Vijftien
‘Hallo luisteraars, ik hoop dat jullie een geweldige avond hebben, waar je ook bent en wat je ook doet. Hier is Jessie Woods met The Midnight Hour, welkom en blijf luisteren. De lijnen staan open als je zin hebt in een praatje, maar voor we beginnen zou ik graag een speciaal verzoeknummer willen draaien voor een zeer speciale dame. Mrs. Mary Hayes uit Whitehall viert vandaag haar verjaardag, en nu om één minuut over twaalf willen wij van Radio Dublin de allereersten zijn om jou, Mary, een fantastische dag toe te wensen. Dus nu, speciaal voor jou de Beatles met je lievelingsnummer “Yesterday”.’
‘Dat was een fantastische presentatie… Jessie Woods, je bent een natuurtalent!’ juicht Steve twee uur later, als ik uit de lucht ben na het eerste liveradioprogramma van mijn leven. Het is al na tweeën, en het verbaast me dat hij al die tijd heeft rondgehangen om de hele show te beluisteren, maar dan besef ik dat hij de baas is: hij moet natuurlijk wel. Als ik het smoorhete deejaystudiootje uit stap staat Ian, de producer, met zijn duimen omhoog en krijg ik van Steve een stevige omhelzing.
Het voelt raar om hem te omhelzen, want ik kom nauwelijks tot zijn schouders, zo groot en slungelig is hij.
‘Dat je er op dit onchristelijke uur nog bent!’ roep ik lachend.
‘Tja, wat moet ik daarop zeggen?’ zegt hij glimlachend. Hij is zoals altijd goedgehumeurd, zelfs op dit late tijdstip. ‘We moeten talent goed in de gaten houden, toch, Ian? Vooral als je verzoeknummers voor mijn moeder gaat draaien. Ze is opgebleven om te luisteren en stuurde zelfs een sms met het dreigement dat ze me onterft als ik je niet genoeg bedank.’
Ik geef hem een speels duwtje en bedank Ian. Als hij me vorige week niet zo’n intensieve stoomcursus had gegeven zou het me in geen miljoen jaar gelukt zijn.
‘Kom, opschieten,’ zegt Steve tegen me, ‘pak je tas, dan gaan we nog even iets eten voordat je thuis je schoonheidsslaapje gaat doen. Dat is wel het minste wat Radio Dublin je kan aanbieden na zo’n fantastisch debuut.’
De gapende Ian weigert met ons mee te gaan, maar ik ben zo opgewonden en heb zoveel adrenaline in mijn lijf dat ik absoluut nog niet naar bed kan. Dus ik doe wat me gezegd is en een halfuur later zitten Steve en ik tegenover elkaar bij Eddie Rocket in South Anne Street. Hij hapt in een hamburger, ik heb een hotdog met scherp gekruide patat. Want na een uitzending heb ik een koolhydratenshot nodig. Dat was altijd al zo, ook na een aflevering van Jessie Would. En ja, ik weet dat terug blijven denken aan het verleden net zoiets is als korstjes openkrabben en je dan afvragen waarom de wond niet geneest, daarom houd ik het bij deze kleine vergelijking.
In mijn vorige leven ontspande ik me na een show met eendenleverpaté en foie gras die ik met zoveel flessen Cristal wegspoelde dat je er een bad mee kon vullen. Daarbij gingen mijn na-werkgesprekken steevast over een van de volgende drie onderwerpen: Sam, Sams carrière of hoeveel geld Sam wist binnen te halen. Terwijl het met Steve moeilijk is om het over iets serieus te hebben, op de een of andere manier lijkt een gesprek met hem altijd in een grap en een grol te eindigen. Altijd vrolijk en luchtig, nooit ernstig of zakelijk.
‘Heeft iemand wel eens tegen je gezegd dat je te veel junkfood eet?’ vraag ik, terwijl ik net doe of ik op zijn vingers tik als hij een handje patat van mijn bord pikt. ‘En ik kan het niet uitstaan dat je toch zo dun blijft! Als ik bij je achter op de motor zit, kan ik je ribben voelen. Het is gewoon niet eerlijk. Als ik zoveel vette troep zou eten zou ik net zo dik zijn als…’ Ik wilde ‘Maggie’ zeggen, maar vind het bij nader inzien te gemeen.
‘Pas op hè, je hebt het wel tegen een trouw erelid van de Smiley Burger-club,’ plaagt hij, terwijl hij twee patatjes tegelijk in zijn mond propt. ‘Maar je hebt gelijk. ’s Zondags lunch ik altijd uitgebreid bij mijn moeder, en voor de rest leef ik voornamelijk op junkfood. Maar je hoeft je geen zorgen te maken over mijn gezondheid. Mijn grens ligt bij gefrituurde marsen.’
Typisch iets wat een vrijgezel zou zeggen, maar ik antwoord niet, glimlach wat en laat het voor wat het is. Want ik weet niet precies wat hij met dat haar-zwiep-mens van Hannahs feestje heeft?
Zo kletsen we nog wat verder en ik probeer hem zover te krijgen dat hij iets meer over zichzelf vertelt, of hoe hij ooit baas van een radiostation is geworden, maar zoals altijd lopen serieuze gesprekken met hem uit op grappenmakerij. Dus praten we over The Midnight Hour, wat de mogelijkheden zijn en wat ik zelf zou kunnen inbrengen. Grappig, maar nu ik weer een programma in de pocket heb en mijn zelfvertrouwen beetje bij beetje terugkomt, voel ik me als een renpaard dat eindelijk de baan op kan gaan.
