Negen
Ik overleef het niet als een bekende mij hier zou zien.
Maar even erg zou het zijn als iemand me herkent van tv, hoewel ik me volgens mij redelijk goed heb gecamoufleerd, met mijn vertrouwde baseballpet zo diep over mijn ogen getrokken dat ik de hele tijd per ongeluk tegen Sharon aan bots. Mijn zonnebril is zo groot dat mijn gezicht grotendeels is bedekt, en mijn haar zit strak achterover in een paardenstaart, hemel, ik herken mezelf nauwelijks. Overigens, zegt Sharon bij herhaling, is het tegenwoordig helemaal geen schande meer een werkloosheidsuitkering aan te vragen, nu bijna twaalf procent van het land zonder werk zit. Oké, de meeste werklozen zijn waarschijnlijk buiten hun schuld ontslagen en hebben zich niet zoals ik voor het hele volk te schande gemaakt, maar we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. En Sharon, die een ware uitkeringsexpert blijkt te zijn, zegt dat ik twaalf maanden lang recht heb op € 204,37 per week. Voor mij is dat op dit moment een fortuin. Ik voel een steek in mijn hart als ik terugdenk aan het geld dat ik bij Channel Six verdiende, toen ik nauwelijks een ochtend met € 200 toekon, laat staan een hele week. Maar het schuldgevoel verdwijnt snel. Dat was toen en dit is nu. Het belangrijkste wat ik de afgelopen ellendige weken geleerd heb, is dat als het lot me een lesje leert, dat ook grondig gebeurt.
Sharon hield woord en zorgde ervoor dat ik vanochtend vroeg de deur uit ging, en betaalde zelfs de bus voor me, helemaal tot aan de poorten van de hel. Sorry, ik bedoel het Centrum voor Werk en Inkomen. Ongelooflijk. Het is nog geen negen uur en de rij slingert zich al tot halverwege de straat. En dat is nog niet eens de inschrijfrij, maar de rij om het gebouw überhaupt binnen te komen. Het is hier een smeltkroes van mensen. Er staan goedgeklede, verward om zich heen kijkende zakenmensen, bleek en gespannen, die eruitzien alsof ze hier niet horen en geschokt zijn dat het zo ver gekomen is. Het is inderdaad een mysterie. Het ene ogenblik behoort onze economie tot de top van Europa, het volgende ogenblik lijkt het hier een herhaling van de Amerikaanse Grote Depressie. Je hart breekt bij het zien van deze mensen. Veel van hen zien eruit of ze op weg zouden moeten zijn naar een directievergadering, en niet op de stoep horen te staan in een van de gevaarlijkste buurten van de stad, op een koude maandagochtend, afhankelijk van de overheid om de week door te komen.
God, je wordt hier goed met je beide voeten op de grond gezet. In de rij staan voor een uitkering plaatst alles in perspectief. Ik vermoed dat sommigen een hypotheek hebben en jonge gezinnen om voor te zorgen. Misschien zijn er mensen bij die voor een belachelijk hoge prijs een huis hebben gekocht, en nu de markt in elkaar is gestort diep in de schulden zitten. Er staan ook veel jonge mensen in de rij die eruitzien of ze regelrecht van school komen. Je ziet hier meer strapless topjes en gigantische oorbellen dan in een nachtclub in de stad op een willekeurige doordeweekse avond. Een paar vrouwen van de buurtmarkt op Moore Street banen zich een weg door de rij met allerlei koopwaar, van ananassen tot kinderspeelgoed.
‘Zes mandarijnen voor de prijs van vijf, één euro speciaal voor werklozen,’ schalt een van hen. Maar ze verkopen nauwelijks iets. In een wanhopige poging zich onzichtbaar te maken verbergen de zakentypes hun hoofd achter hun krant. Hopend dat niemand hen ziet, net als ik.
Weet je, eerlijk gezegd ben ik dolblij dat Sharon bij me is. Ze blijkt bijna twee jaar lang een werkloosheidsuitkering te hebben gehad, ‘steun heeft getrokken’ zoals zij het noemt. Daarna dreigden ze haar uitkering stop te zetten, tenzij ze een re-integratiecursus zou volgen.
‘Daar kunnen ze je toch niet toe verplichten?’ vraag ik naïef.
‘Natuurlijk wel, idioot,’ antwoordt ze, terwijl ze haar derde sigaret opsteekt sinds we in de rij staan. ‘Als je steun trekt, doet de regering er alles aan je zo snel mogelijk weer aan het werk te zetten. Ik moest zelfs een cursus persoonlijke ontwikkeling volgen samen met allemaal vrouwen die de helft van de tijd aan de methadon zaten. Een paar hadden zelfs in de gevangenis gezeten. En toen kreeg ik die baan bij Smiley Burger, die trouwens heel wat meer opleverde dan die uitkering. Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld als toen ik tegen die bitch van een uitkeringsambtenaar kon zeggen dat ze die cursus persoonlijke ontwikkeling in haar reet kon steken.’
Sharon houdt zich verbazend goed aan ons kleine faustiaanse pact en helpt me geweldig met dit inschrijfgedoe. Ik durf het bijna niet te zeggen maar volgens mij beginnen we elkaar best aardig te vinden. Trouwens, als Robbie Williams en Take That hun geschilpunten opzij kunnen zetten, moeten wij daar toch ook toe in staat zijn?
