Epiloog

 

 

 

Romain bracht zijn auto tot stilstand, deed de motor uit en kneep bemoedigend in Jasmines hand. Drie weken geleden had hij het ziekenhuis verlaten, en zijn gezicht vertoonde weer een gezonde kleur. De artsen hadden hem verzekerd dat hij geen blijvende schade had opgelopen. Dat schreven ze toe aan zijn sterke constitutie, maar Jasmine wist dat zijn herstel meer te maken had met het feit dat hij eindelijk vrede had gevonden.

De man die Adele had vermoord, was dood. Romain had hem gedood om haar te redden. Maar Moreau had hij niet gedood. Op basis van het filmmateriaal was bevestigd wat Romains zus altijd al had geweten. Huff had Moreau neergeschoten.

Natuurlijk wist ze het niet, niemand wist het, want Huff kon het niet meer bevestigen, maar ze vermoedde dat hij het had gedaan om een einde te maken aan alle vragen die de schokkende vrijlating van Moreau zou oproepen. De aandacht vormde een bedreiging voor zijn adoptienetwerk. Bovendien zou Romain ook tevreden zijn, en die zou niet opgeven voordat er recht was gedaan. Huff had een einde gemaakt aan iets wat nog lang niet voorbij was, en Romain had de schuld op zich genomen. Het was perfect en het zou ook hebben gewerkt, als Gruber Coen dat pakketje niet naar Jasmine had gestuurd.

‘Jaz?’ drong Romain aan, omdat ze geen aanstalten maakte om uit te stappen. ‘Wil je niet naar haar toe?’

‘Ik weet het niet.’ Volgens Beverly Moreau heette Kimberly nu Lisa Marie Glen. Met die informatie had Jasmine haar weten op te sporen in Virginia. Haar adoptieouders woonden op een riant landgoed. Kimberly woonde er niet meer, maar haar eigen woning was ook indrukwekkend, dacht ze, een blik werpend op het huis waar ze voor stonden, half verscholen achter weelderige bomen en struiken.

‘Dit is het ogenblik waarop je zestien jaar hebt gewacht,’ bracht Romain haar in herinnering.

Nu ze Kimberly eindelijk had gevonden, kon ze niet besluiten of ze moest aanbellen of niet. Te veel vragen plaagden haar, waarvan de belangrijkste was waarom. Waarom had haar zuster het verhaal geloofd dat haar was verteld? Ze wist dat Jasmine thuis was geweest, toen Gruber Coen haar had meegenomen. Waarom had ze zich laten overtuigen dat haar familie dood was en had ze zich laten dwingen een andere identiteit aan te nemen?

‘Kom op,’ zei Romain. ‘Ga haar ten minste gedag zeggen. Je hebt de hele nacht liggen woelen. Ik weet dat je niet tevreden zult zijn voor je haar hebt gezien.’

‘Misschien ziet ze mij liever niet.’

‘Of misschien ben je gekwetst en boos omdat ze een betrekkelijk normaal leven heeft geleid en nooit moeite heeft gedaan om contact met je te zoeken.’

Het was waar. Ze wist dat het bekrompen was, dat ze geen recht had zich afgewezen te voelen. Maar ze had zich deze ontmoeting altijd voorgesteld als een soort reddingsactie. Ze had gebeden, keihard gewerkt en tegen beter weten in hoop gekoesterd. Allemaal omdat ze er zeker van was dat Kimberly hulp nodig had om te kunnen ontsnappen aan een man als Gruber Coen. Het was nooit bij haar opgekomen dat haar zusje gelukkig kon zijn. Of het beter had zonder haar oorspronkelijke familie.

‘Mensen passen zich aan, Jaz. Dat weet je.’

Natuurlijk wist ze dat. Het was niet ongebruikelijk dat slachtoffers van ontvoeringen enige loyaliteit voelden voor hun kidnappers. Maar het persoonlijke element van de situatie zat haar nog steeds dwars. Zelfs als Kimberly als kind had geaccepteerd dat haar familie dood was, was ze later dan niet nieuwsgierig geworden, had ze zich geen flarden herinnerd van haar vroege jeugd? Misschien had ze niet de aflevering gezien van America’s Most Wanted, waarin Jasmine om informatie had gevraagd met betrekking tot haar vermissing, maar het was ook mogelijk dat ze het programma wel had gezien en had besloten niet te reageren.

‘Het is gewoon moeilijk te geloven dat ze leeft.’

‘Iedereen kan er een vriend bij gebruiken,’ zei hij. ‘Je bent hier niet gekomen om weg te halen wat ze heeft. Je bent hier om haar te laten weten dat je altijd van haar bent blijven houden. Dat kan toch geen pijn doen?’

