bij het voeteneind van haar brits hing.

Huisjes te Cordeville.

Een betere kaart dan die waarop de groei van de woestijn was aangegeven, bedacht ze. Herinner me aan mijn plaats van herkomst, Vincent, en aan wat ik nog allemaal kan doen.

Deze dag had haar uitgeput. Ze was over haar vermoeidheid heen en haar geest bleef maar in kleine kringetjes ronddraaien.

Verantwoordelijkheden!

Ze sloten haar in en ze wist dat ze een zeer onaangenaam persoon kon zijn als ze door plichten werd overspoeld. Ze was gedwongen om energie te verspillen om een schijn van kalm en beheerst gedrag op te houden. Bell zag dit in me. Het was om dol van te worden. Het pad van de Zusterorde was aan alle kanten versperd zodat ze bijna niets konden uitrichten.

Ze sloot haar ogen en probeerde zich een beeld te vormen van een leidende Achtenswaarde Mater die ze kon toespreken. Oud... verzadigd van macht. Pezig. Sterk en met die verblindende snelheid die ze eigen is. Ze had geen gezicht maar Odrade kon haar lichaam in gedachten zo voor zich zien.

Zwijgend haar woorden formulerend sprak Odrade de Achtenswaarde Mater zonder gezicht toe.

'Het is moeilijk voor ons om jullie je eigen vergissingen te laten maken. Dat valt onderwijzers altijd zwaar. Ja, wij beschouwen onszelf als onderwijzers. Wij onderwijzen niet zozeer de enkeling als wel de hele soort. Wij leveren lessen voor allen. Als jullie de Dwingeland in ons herkennen, hebben jullie daar gelijk in.'

Het beeld in haar gedachten zei niets terug.

Hoe konden onderwijzers onderwijzen als ze niet uit hun schuilplaats te voorschijn konden komen? Burzmali dood, ghola Teg een onbekende grootheid. Odrade voelde van alle kanten onzichtbare spanningen op het Kapittel afkomen. Geen wonder dat de Proctors gingen stemmen. De Zusterorde zat gevangen in een web. De draden hielden hen stevig vast. En ergens in dat web zat een onbekende Achtenswaarde Mater leider klaar om toe te springen.

Spinnenkoningin.

Haar aanwezigheid werd bekend door daden van haar onderdanen. Een vangdraad van haar web trilde en aanvallers stortten zich op verstrikte slachtoffers, met een waanzinnig geweld en zonder zich te bekommeren om hoeveel van hun eigen mensen omkwamen of hoevele ze afslachtten.

Iemand had de leiding van de speurtocht: Spinnenkoningin.

Is ze volgens onze maatstaven toerekeningsvatbaar? Welke afschuwelijke gevaren heb ik Dortujla tegemoet gestuurd?

Achtenswaarde Matres gingen de grootheidswaan voorbij. Bij hen vergeleken was de Dwingeland een belachelijk zeerovertje. Leto ii had tenminste geweten wat de Bene Gesserit wist: hoe je op de punt van een naald in evenwicht te houden, in het besef dat je dodelijk gewond zou raken als je weggleed uit die positie. De prijs die je betaalt voor het grijpen van zoveel macht. Achtenswaarde Matres negeerden dit onvermijdelijke noodlot en hieuwen en hakten om zich heen als een reus in de greep van een verschrikkelijke hysterie.

Niets had hen ooit tevoren met succes weerstaan en ze verkozen nu te reageren met de moordlustige razernij van berserkers. Weloverwogen, bewust gekozen hysterie.

Omdat wij de Bashar op Duin achterlieten om zijn beklagenswaardige manschappen op te offeren in een op zelfmoord uitlopende verdedigingsactie? Niet te zeggen hoeveel Achtenswaarde Matres hij doodde. En Burzmali bij de dood van Lampadas. De jagers hebben vast zijn angel wel gevoeld. Om maar niet te spreken van de door Idaho opgeleide mannen die wij erop uit sturen om de Achtenswaarde Mater technieken van seksuele knechting te verspreiden. Onder mannen!

Was dat genoeg om zulke razernij op te wekken? Mogelijk. Maar hoe zat het met de verhalen over Gammu? Had Teg een nieuwe vaardigheid vertoond die de Achtenswaarde Matres de doodschrik op het lijf had gejaagd?

Als wij onze Bashar zijn geheugen teruggeven moeten we hem goed in de gaten houden.

Zou een non-schip hem in bedwang kunnen houden?

Wat maakte de Achtenswaarde Matres nu precies zo fel? Ze wilden bloed zien. Zulke mensen moet je nooit slecht nieuws brengen. Geen wonder dat hun ondergeschikten zich zo waanzinnig weerden. Een bang geworden machtig persoon zou de brenger van slecht nieuws kunnen doden. Breng dus geen slecht nieuws. In de strijd sneuvelen was beter.

