14 Zo bak je een geweldige cake (of niet)

 

In een verhoorkamer in het politiebureau in Pearse Street zat inspecteur Maguire tegenover me aan tafel. Hij had bloeddoorlopen ogen met gerimpelde wallen eronder, alsof hij de avond ervoor flink had doorgehaald. Ik wist natuurlijk best dat dat niet het geval was. Hij had er met tegenzin mee ingestemd me te woord te staan, en had me gewaarschuwd dat hij in eerste instantie alleen naar mijn verhaal zou luisteren, voordat hij zou besluiten of hij me zou doorverwijzen naar een van zijn collega’s. Daaruit maakte ik op dat hij als een soort filter fungeerde; als mijn klacht niet de moeite waard was, wilde hij vooral geen politietijd verspillen. Ik voelde mijn voorhoofd prikkelen van het zweet. De kamer, die noch ramen, noch enige vorm van ventilatie had, was om te stikken. Als ik een verdachte was geweest, had ik zo van alles toegegeven, gewoon om die kamer uit te kunnen. Gelukkig had ik erop gestaan dat we de deur openlieten, zodat ik een oogje op Adam kon houden.

‘Versier je altijd mannen die net zelfmoord hebben geprobeerd te plegen?’ had inspecteur Maguire me gevraagd toen ik met Adam op het politiebureau was gearriveerd.

‘Ik help hem gewoon met zijn baan.’ Dat was niet eens helemaal gelogen.

Ik keek nogmaals door de deuropening om er zeker van te zijn dat Adam er nog was. Hij zag er verveeld en vermoeid uit, maar hij zat in elk geval nog op zijn plaats.

‘Neem je altijd je werk mee naar huis?’ vroeg inspecteur Maguire.

‘Gaat u überhaupt wel eens naar huis?’ snauwde ik.

Ik besefte te laat dat hij bij wijze van uitzondering even op het punt had gestaan om iets vertrouwelijks te zeggen. Door mijn gesnauw trok hij zich onmiddellijk terug in zijn schulp; het krachtveld trad weer in werking, waarna hij ongemakkelijk op zijn stoel zat te wiebelen. Hij was duidelijk kwaad op zichzelf omdat hij zo zwak was geweest om zijn masker even af te zetten.

Ik voelde me wel schuldig over mijn reactie, maar realiseerde me ook dat ik liever zaken deed met de harde Maguire dan met de openhartige. Ik had geen zin om ontspannen op mijn stoeltje te zitten en met deze man geheimen van het vak uit te wisselen.

‘Oké, vertel het verhaal nog eens. Jij denkt dat een man met een zwartleren jack en een coltrui, mogelijk een Oost-Europeaan, je voorruit heeft ingeslagen met een hurleystick omdat je mogelijkerwijs getuige was van een drugsdeal tussen de man in kwestie en een zwarte auto met verduisterde ramen, waarvan je je verder geen details kunt herinneren, en dat allemaal op een afgelegen landweggetje waarvan je niet weet waar het is omdat je op dat moment bezig was met een verdwaalspelletje. Vat ik dat zo correct samen?’ Hij klonk verveeld.

‘De voorruit is van mijn vriendin Julie, niet van mij, maar inderdaad, voor de rest klopt het.’

Ik had er drie dagen over gedaan om aangifte te doen van mijn voorruit, deels omdat ik Amelia had geholpen met het regelen van de begrafenis van haar moeder en deels omdat ik zo’n druk programma had gehad met Adam, maar vooral omdat ik het liefst zo min mogelijk tijd doorbracht in het gezelschap van inspecteur Maguire. Uiteindelijk was ik echter toch tot de slotsom gekomen dat hij de enige was die me kon helpen.

‘Waarom mogelijkerwijs een Oost-Europeaan?’

‘Omdat hij er zo uitzag,’ zei ik zachtjes. Ik wilde zo langzamerhand dat ik dat gedeelte van het verhaal nooit had vermeld. ‘Het was een beer van een vent, met een ferme kaak en brede schouders. Maar aan de andere kant had hij ook een hurleystick bij zich, waardoor hij er juist weer Iers uitzag…’ Ik maakte mijn zin niet af. Mijn gezicht liep rood aan toen ik de geamuseerde blik op het gezicht van inspecteur Maguire zag.

‘Dus als hij een perfecte salto had gedaan, zou hij een Rus zijn geweest, en als hij een honkbalbat bij zich had gehad, zou hij een Amerikaan zijn geweest? En als hij nou eens met eetstokjes achter je aan was gekomen? Japans of Chinees?’ Hij grijnsde, zichtbaar genietend van zijn grap.

Ik negeerde hem.

‘Kan iemand je verhaal bevestigen?’

‘Ja. Adam.’

‘De zelfmoordman.’

‘De man die heeft geprobeerd zelfmoord te plegen, ja.’

‘Heb je ook nog getuigen die niet vijf minuten geleden hebben geprobeerd er een einde aan te maken?’

‘Het is inmiddels vijf dágen geleden dat hij zelfmoord probeerde te plegen, en ja, mijn nichtje heeft het ook gezien.’

‘Dan heb ik haar contactgegevens nodig.’

Daar dacht ik even over na. ‘Prima. Hebt u een pen bij de hand?’