Toch kon haar plotselinge verschijning in Kimberly’s leven problemen veroorzaken tussen Kimberly en haar adoptieouders. Er zouden slechte herinneringen kunnen bovenkomen. Het kon verwarring en pijn oproepen. ‘Relaties zijn complex.’

Hij streek een haarlok achter haar oor en wachtte tot ze hem aankeek. ‘Dat is misschien waar bij anderen, maar jij bent bijzonder, Jaz. Jij bent iemand die ze zal willen leren kennen.’ Hij schonk haar een glimlach. ‘Kom op. We willen toch dat ze op onze bruiloft komt?’

Dat wilde ze liever dan wat dan ook. Het was een lastige beslissing geweest om Sacramento en De Laatste Linie de rug toe te keren en naar Louisiana te verhuizen, hoezeer ze ook van Romain hield. Vooral omdat ze niet wist of het haar zou lukken werk te vinden als privéconsultant. Ze kon er best nog een vriendin bij gebruiken, ook al woonde die net zo ver als Skye en Sheridan. Het was nog beter als die vriendin haar eigen zus was.

‘Maar het gaat niet alleen om mij. Het gaat om mijn moeder, mijn vader en –’

‘En daar is nog alle tijd voor. Je hebt het hun nog niet eens verteld.’

Eerst moest ze weten of Kimberly gevonden wilde worden. Maar als dat zo was, dan kon de bruiloft het begin inluiden van wonderbaarlijke dingen: genezing voor Romains familie, oplossingen voor haar eigen familie en… toekomstige kinderen.

‘Zal ik met je meelopen naar de deur?’

Hij was van plan geweest om in de auto te wachten, omdat hij haar privacy gunde.

‘Nee,’ zei ze resoluut. ‘Ik ga alleen.’ Ze stapte uit.

De afstand van de auto naar de voordeur van Kimberly’s woning leek kilometers lang. Na elke stap die ze zette, ging haar hart onstuimiger tekeer. Bij de veranda aangekomen, werd haar oog getrokken naar een aantal prachtige potten met planten en bloemen. Windklokken produceerden een mooi, maar melancholisch getingel.

Dit was het einde van haar lange queeste, wat er ook zou gebeuren. Ze had de zus gevonden die ze was kwijtgeraakt.

Nerveus hief ze haar hand om op de deur te kloppen. Stiekem hoopte ze dat Kimberly niet thuis was, zodat ze dit moment nog een beetje kon uitstellen. Maar ze had de cabriolet op de oprit zien staan en wist dat Kimberly de deur zou opendoen.

Vlak daarop zwaaide de deur inderdaad open en zag Jasmine haar zusje staan, die nu vierentwintig was. Jasmine had het uiterlijk van haar moeder, behalve haar ogen, maar Kimberly leek op haar vader. Ze was lang, had donker haar, maar niet zo donker als dat van Jasmine, en had geen blauwe, maar bruine ogen.

Er gingen enkele seconden voorbij waarin ze elkaar aanstaarden. Toen liet ze de tranen waartegen ze de hele rit hier naartoe had gevochten de vrije loop.

‘Ken ik je ergens van?’ vroeg Kimberly.

Ze wist niet wat ze moest antwoorden, in onzekerheid of Kimberly wel iets van haar verleden wilde weten. Maar ze moest haar zusje de gelegenheid geven een keuze te maken. Hun ouders hadden hier ook belang bij. Zoiets kon ze niet in haar eentje besluiten.

‘Ja,’ antwoordde ze. ‘Je kent me. Maar het is heel lang geleden en je bent het misschien vergeten. Ik ben Jasmine Stratford. Ik was ooit je oudere zus.’

Kimberly’s mond viel open. Geschokt staarde ze haar aan, waarna ze begon te huilen. ‘Hoe heb je me gevonden?’ vroeg ze snikkend.

‘Dat was niet gemakkelijk,’ antwoordde ze met een beverig glimlachje. ‘Ik heb zestien jaar naar je gezocht.’

Nu was het moment van de waarheid aangebroken. Gespannen wachtte ze tot haar zusje de verrassing had verwerkt.

Toen deed Kimberly een stap naar voren en omhelsde haar.

Het duurde even, voordat ze weer iets konden zeggen.

Uiteindelijk deed Kimberly een stap naar achteren en nam Jasmine op. ‘Ik dacht dat ik je nooit meer zou zien,’ fluisterde ze. ‘Ze vertelden me dat je dood was.’

‘En jij geloofde dat?’ Ze hoopte dat ze niet beschuldigend klonk, maar het viel niet mee om haar pijn te verbergen.

‘Niet helemaal,’ gaf ze toe. ‘Maar ik wist dat mijn moeder, mijn nieuwe moeder,’ verduidelijkte ze, ‘het niet prettig had gevonden. Ik ben hun enige kind. Ze zouden… niets hebben overgehouden. En ik betekende zoveel voor hen.’

‘Was je gelukkig?’