Steve put zich uit in excuses over het tijdstip van het programma en dat het publiek voornamelijk bestaat uit vrachtwagenchauffeurs die ’s nachts rijden en mensen die halfzat uit de kroeg komen, maar benadrukt dat als er een speciaal onderwerp is dat ik zou willen uitproberen, ik alle vrijheid heb. ‘Zolang je maar niet naakt op de radio gaat jongleren,’ zegt hij grinnikend, terwijl hij zijn bord van zich afschuift en zich lui uitstrekt alsof hij de hele nacht zou kunnen blijven.
‘Wat?’ Ik verslik me bijna in een patatje.
‘Je voorganger heeft dat een keer geflikt. En ik, stommeling, had niet door dat het 1 april was. Ik ben nog wekenlang uitgelachen op kantoor.’
‘Ik beloof dat The Midnight Hour een naakt-jongleer-vrije zone blijft,’ zeg ik lachend. Maar mijn gedachten draaien op volle toeren. Want ik wil iets nieuws aan het programma toevoegen, er mijn eigen stempel op drukken. Misschien is het na mijn blunder bij Channel Six een kans om de wereld te laten zien dat ik toch geen onnozel gansje ben.
Het heeft even geduurd, maar ook mijn biologische klok begint zich nu langzaam aan mijn nieuwe werktijden aan te passen. Meestal ga ik niet eerder dan vier uur ’s ochtends slapen en blijf ik tot het middaguur in bed liggen; het is net alsof ik weer een tiener ben. Inclusief Joan die op de slaapkamerdeur bonst en gilt dat ik met mijn luie reet uit bed moet komen. Officieel hoef ik niet voor negen uur ’s avonds bij Radio Dublin te zijn, maar de laatste tijd ben ik er al uren eerder omdat Sharon bijna altijd met Matt uit is en ik geen zin heb om mijn avonden naast Maggie op de bank door te brengen. Dank je feestelijk.
Ondertussen is Matt al een paar keer langs geweest om Sharon op te halen en had ik de gelegenheid om die twee eens goed van dichtbij te observeren, zonder de drukte van een doopfeestje en een stel dronken herrieschoppers op de achtergrond. De relatiedynamiek zou ik als volgt omschrijven: hoe nonchalanter en afwijzender zij zich opstelt, hoe leuker hij het lijkt te vinden. De hoogste vorm van affectie die zij hem toont is een soort geërgerde tederheid. Terwijl hij met de dag verliefder op haar wordt. Zonder dat ze het zelf beseft is ze het klassieke voorbeeld van de hard-to-getvrouw; ze doet alles wat nodig is om een man scherp te houden. Je weet wel, ze belt hem nooit, beantwoordt zijn telefoontjes nauwelijks, ergert zich aan hem en behandelt hem als een soort emotioneel stootkussen om zich op af te reageren. En hij lijkt er met volle teugen van te genieten. Alsof hij elke keer dat ze tegen hem zegt dat hij op moet lazeren opgewonden raakt. Vreemd. En dan te bedenken dat ik Sharons datinggoeroe was en het er nu op lijkt dat ik degene ben die adviezen van haar zou moeten aannemen.
Ongeveer een week later kom ik op een warme, zonnige avond om zeven uur het kantoor van Radio Dublin binnenhuppelen. Mijn hoofd tolt van de ideeën voor de uitzending van vanavond en ik weet nog niet zeker wat het gaat worden. Tegen de tijd dat ik naar het kantoor boven ga is het verbazingwekkend druk rond het primetimeprogramma dat live uitgezonden wordt. Ik loop naar het keukentje om een kop koffie te halen voordat ik de playlist ga indelen en bedenken hoe ik de platen aan elkaar zal praten. Terwijl ik in mijn koffie sta te roeren, mijn gedachten in de vijfde versnelling, valt mijn oog ergens op. Ik loop naar het mededelingenbord naast de koelkast en kijk even beter. Nee, ik heb het me niet verbeeld. Het staat er echt, zwart op wit. Het waarschijnlijke antwoord op al onze gebeden.
Ik lees het voor de zekerheid nog een keer. Het is een foldertje, verstopt achter allerlei andere folders met advertenties van dingen als tweedehands Fiat Punto’s en vakantiehuisjes in Ballynahinch die voor recessieprijzen te huur zijn. Ik kijk even vlug over mijn schouder om zeker te weten dat er niemand achter me staat, gris het foldertje van de muur en prop het in de zak van mijn spijkerbroek.
Dit vereist uiterste diplomatie en tact. Kortom: dit is iets wat ik alleen aan Sharon kan overlaten.
Het loopt tegen tienen en straks begint de uitzending. Er is nu bijna niemand meer op kantoor. Ik heb de hele tijd uiterst geconcentreerd aan mijn bureau gezeten, midden tussen allerlei papiertjes met ideeën. Dan loopt Ian langs mijn bureau, hij ziet er moe uit, alsof hij een kater heeft. Maar hij is zo iemand die altijd de bleke gelaatskleur van een nachtbraker heeft. Alsof hij allergisch is voor daglicht.
‘Hoi, Jessie, je programma was weer fantastisch gisteravond, goed gedaan!’ zegt hij met een hese net-uit-bed-stem. ‘Trouwens, de baas wil je spreken.’