Omdat volgens Sharon de deuren pas om halftien opengaan, begin ik om de tijd te doden losse, algemene vragen te stellen over haar liefdesleven/ideale man/perfecte relatie. Eerlijk is eerlijk, ik moet me aan mijn afspraak houden. Het is wel het minste wat ik kan doen, nu ze speciaal voor mij vroeg haar bed is uitgekomen en, een nog groter offer, alle ochtendprogramma’s op tv heeft laten schieten.
‘Goed. Ik zal je vertellen hoe ik daten zie,’ begin ik. ‘Het is net zoiets als een huis kopen. Je moet een lijst opstellen met punten waar je absoluut geen compromissen over wilt sluiten, en een lijst met zaken die je irritant vindt, maar uiteindelijk wel zou kunnen accepteren.’
‘Ging je bij Sam ook zo te werk?’
Sam. Hoewel hij geen moment uit mijn hoofd is, voelt het nog steeds als een stomp in mijn maag als iemand zijn naam uitspreekt. Gek eigenlijk dat een hart gebroken kan zijn, maar nog wel klopt. ‘Nee, nee, met Sam was het heel anders,’ dwing ik me uiteindelijk te antwoorden. ‘Hij was… tja… eigenlijk zo goed als volmaakt.’
Goed, misschien niet helemaal volmaakt, maar, kom op, welke vent is volmaakt? Oké, hij was ietwat geobsedeerd door zijn werk en ja, soms werd ik gek van zijn gebazel over winnaars en verliezers en geestelijke discipline, maar… uiteindelijk was hij niet het probleem, toch? Dat was ik. En nu kan ik alleen maar hopen dat hij vreselijk spijt krijgt en kruipend naar me terugkomt. Het is nu al weken geleden, maar elke keer als mijn mobiel gaat, hoop ik stiekem dat hij het is, om te zeggen dat hij een enorme fout heeft gemaakt en dat hij niets liever wil dan bij mij zijn. Waarop ik eindelijk de kans krijg om kwaad te worden en hem de huid vol te schelden omdat hij me heeft genegeerd en uit zijn leven heeft gebannen, naar de kranten is gegaan enzovoort. Waarna hij van schaamte op z’n knieën zal vallen en mij zijn eeuwige liefde verklaart… en we samen nog lang en gelukkig leven en we deze hele episode als een amusante anekdote aan onze kleinkinderen zullen vertellen. Ik heb het hele denkbeeldige gesprek al in mijn hoofd uitgewerkt. Maar misschien hoop ik op een wonder. En in een rij voor een uitkeringsinstelling gebeuren geen wonderen.
Hoe dan ook, iets in de uitdrukking op mijn gezicht moet verraden hebben dat dit een van die intens pijnlijke, verboden-terrein-onderwerpen is, want als Sharon me aankijkt zie ik bijna sympathie in haar ogen. ‘Wil je een Crunchie?’ biedt ze aan, terwijl ze er een uit de zak van haar trainingspak opdiept. Als een babygorilla in een dierentuin die een huilend kind een overgebleven banaan toegooit.
‘Nee, bedankt.’
‘Ik geloof geen fluit van wat je zegt,’ zegt ze vol overtuiging. ‘Sam kan niet zo verdomd volmaakt geweest zijn. Er waren vast dingen die je irritant aan hem vond. Je weet wel, dingen waar vrouwen altijd over klagen in probleemrubrieken. Hij heeft toch vast wel eens de bril van de wc omhoog laten staan, of zoiets?’
Ze bedoelt het goed, dus ik kan het niet over mijn hart verkrijgen haar te vertellen dat zijn huis zeven badkamers heeft en wc-brillen dus nooit een issue waren. Ik begin de menselijkere kant van Sharon steeds meer te waarderen. De kant die je nooit te zien krijgt als Maggie in de buurt is.
‘Je komt er wel overheen,’ zegt ze uiteindelijk, haar peuk op de stoep uitdrukkend.
‘Het gaat de goede kant op. Kijk maar, ik ben aangekleed. En heb me zelfs op straat gewaagd.’
Het lijkt me de hoogste tijd om van onderwerp te veranderen, dus ik besluit Sharon opnieuw te vragen wat haar eisenpakket is ten aanzien van een toekomstige vriend.
‘Oké. Ik veronderstel dat je de grote drie probeert te realiseren?’ vraag ik haar, in een poging koel en zakelijk te klinken. ‘Uiterlijk, manieren en geld.’
‘Jessie, wees realistisch. Ik woon samen met mijn moeder en mijn zus en ik gril hamburgers voor de kost. Denk je nou echt dat dit leven mijn droom is? Misschien ben je zo verblind door mijn persoonlijkheid dat je niet doorhebt dat ik er niet bepaald als Scarlett Johansson uitzie. En als ik iets uit vrouwenblaadjes opgestoken heb is het wel dat je in relaties moet weten wat je waard bent. Ik wil dus gewoon… gewoon iemand die me niet ongelukkig maakt.’