De mensen van de Spinnenkoningin gingen de aanmatiging voorbij. Ver voorbij. Kritiek was onmogelijk. Je zou net zo goed een koe kunnen verwijten dat ze gras at. De koe zou je volkomen terecht verbijsterd aankijken en vragen: 'Maar dat hoor ik toch te doen?'

Waarom hebben we hun woede gewekt hoewel we wisten wat de mogelijke gevolgen waren? Wij zijn niet te vergelijken met de persoon die met een stok tegen een rond grijs voorwerp slaat en dan merkt dat het voorwerp een wespennest was. Wij wisten wat we raakten. Het was Taraza's plan en we hebben het geen van allen aangevochten.

De Zusterorde stond tegenover een vijand die opzettelijk een tactiek van hysterische gewelddadigheid hanteerde. 'We zullen amok maken!'

En wat zou er gebeuren als Achtenswaarde Matres een pijnlijke nederlaag leden? In wat zou hun hysterie dan veranderen? Ik word er angstig van.

Durfde de Zusterorde dit vuur nog hoger op te stoken? We moeten wel.

Spinnenkoningin zou haar inspanningen om het Kapittel op te sporen verdubbelen. Het geweld zou opgevoerd worden tot een nog weerzinwekkender hoogte. En wat dan? Zouden Achtenswaarde Matres iedereen zonder uitzondering verdenken van heulen met de Bene Gesserit? Zouden ze zich niet per ongeluk tegen hun eigen medestanders keren? Dachten ze na over hoe het zou zijn om alleen te staan in een heelal verstoken van enig ander verstandelijk leven? Hoogst waarschijnlijk kwam deze gedachte niet eens bij hen op.

Hoe zie je eruit, Spinnenkoningin? Hoe werken je gedachten?

Murbella zei dat ze haar hoogste bevelhebber niet kende en zelfs de onderbevelhebbers van haar Hormu-orde niet. Maar Murbella had een levendige beschrijving gegeven van het woonverblijf van een onderbevelhebber. Zeer informatief. Wat noemt iemand zijn thuis? Wie houdt ze naast zich om de kleine lessen van het dagelijks leven mee te delen?

De meesten van ons kiezen metgezellen en omgevingen die de eigen persoonlijkheid weerspiegelen.

Murbella zei: 'Een van haar persoonlijke bedienden nam me mee naar de prive-afdeling. Wilde een beetje opscheppen door me te laten zien dat ze toegang had tot het heiligdom. Het voor anderen toegankelijke deel was netjes en schoon maar in de prive-vertrekken was het een troep - kleren lagen waar ze waren uitgetrokken, zalfpotten stonden open, bed was niet opgemaakt, op de grond stonden etensresten uit te drogen op de borden. Ik vroeg waarom ze die troep niet hadden opgeruimd. Zij zei dat dat haar taak niet was. Degene die schoonmaakte mocht pas vlak voor het aanbreken van de nacht de vertrekken betreden.'

Stiekeme vuiligheden.

Zo iemand zou een karakter hebben dat overeenkwam met die prive-vertoning.

Odrades ogen vlogen open. Ze staarde naar het schilderij van Van Gogh. Mijn keus. Het bracht spanningen aan in de lange spanne menselijke geschiedenis die Andere Herinneringen er niet in konden leggen, jij stuurde me een boodschap, Vincent. En door jouw toedoen zal ik niet mijn oor afsnijden... of zinloze liefdesbrieven schrijven aan mensen die daar onverschillig onder blijven. Dat is wel het minste dat ik kan doen om je te eren.

In de slaapcel hing een vertrouwde geur, de verkwikkende pittigheid van anjers. Odrades favoriete bloemengeur. Bedienden zorgden ervoor dat het hier altijd vaag naar anjers rook.

Weer deed ze haar ogen dicht en haar gedachten vlogen terug naar de Spinnenkoningin. Odrade voelde dat deze gedachteoefening die onbekende vrouw een nieuwe dimensie gaf.

Murbella zei dat een leidende Achtenswaarde Mater maar hoefde te bevelen en alles wat ze verlangde werd gebracht.

'Alles?'

Murbella gaf een opsomming van haar bekende voorbeelden: stuitend misvormde seksuele partners, mierzoet suikergoed, emotionele uitspattingen uitgelokt door voorstellingen van buitengewoon gewelddadige aard.

'Ze zijn altijd op zoek naar uitersten.'

Rapporten van spionnen en handlangers vulden Murbella's half bewonderende verhalen aan.

'Iedereen zegt dat ze recht op de heerschappij hebben.'

Deze vrouwen kwamen voort uit een autocratische bureaucratie.