Ik loop Steves kantoor binnen, waar het één grote bende is met stapels kranten op zijn bureau en een elektrische gitaar tegen de deurpost. Ik moet, of ik wil of niet, glimlachen als ik naar hem kijk; hij ziet er absoluut niet als een baas uit. Hij zit op zijn bureau met zijn lange benen voor zich uitgestrekt, in een verschoten spijkerbroek en een zwart T-shirt dat volgens mij in zijn hele bestaan nog nooit een strijkbout heeft gezien.
‘Daar is onze nieuwe ster!’ roept hij enthousiast, terwijl hij opspringt om me een kus op mijn wang te geven. ‘Kijk,’ zegt hij, me de Daily Herald toeschuivend. ‘Dan snap je waarom ik gloei van plaatsvervangende trots.’
Ik blader naar de pagina die hij aanwijst om te zien waar hij het over heeft. Geen nieuwsitem, maar een klein artikeltje weggestopt in een hoekje van pagina acht, tussen het weerbericht en de horoscopen in. Er staat een klein fotootje van mij bij dat genomen is toen mijn haar nog blond was, en het bijschrift luidt: TERUG VAN WEGGEWEEST.
Radio Dublin lijkt goed gegokt te hebben door de uit de gratie geraakte Jessie Woods The Midnight Hour-show te laten presenteren. We zijn benieuwd hoe ze het er met dit medium van afbrengt. In ieder geval wensen we haar alle succes en we zijn blij dat ze weer doet waar ze het beste in is. Jessie, we hebben je gemist.
Ik weet even niet wat ik moet zeggen. Overdonderd kijk ik Steve aan. Ik leef al eeuwen in een zelf opgelegde mediablack-out omdat ik doodsbang ben iets over mezelf te lezen dat mijn zelfvertrouwen ondermijnt, dus om nu iets aardigs over mezelf gepubliceerd te zien is… gewoonweg heerlijk.
‘Je verdient het,’ grijnst hij, terwijl hij een lok haar uit zijn ogen strijkt. ‘En ik ga de geschiedenis in als de man die je weer terugbracht in de ether…’
‘Oké, je mag de zin wel afmaken met: “wat niemand anders aandurfde”,’ zeg ik lachend en ik ga op een lege stoel tegenover hem zitten.
Hij lacht en tikt met een balpen op een stapel kranten naast hem. ‘Zomaar een ideetje voor de uitzending van vanavond. Dit zijn alle eerste edities van de ochtendkranten van morgen. Wat vind je ervan om in je show een kort item te doen over wat er allemaal in staat? Niet te serieus, gewoon de luchtige, showbizzachtige dingen. Die je natuurlijk in jouw eigen stijl presenteert.’
‘Fantastisch idee. Vind je het goed als ik ze even snel doorneem?’ vraag ik terwijl ik een krant pak en door begin te bladeren.
‘Natuurlijk, daar liggen ze voor. Ik zal je wel even helpen.’
Even later zitten we samen de enorme berg kranten op Steves bureau door te spitten, en ik heb een markeerstift in de aanslag om alles wat in aanmerking komt aan te strepen. Ik stuit op een artikel over Emma, met een prachtige foto die in haar ultramoderne keuken genomen is, waarop ze er zoals altijd tot in de puntjes verzorgd en onberispelijk uitziet. Dit alles om haar nieuwe talkshow te promoten, die eind deze maand de lucht in gaat. Omdat ze de laatste tijd, net als ik, tot over haar oren in het werk zit, hebben we elkaar al een poosje niet gesproken, maar ik neem me voor haar te bellen en haar alle geluk van de wereld te wensen.
Dan valt mijn oog op iets heel anders. ‘Valt dit ook onder “luchtige onderwerpen”?’ vraag ik Steve, naar pagina veertien van de Star wijzend.
‘Waar gaat het over?’ vraagt hij zonder van News of the World op te kijken.
‘De slechtste eerste date die er maar bestaat. Een vrouw gaat met een man uit eten, maar als zij naar het toilet is, jat hij haar sleutels uit haar tas en gaat er met haar auto vandoor.’
‘Dat zuig je uit je duim.’
‘Ik zweer het, het staat er echt. Zo zie je maar, in het echte leven gebeuren dingen die je met geen mogelijkheid kunt verzinnen.’
‘Geweldig. Misschien kun je eerst een beetje over waardeloze eerste dates babbelen en dan verdergaan met…’ Hij breekt zijn zin abrupt af en gooit de krant die hij aan het lezen is weg. Ik ben zo verdiept in het verhaal over de gestolen auto dat ik niets gemerkt zou hebben, als hij niet gezegd had: ‘Ehh… in die krant staat niets, die kun je overslaan.’
Ik kijk hem aan.
‘Maar dat is News of the World. Die is voor dit soort onderwerpen meestal juist geschikt.’
‘Doe geen moeite, laat maar.’
Natuurlijk staan mijn voelsprieten nu rechtovereind. Ik loop quasiongeïnteresseerd naar de plek waar hij de krant heeft neergesmeten en pak hem op om te weten wat ik niet mag zien. Nieuwsgierig aagje dat ik ben.
‘Jessie, niet doen, echt, je hoeft niet…’
‘Ha, ha, te laat,’ lach ik, de krant razendsnel doorbladerend.
Goeie genade!
