Achttien

Aanstaande zondag is Maggies grote avond in de Comedy Cellar en ik zweer het je, iedereen hier in huis kent haar act intussen vrijwel uit zijn hoofd. Ze heeft keihard gewerkt. Elke avond zag je haar in de tv-kamer heen en weer lopen terwijl ze haar grappen uitprobeerde, voortdurend aantekeningen maakte en veranderingen en verbeteringen aanbracht. Gelukkig heeft ze sommige grappen aanzienlijk aangepast omdat die echt wel een beetje, zeg maar, te persoonlijk waren.

‘Mijn stiefzus is onlangs gedumpt door haar vriend,’ zo begon een van haar anekdotes, ha ha ha, ‘en je had haar moeten zien, ze was er helemaal kapot van. Als er geen valium bestond, was ze aan de drugs gegaan.’

Ze keek me verwachtingsvol aan, maar ik kon alleen maar mijn hoofd schudden.

‘Schrappen?’ vroeg ze.

‘Absoluut.’

Ook Sharon werd niet gespaard.

‘Mijn zus,’ zo ging een van haar andere grappen, ‘werkt bij Smiley Burger en was laatst “werknemer van de maand”. Het bewijs dat het mogelijk is tegelijkertijd een winnaar en een mislukkeling te zijn.’

‘Onmiddellijk schrappen, lelijke rotmeid!!’ gilde Sharon, terwijl ze een handvol popcorn door de kamer in haar richting smeet, en eerlijk is eerlijk, Maggie deed wat haar werd gezegd.

Dus over een paar dagen is het zover, de act is nu scherp en geestig en in elke zin herken je Maggies unieke, eigenaardige kijk op de wereld. ‘Ik ben een verstokte vrijgezel,’ vertelt ze in een andere grap. ‘En ik krijg vaak vervelende opmerkingen te verduren omdat ik geen vriend heb. Ik ben het zo langzamerhand spuugzat dat oude ooms en tantes op bruiloften tegen me zeggen: “Jij bent de volgende, hoor!” Dus zeg ik dat tegenwoordig op begrafenissen ook tegen hen.’

Het grootste compliment dat ik haar geef, en oprecht meen, is dat ik nog steeds om haar grappen moet lachen, ook al heb ik ze al tig keer gehoord. Het kenmerk van een ware komiek. Als ik dat tegen haar zeg begint ze te stralen.

‘Zeg je dat niet gewoon maar?’

‘Nee, dat zeg ik niet gewoon maar.’

‘En beloof je dat je zondag op de voorste rij zit, niet laat merken dat je me kent en keihard om al mijn grappen lacht?’

‘Ik zou het voor geen goud willen missen. Het is het hoogtepunt van mijn week.’

‘Dank je, Jessie. Ik bedoel… voor alles.’

Ik heb haar, denk ik, nog nooit zo gelukkig gezien. Ze is de laatste dagen zelfs aardig tegen Matt, kun je nagaan!

Trouwens, Steve heeft me uit gevraagd. Althans, dat denk ik. Na het zoenincident van afgelopen zaterdagavond doen we een beetje ongemakkelijk tegen elkaar. Zoals dat nu eenmaal gaat. Wat ik vreselijk vind, want boven alles is hij mijn vriend en ik zou zijn vriendschap voor geen goud willen verliezen.

Zaterdagavond na The Midnight Hour gaf hij me een lift naar huis, maar er vond geen herhaling plaats van onze spontane zoenpartij voor het gebouw van Channel Six. Toen hij me in Whitehall afzette was het gewoon een beetje… vreemd. Alsof er iets tussen ons veranderd was. Ik voelde me verlegen en beschaamd in zijn gezelschap, terwijl ik me bij Steve nooit zo voel. We zeiden snel welterusten, en daarna heb ik de hele nacht wakker gelegen en de avond opnieuw in mijn hoofd afgespeeld. Het had vast te maken met de euforie van het moment. Na de scène die ik in Channel Six had gemaakt, nadat ik precies gedaan had wat ik met Emma van plan was, was het gewoon een ontlading van emoties, meer niet. Want hoe kan ik ooit een ander in mijn hart toelaten? Ondenkbaar. Niet zolang ik nog treur om het verlies van… je weet wel.

Steve belde me de volgende dag, het was zondag, mijn vrije dag. Opnieuw was het vreemd en ongemakkelijk tussen ons. Terwijl we normaal altijd urenlang over de meest onzinnige onderwerpen kunnen kletsen, verloopt ons gesprek nu stroef en moeizaam. We weten allebei niet wat we moeten zeggen, kunnen alleen maar wat hakkelen en stamelen.

‘Sorry dat ik je op je vrije dag stoor, Jessie, maar ik belde eigenlijk om te zeggen…’

‘Geeft niks. Ik ben Joan aan het helpen met haar website.’