‘Kom op zeg, je legt de lat veel te laag! Je kunt echt wel wat meer eisen. Je wilt je soulmate vinden.’
‘Trouwens,’ zegt ze, plotseling afgeleid, ‘ik ben weer op dieet. Toen ik ziek was, ben ik drie pond afgevallen. Gisteren heb ik me ook heel erg ingehouden. Op mijn werk had ik als lunch een Smiley Salade en ’s avonds had ik magere Smiley Kippensoep. Dat had je wel gezien, hè?’
‘Ja… ja… Je was ehhh… echt een toonbeeld van discipline en zelfbeheersing.’ We zijn zo gezellig aan het kletsen dat ik haar maar niet herinner aan de fish and chips die ze ’s avonds laat nog naar binnen werkte. En met drie blikjes Bulmers wegspoelde.
‘Misschien ga ik wel bij de Weight Watchers. Die bijeenkomsten zijn in het parochiehuis van Whitehall, vijf minuten bij ons vandaan. Zeg eens eerlijk, Jessie, denk je dat ik meer kans maak op een man als ik wat kilo’s kwijtraak?’
‘Ehh…’
‘Eerlijk zeggen.’
‘Tja… weet je…’ Er is geen goed antwoord op deze vraag.
‘Maar aan de andere kant denk ik wanneer ik jou zie: zij is echt vel over been. Je loopt erbij alsof je niet meer weegt dan je sleutels en je kleren, maar ook jij hebt geen vent.’ Typisch een Sharon-opmerking, maar het is tenminste eerlijk, niet opzettelijk gemeen.
‘Wil je een pepermuntje?’ vraag ik haar, in mijn tas rommelend. Van al dat gepraat over afvallen ben ik me er opeens van bewust dat ik niet heb ontbeten.
‘Ja. Doe maar twee.’
Klokslag halftien gaan de deuren open en begint de rij langzaam naar voren te schuifelen. Weer wachten, en als we uiteindelijk binnen zijn zegt Sharon dat ik moet wachten bij loket vijftien. INSCHRIJVINGEN, staat erboven. We sluiten achter in de rij aan en schuiven centimeter voor centimeter naar voren. Vooraan in de rij schreeuwt een vrouw luidkeels: ‘Dat kun je me niet aandoen! Ik ken mijn rechten!’ Bij het loket naast haar staat een kind van een jaar of vier met een krijtje op de muur te krassen terwijl zijn vader zich inschrijft.
‘Zou u alstublieft uw kind willen vragen niet op de muur van mijn kantoor te tekenen?’ vraagt de uitkeringsambtenaar, een jong broekie met een rond brilletje waardoor hij op Harry Potter lijkt.
‘Hoezo úw kantoor?’ kaatst de man terug. ‘Dit gebouw is van de overheid en de overheid is er voor mij, dus als je erover nadenkt, is dit eigenlijk míjn kantoor!’
De mensen achter ons in de rij giechelen. En Sharon begint nog harder te giechelen als ik haar onnozel vraag of ik vandaag al geld mee zal krijgen.
‘Nee, gek. Je bent hier alleen om een afspraak met een uitkeringsambtenaar te maken. Je moet over een paar weken terugkomen voor een inkomensonderzoek.’
‘Dus we hebben al die tijd in de rij gestaan om een afspraak te maken? Had ik niet beter gewoon… kunnen bellen of zo?’
‘Waar denk je eigenlijk dat je bent, Cinderella Rockefeller? Bij de kapper? Of de schoonheidsspecialiste?’ vraagt ze, me bijna uitlachend.
‘Ik wil gewoon weten wanneer ik geld krijg.’
‘Dat hangt ervan af. Je aanvraag wordt met terugwerkende kracht berekend, maar als ze medelijden met je hebben, geven ze je misschien wel een voorschot.’
‘Dus misschien krijg ik vandaag wel een voorschot?’
‘Ben je wel goed bij je hoofd? Dat moet je eerst bij de gemeente aanvragen. O ja, vergeet niet te zeggen dat je actief op zoek bent naar werk, want anders krijg je geen cent. Probeer overtuigend over te komen. Je hebt geen idee hoe achterdochtig die lui kunnen zijn.’
‘Maar hoe kan ik nou actief werk zoeken als geen tv-programma me meer wil? Mijn agent zegt zelfs dat ik moet wachten tot… tja… tot de storm geluwd is. Ik kan toch gewoon uitleggen dat ik een… speciaal geval ben?’
‘Pardon, Hare Majesteit. In godsnaam, Jessie, kijk eens om je heen. Iedereen hier is een speciaal geval. Je bent echt niet beter dan een ander. En doe alsjeblieft die zonnebril af. Alleen maffiosi dragen binnen een zonnebril.’
‘Ik wil alleen maar zeggen,’ werp ik tegen, terwijl ik tegen mijn zin mijn zonnebril afdoe en in mijn tas stop, ‘dat niemand me als tv-presentatrice in dienst zal nemen. Dat ik daarom een speciaal geval ben.’
‘Luister, Juffie Weet-je-wel-wie-ik-ben. Iedereen hier zit in hetzelfde schuitje als jij, ook al zijn zij niet ontslagen omdat ze ten overstaan van het halve volk zo hebberig waren gratis auto’s in de wacht te willen slepen. Je moet dus gewoon je bek houden en je inschrijven.’