Ongelooflijk. Hier staat het, op pagina drie. Sam. Op weg naar de presentatie van zijn nieuwe boek Als business de nieuwe rock-’n-roll is, ben ik Elvis Presley. Het feest is vanavond in Mansion House en waarschijnlijk op dit moment in volle gang. Hoewel het maar om een boekpresentatie gaat, hebben ze er twee volle kleurenpagina’s aan gewijd. Het verbaast me nog dat ze er geen uitneembaar bewaarnummer van hebben gemaakt, zoals ze dat met de maanlandingen deden.
Typisch Sam: zijn pr-mensen hebben de pers precies op tijd laten aantreden om hem en zijn beroemde vriendjes op weg naar binnen op de kiek te zetten, precies op tijd voor de eerste editie van de ochtendkranten. Ik weet dat ik beter niet verder kan lezen, maar ik kan het niet helpen, het gaat nooit over. De gastenlijst is zo’n beetje een letterlijke opsomming van alle mensen die de afgelopen maanden mijn telefoontjes niet hebben beantwoord. Ze zijn allemaal braaf op komen dagen, van mij kunnen ze de pot op. Sam incluis. Want waarom mijdt hij de publiciteit niet, als een normale miljardair?
Dan voel ik een warme, troostende arm om mijn schouder. ‘Sorry, Jessie,’ zegt Steve. ‘Het was niet mijn bedoeling dat je dit zou zien. Ik had geen idee dat dit in de krant stond. Als ik dat geweten had, zou ik nooit voorgesteld hebben ze door te nemen…’
‘Het geeft niet. Echt niet.’ Ik schud zijn arm van mijn schouder. Want het doet me zogenaamd niets.
‘Het is volkomen begrijpelijk dat het je nog steeds pijn doet. Zoiets heeft tijd nodig. Gaat het echt?’
‘Ja. Echt. Maak je geen zorgen. Ik ben een grote meid.’ Die alleen nog korte zinnetjes kan uitbrengen, realiseer ik me plotseling.
‘Je weet wat we in de showbizz zeggen, hè,’ zegt hij vriendelijk. ‘De krant van vandaag is niets anders dan de kattenbakvulling van morgen.’
Ik glimlach, en waardeer het dat hij er een grapje van maakt.
‘Ik zal je eens wat vertellen, Jessie, toen ik Sam Hughes in die documentaire over jou zag, kreeg ik de neiging die eikel voor zijn arrogante, zelfvoldane smoelwerk te slaan.’
Ik kijk naar hem en word plotseling overspoeld door een enorme golf van dankbaarheid. Waarom was je er niet toen het uitging? Je bent de perfecte combinatie van kameraadschap en onverschrokkenheid.
De uitzending begint en ik ben in topvorm, al zeg ik het zelf. Ik heb veel te bewijzen. Bovendien komt er, telkens als ik aan Sam denk en zijn chique boekpresentatie in Mansion House met zijn nog chiquere vrienden met hun luxueuze, welgestelde leventjes, een onstuitbare golf van energie bij me op om ze allemaal eens een poepje te laten ruiken.
‘Iedereen die op dit moment luistert kan bellen naar The Midnight Hour met adviezen over… wat te doen na het stuklopen van een relatie. Wat heb jij gedaan om eroverheen te komen? De telefoonlijnen staan open op 1850…’
Het is ongelooflijk. Dit had ik nooit verwacht. Tijdens het twee uur durende programma staat de telefoon roodgloeiend. Ik had tot vier uur ’s morgens door kunnen gaan en dan zou ik nog niet iedereen aan de lijn hebben gehad. Mannen en vrouwen bellen om te vertellen hoe ze zich hebben weten te handhaven in die nachtmerrieachtige periode dat ze gedumpt waren door een partner die ze nooit hadden willen verlaten.
‘Mijn advies,’ zegt een vrouwelijke beller, ‘is alle foto’s te vernietigen die er ooit van jullie als stel genomen zijn, al die foto’s waar hij zo knap op staat en jij zo gelukkig kijkt. Het kan je maanden terugslingeren in je verwerkingsproces als je op een zwak moment toevallig zo’n foto onder ogen krijgt. En bepaalde plekken in de stad zijn natuurlijk verboden terrein, gelegenheden waar jullie samen heen gingen, kroegen waar hij vaak komt…’
Ik heb nauwelijks tijd om te reageren omdat er een ander gesprek binnenkomt. Joe uit Irishtown belt om te zeggen dat het om over een scheiding heen te komen cruciaal is dat je voortdurend alle vervelende dingen van je ex in je hoofd herhaalt. Steeds opnieuw, benadrukt hij, net zo lang tot je gewoon blij bent dat je van hem of haar af bent.
‘Er vaker op uitgaan,’ zegt Gemma uit Sandymount. ‘Veel vaker. Je moet je vooral niet als een kluizenaar in je huis schuilhouden.’ Lizzy uit Clontarf belt om te zeggen dat ze het ermee eens is, maar voegt eraan toe dat je nooit, maar dan ook nooit onverzorgd het huis moet verlaten, want geheid dat je hem tegenkomt op de dag dat je in een smerig trainingspak, met vet haar en zonder make-up over straat loopt.
Dan belt Tara uit Temple Bar om te zeggen dat het helpt om een iTunes-lijst op te stellen van de beste nummers over gestrande relaties. ‘Heb je suggesties?’ vraag ik voorzichtig. ‘I’m Not in Love’ van 10cc is haar favoriet. In de productiekamer weet Ian het nummer op te diepen en we sluiten er de uitzending mee af.