‘Geweldig. Toch? Voor Joan, bedoel ik…’

‘Ja.’

‘Maar eigenlijk, weet je… ik ga vanavond met de band repeteren. We spelen volgende week vrijdag en zaterdag op een festival op het platteland.’

‘Wat leuk.’

‘Anders zou ik, ik bedoel… ik bedoel als ik niet…’

‘Nee, nee, ga maar lekker met de band repeteren.’

‘Ik bedoel dat als ik vrij was, zou ik vragen of je… maar… je bent niet vrij, hè?’

‘Nee… ik ben Joan aan het helpen…’

‘O ja, natuurlijk. Sorry, dat zei je net. Misschien op je volgende vrije avond, volgende week zondag, misschien kunnen we dan samen…’

‘Dan heeft Maggie haar stand-upact, ze heeft me plechtig laten beloven dat ik kom kijken. Iedereen moet komen.’

‘Zal ik dan ook komen?’

‘O… ja, natuurlijk! Dat zou… leuk zijn.’

‘Ik zal het ook tegen wat collega’s zeggen. Want dat wordt natuurlijk feest.’

‘Ja. Oké. Goed idee. Nou, in dat geval…’

‘Kan ik Hannah en Paul ook uitnodigen…’

‘Fantastisch. Zou fijn zijn als ze weer eens een avondje uitgaat.’

‘Nou, ik zou zeggen… tot morgen dan maar.’

En weg is hij. Mij hoofdschuddend en in verwarring achterlatend. Probeerde hij me nu uit te vragen of niet? Ik weet het niet. Want ik zou hem sowieso gevraagd hebben mee te gaan om Maggie op haar grote avond aan te moedigen, met de hele club van Radio Dublin. Dus het is meer een ‘gezellig avondje uit met z’n allen’, toch? En daarna kwam hij met het idee om ook Hannah en haar man uit te nodigen. Zodat we zeker niet met zijn tweetjes zouden zijn? Alles tegen elkaar afwegend, om Matt te citeren, is dit zeer waarschijnlijk géén date. Gewoon een avondje uit met een stel vrienden. Meer niet.

Het is vreemd, maar ik weet niet of ik nu opgelucht of teleurgesteld ben.

Maar aan de andere kant: we werken nog de hele week samen, misschien dat we dan alweer heel normaal met elkaar omgaan.

Maar tegen de tijd dat het zondag is, is mijn leven zo drastisch veranderd dat dit wel het laatste is wat me bezighoudt.

Het begint maandagochtend. Om precies te zijn halverwege de ochtend. Sharon heeft late dienst, de afgelopen dagen draaien zij en ik vampieruren; we zijn tot diep in de nacht op en slapen tot de volgende dag tegen lunchtijd.

Ik word wakker van mijn mobiele telefoon en om de slapende Sharon niet te storen sluip ik op mijn tenen naar de overloop. ‘Hallo?’ zeg ik slaapdronken opnemend.

‘Jessie? Je spreekt met Liz Walsh van Channel Six. Ik vroeg me af of je vandaag nog een gaatje in je agenda hebt. Ik zou graag met je willen praten, als dat mogelijk is. Het lijkt me geen understatement om te zeggen dat we elkaar dringend moeten spreken.’

Ik laat bijna de telefoon vallen.

Ze begrijpt mijn stilzwijgen verkeerd en zegt: ‘Als je daar tenminste voor openstaat, Jessie. De laatste keer dat we elkaar spraken moet zeer pijnlijk voor je geweest zijn, en dat vind ik erg jammer.’

Oké, ik sta op het punt om te gaan hyperventileren. Bood Liz Walsh zojuist een soort excuses aan? Ongekend. Liz staat erom bekend dat ze op de pijnbank nog niet haar excuses aanbiedt. De minister van Financiën heeft zich ooit bij haar beklaagd na een scherp kruisverhoor in het actualiteitenprogramma van Channel Six. Het was legendarisch; zelfs onder de druk van een hoog ministerie hield Liz voet bij stuk en zei dat ze allemaal naar de maan konden lopen.

Je begrijpt dus wel waarom ik op dit moment op de bovenste traptrede in elkaar zak. Ik check het nummer van het binnenkomende gesprek om er zeker van te zijn dat niet een of andere idioot een gemene grap met me uithaalt. Maar het is toch echt Channel Six. Zonder enige twijfel.

‘Wat zou jou schikken?’ vraagt ze beleefd.

Ook dit verbaast me. De zeldzame keren dat Liz iemand wil spreken, wordt die persoon op een bepaalde tijd bij haar op kantoor ontboden, en wee je gebeente als je daar een probleem mee hebt.

