Zeventien

De conversatie tussen mij en Steve op de motor verloopt ongeveer als volgt:
Hij: ‘Jessie, weet je wel zeker dat dit een goed idee is?’

Ik: ‘Kan dat ding niet wat harder?’

‘Ik meen het,’ zegt hij, zich naar me omkerend als we voor een verkeerslicht staan te wachten. ‘Waarom bel je Emma niet gewoon?’

‘Omdat… omdat ik haar de print van die e-mail wil laten zien. Ik wil dat ze weet dat ik haar niet vals beschuldig, maar dat ik kan bewijzen wat ze me heeft aangedaan.’

‘Je hebt de print toch wel veilig opgeborgen, hè?’

‘Ja, ik heb hem in mijn beha gestopt om hem extra te beschermen.’

Dan slaat de angst opnieuw toe. ‘Steve, het kan toch geen misverstand zijn? We hebben het toch goed gelezen? Ik bedoel, het kan toch niet zo zijn dat ze er een verklaring voor heeft?’

‘Ze kan zich hier onmogelijk uit kletsen. De feiten staan zwart op wit. Maar denk je echt dat dit het goede moment is?’

‘Ik heb nog nooit in mijn leven iets zo zeker geweten. Ik wil haar die e-mail onder haar neus wrijven en zien hoe ze van kleur verschiet. Ik wil horen wat ze te zeggen heeft.’

Maar de werkelijkheid blijkt gecompliceerder. Terwijl we verder rijden, oefen ik in gedachten prachtige volzinnen die ik haar naar het hoofd kan slingeren, maar eigenlijk wil ik Emma gewoon in de ogen kijken en haar rechtstreeks met de e-mail confronteren. Zodat ze me niet te slim af kan zijn of me kan afschepen. Ik wil naar haar wijzen en j’accuse zeggen. Ik wil haar zeggen dat ik maandenlang gekweld werd door de gedachte dat ik de architect van mijn eigen ondergang was, terwijl ik al die tijd niet meer dan een marionet ben geweest. Maar het liefst wil ik dat die verdomde motor harder gaat.

‘Waarom moeten we eigenlijk naar Channel Six?’ schreeuwt Steve boven de wind uit. ‘Ik bedoel, hoe weet je dat ze daar is?’

‘Ze is er, geloof mij maar!’ gil ik terug. Ik ken Channel Six immers als mijn broekzak. De nieuwe liveshow van Emma gaat volgende week van start, en de zaterdagavond ervoor is altijd de zogenaamde testavond. Een soort generale repetitie. Met studiopubliek, een volledige cameraploeg, de hele mikmak. En daar ga ik haar pakken. Met een beetje geluk in haar kleedkamer, vlak voor ze op moet.

Ik herhaal het hele gebeuren steeds opnieuw in mijn hoofd en wat als een dolk in mijn hart steekt, is dat ik echt heb gedacht dat Emma mijn vriendin was. Dat zij aan mijn kant stond. De enige persoon die me in die donkere dagen bijstond. Maar Steve had gelijk: dat deed ze alleen maar om zichzelf beter te voelen. Om haar schuldgevoel te verzachten, meer niet.

Het duurt een eeuw voor we uiteindelijk door de hekken rijden van het industrieterrein waar Channel Six gevestigd is. Grappig, tot vandaag zou ik overdreven sentimenteel en nostalgisch zijn geworden bij het zien van het gebouw waarin ik al die jaren zo gelukkig heb gewerkt, of bij het zien van mijn vroegere parkeerplek, die nu waarschijnlijk aan Emma is toegewezen.

Maar nu niet. Ik tril niet eens. Er is geen spoortje van spanning in mijn lijf; ik ben ijskoud. Geen emotioneel gezeur vanavond. Ik laat geen spijtgevoelens toe, geen twijfels of ik het wel goed begrepen heb en in de eerste plaats zal ik ervoor zorgen dat Emma hier niet mee wegkomt. Ik ben nu lang genoeg vernederd en door de modder gesleurd. Het is tijd om terug te slaan. Ik ben er klaar voor.

‘Wil je dat ik met je meega?’ vraagt Steve zodra we voor de hoofdingang stoppen.

‘Hoeft niet.’

‘Ik doe het toch.’

‘Oké. Bedankt.’

Hij knijpt in mijn hand, we doen onze helmen af en gaan naar binnen.

