Hoofdstuk 13

 

 

 

Jasmine popelde om Romains huis te verlaten. Ze had beter moeten weten dan met hem naar bed te gaan, maar dat hij haar zo’n goedkoop gevoel zou bezorgen, had ze niet verwacht. Zij had hun liefdesspel bijzonder gevonden. Eigenlijk was ze eerder gegeneerd daarover dan beledigd.

Wat was ze toch een dwaas! Meestal was ze verstandig en voorzichtig, vermeed ze alles wat haar naderhand in verlegenheid kon brengen. Hoe was ze hierin verzeild geraakt?

Gisteren was ze nog zichzelf geweest. Voor de bedreiging was begonnen. Waarschijnlijk had ze niet meer helder kunnen denken doordat ze zoveel had doorgemaakt. Daarbij vergeleken was dit niets; ze moest het gewoonweg vergeten.

Na een tamelijk stil ontbijt keek Romain haar plotseling aan. ‘Vertel me eens iets over jezelf.’

‘Waarom?’ Ze deed nog wat suiker in haar koffie. Dankzij de kachel begon het wat warmer te worden. Als ze geen haast had gehad om hem te verlaten, had ze nog genoten van de ochtend, van het primitieve maar gerieflijke huis, van de afgelegen plek en zelfs van het omliggende moerasland. Voor het eerst begreep ze dat dit oord schoonheid en rust in zich borg.

‘Ik ben nieuwsgierig.’

Ze nam een slok koffie. ‘Wat wil je weten?’

‘Ben je ooit getrouwd geweest?’

Even vroeg ze zich af of ze het hem wel wilde vertellen, om tot het besluit te komen dat het niets uitmaakte. ‘Eén keer.’

‘Dus Stratford is de naam van je ex?’

‘Nee, het was een kort huwelijk en ik heb mijn meisjesnaam weer aangenomen.’

‘Hoe kort?’

‘Twee jaar.’

‘Hoe kwam dat?’

‘We waren te verschillend. Het ging gewoon niet.’

‘Geen kinderen?’

Ze aarzelde. Waarom probeerde hij haar nu opeens te leren kennen? Wat haar betrof, was het tijdverspilling. ‘Maakt het wat uit?’

‘Is die vraag te persoonlijk?’

‘Ik heb een vaste vriend en een sliert kinderen die thuis op me wachten.’

Droogjes keek hij haar aan. ‘Je zou hem nooit ontrouw zijn.’

‘En als ik kinderen had, zou ik hier niet met kerst zitten. Dus ik neem aan dat je zelf die twee vragen had kunnen beantwoorden.’

‘Wilden jullie geen kinderen?’

‘Mijn man was onvruchtbaar. Of…’ Opeens besefte ze dat de stelligheid waarmee ze die uitspraak deed, niet eerlijk was ten opzichte van Harvey. Ze wist het immers niet zeker. ‘…misschien lag het wel aan mij.’

‘Daar zijn toch onderzoeken voor?’

‘We waren niet lang genoeg bij elkaar om onderzoeken te laten doen. Maar hij was al drie keer getrouwd geweest en had geen kinderen, dus ik denk dat de kans groot is dat het niet aan mij lag.’

Zijn mond viel open. ‘Was je man al drie keer eerder getrouwd geweest?’

Ze voelde een hoofdpijn opkomen en wreef met een vinger over haar linkerslaap. ‘Hij was iets ouder.’

‘Iets ouder?’

‘Dertig jaar.’

‘Goeie genade! Hoe oud was jij, toen je met hem trouwde?’

‘Twintig.’ Ze hief een hand om hem voor te zijn. ‘Maar hij was niet rijk, dus denk maar niet dat ik het voor het geld deed.’

‘Ben je uit liefde getrouwd?’

Nee, maar het leek niet aardig om dat toe te geven. ‘Op een bepaalde manier wel.’

‘Dat is niet echt een eenduidig antwoord.’

Ze was hem helemaal geen antwoord verschuldigd, maar aangezien het nutteloos was hem daarop te wijzen, bleef ze beleefd. ‘Het ging erg slecht met me. Hij heeft me uit de goot gehaald,’ legde ze uit. ‘Ik was hem veel verschuldigd.’