Nog nooit in mijn leven zijn twee uur zo snel voorbijgevlogen.
Steve is er nog als ik uit de studio kom en hij biedt aan me op zijn motor naar huis te brengen, een aanbod dat ik graag aanneem.
‘Ik weet niet hoe je het deed, Jessie,’ zegt hij als we samen het verlaten gebouw uit lopen. ‘Maar het lijkt wel of je iets groots hebt aangeboord. Ik wist natuurlijk wel dat veel eenzame zielen op dit nachtelijk tijdstip naar de radio luisteren, maar ik vind het verbazend dat ze bereid zijn te bellen om het over intieme, persoonlijke details van hun scheiding te hebben.’
‘Ik dacht dat die laatste beller nooit op zou houden over haar ex. Als ze een gitaar had gehad zou ze een ballade voor hem geschreven hebben.’
Hij barst in lachen uit.
‘Zo erg ben ik toch niet?’ vraag ik plotseling.
‘Jessie, zó erg is niemand.’
We racen door de vrijwel lege straten en hij zet me thuis voor de deur af. Ik spring van de motor, geef hem mijn helm en omhels hem stevig.
‘Ik weet dat Radio Dublin veel van je vraagt, dus kruip maar gauw onder de wol,’ zegt hij glimlachend. ‘Tot morgen.’
‘Kom je echt niet even mee naar binnen voor een kop koffie?’ vraag ik om aardig te zijn, half in de hoop dat hij nee zal zeggen.
‘Een andere keer. Maar doe Sharon de groeten. En zeg dat zij en haar vriend uitgenodigd zijn voor mijn optreden zondagavond. Jij komt ook, je hebt geen keus, ook al is het je enige vrije avond. Alle personeelsleden van Radio Dublin moeten naar optredens van de band van de baas. Het is verplicht.’
Ik word vervuld van een diep, warm gevoel. ‘Je bent een geweldige vriend, Steve, dat weet je hè?’
Hij knikt van onder zijn helm, wacht tot ik binnen ben, en zoeft weg door de nacht.
Omdat Sharon en ik deze week in totaal verschillende ‘tijdzones’ gewerkt hebben, ben ik blij dat ze, als ik de volgende ochtend mijn ogen opensla, nog in onze slaapkamer is. Ze is haar haar aan het ontkrullen. Waarschijnlijk ben ik van de brandgeur wakker geworden.
Blij dat ik haar nog tref, spring ik uit bed en pak de folder uit mijn broekzak die ik uit het keukentje van Radio Dublin heb gepikt. Ze leest het en is, net als ik, stomverbaasd.
‘Jeetje, dit is… ik bedoel… dit zou…’
‘Ik weet het,’ zeg ik knikkend.
‘Maar denk je dat ze…’
‘Als ik ermee aankom niet. Maar misschien als jij…’
‘Laat het maar aan mij over. Met een subtiele mengeling van plagen en tact weet ik wel zeker dat ik vanavond al een antwoord voor je heb.’
Joan heeft ook nieuws voor me. Nu ben ik de eerste die toegeeft dat ik altijd in de lach schoot als ze zei dat ze naar haar wijnproeverij ging, gniffelde als ze zei dat ze ging oefenen voor de opvoering van The Mikado en me bijna in mijn cornflakes verslikte als ze beweerde dat ze ’s avonds voor ‘zaken’ naar de Swiss Cottage moest.
Maar nu lach ik niet.
Als Sharon die ochtend naar haar werk is, ben ik alleen met Joan thuis. Ik loop op mijn tenen de keuken in, klaar voor een confrontatie met haar ochtendhumeur. Maar gelukkig is ze vandaag in haar hum en ze huppelt vrolijk rond. Ze biedt zelfs aan een Engels ontbijt voor me klaar te maken, wat ik dankbaar aanneem. Hoewel het al na elven is ben ik nog in pyjama, maar zij ziet er oogverblindend uit in een keurig zwart mantelpakje met alle bijbehorende accessoires.
‘Wat zie je er mooi uit,’ zeg ik, en om te plagen fluit ik naar haar. ‘Helemaal Joan Collins in haar Dynasty-jaren.’ Het is een gevaarlijke opmerking, in een rotbui had ze me voor minder de huid vol gescholden. Maar om de een of andere reden is ze vandaag een prozac-variant van zichzelf.
Ze maakt een pirouette en gaat naast me zitten.
‘Ik heb groot nieuws, Jessica. Geweldig groot nieuws. En ik wil het jou als eerste vertellen omdat je dan misschien een beetje reclame voor ons kunt maken op de radio. O ja, en ik heb je ook nog voor iets anders nodig. In ruil heb ik een kleine verrassing voor je.’
‘Natuurlijk, wat heb je dan?’
Dan vertelt ze dat ze van plan is om de slaapkamer van Sharon en mij op te knappen, omdat we die nu al zo lang delen. Ik weet niet wat ik hoor. Let wel, dit is voor Joan het ultieme gebaar van affectie voor een ander mens. In dit huis worden alle emoties geuit via de Laura Ashley-catalogus. Ontroerd bedank ik haar en vraag haar dan wat het grote nieuws is.
‘Ik ga de zakenwereld in,’ kondigt ze blozend aan. ‘Je zit tegenover de directeur van een spiksplinternieuw bedrijf. Ik heb al visitekaartjes laten drukken. Kosten noch moeite worden gespaard.’
‘Fantastisch, maar… wat voor zaken?’