‘Ehh… tja,’ weet ik stamelend uit te brengen, ‘ik woon nu in Northside en heb geen auto, dus het kost me zeker een uur om bij jou te komen…’

‘O nee, Jessie, niet hier. Ik neem je mee uit lunchen. Zullen we halverwege afspreken? Misschien in het centrum. Wat dacht je van het restaurant van Marco Pierre White? Ken je dat?’

‘Ehh… ja.’

Iedereen kent het. Het is namelijk zo’n beetje het chicste, duurste restaurant van de stad.

‘Mooi. Ik zal een tafel reserveren en zie je daar om één uur. Tot straks, Jessie.’

Het duurt uren voor ik klaar ben, want ik ben niet meer gewend naar deftige gelegenheden te gaan. Bizar om helemaal opgedoft te gaan lunchen, terwijl ik de laatste tijd alleen maar in jeans rondloop. Het is als een flashback naar vroegere tijden. En tussen het aankleden door plof ik telkens weer op het bed naast Sharon en verzucht: ‘Waarom? Waarom wil ze me zien?’

‘Misschien omdat je een gek wijf bent en ze medelijden met je heeft,’ oppert Sharon hulpvaardig. ‘Of misschien heeft ze een goede psychiater voor je. Je weet wel, na het trauma dat je door die beveiligingsman weggesleept moest worden.’

‘Ze heeft me al ontslagen. Het ergste is achter de rug. De enige reden die ik kan verzinnen is dat ze me de les wil lezen over dat voorval met Emma, maar ik werk niet meer voor haar. Dus waarom oude wonden openrijten?’

‘Geen idee,’ zegt Sharon, terwijl ze rechtop in bed gaat zitten en haar eerste sigaret van de dag opsteekt. ‘Maar één ding kan ik je wel vertellen. Na alles wat die oude heks je heeft aangedaan, is je op een duur etentje trakteren wel het minste wat ze kan doen.’

‘Ze zal wel moeten, want je denkt toch niet dat ik Marco Pierre White kan betalen met wat ik bij Radio Dublin verdien?’

Ik moet zo lang op de bus wachten dat ik een beetje laat arriveer. Maar ik voel me sterk en zelfverzekerd in mijn enige overgebleven Peter O’Brien-pakje en denk: je hebt me dan wel de zak gegeven, maar deze feniks is uit de as herrezen en heeft een nieuwe baan… HA! Ik ben waarschijnlijk de enige gast die hier met het openbaar vervoer gekomen is. Ik loop naar binnen en de ober leidt me meteen naar een rustig tafeltje bij het raam waar Liz al zit te wachten. Ze wuift mijn verontschuldigingen dat ik te laat ben weg, wat opnieuw ongekend is. Liz is zelf heel punctueel, daar staat ze om bekend, en ze accepteert het absoluut niet als anderen dat niet zijn.

Ze komt gelukkig meteen ter zake. ‘Ik weet wat er zaterdagavond allemaal gebeurd is,’ zegt ze, kort en bondig als altijd.

‘Liz, ik weet dat ik over de schreef ben gegaan, maar je hebt geen idee hoe woedend ik op Emma was.’

‘Volkomen begrijpelijk,’ zegt ze knikkend, terwijl ze de ober wegwuift zodat we wat privacy hebben.

‘Ik wist dat het de testavond van haar show was,’ vervolg ik, vastbesloten hier in elk geval geen misverstand over te laten bestaan, ‘en dat ik geen slechter moment voor een confrontatie had kunnen kiezen, maar geloof me, ik had geen keus. Ze liep telkens weg, maar na alles wat ze gedaan heeft, had ik er werkelijk alles voor over haar niet te laten ontsnappen.’

‘En terecht.’

Ik ratel verder en het duurt twee volle seconden voor tot me doordringt dat Liz het met me eens is.

‘Weet je, Jessie,’ zegt ze beslist. ‘Ik heb de e-mail gelezen. En de feiten gecheckt.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Ik heb die Joe de Courcey, de directeur van Mercedes Ierland, opgespoord.’

Mijn hart staat stil. ‘En?’

‘Toen ik hem er eenmaal van verzekerd had dat ons gesprek vertrouwelijk zou blijven, heeft hij me alles uitgelegd. Hij benadrukte dat hij er geen idee van had dat er sprake was van een immorele intentie, tot hij erover in de kranten las.’

‘En toen was ik al ontslagen. Toen was het al te laat.’

‘Helaas wel, ja. Het punt was dat Mercedes in alle landelijke bladen al bij naam genoemd was, en het leek hem het beste voor het imago van het bedrijf om niet nog meer olie op het vuur te gooien. Hij zei dat het hem zeer speet dat hij geen actie had ondernomen, maar dat het Mercedes een negatieve pers had opgeleverd. En dat is natuurlijk het laatste wat ze willen.’

‘Precies wat Steve zei,’ zeg ik, hardop denkend.

‘Wie?’