Op dat moment sta ik op het punt er de brui aan te geven, naar buiten te rennen en mijn polsen door te snijden, maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit: ik ben aan de beurt. De uitkeringsmevrouw is kortaf en zakelijk en geeft me een formulier dat ik moet invullen. Ze is totaal niet geïnteresseerd in wie ik ben en in mijn speciale omstandigheden. Pas wanneer ze mijn naam in mijn paspoort ziet, maakt ze oogcontact met me en zie ik een sprankje belangstelling.
‘Bent u Jessie Woods? Nou, dan kunt u op vraag veertien van het werkzoekendenformulier, waar gevraagd wordt waarom uw vorige werk is beëindigd, antwoorden dat u op staande voet ontslagen bent.’
Omdat ik de laatste tijd totaal van de wereld afgezonderd ben geweest, vergeet ik de hele tijd dat Jan en alleman van mijn situatie op de hoogte is. Maar hoe dan ook, ik blijk, dankzij de instructies van Sharon, al haar vragen goed beantwoord te hebben, want nog geen vijf minuten later roept ze: ‘Volgende!’
En op dat moment gebeurt het.
Ik draai me om en loop naar Sharon die op een vrije stoel is neergestreken, blij dat het allemaal is geregeld en met een ‘kunnen we nu gaan?’-blik op mijn gezicht. Naast haar staan twee vrouwen, een met een buggy en een met een wandelwagen, uit elk puilen drie kinderen.
‘Ze ís het!’ zegt een van hen, me aanstarend alsof ik een pronkstuk uit een wassenbeeldenmuseum ben. De namen van haar kinderen staan zo groot op haar onderarm getatoeëerd dat ik ze zelfs als ik een paar passen van haar verwijderd ben duidelijk kan lezen: Kylie, Britney en Rihanna.
‘Nee, niet,’ zegt haar vriendin, die eruitziet alsof ze haar haar in een bad waterstofperoxide gedompeld heeft.
‘Wel, ik weet het zéker! Ze was toch gedumpt door die tv-show? Daarom komt ze natuurlijk een uitkering aanvragen.’
‘Jessie Woods is een stuk knapper dan zij,’ zegt Peroxidehaar. ‘Zij ziet eruit alsof ze uit de dood herrezen is.’
Dan komt een van de kinderen op me af. ‘Mag ik je handtekening?’
‘Ehhh…’ stamel ik. ‘Sorry, eigenlijk heb ik een beetje haast…’
‘Als ze dat baseballpetje afzet, kunnen we haar misschien wat beter zien. Zeg dat ze dat ding afdoet!’ zegt Tatoeagevrouw bits.
‘Ehhh, mag ik iets vragen? Wil je die baseballpet even afzetten, schat? Dan kunnen we je gezicht zien.’
Wegwezen hier, sein ik verwoed naar Sharon, die de hint lijkt te begrijpen en zich traag uit haar stoel omhoog hijst. Maar het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje door het uitkeringskantoor, en ik hoor alleen maar: ‘Jessie Woods? Van de tv? Echt?’
Dan beginnen mensen mobiele telefoons tevoorschijn te toveren en foto’s te maken. Eén vent is me zelfs op zijn iPhone aan het filmen.
‘Misschien is dit voor een van haar opdrachten!’ roept een slimmerik ergens achter in de overvolle ruimte terwijl ik me door de menigte een weg naar de uitgang baan. Ik zie Sharon niet eens meer.
‘Verdomme, er hangen hier toch geen verborgen camera’s?’ mompelt een andere kerel met witte strepen in zijn haar tegen zijn vriend als ik langs hem schiet. ‘Ik wil niet op tv. Ik hoor hier niet eens te zijn. Ik werk.’
‘Het kan niet voor haar tv-programma zijn!’ schreeuwt een vrouw achter in de rij. ‘Ze is ontslagen, dat programma bestaat niet meer. Op zaterdagavond heb je alleen nog maar Ant & Dec. Ik haat dat stel.’
Jezus, dit is een nachtmerrie. Intussen ben ik publiek vermaak en wat erger is, ik ben nog zeker vier meter van die verdomde deur verwijderd. Mensen graaien naar me en in de consternatie verlies ik mijn baseballpetje, maar ik blijf me door het gedrang heen naar buiten vechten en denk laatmegaanlaatmegaanlaatmegaan.
Op een gegeven moment, ik lieg niet, drukt een lang meisje dat er een beetje als een fotomodel uitziet me haar cv in de hand. ‘Ik heb altijd al bij de tv willen werken,’ gilt ze. ‘Wil je dit aan je agent geven, of aan een producer met wie je nog op goeie voet staat…’
Dan roept de een of andere grapjas met de krant op zijn knieën keihard: ‘Wat is de overeenkomst tussen Jessie Woods en een duif? Ze kunnen allebei naar een Mercedes fluiten, waa-haa!’ Hij ligt helemaal dubbel om zijn eigen grap en dat geldt voor de helft van de aanwezigen, en ik zweer je, ik sta juist op het punt mijn zelfbeheersing te verliezen en te gaan krijsen als ergens uit het niets een hand me ruw vastgrijpt en hardhandig in de richting van de deur duwt. Ik kijk dankbaar op naar deze ridder in schitterende wapenrusting… en zie dat het niemand anders is dan Sharon.