‘O, supermodern. Het was eigenlijk niet eens mijn idee, maar dat van Jimmy Watson van de Swiss Cottage. Een genie op zakengebied.’
‘En…?’
‘… en ik ben de belangrijkste investeerder en werknemer in het bedrijf.’
‘Joan! Laat me niet langer in spanning!’
‘We hebben een website. Op internet, weet je wel.’
Joan spreekt ‘internet’ uit alsof het iets heel nieuws is dat gisteren is uitgevonden. Ik houd me in en herinner haar er niet aan dat ze altijd op mij en Sharon liep te vitten omdat we zoveel tijd online doorbrachten. Haar commentaar, ik weet het nog precies, was dat het world wide web bestond bij de gratie van nerds die van andere nerds wilden weten wat ze van Star Trek vonden.
‘Als je me maar niet uitlacht, Jessica…’
‘Natuurlijk niet.’
‘De site heet IPrayForYou.com.’
‘Sorry?’
‘Zoals alle lumineuze ideeën is het eigenlijk heel simpel,’ zegt ze zelfingenomen glimlachend, alsof ze een voice-over voor een nieuw bankproduct inspreekt. ‘We hebben al webruimte gekocht en zodra de website ontworpen is gaan Jimmy en ik van start.’
‘Het idee is dat mensen ons online hun creditcardgegevens geven en wij in ruil voor hen bidden. Onze tarieven zijn heel schappelijk. Vijftig cent voor het aansteken van een kaars, een euro voor een Weesgegroet of een Onzevader, vijf euro voor tien Weesgegroetjes en een tientje voor de hele rozenkrans. En het mooie is dat ik het overal kan doen, dat bidden. In de auto, op het werk, zelfs tijdens het tv-kijken.’
‘Maar je bent niet eens gelovig!’
‘Heb ik dat gezegd dan? Dit is búsiness, Jessica. Probeer het te volgen.’
Stomverbaasd kijk ik haar aan. ‘En denk je dat daar een markt voor is?’ weet ik tussen twee happen gebakken ei door uit te brengen.
‘Hoor nou eens hoe cynisch je doet. Sommige mensen vragen zich bij alles af waarom. Ik vraag me liever af waarom niet.’
‘Tja, wat moet ik ervan zeggen? Ik wens je veel succes, Joan.’
‘Dank je. O ja, ik wil je nog een gunst vragen. Die troep in de garage moet zo snel mogelijk opgeruimd zijn. Die dozen moeten allemaal naar boven, naar je slaapkamer.’
‘Dat is goed… maar waarom?’
‘Omdat onze garage natuurlijk het officiële hoofdkantoor van IPrayForYou.com wordt.’
Ongelooflijk. Deze vrouw is ongelooflijk.
En later op de avond staat me een volgende verrassing te wachten. Ik zit op het kantoor van Radio Dublin aan mijn bureau mijn aantekeningen voor vanavond door te nemen als Sharon belt.
‘Je kunt beter even gaan zitten!’ gilt ze opgewonden.
‘Wat is er aan de hand?’ vraag ik, in de veronderstelling dat het iets met Matt te maken heeft. Maar ze is nooit enthousiast over iets wat met die arme vent te maken heeft. Als ik haar vraag hoe het tussen hen gaat, haalt ze haar schouders op en grijpt naar een sigaret.
‘Ik heb precies gedaan wat je zei. Ik heb je instructies letterlijk gevolgd. Heb haar de folder gegeven die je van het mededelingenbord van Radio Dublin meegenomen had en…’
‘En?’ Ik ben nu niet meer te houden.
‘Weet je, we moeten hier niet al onze hoop op vestigen. Ik bedoel, je weet hoe ze is, en…’
‘En…?’
‘… ik denk dat ze er voor gaat.’
Bravo, Sharon!
Mijn programma loopt intussen als een trein, en als ik om twee uur ’s nachts de studio uit loop, heb ik vaak het gevoel dat ik er nauwelijks vijf minuten ben geweest. De hele week zijn de telefoonlijnen constant bezet geweest. Het is alsof The Midnight Hour plotseling de Centrale voor Gruwelijke Datingverhalen is geworden. Het is een complete hype, en Steve geeft me een geweldig compliment door te zeggen dat als de luistercijfers bekend worden het best kan zijn dat voor het eerst in de geschiedenis van Radio Dublin een nachtelijk programma een primetimeshow overschaduwt. Dat was zo’n oppepper voor mijn zelfvertrouwen dat het leek of ik op een roze wolk zat.
Ook in de media verschijnen er positieve berichten over The Midnight Hour. In The Times stond ik zelfs in de lijst ‘Aanraders voor deze week’. Ontzettend cool. Zelfs Roger Davenport, mijn agent van wie ik in maanden niets had gehoord, belde om te zeggen dat hij mijn veelbesproken programma had gedownload en me wilde feliciteren. Ik weet niet wat me meer verbaasde: het idee dat die ouderwetse Roger wist wat downloaden was of dat hij de moeite had genomen me na al die tijd te bellen. Maar goed.
Je hebt ook geen idee wat voor telefoontjes ik tijdens het programma allemaal krijg. Misschien heeft het met de anonimiteit van radio te maken, maar er is een openheid die je op tv niet bereikt.