‘Dus je besloot hem te bedanken door hem het jawoord te geven?’

Haar honger was totaal verdwenen, en ze duwde het bord van zich af. ‘Dat gebeurt.’

Hij liet zijn blik over de rest van haar wentelteefjes gaan. ‘Ik dacht dat je honger had?’

‘Niet meer.’

‘Vind je het niet lekker?’

‘Jawel, maar ik… heb genoeg.’

De manier waarop hij zijn lippen tot een dunne streep vertrok, maakte haar duidelijk dat haar antwoord hem niet beviel, maar hij drong verder niet aan. ‘Waar ben je die man tegengekomen?’

Ze slaakte een zucht. ‘Ergens tussen Indiana en Illinois.’

‘De meeste mensen hebben een duidelijker antwoord op dat soort vragen.’

Ze wierp een blik op de klok die boven de koelkast hing. ‘Ik denk dat ik maar beter kan gaan.’ Ze wist dat ze zich stom zou voelen als ze om geld vroeg na wat er was gebeurd, maar ze had geen keus. ‘Zou je me misschien veertig dollar kunnen lenen?’

Omdat hij niet direct reageerde, voegde ze er snel aan toe: ‘Ik stuur het je natuurlijk terug. Je kunt het ophalen in het motel in Portsville, want hier komt geen post. Een vriendin van me zou me geld opsturen naar New Orleans, maar op dit moment heb ik geld nodig om te tanken voor de terugweg.’ Opeens realiseerde ze zich dat hij misschien helemaal geen geld in huis had. ‘Als je het niet hebt, kun je misschien voor me instaan, zodat ik het van iemand anders kan lenen. Ik betaal het echt terug.’

Hij was zichtbaar beledigd. ‘Ik heb geld.’

‘Mooi.’ Ze glimlachte opgelucht. ‘Dus…’

‘…is het geen probleem.’ Hij stond op en begon de tafel af te ruimen. ‘Maar nu moeten we ons klaarmaken, anders komen we te laat.’

‘Te laat voor wat?’

‘Voor het avondeten bij mijn ouders.’

‘Ik ga helemaal niet naar je ouders,’ reageerde ze verbaasd. ‘Ik moet terug naar New Orleans.’

‘Het is Kerstmis.’

‘Nou, en?’

‘Dus kun je toch niet veel doen.’

‘Ik heb juist heel veel te doen.’ Ze bracht ook wat spullen naar het aanrecht. ‘Maar kerst is hoe dan ook niet mijn favoriete feest, dus ik vind het niet erg om het over te slaan.’

‘Van mij ook niet. Maar het is belangrijk voor mijn ouders.’

‘Mooi zo. Ik ben ervan overtuigd dat je een fijne kerst met hen zult hebben.’

‘Je gaat niet alleen terug naar die hotelkamer,’ zei hij. ‘En ik kan pas vanavond met je mee.’

Ze trok de trainingsbroek op die hij haar had geleend, want de zoom slobberde rond haar enkels en gaf haar waarschijnlijk het aanzien van een kleine vrouw die niet voor zichzelf kon zorgen. ‘Dat is belachelijk. Je hoeft niet mee naar mijn hotel. Ik heb alleen veertig dollar nodig. Als je het wilt riskeren me dat te lenen, ga ik weg en zal ik je niet meer tot last zijn.’ Ze maakte aanstalten om de kamer uit te lopen, maar hij greep haar bij de elleboog.

‘Luister, ik begrijp dat je het met me hebt gehad, dat je je niet meer door me wilt laten aanraken, zelfs niet als ik je dat zou smeken. Ik heb het verknald, en nu weet je niet hoe snel je moet vertrekken. Dat heb ik verdiend. Maar ik wil niet dat je iets overkomt, wat je dan ook van mij denkt.’

Het ergste wat haar was overkomen de laatste tijd, was hijzelf geweest! Het kwetsen van haar gevoelens deed meer pijn dan welke bedreiging dan ook. ‘Ik waardeer het dat je er zo over denkt, maar ik ben jouw probleem niet.’