‘Kunnen jullie verdomme even luisteren?’ gilt ze zo hard ze kan. ‘Dit is een lookalike! Ze verdiende altijd bakken met geld op verjaardagen en partijen, maar kan nu vanwege dat voorval met de echte Jessie Woods geen schnabbel meer krijgen!’
Ik weet niet hoe ze het voor elkaar krijgt, maar op de een of andere manier weet ze me met de kracht van een presidentiële bodyguard naar buiten te loodsen. Ik ben alleen nog maar in staat een nauwelijks verstaanbaar ‘dank je’ te fluisteren, terwijl ik op adem probeer te komen.
‘Geen probleem,’ zegt ze koel, een sigaret uit de zak van haar trainingpak vissend. ‘Als je een vriend voor me vindt, staan we quitte.’
Later die avond, als ze weer thuis is van Smiley Burger en ze al haar soaps heeft gezien, grijp ik de gelegenheid aan. Want na vandaag ben ik haar behoorlijk wat verschuldigd en ik ben vastbesloten me aan mijn belofte te houden.
‘Sharon? Zullen we naar boven gaan? Ik wil even met je praten. Het kan zijn dat we je computer erbij nodig hebben. Ga je mee?’
‘Goed. Eh… gaat het over… ehhh, je weet wel?’ vraagt ze, terwijl ze zich overeind hijst en haar blikje Bulmers pakt. ‘Oké, goed dan.’
Ogenblikkelijk schiet Maggies antenne omhoog. ‘Wat gaan jullie doen?’
Snel wisselen Sharon en ik een blik van verstandhouding.
‘Niks,’ mompelt Sharon.
‘Niks?’
‘Nou, natuurlijk wel iets, maar niet echt… ehhh… iets.’
‘O, zouden jullie het me alsjeblieft willen vertellen?’ zegt Maggie sarcastisch en, ik zweer het je, Sharon is doodsbang.
Ik kijk naar die twee en bedenk hoe bizar en belachelijk dit is. Ik bedoel, Sharon lijkt wel een konijn dat verstijfd van schrik in de koplampen staart. Alsof ze Maggie niet durft te vertellen wat we gaan doen. En oké, ze is dan misschien midden in de nacht naar me toe geslopen om me dit te vragen maar godallemachtig, we gaan toch niets geheims doen?
‘Weet je, Sharon heeft gevraagd of ik haar wil helpen een vriend te zoeken,’ zeg ik vastberaden, ‘en daar wil ik even apart met haar over praten, dat is alles. We gaan alleen even naar haar kamer omdat we je niet willen storen tijdens What Not to Wear.’
‘Een vriend?’ zegt Maggie, zo verbaasd dat je zou zweren dat ik gezegd had: ‘Sharon wil zich graag bij de plaatselijke afdeling van Al Qaida aanmelden en ik heb waarschijnlijk wel wat onderwereldcontacten die haar daarbij kunnen helpen.’
‘Ehhh… nou, weet je…’ mompelt Sharon slapjes.
‘Wil jij een vriend?’
Het is volgens mij voor het eerst in mijn leven dat ik Maggie venijnig hoor doen tegen Sharon.
‘Kom, we gaan,’ zeg ik, terwijl ik als eerste de kamer uitloop.
Maar Sharon blijft staan en als ik halverwege de trap ben hoor ik Maggie tegen haar snauwen: ‘Ga jij Cinderella Rockefeller om datingadvies vragen? De meest publiekelijk gedumpte vrouw van het land? Is dat niet net zoiets als pradviesvragen aan prinses Anne?’
‘Zo is het wel weer genoeg, laat me met rust,’ zegt Sharon, en ze slaat de deur achter zich dicht.
Eén ding is me wel duidelijk: dit is een ernstig verstoorde relatie.
Zodra we veilig en wel in haar kamer zijn, ploft ze op haar bed neer en slingert ze naar mijn hoofd: ‘Waarom moest je dat zo nodig aan Maggie vertellen? Nu heeft ze weer iets om me mee te treiteren.’
‘O, sorry, ik wist niet dat het staatsgeheim was.’
‘Je hebt geen idee hoe erg ze is. Ze zal me er weken mee achtervolgen.’
‘Wat raar, waarom doet ze dat?’
‘Weet ik veel. Volgens mij wil ze gewoon altijd iemand hebben om tv mee te kijken ’s avonds. Ze wil niet dat ik iets buitenshuis doe, mannen ontmoet en zo.’
‘Maar hoe ging dat dan met je vorige vriendjes?’
Ze kijkt me schaapachtig aan. ‘Dat is nou juist het punt. Ik heb nog nooit echt… nou ja… je weet wel.’
Ik kan mijn oren niet geloven. ‘Sharon! Je wilt toch niet zeggen dat je nog nooit met iemand bent uit geweest? Nog nooit?’
‘Nee! Ik heb wel onenightstands gehad,’ zegt ze, alsof ze zich moet verdedigen, ‘maar nog nooit echt een… relatie. Zoals jij met die Sam. O, sorry, ik vergeet steeds dat ik zijn naam niet mag zeggen.’