Hij pakte met tegenzin zijn balpen en sloeg zijn kladblok open, waar nog niets in stond, ondanks het feit dat ik hem al tien minuten zat te vertellen wat er was gebeurd.

‘Kom maar op.’

‘Ze heet Alicia Rose Talbot, en u kunt haar vinden op de Cheeky Monkey Montessori in Vernon Avenue, in Clontarf,’ zei ik langzaam.

‘Werkt ze daar?’

‘Nee, ze zit er op school. Ze is drie.’

‘Probeer je me in de maling te nemen of zo?’ Hij smeet zijn pen op de tafel.

Adam keek naar binnen om te zien of ik bescherming nodig had.

‘Nee, maar ik geloof dat u mij wel in de maling zit te nemen. Ik geloof niet dat u me serieus neemt,’ zei ik.

‘Moet je horen, ik ga er altijd van uit dat het meest voor de hand liggende antwoord waarschijnlijk de waarheid is. Aan jouw verhaal over een Russische drugsdealer met een hurleystick op een afgelegen landweggetje zitten zo veel haken en ogen dat ik waag te betwijfelen dat het op waarheid gestoeld is.’

‘Maar het is echt waar!’

‘Misschien wel.’

‘Ja, echt.’

Hij zweeg.

‘Wat is volgens u dan het meest voor de hand liggende antwoord?’ vroeg ik.

‘Ik heb gehoord dat je bij je man bent weggegaan.’

Ik slikte, verbaasd over de wending die ons gesprek ineens nam.

‘Op de nacht van de schietpartij,’ hielp hij me op weg.

‘Wat heeft het precieze moment ermee te maken?’

Hij wreef over zijn kaak, die er pijnlijk rood uitzag van te veel scheren en te weinig vochtinbrengende crème. Toen bleef hij een moment stilzitten om me een paar onderzoekende blikken toe te werpen. Ik begon zo langzamerhand het gevoel te krijgen dat ik ondervraagd werd.

‘Had dat iets te maken met de schietpartij?’

‘Nee… ja… misschien,’ stamelde ik. Ik realiseerde me dat ik helemaal geen zin had om antwoord te geven. ‘Waarom wilt u dat weten?’

‘Daarom.’ Hij ging wat op zijn stoel verzitten en begon op het kladblok poppetjes te tekenen. ‘Ik doe dit werk alweer een flinke tijd, en geloof me, het is niet goed om je gezinsleven te laten beïnvloeden door wat er op je werk gebeurt. Ik spreek uit ervaring.’

Dat verbaasde me. Ik stond op het punt iets snauwerigs terug te zeggen, maar hield me in. Het was vast niet gemakkelijk voor hem geweest om dat aan me toe te geven.

‘Het had niets te maken met wat er met Simon is gebeurd. Maar toch bedankt. Voor uw advies.’

Hij bleef me een tijdje onderzoekend aankijken, en besloot toen over iets anders verder te gaan. ‘Denk je dat je ex-man iets te maken heeft met de schade aan je auto?’

‘Van zijn leven niet.’

‘Hoe weet je dat?’

‘Daar is hij gewoon het type niet voor. Hij heeft geen passie in zijn leven. Hij is niet eens fan van een voetbalclub, omdat hij daarvoor niet genoeg in iets gelooft. Een paar jaar geleden hebben zijn vrienden hem een lidmaatschap van een politieke partij voor zijn verjaardag gegeven zodat hij eindelijk eens ergens partij voor moest kiezen. Hij heeft nergens een opinie over. Echt hoor, als u hem kende, zou u die vraag niet gesteld hebben. Laten we het over iets anders hebben.’

‘Hoe heeft hij het opgevat dat je bij hem weg bent gegaan?’

‘Jezus, Maguire, daar heb je niks mee te maken!’ schreeuwde ik. Ik stond op.

‘Nee, maar misschien heeft het wel iets te maken met je voorruit,’ zei hij beheerst. Zelf bleef hij zitten. ‘Een man die net is verlaten door zijn vrouw. Een man met een gebroken hart, die zich waarschijnlijk vernederd en boos voelt. Het zal best een lieve jongen zijn geweest toen jullie nog getrouwd waren, maar je weet nooit hoe mensen kunnen veranderen. Alsof er ineens een knopje is omgedraaid. Heeft hij zich de afgelopen weken bedreigend tegen je opgesteld?’

Ik gaf geen antwoord. Een beter antwoord had hij niet nodig.

‘Maar het is niet eens mijn auto,’ protesteerde ik. ‘Dat weet hij best. Als hij de ruiten zou inslaan, zou dat iemand anders raken, niet mij.’

‘Ja, het is de auto van je vriendin Julie, dat heb je me al verteld. Maar jij rijdt erin. En hij denkt op dit moment waarschijnlijk niet superrationeel. Wat vindt hij van je vriendin Julie? Heeft hij de afgelopen tijd nog rare dingen over haar gezegd?’

Ik slaakte een zucht. Ik herinnerde me de voicemail van een paar dagen eerder, en keek naar Adam, die nu duidelijk mee zat te luisteren. Hij knikte om aan te geven dat ik het aan Maguire moest vertellen.

‘Shit.’ Ik wreef vermoeid in mijn gezicht. ‘Als dat zo is, wil ik geen aanklacht indienen. Ik betaal de schade zelf wel.’ Ik begon door de kamer te ijsberen.