Eerste hindernis: de bewaking passeren. Als we de deur van de hoofdingang opentrekken bid ik in stilte dat een aardige bewaker dienst heeft, een die me herkent en ons zonder gedoe binnenlaat. Maar eigenlijk moet je een werknemersbadge of een bezoekerspasje hebben, en wij hebben geen van beide. Achter de balie van de bewaker hangt aan de muur een tv-monitor waarop een beeld zichtbaar is dat rechtstreeks van de studiovloer komt; ze zijn nog niet begonnen, je ziet alleen lichttechnici en decorbouwers aan het werk. Met andere woorden, dit is het ultieme moment voor mij om toe te slaan.

Maar ik heb pech. De bewaker die dienst heeft, is een man die ik nooit eerder heb gezien; pezig en klein en hij ondervraagt me zo grondig dat hij in de Koude Oorlog goed werk voor de Stasi had kunnen doen. ‘Voor wie komen jullie precies?’ Hij staart me aan.

‘We zijn hier eigenlijk voor… eh… iets persoonlijks, weet u…’

De Stasi-man slaat zijn armen over elkaar, en net op het moment dat ik denk dat hij gaat dreigen dat hij ons eruit zet als we niet maken dat we wegkomen, voel ik dat Steve zijn arm om mijn middel slaat.

‘Ze wil zeggen dat we hier voor de show van vanavond zijn, toch, schatje?’ zegt hij brutaal grijnzend. ‘We hebben twee kaartjes gewonnen en kijken al de hele week naar de show uit. We zijn nog nooit in een tv-studio geweest, toch, moppie?’

Waarom ben ik niet op dit idee gekomen?

‘Mag ik dan uw kaartjes zien, meneer?’

‘Tja, dat is nou net het probleem,’ antwoordt Steve kalm. ‘Weet u, ik dacht dat mijn vriendin de kaartjes bij zich had en zij dacht dat ik ze had, maar het punt is dat we ze geen van beiden hebben. Ze liggen waarschijnlijk nog thuis op de keukentafel, toch, lieverd? Best komisch eigenlijk.’

Maar de Stasi-man lijkt niet overtuigd. Dus ik spreek mijn improvisatietalent aan en speel het spelletje mee.

‘Alsjeblieft, u hebt geen idee hoeveel dit voor ons betekent,’ smeek ik. ‘We hadden er onderweg vreselijke ruzie over wie z’n fout het was om die kaartjes te vergeten, en we komen helemaal uit…’

‘Kerry,’ maakt Steve mijn zin af. ‘En het is vandaag een heel speciale dag voor ons. We verheugden ons zo op de show. U hebt geen idee.’

Er volgt een lange, ijzingwekkende stilte waarin de Stasiman ons onderzoekend aankijkt en zich waarschijnlijk afvraagt of we twee ontsnapte gekken zijn of dat we de waarheid spreken. Maar ronduit liegen blijkt in dit geval te werken want hij reikt een balpen aan en schuift het gastenboek onder onze neus.

‘Tekenen, graag.’

Terwijl we beiden het gevoel van overwinning proberen te verbergen, doen we wat ons gezegd wordt. Dan krijgen we onze bezoekerspasjes en gebaart hij in de richting van de hoofddeur.

Tot nu toe gaat het goed.

‘Het is hier nog erger dan in Fort Knox,’ fluistert Steve als we de deur door lopen. We komen in de lange, smalle gang die rechtstreeks naar de studio leidt.

‘Deze kant op,’ zeg ik, terwijl ik hem een ander gangetje inloods dat naar de kleedkamers gaat.

‘Interessante gasten vanavond,’ zegt Steve als hij een paar namen op de kleedkamerdeuren ziet staan. Ik kijk ook even vlug, en het ziet er inderdaad indrukwekkend uit voor een talkshow in de nazomer als veel beroemdheden nog met vakantie zijn. Bijvoorbeeld de vicepresident, een lid van een boyband dat onlangs zijn verloving bekend heeft gemaakt en zelfs een Ierse filmster die jarenlang in Los Angeles heeft gewerkt en nu hier is om zijn nieuwste film te promoten. Alle voorwaarden voor een fantastische uitzending zijn aanwezig. Jammer van de presentator, denk ik, terwijl we over de gang rennen.

Dan komt er een bekend gezicht uit een van de kleedkamers stappen. Ze ziet me meteen.

‘Jessie? Jessie Woods? Ben jij dat onder al dat rode haar? Mijn hemel, je bent het echt! Kom hier, geef me een knuffel!’

Ik kan mijn geluk niet op. Het is Amy, die aardige assistente.