Gisternacht bijvoorbeeld. Het onderwerp was vreemdgaan en er belde een getrouwde vrouw die zichzelf Caroline noemde. Ze vertelde dat ze heel jong getrouwd was met een man die ze ‘Meneer Goed-genoeg’ noemde. Ze ging met de eerste de beste daten, vertelde ze me met trillende stem, en later waren ze, omdat iedereen dat wilde, ook maar getrouwd. Ongeveer twee jaar geleden kreeg ze een verhouding met een man op haar werk. Die affaire is nu al een paar maanden voorbij, maar ze hield vol dat ze van plan was alles aan haar echtgenoot op te biechten en er zo mee in het reine te komen. Hij is dan wel niet de liefde van mijn leven, zei ze verdrietig, maar het is een goede vent en hij verdient de waarheid.
In reactie op haar verhaal kwamen er meteen allerlei telefoontjes en sms’jes binnen met de boodschap: ‘Je bent er toch mee weggekomen!’ Waarna er een verhitte discussie over vreemdgaan in het algemeen ontstond en er dingen werden gezegd als: ‘Wat niet weet wat niet deert’ en ‘Is er alleen sprake van bedrog als je gesnapt wordt?’
‘Ik begrijp het gewoon niet, waarom zou je je hele huwelijk riskeren voor iets wat niet meer speelt?’ vroeg een beller aan Caroline.
Het goudeerlijke antwoord van Caroline raakte me. ‘Omdat ik er niet mee kan leven dat ik ermee weggekomen ben.’
Daarna belde een man die zichzelf Brad noemde (ik weet het, ze verzinnen die namen natuurlijk) en hij vertelde dat hij had gedatet met iemand die zijn absolute droomvrouw was. Ze kregen een relatie en na een korte verkeringstijd waarin nooit één kwaad woord viel, trouwde hij met haar. Hij waande zich de gelukkigste man op aarde omdat hij haar niet alleen had ontmoet, maar ook nog met haar mocht trouwen. Maar dat veranderde vanaf het moment dat zij een trouwring om haar vinger had. Het was een soort Dr. Jekyll/Mr. Hyde-situatie. Weg was zijn zachtaardige, lieftallige vriendin en voor haar in de plaats verscheen er een tang van een wijf die zijn leven verziekte en die elke cent die hij verdiende uitgaf. En nu heeft hij een ander ontmoet, iemand die aardig en begripvol is, een schouder om op uit te huilen. Er is nog niets tussen hen gebeurd, dus hij is nog niet echt vreemdgegaan, maar omdat hij zich bedrogen voelt door de vrouw met wie hij getrouwd is, vindt hij dat hij het recht heeft om echt, duurzaam geluk na te jagen. ‘Toen we verkering hadden,’ zei hij, ‘speelde mijn vrouw een spel. Een fantastisch spel. Ze heeft gewoon de hele tijd toneelgespeeld. En op het moment dat ze me in haar macht had, kwam haar ware aard boven.’
Het schakelbord voor me begint onmiddellijk te knipperen, woedende bellers die ‘Brad’ eraan willen herinneren dat hij trouw heeft beloofd, in voor- en tegenspoed, en dat hij nu de slechte tijd moet doormaken, of hij het nu leuk vindt of niet. Anderen hadden medelijden met hem, zeiden dat hij die nieuwe potentiële vriendin niet uit het oog moest verliezen.
We sluiten het programma af met een bittere opmerking van een alleenstaande vrouw. ‘Weet je, Jessie? Door al dit geklets over vreemdgaan weet ik weer wat ik in een partner zoek. Ik wil een door en door betrouwbare man. Een man die precies doet wat hij belooft. Die van mij houdt, en van mij alleen. Punt.’
Ik kan niet anders zeggen dan dat ik hóú van dit werk. Iedereen bij de zender helpt me enorm, alsof ze voelen dat ik veel te bewijzen heb en dat het een lange weg voor me is om terug te komen. En Steve, die lieve, aanbiddelijke Steve die naast Sharon mijn beste maatje aan het worden is. Hij was er de afgelopen week op één keer na altijd, dus we propten ons na het programma vol met fastfood of raceten op zijn motor rechtstreeks naar huis. De ene keer dat hij er niet was sms’te hij me om te zeggen dat hij een bandrepetitie had en het hem speet dat hij er niet voor me was.
Het grappige is dat ik hem heb gemist.
Het is zondag en ik ben hondsmoe, maar vanavond speelt Steve met zijn band. Hij heeft me bijna een contract met bloed laten ondertekenen dat ik er zal zijn, en bovendien heb ik Sharon en Matt meegevraagd. De toegeeflijke, fatsoenlijke Matt heeft zelfs aangeboden ons met de auto thuis te komen ophalen.
Omdat ik het niet red om op tijd beneden te zijn, is die arme Matt al aan Joan voorgesteld. Ze is helemaal in haar element, vleit en fleemt alsof hij van adel is. Mijn stiefmoeder kennende is de kans groot dat ze boven op haar nachtkastje een of ander moeder-van-de-bruid-magazine heeft liggen waarin ze haar favoriete outfits met een markeerstift aanstreept.
Het punt met Joan is dat het vaak erger is als ze alle registers opentrekt om je te imponeren dan als ze in een pestbui is. Ik weet dus niet wat er op dit moment in Matts hoofd omgaat. We zitten wat ongemakkelijk bij elkaar met de tv zachtjes aan en ik probeer de sfeer met gebabbel luchtig te houden. Dan gaat Joan eindelijk de kamer uit om Tropicana-vruchtensap voor hem uit de koelkast te halen. Toevallig weet ik dat ze het speciaal voor hem heeft gekocht toen ze erachter kwam dat dat zijn lievelingsdrankje is. En ze zal het ongetwijfeld in een van die dure kristallen glazen serveren die normaal alleen met de kerst uit de kast worden gehaald.