‘Prima, maar toch zou ik graag een paar woorden met hem wisselen.’

‘Alstublieft niet!’ Ik stond stil. ‘Echt hoor, hij wordt woest als hij erachter komt dat ik het aan u heb verteld.’

‘Volgens mij is hij sowieso al woest. Ik wil alleen maar zorgen dat hij niet nog eens zoiets uithaalt.’

‘Neemt u alstublieft geen contact met hem op.’

Inspecteur Maguire slaakte een zucht en stond toen op. ‘Hoe is het begonnen? Boze telefoontjes? Eerst verdrietig, toen steeds agressiever? En nu heeft hij zich uitgeleefd op je auto.’

‘De auto van Julie.’

‘Het kan me niet schelen van wie die auto is. Ik kan je garanderen dat het volgende punt op zijn lijstje niet gezellig een bakkie met jou doen is.’

‘Maar die Rus…’

‘Die Rus heeft er niks mee te maken. Heb je thuis gezelschap?’

Ik was niet zo blij met die persoonlijke vraag en wist ook niet zeker hoe ik hem moest beantwoorden. Ik begon te blozen, want ik wilde liever niet aan inspecteur Maguire toegeven dat Adam bij me logeerde. Uiteindelijk hoefde ik echter niets te zeggen; ik ving de blik op die Adam en inspecteur Maguire uitwisselden.

‘Oké dan.’ Maguire leek enigszins gerustgesteld. ‘Denk erover na en laat het me weten als je wilt dat ik hem met een bezoekje vereer.’

‘Sorry dat ik uw tijd heb verspild,’ zei ik immens opgelaten toen hij de kamer uitliep.

‘Daar ben ik zo langzamerhand wel aan gewend, Rose,’ riep hij vanuit de gang.

 

* * *

 

‘Shit,’ zei ik toen ik het gesprek op mijn mobieltje had beëindigd. ‘Dat was iemand die graag de auto wil bezichtigen. Hoe lang duurt het om een voorruit te vervangen?’ Ik haalde mijn hoofd uit mijn handen en ging in de lege kasten op zoek naar een telefoonboek.

‘Niet zo lang. Maak je geen zorgen,’ zei Adam, die met zwiepende benen op het aanrecht naar me zat te kijken. ‘Ik ken iemand die het zo voor je kan doen. Wacht maar, ik bel hem wel.’

‘Dank je. Dat zou geweldig zijn. Hoeveel gaat dat kosten?’ Ik wachtte al nagelbijtend op zijn antwoord.

‘Niet zoveel. Je vriendin is vast verzekerd voor dit soort ongein. Ik zou me er geen zorgen over maken.’

‘Er is geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om dit aan Julie te vertellen. Ik wil het oplossen zonder dat zij het te weten komt. Dus wat gaat het kosten?’

‘Relax, Christine. Het is maar een voorruit. Daar komen zo vaak barsten in. Soms vliegt er een steentje op van de weg, dan heb je ook een gat in je ruit.’

‘Mijn ex heeft een ruit compleet aan gort geslagen,’ zei ik. ‘Dat is nogal een andere orde van grootte, denk je zelf ook niet?’

‘Maar de reparatie duurt even lang. Denk je echt dat hij het heeft gedaan?’

‘Geen idee. Inspecteur Maguire lijkt behoorlijk zeker van zijn zaak te zijn, maar ik geloof niet dat Barry daar het type voor is.’

Daar bleef Adam even over nadenken. Hij keek naar buiten alsof hij zeker wilde weten dat ik in veiligheid verkeerde. Ik vond het wel fijn dat hij zich zo beschermend opstelde.

‘Laat mij die ruit maar betalen,’ zei hij plotseling.

‘Echt niet. Nee, echt niet. Wat een bespottelijk idee, Adam,’ zei ik boos. ‘Dat wil ik helemaal niet. Daar was ik ook echt niet op uit. Ik neem geen aalmoezen aan,’ zei ik resoluut.

Hij rolde met zijn ogen. ‘Dit is geen aalmoes. Ik ben je sowieso geld verschuldigd voor je diensten.’

‘Adam, ik ben niet van plan je kosten in rekening te brengen voor dit alles. Ik doe het niet voor het geld. Ik probeer gewoon je leven te redden. Als jij blijft leven, is dat wel beloning genoeg voor me.’ Mijn ogen begonnen te tranen, zodat ik noodgedwongen de andere kant op keek. Ik ging weer op zoek naar het telefoonboek, in precies dezelfde kasten waar ik al eerder in had gekeken. In de gauwigheid was ik even vergeten dat Adam had gezegd dat hij een vriend zou bellen. Ik was duidelijk flink van de kaart.

‘Maar je hebt voor de komende twee weken al je afspraken afgezegd. Daardoor loop je inkomsten mis.’

‘Zo kijk ik er niet tegenaan.’

‘Dat weet ik. Daar ben je veel te aardig voor. Maar misschien wordt het tijd dat je eens iemand anders aardig voor jóu laat zijn, want volgens mij ga je op dit moment door een bijzonder zware periode, en zo te zien is er niemand die je een helpende hand toesteekt. Ik zie althans niemand die dingen probeert te regelen voor juffrouw Dat-Regel-Ik-Wel,’ zei hij, met zijn blik op mij gericht.