‘Mijn god, wat fijn om je te zien!’ zeg ik terwijl ik haar zo stevig omhels dat ze bijna breekt.

‘Dat geldt ook voor mij, schat. Ik heb je zo gemist! Toen jij hier werkte waren er tenminste geen mensen die er sterallures op na hielden.’ Ze werpt een veelbetekenende blik op de kleedkamer waar ze net uitgekomen is, en dan zie ik het naamplaatje op de deur. MW. EMMA SHERIDAN. ‘Hé, wil je me even aan je vriend voorstellen?’ vraagt Amy als ze Steve ziet. Ze loopt meteen op hem af en schudt hem de hand.

‘Amy, dit is mijn goede vriend Steve. Steve, dit is Amy.’

‘En wat komen jullie hier doen? Ben je gekomen om Emma succes met de show te wensen?’

Ik kijk haar aan en twijfel of ik haar alles zal vertellen of niet. Maar tijd is belangrijk nu, het is beter dat ik het later uitleg. En als we net doen alsof we gekomen zijn om Emma succes te wensen kunnen we in elk geval zeker haar kamer binnen… Maar Steve is me voor.

‘Klopt,’ grijnst hij innemend. ‘Ik ben een grote fan van Emma en wil haar al heel lang ontmoeten.’ God, wat is hij goed. Ik zou hem bijna geloven. ‘Jessie stelde voor om voor de show even bij haar binnen te wippen en te zeggen dat we voor haar duimen. Mag dat?’

Ik zie dat Steve met zijn eerlijke blond-haar-blauwe-ogenuitstraling en zijn onschuldige gebrek aan slinksheid Amy al helemaal voor zich gewonnen heeft.

‘Gewoonlijk zou ik het geen probleem vinden,’ zegt ze, iets zachter pratend, ‘maar vanavond is madam in een stemming om op te schieten! Je houdt het niet voor mogelijk, ze bestookt me al de hele middag met de meest idiote vragen…’

Op dat moment gaat de kleedkamerdeur open en komt mevrouw in hoogsteigen persoon tevoorschijn. Emma. Ze heeft een cocktailjurk aan die er peperduur uitziet en is behangen met de prachtigste sieraden. Ze ziet eruit als altijd: verzorgd, schitterend en, ik krijg het bijna niet over mijn lippen, adembenemend.

‘Amy, ik heb vijf minuten geleden om mineraalwater gevraagd en ik wacht er nog steeds op…’ Ze breekt haar zin af als ze mij plotseling ziet.

In een fractie van een seconde bespeur ik iets van angst bij haar. Wat ze ogenblikkelijk verbergt. Zo meesterlijk verbergt dat ik aan mezelf begin te twijfelen en me bijna afvraag of ik me alles heb verbeeld.

‘Jessie! Lieverd, wat fijn om je te zien! Hoe is het met je?’

Mijn god, wat een actrice, denk ik, terwijl ze op me afstormt en me een luchtkus toewerpt. Gemeend, hartelijk en vriendelijk. Alsof ze dolblij is me te zien.

Ik stel Steve aan haar voor, en ze gedraagt zich ook tegenover hem allercharmantst.

‘Wat brengt je hier, schat?’ vraagt ze me vrolijk aankijkend.

‘Eigenlijk, Emma,’ zeg ik zo kordaat als ik kan, ‘wil ik je graag even onder vier ogen spreken. Kan dat?’

‘Kan het wachten? Je hebt waarschijnlijk wel gezien dat ik op dit moment midden in een show zit.’

‘Nee, Emma, het kan niet wachten. Ik heb maar twee minuten van je tijd nodig. Het is belangrijk.’

‘Dat geldt ook voor mijn nieuwe show, Jessie! Je weet wat een testavond inhoudt. Weet je, zullen we anders binnenkort een kopje koffie drinken en bijkletsen? In elk geval leuk dat je langskwam. Tot gauw!’

Ik kan het niet geloven.

Ze loopt weg, kalm, alsof ik een of ander onbeduidend sujet ben dat onder het tapijt geveegd kan worden tot het haar uitkomt om naar me te luisteren. Sorry, denk ik, terwijl er een gigantische woede vanuit mijn tenen omhoog komt borrelen. Emma zou die verdomde show vanavond niet eens gehad hebben als ze mij niet belazerd had.

Ik loop achter haar aan. ‘Emma, ik zei NEE. Dit kun je niet terzijde schuiven. Ik zei dat ik je nú wil spreken. En geloof me, wat ik je te zeggen heb, zal onder vier ogen minder beschamend voor je zijn.’