Hij lachte zachtjes, haast verbitterd, en liet haar arm los. ‘Je bent naar mij toe gekomen.’

‘En daarna hebben we gedaan waar we beiden zin in hadden, en nu ben ik klaar om te vertrekken.’

Hij kreeg een duistere blik in zijn ogen. ‘Je krijgt het geld, wanneer we terug zijn,’ deelde hij haar koeltjes mee.

Het was onmogelijk voor haar om de hele dag met hem door te brengen. Zodra ze naar hem keek, hunkerde ze naar een aanraking. Het was alsof ze was gefascineerd door de vlammen van een vuur, alsof ze die wilde aanraken, na te zijn verbrand. ‘Je ouders verwachten me niet,’ zei ze ten slotte.

‘Ze zullen blij zijn met je bezoek. Als jij er bent, is de kans kleiner dat mijn zus en ik het feest verknallen.’

‘Je zus?’

‘Die komt ook, met haar gezin.’

Nu herinnerde ze zich dat Black Romains zwager had genoemd, maar het was te ver gezocht om te denken dat die zwager iets te maken had met de verdwijning van Kimberly. ‘Ik ken ze niet, en zij kennen mij niet. Bovendien heb ik niets om aan te trekken.’

‘Ik bedenk wel iets.’

‘Ik trek echt niet jouw kleren aan.’

‘Ik ken een meisje dat net zo groot is als jij. Daar kunnen we even langsgaan.’

‘Een meisje? Laat haar met rust.’

‘Ze vindt het niet erg.’

Hij hield langer vol dan ze had verwacht. Ze dacht even na. ‘Ik kan ook hier blijven en wachten tot je terugkomt?’ opperde ze. Ze wees naar de afwas. ‘Ik kan de boel opruimen.’

‘Je zou niet wachten. Je zou naar Portsville lopen en van daaruit gaan liften.’

‘Nou en? Wat kan het jou eigenlijk schelen?’ snauwde ze.

Een beetje triest keek hij haar aan. ‘Ik neem aan dat “zonder betekenis” toch niet zonder betekenis is.’

 

‘Past het?’ vroeg Romain. Hij stond bij de dichte slaapkamerdeur.

Jasmine antwoordde niet meteen, maar uiteindelijk zei ze: ‘Redelijk.’

Toen hij haar de kleren van Caseys dochter had aangereikt, had ze zich afgezonderd, wat hem bijna net zo dwarszat als de manier waarop het ontbijt was verlopen. Hij wilde naar haar kijken, terwijl ze zich omkleedde. Niet alleen wilde hij haar lichaam weer zien, maar ook de intimiteit terugvinden die hij kapot had gemaakt.

‘Doe je de deur nog open?’ vroeg hij geïrriteerd.

‘Ik kom eraan.’

Even later deed ze de deur open.

De jeans zat strak om haar heupen en dijen, precies zoals hij het mooi vond. Ook de trui sloot strak om haar lichaam, waardoor haar borsten de nodige aandacht trokken. ‘Je ziet er prachtig uit,’ zei hij.

‘Hoe oud is het meisje van wie deze kleren zijn?’ Ze keerde zich om naar de spiegel. Terwijl hij het huis van Casey was binnengegaan, had ze in de truck gewacht.

‘Dertien.’

‘Geen wonder.’

‘Ze is de enige in Portsville die ongeveer jouw maat heeft.’

‘Ze heeft mijn maat niet. Die trui zit veel te strak.’

‘Hij zit goed. Als we onderweg een winkel zien die open is, koop ik iets beters voor je.’

‘Ik moet naar New Orleans om mijn geld op te halen,’ zei ze verbolgen. ‘Ik haat het om zo afhankelijk te zijn.’

‘Het geld wacht wel op je.’

Ze slaakte een zucht. ‘Ik veronderstel dat ik het hiermee moet doen. Het ziet er in ieder geval beter uit dan die boxershort en dat T-shirt van jou.’

‘Dat zou ik niet willen zeggen.’ Toen hij haar blik in de spiegel ontmoette, zag hij haar weer voor zich zoals ze die ochtend naar hem had gestaard, naakt liggend op haar rug, hun vingers en andere ledematen met elkaar verstrengeld.