Vele feiten staafden dat. Murbella vertelde over geschiedenislessen waarin ze leerde dat vroege Achtenswaarde Matres onderzoek deden naar een manier om seksuele heerschappij over hun bevolkingen te verwerven 'toen belastingen te zeer een bedreiging werden voor hun onderdanen'.

Recht op de heerschappij?

Het kwam Odrade voor dat deze vrouwen geenszins op zo'n recht aandrongen. Nee. Ze gingen er vanuit dat hun rechtmatigheid nimmer betwijfeld mocht worden. Nimmer. Foute beslissingen uitgesloten. Consequenties genegeerd. Het kwam gewoon nooit voor.

Odrade schoot overeind op haar brits, in de wetenschap dat ze het inzicht had gevonden waarnaar ze zo had gezocht. Vergissingen komen niet voor.

Er zou een reusachtig grote onderbewustzijns zak nodig zijn om dat te kunnen bevatten. En dan zou er dus maar een piepklein bewustzijntje naar buiten turen in een stormachtig heelal dat zij zelf hadden geschapen!

Ohhh, verrukkelijk!

Odrade ontbood haar nachtbediende, een leerling in haar eerste stadium, en vroeg om melangethee met een gevaarlijk stimulerend middel. Iets dat haar zou helpen om de door haar lichaam verlangde slaap op afstand te houden. Maar tegen een zekere prijs.

De leerling aarzelde even voor ze gehoorzaamde. Even later kwam ze terug met een dampende kom op een klein dienblaadje.

Odrade was al lang geleden tot de conclusie gekomen dat melangethee gezet met het diepe, koele water van het Kapittel een smaak had die tot in haar ziel doordrong. Het bittere stimulerende middel onthield haar die verkwikkende smaak en knaagde aan haar geweten. De Zusters die haar gadesloegen, zouden het doorgeven. Zorgen, zorgen, zorgen. Zouden de Proctors opnieuw gaan stemmen?

Ze dronk met kleine slokjes om het stimulerende middel de tijd te geven om effect te krijgen. Ter dood veroordeelde vrouw wijst laatste maal van de hand. Drinkt thee.

Even later zette ze de lege kom neer en vroeg om warme kleren. 'Ik ga even een ommetje maken door de boomgaarden.' De nachtbediende gaf geen commentaar. Iedereen wist dat ze daar vaak ging wandelen, zelfs 's nachts.

Binnen een paar minuten liep ze op het smalle, met kettingen afgezette pad naar haar favoriete boomgaard, haar pad verlicht door een minigloeibol die met een kort koord aan haar schouder bevestigd was. Een kleine kudde van het zwarte rundvee van de Zusters kwam naar het hek naast Odrade toe en staarde haar aan toen ze voorbij liep. Ze keek naar de natte snuiten, snoof de krachtige geur van alfalfa in de wasem van hun adem op en bleef even staan. De koeien snoven en roken de feromonen die hun vertelden dat zij een van de hunnen was. Ze begonnen weer van het voeder te eten dat veeverzorgers bij het hek op een hoop hadden gegooid.

Odrade draaide de koeien haar rug toe en keek naar de bladloze bomen tegenover de wei. Haar minibol straalde een kring van geel licht uit die de winterse kaalheid benadrukte.

Maar weinig mensen begrepen waarom deze plaats haar zo aantrok. Het was niet genoeg om te zeggen dat haar zorgelijke gedachten hier tot rust kwamen. Zelfs in de winter als de rijp onder haar voeten knerpte. Deze boomgaard was een duur betaalde stilte tussen twee stormen. Ze doofde haar minibol en liet haar voeten in het donker het vertrouwde pad volgen. Af en toe keek ze naar de door kale takken omkaderde sterrenhemel. Stormen. Ze voelde er een naderen die geen weerkundige kon voorspellen. Storm kweekt storm. Woede kweekt woede. Wraak kweekt wraak. Oorlog kweekt oorlog.

De oude Bashar was een meester geweest in het doorbreken van die kringloop. Zou deze ghola die gave nog bezitten?

Wat een gevaarlijke gok.

Odrade keek achterom naar het vee, een donkere bewegende vlek omlijnd door de sterrenhemel. Ze waren dicht opeen gekropen voor de warmte en ze hoorde het vertrouwde malen van hun herkauwende kiezen.

Ik moet naar het zuiden de woestijn in. Daar onder vier ogen met Sheeana spreken. De zandforel gedijt goed. Waarom zijn er geen zandwormen1?

Hardop zei ze tegen het vee dat bij het hek op een kluitje stond: 'Eet jullie gras. Dat hoort zo.'

Als een waakhond toevallig die opmerking zou opvangen zou ze heel wat uit te leggen hebben, wist Odrade.

Maar ik heb vannacht in het hart van onze vijand gekeken. En ik heb medelijden met hen.