Oké, nu negeert ze me. Ze doet alsof ik lucht ben. Het is bizar, we lopen allemaal achter haar aan door de gang naar studio één, maar de enige tegen wie ze praat is Amy, aan wie ze een of ander bespottelijk verzoek richt over het soort mineraalwater dat ze tijdens de show wil hebben. Ze marcheert sneller en sneller en ik moet bijna rennen om haar bij te kunnen houden. Dan, net voor de deur van de studio, grijp ik mijn kans. Hier komt ze niet onderuit.

‘Emma, als je liever hebt dat ik je in het openbaar aanspreek, kan dat,’ zeg ik tegen haar achterhoofd. Ze draait zich naar me om, een en al glimlach en lipgloss.

‘Weet je, Jessie, als jullie in het publiek willen zitten, kan Amy vast wel een plekje voor jullie regelen. Maar nu zullen we toch echt afscheid moeten nemen.’

Lieve hemel, ze behandelt ons als fans, alsof we obsessieve bewonderaars zijn.

Ze staat nu in de deuropening van de studio, pal achter de tribune waar het publiek al klaarzit en zich vermaakt met de opwarmact. Dan komt er een visagiste aan die ik goed ken om haar nog even bij te werken voordat ze voor de camera verschijnt.

‘Geen poeder, Cheryl,’ beveelt Emma kortaf. ‘Je weet dat poeder me ouder maakt.’

‘God, krijgen we dat weer,’ zegt Cheryl geërgerd. ‘Kom op, je weet heel goed dat je je niet zonder poeder voor de camera kunt vertonen…’ En op dat moment ziet ze mij. Loerend op de achtergrond als een geest uit vroegere tv-shows. Het juiste ogenblik afwachtend. ‘Mijn god, Jessie Woods… je bent het echt! Ik herkende je bijna niet! Wat een verrassing!’ Ze komt direct op me af om me te omhelzen, maar Emma houdt haar tegen.

‘Cheryl, straks is er weer tijd voor prietpraat. Mag ik je er even aan herinneren dat ik op het punt sta een show te presenteren? Ik weet zeker dat Jessie dat begrijpt. Jessie hoort hier trouwens helemaal niet te zijn.’

De volgende momenten lijken in elkaar over te lopen. Ik beef, tril echt van woede, het feit dat ze me zo neerbuigend durft te behandelen terwijl zij degene is die…

Het volgende moment storm ik op haar af en doe ik mijn uiterste best om niet te gillen, wat niet lukt. ‘Emma Sheridan, nu luister je naar me. Je kunt hier wel de diva uithangen, net doen of je neus bloedt met je nieuwe tv-show, veel succes ermee. Maar ik zal je eens wat vertellen: ik heb de waarheid ontdekt. Dat was natuurlijk niet je bedoeling, maar toch is het zo!’

‘Waar heb je het over?’ Emma kijkt me totaal verbijsterd aan.

‘Dít!’ snauw ik, terwijl ik met mijn hand onder mijn trui ga en een schietgebedje tot de hemel richt dat ik de e-mail onderweg niet verloren ben.

Godzijdank niet, ik pak hem en duw hem in haar gezicht. ‘Híér heb ik het over, Emma. Lees en huil. Dit is je grootste nachtmerrie. De avond dat ik ontslagen werd? Ik ben er ingeluisd. Door jou. Door mijn vriendin. Door mijn hartsvriendin, die ik vertrouwde.’ Mijn stem breekt. Ik kan er niets aan doen. Dat heb ik nu eenmaal bij extreme emotie. Maar ik heb nu tenminste wel de volle aandacht van Emma.

‘Zoiets belachelijks heb ik nog nooit gehoord,’ roept ze lachend. Ja echt, lachend. ‘Ik? Jou er ingeluisd?’ zegt ze bits. ‘Weet je, misschien wordt het tijd dat jij en je vriend het gebouw verlaten. Ik kan de beveiliging laten komen, maar ik weet zeker dat je de schande wilt voorkomen om onder escorte naar de uitgang te worden gebracht…’

‘Luister!’ schreeuw ik nu bijna, terwijl ik de e-mail in mijn trillende handen neem en de meest belastende passages begin voor te lezen.