Ik was zo verrast door zijn opmerkingen dat mijn geldzorgen even naar mijn achterhoofd verdwenen. Mijn familie was misschien raar, maar ik wist dat ze altijd voor me klaarstonden. Amelia had het om begrijpelijke redenen druk met andere zaken; Julie zat in Toronto; en de anderen… ik had al die tijd gedacht dat ze zo attent waren om me wat ruimte voor mezelf te geven, maar nu ik gedwongen werd erover na te denken, kwam ik tot de conclusie dat ze misschien toch partij hadden gekozen. Ik besloot me over die gedachte heen te zetten en mijn aandacht in plaats daarvan weer op mijn financiële zorgen te richten. Vroeg of laat zou ik het met Barry moeten hebben over restitutie van het geld dat ik op onze gezamenlijke rekening had gestort. We hadden de bewuste rekening samen geopend om voor onze bruiloft en huwelijksreis te sparen, en daarna hadden we hem opengehouden om er onze hypotheek van te betalen, waarbij ikzelf grotere bedragen had ingelegd om te zorgen dat ik dat geld niet uitgaf. Het bericht dat ik die ochtend van Barry had ontvangen was dat hij mijn geld had ingepikt – mijn deel van de hypotheekafbetalingen en alles wat ik daarbovenop had ingelegd. Daarop had ik het saldo gecontroleerd om te kijken of hij dat echt had gedaan, en ja hoor, het geld was verdwenen. Achteraf was het misschien niet zo’n slim idee geweest om een pinpas aan te vragen voor die rekening. Barry had het hele bedrag in één keer opgenomen.

‘Maar goed, misschien ga je je hier wat beter van voelen. Ik heb je hulp nodig bij iets anders,’ ging Adam over op een ander onderwerp. ‘Ik heb je hulp nodig bij het kopen van een cadeautje voor Maria.’

‘Prima,’ zei ik. Bij de gedachte aan Maria zonk de moed me nog verder in de schoenen, wat ik eerlijk gezegd nogal verwarrend vond en wat me ook niet helemaal lekker zat. ‘Wat denk je van roze lipstick?’

Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en probeerde te bepalen of die opmerking even hatelijk was bedoeld als hij eruit was gekomen.

‘Nee…’ zei hij langzaam. ‘Da’s niet helemaal wat ik in gedachten had. Het zit namelijk zo. Ze is jarig…’

‘Wat?’ riep ik, ineens helemaal alert. ‘Wanneer is ze jarig?’

‘Vandaag. Waarom ben je zo nijdig?’

‘Waarom vertel je me dat nu pas? Adam, dit is een geweldige gelegenheid om te proberen haar terug te krijgen. Daar hadden we al dágen mee bezig moeten zijn.’

‘Ik heb zelf lopen nadenken over een cadeau, maar ik kan niks bijzonders verzinnen. Ik kan natuurlijk het geijkte spul voor haar kopen – sieraden, diamanten, vakanties – maar dat hebben we allemaal al een keertje gedaan. Deze keer heb ik iets beters nodig. En verder dacht ik dat je waarschijnlijk toch niet wilde dat ik haar zag.’

Daar had hij gelijk in, maar desondanks ergerde het me dat hij het me niet eerder had verteld. ‘Wat heb je vorig jaar voor haar gekocht?’

‘Toen zijn we samen naar Parijs gegaan.’ Hij keek me op zo’n manier aan dat mijn rancune jegens Maria enorme proporties aannam. ‘Maar ik kon er niet echt van genieten. Ik zat niet zo lekker in mijn vel.’

‘Hoezo? Wat gebeurde er dan?’

‘Niks, eigenlijk. Het was rond de tijd dat mijn zus verhuisde. Ik had een hoop aan m’n kop. Maria dacht dat dat was omdat ik van plan was haar ten huwelijk te vragen. Maar goed, dat deed ik dus niet, en daarna… Nou, laten we het er maar op houden dat de reis een beetje een ramp was.’

Zijn zus was ervandoor gegaan. Als mensen weggingen, zag hij dat als in de steek gelaten worden. Ik moest voorzichtig zijn als we straks uit elkaar gingen. Van dat vooruitzicht werd ik verdrietig.

‘Gaat het?’ vroeg hij.

‘Ja, ik sta gewoon na te denken.’ Ik ging naar mijn slaapkamer en pakte het boek erbij voor wat inspiratie. Het volgende hoofdstuk ging over de positieve effecten van leren koken. Ik was zo teleurgesteld door die oplossing voor ons probleem dat ik het boek naar de andere kant van de kamer smeet. Tot dusverre had ik geen van de oplossingen die het boek aandroeg erg nuttig gevonden. Koken als vorm van therapie? Koken als methode om Maria mee terug te krijgen? Nee dus. Tenzij Adam misschien een maaltijd voor Maria in elkaar flanste… maar hoe moesten we dat voor elkaar krijgen?

‘Adam, heb je de sleutels van je appartement nog?’ riep ik naar hem.

‘Ja, hoe dat zo?’ Hij verscheen in mijn deuropening. Daar bleef hij altijd staan; hij stapte nooit eens over de drempel heen, mijn privéruimte in. Dat kon ik wel waarderen. Hij respecteerde altijd de onzichtbare grenzen en mijn privacy.