‘Geeft niet.’
‘Volgens mij is Maggie bang dat als ik iemand ontmoet, ik elke avond met hem aan de boemel ben. En dat zij hier dan in haar eentje zit. Of, erger nog, met ma.’
‘Ze hoeft toch niet in haar eentje te zitten? Ze heeft mij toch? Ik ben nu niet bepaald in de positie om uit te gaan.’
We schieten allebei in de lach bij het idee dat Maggie en ik samen op de bank voor de tv zitten, zonder elkaar de ogen uit te krabben.
‘Maar serieus,’ zeg ik, ‘ik snap het niet. Waarom hebben jullie niet de behoefte om af en toe eens uit te gaan? Het is… het is…’ Ik moet mezelf bedwingen om niet ‘… toch te gek om los te lopen’ te zeggen en besluit dus maar te zwijgen.
‘Weet je… Maggie zegt dat ze helemaal niet gezellig is als ze uitgaat. Ze ziet nooit iemand met wie ze wil praten. En we zijn zo close dat het gewoon handig en makkelijk is om thuis te blijven. Zeg eens eerlijk, vind je ons vreemd?’
‘Nee, jullie zijn niet vreemd, maar… ehhh… bijzonder. Ik bedoel, misschien is het wel een beetje ongewoon dat zussen zo dik met elkaar zijn, maar het is ook… leuk.’ ‘Leuk’ is het enige eufemisme dat ik op dat moment kan bedenken voor ‘eng’.
‘En daarbij komt nog dat ik altijd helemaal afgepeigerd ben als ik uit mijn werk kom, ik moet er niet aan denken dat ik me nog zou moeten optutten om uit te gaan. Dan zit ik liever met een afhaalmaaltijd en een paar blikjes cider op de bank.’
‘Oké, dan mijn volgende vraag: hoe denk je ooit iemand te ontmoeten? Leuke mannen komen niet aan de deur vragen of er een lekkere, aantrekkelijke, alleenstaande meid thuis is. Ik zou zeggen: kom uit je comfortzone en neem het risico! Daarom stel ik voor te gaan daten op internet. Nu. Vanavond. Ik gooi je in het diepe, en accepteer geen nee.’
‘Internetdaten? O Jessie, nee,’ ze stikt bijna in haar cider. ‘Ik wil een normale vent, geen griezel.’
‘Dat is allang niet meer zo,’ stel ik haar gerust. ‘Toen ik bij Channel Six werkte, deed de helft van de vrouwen van het productieteam het. Meestal op kantoor waar we geacht werden te werken. Het is niet meer zo gek om online een partner te zoeken, weet je, het is voor mensen die het net als jij druk hebben en lange dagen maken dé manier om vanuit de veiligheid van hun huis makkelijk nieuwe mensen te leren kennen.’ Dat ‘veiligheid van hun huis’ voeg ik expres toe om haar over te halen.
‘Hm,’ zegt ze wantrouwig. ‘Maar sommige mannen hebben toch van die websites waarop ze dingen zeggen als: ‘Gepensioneerde boer zoekt aantrekkelijke jonge meid om “leuke dingen” mee te doen.’
‘Als ze dat soort dingen schrijven, negeren we ze gewoon. Makkelijk zat.’
‘Maar stel dat ik met iemand afspreek en het blijkt een ontzettende idioot te zijn?’
‘O, daar hebben we het zogenaamde “vluchttelefoontje voor noodsituaties” voor.’
‘Het wat?’
‘Het betekent dat jouw datingcoach, in dit geval ik, je na een kwartier opbelt en je de mogelijkheid geeft te ontsnappen. Mocht dat nodig zijn. En als alles oké is en de betreffende man geen geile boer blijkt te zijn, zeg je gewoon dat iemand van je werk belde en zal hij er nooit achter komen.’
‘Allemachtig,’ zegt ze, me geïmponeerd aankijkend. ‘Je hebt dit vast al heel vaak gedaan.’
‘Eigenlijk wel, ja. Weet je, voordat ik… hem ontmoette, begaf ik me ook op het datingfront. En een paar jaar geleden hebben we een keer een hele Jessie Would-uitzending aan daten besteed. Ik moest speed-, read- en internetdaten, zelfs oogcontactdaten.’
‘Wat is dat?’
‘Hetzelfde als speeddaten behalve dat je niet mag praten. Zo kunnen de betrokkenen ontdekken of er sprake is van non-verbale chemie.’
‘En wat is readdaten?’
‘Een duur woord voor daten in Waterstone’s. Het is de bedoeling dat je met mannen praat over hun lievelingsboeken om erachter te komen of jullie bij elkaar passen. Als een man bijvoorbeeld Jane Austen leest, kun je er donder op zeggen dat hij homo is. En als hij Jeremy Clarkson leest, is het vast een…’
‘… uitslover. Heb je er ooit een vriendje aan overgehouden?’