Beste Joe…

Wat betreft het andere idee dat wij bespraken; ik was vergeten te vertellen dat Jessies auto een paar weken geleden is teruggevorderd en ik twijfel er niet aan dat ze, als ze het spiksplinternieuwe showroommodel Mercedes SLK ziet, die dolgraag zal accepteren. Wie zou er niet blij mee zijn? Het is echter van groot belang dat u in gedachten houdt dat u geen nee accepteert.”‘

‘Oké, Jessie, volgens mij hebben we nu wel genoeg gehoord,’ zegt Emma, tot mijn verbazing nog steeds lachend.

‘Heb ik gezegd dat ik klaar was?’ snauw ik terug. En ik ga verder met voorlezen.

Maar ik besef niet dat ik ondertussen publiek heb gekregen. Een aantal mensen op de tribune in de studio heeft zich omgedraaid om te zien wat dat geruzie daar beneden aan de zijkant van de set te betekenen heeft.

Misschien denken ze zelfs wel dat het bij de show hoort.

‘“Ze is trots en ze zal echt overgehaald moeten worden! Misschien is een persoonlijk kenteken een goed idee. Hoe dan ook, ik geef de details graag over in uw meer dan capabele handen.

Nogmaals zeer bedankt voor uw hartelijkheid en generositeit in deze zaak, ik ben u uiterst dankbaar en ik weet zeker dat Jessie er hetzelfde over denkt.

Vriendelijke groeten,

Emma

Ik stop en kijk Emma in de ogen. Ik wacht op een reactie. Ze staart me strak aan, en in al die jaren dat ik haar ken, zie ik voor het eerst dat het zweet haar uitbreekt.

‘Dit is te absurd voor woorden,’ zegt ze uiteindelijk, maar haar stem is ijzig. ‘Ik kan je verzekeren dat ik absoluut niets met je ontslag te maken heb. Zoals je zelf toegegeven hebt, was het helemaal je eigen schuld.’

‘Jij was de enige die wist dat mijn auto teruggevorderd was…’

‘Dat is ook gelogen. Mijn god, Jessie, weet je niet wanneer je moet stoppen?’

‘… en je hebt alles geregeld om er zeker van te zijn dat ik voor de bijl ging…’

‘Je hebt die gratis auto zelf aangenomen, lieve schat. Ik niet. Einde verhaal.’

‘Dat ontken ik helemaal niet. En God weet dat ik er de hoogste prijs voor betaald heb. Maar kijk me aan en geef toe dat je het allemaal hebt bekokstoofd, terwijl je donders goed wist dat ik niet doorhad dat het een reden voor ontslag zou zijn…’

‘Dat je het in je hoofd haalt hier binnen te vallen en mij allerlei wilde beschuldigingen voor de voeten te gooien terwijl ik op het punt sta een testavond te draaien, gaat werkelijk alle perken te buiten. Kan de beveiliging komen, alsjeblieft?’

Ze loopt van me weg, de warmte van de spotlights in, en zonder te beseffen wat ik doe, zonder ook maar één moment na te denken, volg ik haar.

Er wordt geapplaudisseerd als we samen op de set verschijnen, en dan begint het geroezemoes.

‘Is dat Jessie Woods?’

‘Nee, deze vrouw heeft rood haar…’

‘Ze heeft dezelfde stem…’

‘Ruzie met Emma Sheridan? Lijkt me onwaarschijnlijk…’ Dit soort opmerkingen hoor ik vaag op de achtergrond, maar ik negeer ze. Straks heb ik genoeg tijd om me te schamen.

‘Emma, STOM dat je wegloopt. Want ik ben nog lang niet klaar!’ zeg ik, kalmer nu.

‘Volgens mij wel,’ zegt Emma, glimlachend. ‘En als je denkt dat je zomaar met een of andere e-mail kunt gaan zwaaien die ik nooit geschreven heb en mijn show verpesten, heb je het goed mis.’

‘Is dat alles wat je te zeggen hebt? Wil je soms beweren dat je die e-mail nooit geschreven hebt?’ Ik haal diep adem voor ik mijn troef uitspeel.

‘Vertel eens, hoe kan het dat jouw e-mailadres erboven staat? Je supergeheime privéadres?’

Ze negeert me.

Dom van haar.

‘Wil jij dit alsjeblieft oplossen?’ vraagt ze de floormanager, die onmiddellijk aan komt benen om ons uit elkaar te halen.

‘Jessie, kom op, laat haar met rust!’ zegt hij streng en hij leidt me de kant op waar ik vandaan kom. En dan staat de Stasi-bewaker naast me. In niet mis te verstane bewoordingen maakt hij me duidelijk dat ik moet vertrekken en dat hij me uitgeleide zal doen. Er wordt ruw aan mijn armen gerukt en een halve seconde later heeft hij me naar de studiodeur geduwd.