Ik dacht dat we Maria’s verjaardagsdiner misschien het appartement binnen zouden kunnen smokkelen, maar als Sean daar ook bleek te zijn, zou het uitlopen op een ramp. Dan zou Adam weer helemaal opnieuw kunnen beginnen, na al ons harde werk van de afgelopen dagen.

‘Ik zou graag te weten komen waar ze haar verjaardag viert. Is er een manier om daarachter te komen? Kun je het misschien aan een van haar vriendinnen vragen? Of aan haar familie? Zonder iets los te laten, natuurlijk.’

‘We zijn in dezelfde week jarig, dus mééstal vieren we onze verjaardagen samen,’ zei hij geërgerd. Hij haalde diep adem om zijn woede te temperen. ‘Haar vriendinnen nemen haar mee uit eten bij brasserie Ely op Grand Canal Dock.’

‘Hoe weet je dat?’

Hij zag er schaapachtig uit. ‘Dat weet ik gewoon.’

‘Adam,’ zei ik waarschuwend, ‘ik heb heel duidelijk gezegd dat je niet met haar mocht praten.’

‘En dat heb ik ook niet gedaan. Ik heb toevallig een bericht op de voicemail van Sean gehoord.’

‘Hoe kun je dat nou toevállig horen?’

‘Omdat Sean zo’n sukkel is die nooit de pincode van zijn voicemail verandert. Ik luister al sinds maandag naar zijn berichten.’

Ik hapte naar adem. ‘Ik wist niet eens dat dat mogelijk was.’

‘Dan heb jij dus duidelijk ook nooit je pincode veranderd.’

Ik hielp mezelf eraan herinneren dat ik dat onmiddellijk moest doen. ‘Niet dat het wat uitmaakt. Jij luistert toch wel naar mijn voicemails.’ Ik dacht aan het bericht dat hij had gehoord en vervolgens weer had gewist. Ik wilde maar wat graag weten wat Barry had gezegd, maar ik kon het Adam niet blijven vragen, en verder wilde ik het in zekere zin ook niet weten. Ik ging op iets anders over. ‘Waar gingen de berichten over?’

‘Hij maakt zich zorgen omdat Maria op dit moment een beetje afstandelijk is. Dat speelt al sinds zondag, toen ik erachter kwam dat ze iets hadden, maar sinds een paar dagen speelt het echt. Ze zijn tijdelijk uit elkaar, of ze heeft om ruimte gevraagd, om na te denken.’

‘Over jou,’ fluisterde ik.

Adam haalde zijn schouders op, maar zijn ogen straalden.

‘Ja, Adam!’ Ik stak mijn beide handen omhoog.

Hij gaf me een high five en trok me toen in zijn armen.

‘Dankjewel,’ zei hij in mijn oor, terwijl zijn beide armen strak om mijn middel geslagen waren.

Ik kreeg over mijn hele lijf kippenvel toen ik zijn adem tegen mijn oor voelde.

‘Geen probleem,’ zei ik. Eigenlijk wilde ik het liefst de rest van mijn leven zo blijven staan, maar ik dwong mezelf om me uit zijn omhelzing te bevrijden. ‘En nu moeten we aan de slag.’

‘Wat gaan we doen?’

‘Vorig jaar heb je haar misschien Parijs gegeven, maar dit jaar, jongen, ga je een verjaardagstaart voor haar bakken.’

 

* * *

 

Kitchen in the Castle was een unieke kookcursus die werd gegeven in kasteel Howth in een keuken die helemaal uit 1177 dateerde. Het was altijd een populaire bestemming voor dates en avondjes uit voor groepen vriendinnen, en deze vrijdag was het niet anders. Onze klas bestond overwegend uit stelletjes van verschillende leeftijden; in één geval was het duidelijk de eerste date. Verder was er een groepje van drie meiden van begin twintig dat begon te giechelen zodra Adam binnenkwam.

‘Christine! Hoi, hier!’ hoorde ik een vrouw mijn naam roepen. Ze was rond en gezet, met een mooi, meisjesachtig gezicht met een stralende glimlach. Ik had geen idee wie ze was.

‘Ik ben het! Elaine!’

Ik bleef haar aanstaren, totdat het eindelijk tot me doordrong met wie ik te maken had. De laatste keer dat ik haar had gezien, had ze een Dracula-kostuum aangehad en had ze een boek zitten voorlezen aan een groep doodsbange kinderen. De afgelopen paar dagen, sinds de dood van Amelia’s moeder, had ze meegeholpen in de boekhandel.

‘Ik ben hier op een date,’ fluisterde ze opdat de jongeman naast haar het niet zou horen. Daar slaagde ze van geen meter in.

Ik stak mijn hand uit om de hand van de jongeman te schudden en wist op slag zeker dat hij homo was.

‘Ik heb hem leren kennen bij mijn “Zo-word-je-verliefd”-cursus.’

‘Wát voor cursus?’

‘Jemig, heb je daar nog niet van gehoord dan? Iedereen gaat ernaartoe. Veel meiden, maar ook veel mannen. Dat is de reden waarom ik ernaartoe ga.’ Ze sprak nog altijd sotto voce. ‘Zo heb ik Marvin ook leren kennen.’ Ze giechelde en wees trots naar hem, om vervolgens nogmaals te giechelen. Deze keer snoof ze erbij, waarna ze geschokt opkeek en vliegensvlug haar hand voor haar neus sloeg om te voorkomen dat het nog eens zou gebeuren. Intussen stonden de meiden van begin twintig samen te giebelen om wat waarschijnlijk een schuine grap of suggestieve opmerking was geweest, aan de manier te zien waarop ze naar Adam stonden te kijken. Een van hen kwam dichter bij hem staan. Hij lachte naar haar.