‘Meestal wel. Ik wist dat ik geluk had gehad om zulke ouders te hebben. Als je al een keer een familie bent kwijtgeraakt, ben je doodsbang dat je er nog een verliest. En tegen de tijd dat ik ouder was en iets kon doen aan wat er was gebeurd, was ik er niet van overtuigd dat ik het verleden in mijn huidige leven in kon passen, zelfs als ik er aansluiting mee kon vinden.’ Ze aarzelde even. ‘Begrijp je dat?’

‘Ja, ik begrijp het.’ Met een geforceerde glimlach vocht Jasmine tegen haar teleurstelling. ‘Ik ben niet hier gekomen om je leven moeilijker te maken, Kimberly.’

‘Kimberly,’ zei ze zacht. ‘Zo heet ik niet eens meer.’

Jasmine kon zich voorstellen hoe verwarrend en moeilijk dit voor haar zus moest zijn. ‘Het moet heel vreemd zijn om je oude naam weer te horen.’

‘Leven mijn vroegere ouders nog?’

‘Ja, ze leven nog, maar ze zijn niet meer hetzelfde,’ zei ze mistroostig. ‘Net zo min als wij.’

‘Waar zijn ze nu?’

‘Mam woont nog steeds in Ohio, waar we zijn geboren. Pap woont in Alabama.’

‘Zijn ze niet meer bij elkaar?’

‘Nee. Jou verliezen… het was moeilijk voor hen.’

‘Ik… Ik weet niet hoe ik moet reageren.’ Nerveus liet ze haar handen op en neer gaan over haar dijen. ‘Ik had nooit gedacht dat ik jou of hen ooit nog zou zien.’

‘Ik weet het.’ Ze zweeg even. ‘Ik wilde me er alleen van vergewissen dat je ons niet nodig hebt. En ik wilde je ook laten weten…’ Door de brok in haar keel kon ze even niet verder praten. Ze slikte en vervolgde vlug: ‘…hoe erg ik het vind dat ik geen betere oppas ben geweest.’

De tranen biggelden nu over Kimberly’s wangen, terwijl ze Jasmines hand pakte en die stevig vasthield. ‘Het gaat goed met me. Nu. De man die me heeft weggehaald, maakte me bang, maar hij heeft me niet… mishandeld, je weet wel. Ik geloof dat hij niet wist of hij me wel of niet aan zijn baas moest overdragen, wat hij uiteindelijk wel heeft gedaan. Daarna kwam er een aardige oudere jongen, en alles werd gemakkelijker toen ik in mijn nieuwe huis aankwam.’

‘Daar ben ik blij om.’ Ze wilde zoveel meer weten, had nog zoveel te zeggen, maar Kimberly was nog steeds te geschokt om haar binnen te vragen.

Ze besloot haar zus eerst alles te laten verwerken en zocht in haar tas naar haar visitekaartje met haar nieuwe mobiele nummer op de achterkant. ‘Voor het geval je besluit dat je je verleden met je heden kunt verenigen.’

Kimberly staarde naar het kaartje. ‘De Laatste Linie, Slachtofferhulp, non-profitorganisatie,’ las ze voor. ‘Werk je daar, in Californië?’

‘Ik werkte er tot ik me een paar weken geleden heb verloofd. Ik verhuis naar New Orleans, waar mijn verloofde woont.’ Ze kon de verleiding niet weerstaan en omhelsde haar zus nogmaals. ‘Wees gelukkig,’ zei ze, waarna ze zich omdraaide en naar de auto wilde lopen.

‘Jasmine?’

Ze keerde zich om. ‘Ja?’ vroeg ze hoopvol.

‘Wanneer is de bruiloft?’

‘Zesentwintig maart.’

‘Ik bel je.’ Ze glimlachte. ‘Ik zou er graag bij willen zijn.’

‘Weet je het zeker?’

‘Ik zou je graag leren kennen en mam en pap weer zien. Misschien dat mijn andere ouders zich kunnen aanpassen. Misschien kunnen we dat allemaal,’ zei ze. ‘Na verloop van tijd,’ voegde ze eraan toe.

Romain stond geleund tegen de auto op haar te wachten, zijn armen voor zijn borst gevouwen. ‘En, hoe ging het?’

Ze glimlachte met tranen in haar ogen. ‘Ze komt naar de bruiloft. Dat is geen garantie dat we de zussen worden die we hadden kunnen zijn, maar ze is niet tegen het opbouwen van een relatie. En ik weet dat ze het goed maakt en gezond is.’

‘Is dat genoeg?’ Aandachtig observeerde hij haar gezicht.

‘Het is een begin… en dat is het enige wat ik kan vragen,’ zei ze, haar tranen wegvegend.

 

 

* * *

Bent u benieuwd hoe het verder gaat? Lees dan ook Fataal spel, deel 3 van DE LAATSTE LINIE.