‘O, sorry. Een vriend. Een goede vriend.’

‘Maar dit is niet de belangrijkste reden dat ik je uitgenodigd heb, Jessie. Er is nog iets wat je moet weten.’

‘Ja?’

‘Sinds vanochtend is Emma Sheridan niet langer werkzaam bij Channel Six.’

Mijn mond valt open. ‘Heb je haar ontslagen?’

Ik moet mezelf nu echt dwingen adem te halen.

‘Ik heb haar bij me op kantoor geroepen en een verklaring geëist. Ten eerste over haar contact met Mercedes Ierland en ten tweede over de laag-bij-de-grondse manier waarop ze een collega heeft behandeld. Het was werkelijk verbazingwekkend, ze leek wel een politica. Zelfs toen ze met de onweerlegbare waarheid werd geconfronteerd bleef ze in alle toonaarden ontkennen.’

Oké, ik weet nu niet goed wat ik moet voelen of denken. Deels ben ik opgelucht dat Emma eindelijk haar verdiende loon heeft gekregen, maar tegelijkertijd is het afschuwelijk dat een ander nu door moet maken wat ik heb doorgemaakt. Hoewel zij er geen moeite mee had om toe te kijken hoe ik ten onder ging.

Maar toch.

‘Liz, het is nooit mijn bedoeling geweest dat Emma haar baan zou verliezen, het ging mij er alleen om… Ik bedoel, ik wilde haar recht in haar gezicht zeggen dat ik wist wat ze me aangedaan heeft. Dat ze er niet zomaar mee wegkwam, als ze dat soms gedacht had.’

‘Je begrijpt het niet, Jessie. Jij bent ontslagen vanwege het schenden van een ethische code. Emma is ontslagen vanwege het schenden van een morele code. Ik houd mezelf graag voor dat Channel Six een team is, maar zij heeft zich absoluut níét als teamspeler gedragen. In de populariteitspolls stond jij voortdurend hoger dan zij en dit was waarschijnlijk haar poging om van je af te komen. Laakbaar gedrag, en na dit voorval wens ik nooit meer met haar samen te werken. Want hoe kan ik werken met iemand die ik niet kan vertrouwen?’

Ik zak achterover in mijn stoel en neem een slok water. In mijn wildste fantasieën had ik niet kunnen bedenken dat Emma, het toonbeeld van professionalisme, iets zou doen waarmee ze haar kostbare carrière op het spel zou zetten. Ik wil bijna een blik naar buiten werpen om te checken of de wereld niet vergaan is.

‘Maar op dit moment is mijn grootste zorg,’ vervolgt Liz, zich met de wijnkaart koelte toewuivend, ‘dit alles uit de media te houden. Op de lange termijn zou dat namelijk heel ongunstig voor ons kunnen uitwerken. Ik zie onze pr-mensen vanmiddag en we laten een gezamenlijke verklaring uitgaan waarin staat dat Emma Sheridan dit het goede moment vindt om Channel Six te verlaten. Om persoonlijke redenen. Ze heeft tegen haar zin toegestemd, maar ze heeft geen andere keus. Voor Emma betekent het dat haar een schandaal wordt bespaard en het geeft mij de mogelijkheid om snel en geruisloos van haar af te komen.’

‘Er is weinig kans dat het niet uitlekt, Liz. Channel Six is altijd meer een vergiet dan een tv-zender geweest. Dit soort zaken lekken nu eenmaal uit. En vergeet niet dat het studiopubliek het hele spektakel heeft gezien. Er hoeft maar íémand te zijn die het op Twitter zet en weg is de controle.’

‘Klopt. Daarom wil ik je vragen geen interviews aan de pers te geven. Ik weet namelijk wel zeker dat ze je de komende dagen zullen benaderen. Laten we in elk geval proberen deze toestand binnen de perken te houden.’

Ik sta op het punt ermee in te stemmen, vooral omdat ik geschokt ben, als me opeens iets te binnen schiet… Wacht eens even.

Ook mijn reputatie staat hier op het spel. Ik ben in de kranten belasterd en word nu van alle blaam gezuiverd, dus waarom zou ik nee zeggen als de pers me belt en om uitleg vraagt? Ik ben niet meer bij Channel Six in dienst, dus waarom zou ik niet elke gelegenheid om mijn goede naam te zuiveren met beide handen aanpakken? Daarbij komt dat, na wat Emma allemaal gedaan heeft, haar goede reputatie intact blijft, dus waarom zou ik niet de kans grijpen om die van mijzelf te herstellen?

‘En als lokkertje geef ik je dit,’ gaat Liz verder. ‘In ruil voor je volledige medewerking wil ik je je oude baan weer aanbieden. Met jouw instemming kan Jessie Would over een paar weken met een nieuwe copresentator weer in de lucht zijn. Wat vind je ervan? Jessie?’