Ik ben nu dus alleen met hem, Maggie en Sharon.
‘Je hebt dezelfde glazige, geschrokken blik in je ogen als iedereen die mijn moeder voor het eerst ziet,’ zegt Maggie, terwijl ze hem zonder te knipperen aankijkt en aan een sigaret trekt.
‘Het moest er toch een keer van komen,’ zegt hij, zijn schouders ophalend. De situatie lijkt helemaal geen vat op hem te hebben. ‘Sharon en ik hebben al meer dan tien dates gehad, de kans dat onze relatie slaagt is dus meer dan zestig procent.’
Het concert is in het centrum van de stad en ik vind het geweldig om te zien dat er een enorme club van Radio Dublin is om Steve te steunen. Onder hen is een stel knappe jonge grieten, Steves kantoorfanclub, die er allemaal fris, jong en prachtig uitzien. Sharon, Matt en ik gaan aan een tafeltje zitten en ik storm naar de bar om een rondje te bestellen. Ian is er ook, weer in een van zijn verbazingwekkende T-shirts. Op de voorkant staat: MIJN MOEDER IS HANDELAAR IN SCHULDGEVOELENS.
‘Steve zal blij zijn dat je gekomen bent,’ zegt hij glimlachend. ‘Volgens mij is er iemand gek op je.’
‘Kom, Ian, doe niet zo belachelijk. We zijn oude vrienden. Meer niet!’ Een goede, sterke opmerking waarmee ik dat idee gelijk in de kiem smoor. Ik zou alleen willen dat ik niet tot aan mijn haarwortels bloosde terwijl ik het zei.
‘O ja? Vind je het soms normaal dat hij tot na tweeën in de studio blijft rondhangen om jou naar huis te brengen?’
Ik zet het uit mijn hoofd en geniet verder van de band. Het optreden is briljant. Het blijkt dat The Amazing Few al hun nummers zelf schrijven en ze zijn verrassend goed. Steve is fantastisch op het podium, hij is absoluut niet zenuwachtig, speelt leadgitaar en hij lijkt wel een halve meter langer dan de rest van de band.
Sharon en Matt lijken ook te genieten, hoewel Matt het merendeel van de avond in adoratie naar Sharon staart of naar Sharon lacht als ze hem kleineert met die merkwaardige mengeling van minachting en tederheid waarmee ze hem behandelt. Als hij op een gegeven moment naar de wc verdwijnt, grijpt Sharon onmiddellijk de gelegenheid aan om om zich heen te speuren of er nog alleenstaande mannen vrij rondlopen.
‘Mag ik je er even aan helpen herinneren dat je hier met iemand bent?’ zeg ik streng, als ik haar zie flirten met een jongen tegenover ons die onder de tatoeages zit.
‘Ben je soms van de datingpolitie? Ik kijk gewoon even wat er nog meer in de aanbieding is. Het is nu eenmaal zo dat als je een man aan je arm hebt andere kerels opeens meer belangstelling voor je krijgen. Alsof ze je in een heel ander licht zien. Geef toe, Jess, je weet best dat ik gelijk heb.’
Ik schud mijn hoofd en ga weer naar de band kijken. Soms vraag ik me af of ik een datingmonster heb gecreëerd.
Hoe dan ook, als het rond elven afgelopen is, kuiert Steve langs de jonge meisjes van Radio Dublin die naar hem joelen en kirren of hij bij hen komt staan en hij loopt naar onze tafel. Ik spring op om hem te omhelzen en zeg hoe fantastisch hij was. De waarheid, meer niet.
Het is een heerlijke, feestelijke avond; Steve als altijd grappend en grollend, iedereen is gezellig en ontspannen. Sharon en Matt stappen redelijk vroeg op omdat Matt de volgende ochtend een vergadering heeft en Sharon bij Smiley de vroege dienst draait. Ze bieden me een lift naar huis aan, maar Steve dringt erop aan dat ik blijf en zegt dat hij me later op de motor thuis afzet.
‘Als ik dan tenminste nog nuchter genoeg ben,’ zegt hij lachend, terwijl hij naar de bar loopt om nog een rondje te halen.
‘Hoe vaker ik Steve Hayes zie,’ zegt Sharon als ik haar ten afscheid omhels, ‘hoe leuker ik hem ga vinden. Hij is de… Langzaam-op-gang-man.’
‘Vind je hem saai?’
‘Natuurlijk niet, gek. Ik bedoel juist dat hij steeds boeiender wordt. Langzamer maar zeker.’
Als ze vertrokken zijn, is Steve een en al lof over Sharon.
‘Ik kan er niet over uit. Ze is zo veranderd,’ zegt hij steeds. ‘Ze ziet er fantastisch uit en haar hele persoonlijkheid is anders geworden. Ik was altijd doodsbang voor haar en Maggie, maar nu vind ik Sharon cool. Ze is nu een van ons.’
‘Ik zal het aan haar doorgeven.’
‘Gefeliciteerd, Jessie, er is hier sprake van een heus pygmalion-effect, waarbij jij Henry Higgins bent en zij Eliza Doolittle.’
Voor het eerst sinds ik weet niet hoelang kan ik zeggen: ik ben gelukkig.