‘Gaan we met jouw pick-up of mijn auto?’ vroeg ze. Een beetje opgelaten wendde ze haar blik af, alsof ze zijn gedachten kon raden.

‘We kunnen op de motor gaan. Ik heb een extra helm.’

Peinzend beet ze op haar onderlip. ‘Ik heb nog nooit op een motor gezeten.’

‘Zo’n ritje vind je vast leuk.’

‘Wat nog niet betekent dat ik het later niet zal betreuren.’

Hij wist dat ze het over een heel ander soort ritje had.

 

Ze kon moeilijk een gemakkelijke houding vinden achter op de motor, vooral niet doordat ze probeerde de berijder niet vast te houden. Steeds opnieuw bleef ze de positie van haar handen veranderen, zoekend naar een goede grip op de motorfiets, maar dan ging hij een bocht om, en moest ze hem toch weer vastgrijpen.

Uiteindelijk ging hij aan de kant van de weg staan en vroeg: ‘Is er iets?’

‘Nee, niets.’

‘Je zit maar zenuwachtig te doen.’

‘De snelheid maakt me nerveus.’

Hij keerde zich om, keek naar haar verkrampte handen aan de rugsteun, vloekte zacht, deed de klep van zijn helm weer omlaag en reed weg.

Na enkele kilometers greep hij achter zich en bracht haar armen rond zijn middel. Zo bleef ze zitten, want vanaf dat moment ging hij sneller en was ze bang dat ze zou vallen zodra ze hem losliet.

Toen ze Mamou bereikten, was ze uitgeput van de twee uur waarin ze had gestreden tegen de natuurlijke neiging zich tegen zijn lichaam te ontspannen. Maar op het moment dat ze het keurige kleine huis van Romains ouders bekeek, voelde ze zich te gespannen om zich druk te maken over haar vermoeidheid. Zijn familie kwam al de voordeur uit lopen; een motor was nu eenmaal niet te negeren.

Jasmine glimlachte beleefd toen een lange, vrij streng uitziende vrouw – ongetwijfeld Romains moeder – naar haar toe kwam om haar hand te schudden.

‘Je hebt niet verteld dat je een date zou meenemen, Romain.’

‘Ik ben geen date,’ zei Jasmine vlug. ‘Ik ben alleen iemand die…’ Vragend om bijval keek ze naar Romain. Over het onderzoek wilde ze in ieder geval niet beginnen, dat was een te lastig onderwerp. Maar Romain schoot haar niet te hulp. ‘Ik ben iemand die nergens heen kon met kerst, dus nam Romain me mee,’ eindigde ze zwakjes. Ze lachte als een boer met kiespijn.

Nooit eerder had ze zich zo misplaatst en dwaas gevoeld. Omdat ze te zeer verlangde naar de zoon van deze vrouw om hem te weigeren. Omdat ze de kleren droeg van een dertienjarig meisje, trachtend uit te leggen waarom ze met Romain was meegekomen.

‘Je bent welkom. Vrienden van Romain zijn onze vrienden.’

Romain had een zak uit de zadeltas gehaald en gaf die aan zijn moeder. ‘Garnalen,’ deelde hij haar mee. ‘Prettig kerstfeest.’

‘Moet ik vragen wat er met je gezicht is gebeurd?’

‘Een ongelukje. Niets ernstigs.’

‘Een ongelukje,’ herhaalde ze, alsof ze dat al veel te vaak had gehoord. Maar op het moment dat ze hem omhelsde, maakte haar gezichtsuitdrukking duidelijk dat ze hem veel langer zou willen vasthouden als hij dat toe zou staan.

‘Jasmine, dit is mijn moeder, Alicia,’ stelde hij haar voor. ‘Mam, dit is Jasmine Stratford.’

‘Aangenaam kennis met u te maken, Mrs. Fornier.’

‘Zeg toch Alicia en jij.’ Ze gebaarde naar de man met dik wit haar en brede schouders die met haar was meegelopen. ‘Dit is Romains vader, Romain senior.’

‘Aangenaam,’ zei Jasmine met een knikje.