‘En dit is Adam,’ zei ik hardop. Ik legde mijn hand op zijn arm en trok hem dichter naar me toe. ‘Adam, dit is Elaine, die me net heeft staan vertellen over de “Zo-word-je-verliefd”-cursus die ze momenteel volgt.’

‘Echt een geweldige cursus! Hij wordt gegeven door Irma Livingstone – je weet wel, de vrouw die die’ – ze begon een stuk zachter te praten – ‘seksboeken schrijft. Hij wordt gegeven in het plaatselijke parochiehuis…’

‘Wat toepasselijk,’ viel Adam haar in de rede.

‘O ja,’ ging Elaine verder, zich niet realiserend wat ze net had gezegd. ‘Elke week krijgen we tips over hoe je een goede partner vindt en verliefd wordt, en vervolgens moedigt Irma ons aan om wat we net geleerd hebben met onze klasgenoten in praktijk te brengen.’

‘Dus in feite is dit huiswerk?’ zei Adam.

‘Nee, het is een date,’ zei ze snel, een tikje defensief.

Marvin maakte een wat gepijnigde indruk.

‘Misschien moet jij ook eens komen.’ Ze gaf me een speelse por, maar leek zich niet bewust te zijn van haar eigen kracht. Ze gaf me zo’n harde duw dat ik tegen Adam aan vloog, die me weer recht op mijn benen zette.

‘Ja, misschien moet jij ook eens gaan,’ zei Adam, die me een speelse glimlach toewierp.

‘Als ik ga, kom jij met me mee,’ zei ik, waarop zijn glimlach spontaan verdween.

‘Ik heb gehoord wat er tussen jou en je man is gebeurd,’ zei Elaine, weer zachtjes nu. Ze keek me vol medelijden aan. ‘Een paar dagen geleden kwam ik op weg naar mijn werk je man – nee, je ex-man – tegen. Hij vertelde me wat er tussen jullie was voorgevallen, en dat hij op weg was om je je golfclub terug te geven. Ik ben blij dat jullie zo vriendschappelijk uit elkaar zijn gegaan. Met Eamon – da’s mijn ex-man – en mij lag dat wel een beetje anders.’ Er trok een schaduw over haar anders zo vrolijke gezicht.

‘Mijn golfclub?’ vroeg ik verward. ‘Maar ik doe helemaal niet aan golf.’

‘Jawel, joh,’ zei Adam. ‘Hij heeft de club op de voorruit van je auto achtergelaten. Weet je nog?’

‘Hij… ooo. Op die manier.’ Dus het was inderdaad Barry geweest.

Op dat moment begon onze docente aan haar welkomstwoord. We gingen allemaal met naamstickers op onze borst geplakt rond een centraal aanrecht staan om naar de demonstratie te kijken. De serieuzer aangelegde stelletjes maakten aantekeningen, terwijl Adam en ik juist nauwelijks opletten. Toen was het onze beurt om een cake te bakken. Adam sloeg zijn armen over elkaar en keek me demonstratief aan. Dat was zijn manier om me te vertellen dat hij hier was omdat dat zo nodig moest, niet omdat hij er zelf zin in had. Ik pakte de boterkwast en begon het cakeblik in te vetten.

‘Hé, wat heb je vandaag geleerd?’ vroeg Adam aan Elaine.

‘Vandaag ging het over verliefd worden om de juiste redenen,’ zei ze ernstig. ‘En hoe je die redenen moet identificeren.’

‘Wow. Wat kost die cursus?’ vroeg Adam sarcastisch.

Elaine was niet op haar achterhoofd gevallen. Ze keek hem argwanend en een tikje beledigd aan. ‘Honderdvijftig euro voor tien weken. Maar Irma raadt iedereen aan om twee cursussen te volgen.’

‘Dat zal best, ja.’ Hij knikte bloedernstig. ‘Christine, weet je zeker dat dat klopt?’

‘Ik ben mijn hele hebben en houden kwijtgeraakt vanwege de liefde, dus het heeft geen zin om mij om m’n mening te vragen,’ zei ik, terwijl ik probeerde de bloem gelijkmatig over de boter in het blik te strooien.

‘Nee, ik bedoelde de cake.’ Hij glimlachte naar me.

‘O. Ze zei dat we het blik moeten invetten met boter om te voorkomen dat de cake plakt, en dat de bloem boven op de boter moet om te voorkomen dat de cake vettig wordt,’ zei ik. Ik begon me gefrustreerd te voelen, want de bloem kleefde nogal ongelijkmatig aan het blik en zag eruit als een plakkerig zooitje. Ik moest eerlijk toegeven dat ik er niet echt de lol van inzag. Ik hield niet van koken, en nog minder van bakken, en nu stond ik het toch te doen, terwijl Adam juiste degene was die nog zo’n ‘leuke’ kant van het leven moest ervaren. Nou, zo leuk vond ik het niet.