Ik begin een beetje te blozen. Ik kan haar maar beter niet vertellen dat ik aan mijn speeddate-avontuur alleen mijn pre-Sam-vriend heb overgehouden, die vreemdging. Dat zeg ik natuurlijk niet tegen Sharon, die me zo hoopvol aanstaart, dat mijn hart breekt. Ik vertel haar gewoon wat ze graag wil horen, een hoop leugens over de liefde dus. Soms verandert een kikker helaas niet in een prins als je hem kust, zeg ik, maar daten is net als bingo; je moet net zo lang de juiste combinatie zoeken tot je de perfecte match hebt gevonden. En die is er voor iedereen, dat is zeker. En dan ben je dolgelukkig en heb je zo’n fantastisch leven dat je nooit meer aan vroeger denkt. Allemaal bullshit natuurlijk, maar ze lijkt het te geloven, en een halfuur later heeft ze me zelfs een van haar blikjes Bulmers gegeven, terwijl we gezellig naast elkaar achter haar computer zitten en door alle onlinedatingbureaus scrollen.
Sommige websitenamen zijn om te huilen. Er is er zelfs een die ForgetDinner.com heet, die is waarschijnlijk bedoeld voor toekomstige stellen die geen tijd willen verspillen aan de hele kennismakingsfase. En dan de onlinegebruikersprofielen. We stuiten op een man die zichzelf ‘Mister heb-jehet-ooit-achter-in-een-Audi-gedaan?’ noemt.
‘Nou ja,’ giechelt Sharon, ‘hij zegt in elk geval eerlijk wat hij wil. En moet je deze zien! “Getrouwde man zoekt plezier met gelijkgestemde jonge vrouw. Overdag beschikbaar, niet ’s avonds en in het weekend.” Die kluns heeft zelfs zijn trouwfoto geplaatst, maar zijn vrouw eraf geknipt. Wat een loser.’
We liggen allebei in een deuk en even schiet het door mijn hoofd dat ik me niet kan herinneren wanneer ik voor het laatst heb gelachen. Ik heb zelfs zo lang niet geglimlacht dat ik nauwelijks nog weet hoe mijn tanden eruitzien. Het zal wel door de Bulmers komen.
Dan stuiten we op een site die NeverTooLateToMate.com heet.
‘Moet je hun tagline zien,’ grinnik ik, naar het scherm wijzend. ‘Er staat: “We deleten leden die niet geschikt zijn voor daten.” Guerrilladaten is duidelijk hun modus operandi.’
‘Precies wat ik wil,’ zegt Sharon, terwijl ze een slok uit haar blikje neemt. ‘Een site die alle klojo’s en klungels er voor je uithaalt. Klik eens op wat van die mannen, kunnen we lachen.’
Maar sommige mannen op deze site zien er eigenlijk heel normaal uit. Zelfs Sharon staat ervan te kijken dat er geen swingers, perverse types of getrouwde mannen bij zijn.
‘Degenen die geen foto van zichzelf hebben geplaatst kun je negeren,’ zeg ik, terwijl ik door de profielen scrol.
‘Waarom?’
‘Omdat dat laf is. Het is net zoiets als op vrijdagavond naar de kroeg gaan met een papieren zak over je hoofd. O ja, nog een tip. Als een man zichzelf “humoristisch” noemt, betekent dat “irritant”. En “vol postuur” betekent “ziekelijk vet, moet met een minihijskraan vervoerd worden”.’
‘Echt?’ Ze kijkt me aan alsof ik plotseling in een magisch, wijs datingorakel veranderd ben.
‘Ja, echt. Dat is algemeen bekend. En “houdt van kroegen en uitgaan” kun je vrij vertalen met “is zelfs in staat alcohol uit een fles deodorant te zuigen”.’
‘O, kijk, dit is een leuke,’ zegt Sharon, op een ander profiel klikkend. ‘Luister. “Ik ben dan wel nooit naar school geweest, maar ben wel afgestudeerd aan de Universiteit van het Leven.”’
We maken allebei kotsgebaren, steken onze vingers in onze keel en liggen blauw van de lach.
‘Deze!’ roep ik, een slok Bulmers nemend, die ik tot mijn schrik lekker begin te vinden. ‘Een heuse acteur. Kijk hij heeft een heel seizoen in The Old Vic gespeeld en twee jaar bij de Royal Shakespeare Company.’
‘Bah. Ik wil niet iemand met pretenties.’
Uiteindelijk houdt Sharon zo’n zes mannen over met wie ze wil e-mailen, of die ze een ‘knipoog’ wil geven, wat op deze site mogelijk is. Goed. Nu moet ik haar inschrijven en een profiel aanmaken. Ik klik op AANMELDEN en zet de zaak in werking.
‘Oké,’ zeg ik, ‘nu nog een leuke gebruikersnaam. Een naam die de aandacht van mannen trekt. En we moeten een foto van je plaatsen.’
‘Wacht, ik heb er een op mijn boekenkast staan, van vijf jaar geleden toen ik blonde highlights had en drie kilo lichter was.’
‘En we moeten een profiel maken, dus we gaan al je interesses en hobby’s inventariseren. Maar de truc is om niet te veel te verraden; het kan geen kwaad om een beetje geheimzinnig te doen.’
‘Oké,’ zegt ze. Ze steekt een sigaret op en ziet er een beetje verloren uit. ‘Mijn hobby’s zijn…’
‘Brand maar los,’ zeg ik, op het toetsenbord tikkend.