Dan gebeurt er iets vreemds. Ik ben zo beduusd dat ik niet eens weet wie, maar iemand trekt de e-mail uit mijn handen. Mijn enige bewijsstuk.

Maar ik blijf schreeuwen naar Emma, die voor deze ene keer zonder haar gebruikelijke damesachtige kalmte aan haar tafel op de set zit. ‘Je kende mijn zwakke plek en je hebt er misbruik van gemaakt!’ gil ik naar haar, halverwege de deur.

Ik maak me compleet belachelijk, maar het kan me niks schelen.

‘Dames en heren,’ zegt Emma, zich tot het publiek wendend, terwijl ze haar kalmte probeert te hervinden. ‘Het spijt me vreselijk dat u getuige moest zijn van dit…’

Maar niemand luistert naar haar, iedereen is gefocust op het gegil van achter de schermen. ‘Je wilde me weg hebben, je wilde dat ik ontslagen werd, je wilde me kapotmaken en het is je nog gelukt ook!’

Nu ze ziet dat ze de aandacht van het publiek verloren heeft, verdubbelt Emma haar pogingen die terug te winnen. ‘DAMES EN HEREN! Ik kan u verzekeren dat dit maar een klein incident is in wat een fantastische avond gaat worden…’

‘… maar het ergste van alles is dat je zo hypocriet was om net te doen alsof je mijn vriendin was! Je belde me voortdurend en deed net alsof je het allemaal vreselijk voor me vond. Je kwam zelfs bij me langs om me te steunen!’

‘… dan zou ik nu graag uw aandacht vragen, dames en heren, en mijn eerste gast aan u voorstellen…’

‘… en Amy heeft me verteld dat ze je heeft betrapt toen je op kantoor allerlei documenten door de papierversnipperaar haalde vlak nadat ik ontslagen was. Het is nu wel duidelijk waarom!’

‘Dat kan ik bevestigen, Jessie!’ roept Amy loyaal, de schat.

Als ik eindelijk de deur van de studio ben uitgezet, staat Steve op me te wachten, hij applaudisseert en grijnst trots van oor tot oor.

‘Je hebt het gedaan!’ roept hij, terwijl hij me stevig omhelst en me tegen zich aan drukt. ‘Je hebt haar goed te grazen genomen! Ik ben apetrots op je, je was fantástisch!’

‘Ik wil hier weg,’ is alles wat ik kan uitbrengen. ‘Nu.’

Hand in hand rennen we naar de hoofdingang, alsof we zojuist een gewapende bankoverval hebben gepleegd of zoiets. We zijn nog niet buiten of iemand gilt mijn naam.

JESSIE! Jessie, wacht even!’

Het is Cheryl, de knappe visagiste. Met de vermaarde e-mail in haar hand.

‘Hier, schat,’ zegt ze buiten adem, terwijl ze me de e-mail aanreikt. ‘Sorry dat ik hem uit je handen griste.’

Ik kijk haar aan, nog napuffend en niet in staat iets te zeggen. Of helder te denken.

‘Je was geweldig,’ brengt ze hijgend uit.

‘Wat moest je er eigenlijk mee?’ vraag ik naar adem happend terwijl ik de e-mail van haar aanpak.

‘Er kopietjes van te maken, natuurlijk. Daarna ben ik naar het kantoor van Liz Walsh gerend om er eentje achter te laten. Kan ze het met eigen ogen zien.’

‘Wie is Liz?’ vraagt Steve.

‘Hoofd Televisie. Ik vond dat ze dit moest weten. Toch?’

Ik omhels haar ten afscheid, bedank haar uit de grond van mijn hart en dan zijn Steve en ik ineens samen in de late avondzon. Om de een of andere idiote reden barsten we allebei in lachen uit, baldadig als twee kinderen.

‘Waar gaan we nu heen?’ vraagt hij lachend, terwijl hij me met zijn arm om mijn middel naar zijn motor loodst.

Ik voel me uitgelaten en opgewonden en probeer nog steeds op adem te komen, maar op de een of andere manier weet ik uit te brengen: ‘Naar Radio Dublin natuurlijk. Emma Sheridan is niet de enige die een show heeft vanavond.’

En ik weet niet wat er gebeurde, maar het volgende moment staan we elkaar te kussen.