‘Oké, tijd dat jij je eens nuttig maakt. Maak jij het beslag maar,’ zei ik. Ik ging op zoek naar een doekje om mijn boterige handen mee af te vegen.

Adam stond me met een geamuseerde blik aan te kijken.

‘Wat nou weer?’ snauwde ik.

‘Niks. Ik sta gewoon te kijken hoe jij van het leven staat te genieten, da’s alles.’ Hij richtte zijn aandacht weer op Elaine. ‘En, wat heb je allemaal geleerd bij jullie les over hoe je om de juiste redenen verliefd wordt?’

Elaine keerde haar datepartner de rug toe en begon ons over haar les te vertellen. ‘Irma zegt dat de meeste mensen het gevoel hebben dat verliefd worden iets magisch en mysterieus is wat ons gewoon overkomt en waar we zelf geen controle over hebben. Maar verliefd worden is iets wat gebeurt wanneer je een hele reeks gebeurtenissen meemaakt met iemand anders.’

Adam was één en al oor.

‘En zoals bij alles geldt: als je iets wilt, moet je er zelf voor zorgen. Je kunt niet thuis op de bank blijven zitten wachten tot je verliefd wordt. Je moet actief deelnemen aan het proces. Irma leert ons alle stappen die we moeten nemen om actief bij te dragen aan onze poging om verliefd te worden.’

‘Zoals…?’

‘Zoals: wees specifiek over wat je wilt, wees jezelf, breid je vriendenkring uit, wees realistisch over teleurstellingen, lach veel, luister goed, wees grappig, vertel anderen geheimpjes, hou het leuk en gezellig. Tijdens onze lessen leren we dat soort dingen, en daarna moeten we ze met oefeningen in praktijk brengen.’

‘Wat voor soort oefeningen?’

‘Vorige week moesten we met iemand op een date gaan en de luistertechniek oefenen, waarbij je twintig procent van de tijd praat en de andere tachtig procent luistert.’

‘Goh. Is luisteren tegenwoordig een techniekje?’ vroeg Adam geamuseerd.

‘Je staat er versteld van hoeveel mensen het niet doen,’ zei ze. ‘Maar goed, ik ging dus op een date met iemand van de cursus, maar dat liep niet echt lekker. We probeerden allebei te luisteren, dus het gesprek wou niet echt vlotten.’

Adam lachte.

‘Kok! Concentreer je je wel een beetje op je werk?’ riep de goedgemutste docente naar hem. Een paar mensen draaiden zich om om te kijken tegen wie ze het had, waarop Adam zijn best deed om eruit te zien alsof hij het druk had.

‘De volgende les gaat over geheimen,’ fluisterde Elaine opgewonden. ‘Dan gaan we eerst een spelletje “Ik heb nog nooit” spelen. Daarna stellen we vragen in de trant van: wat is je allergênantste ervaring? Wat is je favoriete jeugdherinnering, of je grootste angst, of je verborgen talent? Wat voor soort dingen doe je alleen als je helemaal alleen bent? Hoe ziet je ideale dag eruit? Je weet wel, dat soort dingen.’

‘Dus dat wordt je volgende les?’ vroeg Adam. Hij keek naar haar datepartner, die al het werk stond te doen, net zoals ik tot dusverre al het werk voor Adam had opgeknapt.

Ze knikte enthousiast.

Adam zag eruit alsof hij elk moment een sarcastische opmerking kon maken, maar hij hield zich in. ‘Veel succes, Elaine.’

‘Dankjewel. Jij ook,’ zei ze glimlachend.

Hij keek me aan, zag mijn gezicht, dat rood aangelopen was van mijn strijd met het beslag, en glimlachte.

‘Ze gaat een paar geheimpjes over Marvin te weten komen, dat is een ding dat zeker is,’ fluisterde ik.

Adam grinnikte. ‘Ik wist niet dat je mee stond te luisteren,’ zei hij.

‘Ik stond twintig procent mee te luisteren en tachtig procent te proberen beslag te maken.’

‘Hier, ik help je wel.’ Hij stak zijn hand uit naar een ei.

‘Zorg dat je het niet tegen de muur smijt,’ mompelde ik.

Glimlachend brak Adam een ei. ‘Je bent grappig.’ Toen keek hij me eventjes peinzend aan.

‘Wat nou weer? Heb ik soms bloem op mijn gezicht?’

‘Nee.’

‘Hier. Ze moeten gescheiden worden.’ Ik schoof de kom over het aanrecht naar hem toe.

‘Ik weet niet hoe dat moet. Jij bent gescheiden, dus jij weet hoe het moet.’

‘Ha ha,’ zei ik, niet onder de indruk. ‘Je wordt met de dag grappiger.’

‘Komt door al die leuke dingen die ik van jou moet doen.’

Elaine stond geamuseerd naar ons te kijken.

‘Als jij er drie doet, doe ik er ook drie,’ stelde ik voor, en daar konden we allebei mee leven.