‘Nou… tv-kijken.’
‘Sharon, als ik dat opschrijf, lijk je wel een huismus. Wat vind je nog meer leuk om te doen?’
Er volgt een lange, lange stilte.
‘Ik hou van… ehh…’
‘Theater? Sport? Muziek?’
‘Best wel. Ik kijk soms naar MTV, dus schrijf maar muziek op.’
‘Nog iets?’
‘Tja…’
‘Sharon! Je hebt toch wel meer hobby’s dan naar MTV kijken?’
‘Ik hou ook van…’ ze pijnigt haar hersenen. ‘Van… eten.’
Dan kijk ik naar de planken die kraken onder haar dvd-collectie chick-flicks en Danielle Steels en ik krijg een idee. Een halfuur en twee blikjes Bulmers later hebben we het volgende profiel gepost onder de gebruikersnaam: MOVIE-LOVER: ‘Huiselijk type, houdt van gezellige avondjes thuis, lezen, lekker eten en allerlei soorten muziek, is (in eerste instantie) op zoek naar vriendschap met gelijkgestemde man.’
Niet geweldig, ik weet het, maar het was al een hele klus haar zover te krijgen dat ze de zin ‘Zoekt een lookalike van Hugh Grant voor pleziertjes’ schrapte. Pleziertjes, leg ik geduldig uit, is in datingtaal een eufemisme voor hete, anonieme seks. Het is echt fantastisch dat Sharon en ik zo goed met elkaar kunnen opschieten, ik heb haar nog nooit zo blij gezien zonder afstandsbediening. Als het halftwaalf is zeggen we elkaar welterusten, en ik ga naar beneden om mijn bedbank op te maken. Maar als ik voor de tv-kamer sta hoor ik dat Joan en Maggie druk in gesprek zijn. Ik krijg de indruk dat Joan in een van haar snauwerige, prikkelbare stemmingen is, en dat betekent altijd slecht nieuws.
‘Sheila Nugent liet me dit vanavond tijdens de kaas- en wijnreceptie zien. Ik wil niet dat Jessica het onder ogen krijgt, dus verstop het ergens waar zij het niet kan vinden. Ze heeft al bijna een maandvoorraad kalmerende middelen van me afgetroggeld. Als ze hier lucht van krijgt, doolt ze de komende twee weken als een zombie door het huis.’
Zodra ik hoor dat de lichten en de tv uitgedaan worden, weet ik dat de kust veilig is. Ik ga naar binnen en begin te zoeken. Maar behalve lege bierblikjes en een ouwe pizzadoos is er niets. Niets anders dan anders. Dan valt mijn oog op een stapel kranten die naast de open haard liggen om verbrand te worden. Snel kruip ik erheen om ertussen te zoeken, maar ik vind niets. En dan zie ik in de roddelrubriek van de Evening Star van vandaag mijn naam staan, ik schuif hem onmiddellijk weer tussen de ‘te verbranden’-stapel. De afgelopen weken heb ik de aanvechting iets over mezelf te lezen weten te weerstaan, dus waarom zou ik er nu aan toegeven? Maar dan valt mijn oog op een andere naam in hetzelfde artikel. Die van Sam. Ik pak de krant, in blinde paniek scheur ik hem bijna. Ik ken deze columns, ze zijn goed, vlijmscherp en worden gepubliceerd onder het pseudoniem Ulysses. Niemand weet wie er achter de mysterieuze Ulysses schuilgaat, zelfs niet of het een man of een vrouw is. Maar vanwege het vileine karakter van de columns, ken ik heel wat beroemdheden die met genoegen een huurmoordenaar op hem of haar zouden afsturen.
Ben net terug van een heerlijke voorjaarsvakantie in Marbella. Wie denkt u dat Ulysses daar al slenterend in het zonnetje tegen het lijf liep? Een bekende van Sam Hughes. Voor degenen onder u die net uit een coma zijn ontwaakt: Sam heeft kortgeleden gebroken met de voormalige tv-presentatrice Jessie Woods. (Zou Ulysses er ‘die voorgoed heeft afgedaan’ aan durven toevoegen?) Mijn mol vertelde me dat Sam een heerlijke vakantie heeft gehad, maar om ‘persoonlijke redenen’ eerder naar huis is gegaan.
Wat Ulysses aan het denken zet. Is er soms al een ander liefje in zijn leven, een vrouw naar wie hij zo hevig verlangde dat hij snel weer naar huis wilde? Een type als Sam kan immers elke schoonheid krijgen die hij wil. Mijn bron vertelde me echter dat de werkelijke reden nog veel romantischer is. Sam miste zijn ex-vriendin en kon zo ver van haar sprankelende aanwezigheid niet van zijn vakantie genieten. Dus wie weet, misschien is mevrouw Woods gelukkiger in de liefde dan in haar werk. Zou er misschien een verzoening in de lucht zitten? Eén ding is zeker, waar mevrouw Woods zich de laatste tijd ook heeft schuilgehouden, ze kan nu elk moment een telefoontje van een berouwvolle en eenzame ex verwachten. Mijn geheime informant verzekert me dat we binnenkort een hereniging kunnen verwachten. Ik houd u op de hoogte.