Adam brak het eerste ei en kreunde van ontzetting toen hij het eiwit op zijn vingers voelde. Hij deed de gebroken dooier in de ene kom en het eiwit en de schaal in de andere. Het tweede ei ging nog slechter, het derde wat beter. Ik probeerde de schalen uit het eiwit te vissen. In plaats van de suiker bij de dooiers te doen, zoals de docente had gezegd, gooide ik hem per ongeluk bij het eiwit. Toen ik merkte wat ik had gedaan, begon ik de suiker er onmiddellijk uit te lepelen en in de andere kom te doen, in de hoop dat de docente niet zou zien waar ik mee bezig was. Adam stond te gniffelen. Ik goot vanille- en citroenextract in het mengsel. Toen begon ik het eiwit te kloppen, terwijl Adam in een dagdroom verdween, ongetwijfeld over zijn geliefde Maria. Ik kon het niet nalaten. Ik dompelde mijn kin in het geklopte eiwit, totdat ik een lange, dunne baard had. Toen wendde ik me tot Adam en zei op de zachte en schorre toon van zijn vader: ‘Jongen, je hebt geen keus. Je moet leidinggeven aan het bedrijf. Je bent een Basil, dus dazzle!’

Hij keek me verbaasd aan. Toen gooide hij zijn hoofd in zijn nek en barstte hij in lachen uit. Het was echt een schaterlach, harder dan ik hem ooit had horen lachen, een heerlijk vrolijk en bevrijdend geluid. Onze docente hield op met praten, waarop onze klasgenoten zich allemaal omdraaiden om ons aan te staren. Adam bood iedereen zijn excuses aan, maar ondertussen stond hij nog steeds te lachen.

‘Pardon, ik kom zo meteen wel weer terug,’ zei hij. Hij liep de doodstille keuken uit, nog altijd in zichzelf lachend. Hij kon gewoon niet meer ophouden. Onder het lopen hield hij zijn buik vast, alsof die pijn deed van al het lachen.

Vervolgens keek iedereen mij aan. Met een kin die droop van het eiwit glimlachte ik terug.

 

* * *

 

‘Je cake staat in de oven. Nu moeten we twintig minuten wachten. Hier,’ zei ik terwijl ik me buiten bij Adam voegde. Ik gaf hem eerst zijn jas en onthulde toen een glas champagne. ‘We hebben tien minuten pauze, dan gaan we glazuren.’ Ik nam een slok champagne.

Hij keek me met sprankelende ogen aan, en toen begon hij weer te lachen. Hij had echt compleet de slappe lach. Het was zo’n aanstekelijke lach dat ik algauw mee stond te lachen, al lachte ik eigenlijk alleen om hem, omdat hij maar bleef lachen om… ik wist eigenlijk niet precies waarom. Na een tijdje hield hij op. Toen begon hij weer enigszins opnieuw, en toen hield hij eindelijk echt op.

‘Jemig zeg, ik heb in geen tijden meer zo gelachen,’ zei hij. Ik zag hoe zijn adempluimpje zich op de koele lucht verplaatste.

‘En dat terwijl het eigenlijk niet eens zo grappig was.’

Hij begon weer te lachen. ‘Wel waar,’ kon hij nog net uitbrengen.

‘Als ik had geweten dat eiwit op mijn kin je er weer bovenop zou brengen, had ik het al dagen geleden gedaan,’ zei ik glimlachend.

‘Jij,’ zei hij. Hij keek me aan. Zijn hele gezicht was tot leven gekomen en zijn ogen straalden. ‘Jij bent een geneesmiddel. Depressievelingen zouden jou voorgeschreven moeten krijgen, in plaats van pillen.’

Ik voelde me enorm gevleid door het compliment. Het was het aardigste wat Adam ooit tegen me had gezegd. Ik kreeg er bijna het gevoel van dat ik zijn leven niet in de weg stond. Maar in plaats van iets aardigs terug te zeggen, begon ik weer de therapeut uit te hangen. ‘Heb je ooit wel eens antidepressiva geslikt?’

Daar dacht hij even over na. Hij was nu weer de cliënt, degene die vragen moest beantwoorden. ‘Ja, één keer. Ik ging naar een huisarts, vertelde hem hoe ik me voelde en kreeg pillen voorgeschreven. Maar die hielpen niet helemaal zoals ik hoopte, dus na een maand of twee ben ik er weer mee opgehouden.’

‘Omdat ze niet de kern van het probleem oplosten,’ zei ik.

Hij keek me aan. Ik zag dat hij geïrriteerd was door mijn opmerking. Hij wist dat ik op het punt stond om hem weer eens aan te raden naar een therapeut te gaan, dus ik hield me in.

‘Want de ideale manier om de kern te raken is cake bakken.’ Ik glimlachte.

‘Uiteraard, want jij weet precies hoe dat moet,’ zei hij vriendelijk.

‘Uiteraard.’

Een tijd lang spraken we geen woord. Ik vroeg me af of dit het juiste moment was om toe te geven dat ik het gevoel had dat ik geen idee had waar ik mee bezig was, of dat het genoeg was dat hij daar net een bedekte toespeling op had gemaakt. Alsof hij wist wat er nu ging komen, kwam hij uit zijn trance en verbrak hij de stilte.

‘Oké, laten we dan maar gaan glazuren.’

Voordat we onze cakes konden versieren, moesten we ze eerst uit de oven halen. Onze cake was de enige in de klas die in het midden was ingezakt. Zodra hij werd blootgesteld aan de lucht, zakte het midden met een dramatisch pufje in, recht voor onze ogen. Het leek wel hekserij.

Vervolgens barstten we zo hysterisch in lachen uit dat ik bijna in mijn broek plaste en we vriendelijk maar beslist verzocht werden de keuken te verlaten.