Zijn grote handen sloten zich helemaal om die van haar, en ze voelde een kracht in de man die haar aan zijn zoon deed denken. Verbitterd of niet, Romain gaf de indruk dat hij zijn mannetje wel kon staan. Nu wist ze hoe hij aan die kracht kwam.

‘Welkom in ons huis,’ zei zijn vader.

Hun glimlach gaf Jasmine een goed gevoel, tot ze een glimp opving van de vrouw die achter Romains vader was opgedoken. Dat moest zijn zuster zijn. Met hun blonde haar en regelmatige gelaatstrekken leken ze te veel op elkaar om geen familie te zijn. De manier waarop ze haar lippen op elkaar perste en haar kin naar voren stak, gaf aan dat ze niet op goede voet stond met haar broer. ‘Een beetje laat, hè, T-Bone?’

Romains uitdrukking in antwoord op haar pinnige begroeting leek nonchalant, maar de pijn die heel even in zijn ogen verscheen, ontging Jasmine niet. Ze vermoedde dat hij in wezen net zoveel om zijn zuster gaf als om de rest, maar dat om wat voor reden dan ook niet wilde tonen. ‘Jasmine, dit is mijn zus Susan.’ Hij knikte naar het kind dat achter haar aan kwam. ‘En haar zoon Travis,’ voegde hij eraan toe.

Met opgetrokken wenkbrauwen keek Susan hem aan. ‘En?’

‘En wat?’ vroeg hij.

‘Zouden we een referentiekader kunnen krijgen? Dit is de eerste vrouw die je mee naar huis neemt sinds het overlijden van Pam. Wat is ze voor jou? Een vriendin, een minnares of een vrouw?’

‘Geen van drieën,’ antwoordde Jasmine haastig. ‘Eerlijk gezegd mogen we elkaar niet eens zo.’

Die opmerking deed Susan hard lachen. ‘Dan kunnen wij het vast goed met elkaar vinden!’

Romain schonk Jasmine een uitdagende blik. Maar misschien kwam het wel door haar eigen schuldgevoel dat ze die zo interpreteerde. Ze schonk hem een glimlach die ze niet meende, waarop hij zich tot zijn zus wendde. ‘Waar is Tom?’

‘Hij is zijn ouders aan het bellen. Ze vinden het vreselijk als we uit Boston vertrekken.’

‘En hij ook,’ zei Alicia zacht.

‘En de andere kinderen?’ vroeg Romain. ‘Ik had verwacht ze overal te zien rondrennen. Mason is zo langzamerhand drie, nietwaar?’

‘Hij wordt volgende maand drie. Hij zit met Curtis voor de tv. Mam en pap hebben hem een nieuw spel gegeven voor kerst en er is heel wat meer voor nodig dan een bezoek van een oom die nooit belt of schrijft – een oom die ze nauwelijks kennen – om ze af te leiden.’

Met ingehouden adem wachtte Jasmine Romains reactie af.

‘Jij hebt tegen me gezegd dat ze geen ex-gevangene als rolmodel konden gebruiken.’

Heel even oogde Susan alsof ze die opmerking zou terugnemen, zich misschien zou verontschuldigen, maar vervolgens rechtte ze haar schouders. ‘Nee, inderdaad.’

‘Want een vader die achter de vrouwen aanzit is veel beter.’

‘T-Bone.’ Zijn moeder legde een hand op zijn arm en knikte in de richting van Travis, waarop hij zich mompelend verontschuldigde.

Gelukkig scheen Travis het gesprek niet te hebben gevolgd. Hij wachtte eerder op een kans om zich te laten horen. ‘Zijn al die trofeeën in onze kamer van jou, oom T-Bone?’ vroeg hij gretig.

‘De meeste wel.’ Hij haalde een hand door Travis’ haar.

‘Hoe kom je eraan?’

‘Atletiek en basketbal.’

‘En football,’ voegde zijn vader eraan toe. ‘Romain was een kanjer. Als hij niet bij de marine was gegaan, had hij in een beroepsteam kunnen spelen,’ zei hij tegen Jasmine.

Dat hij de bouw van een atleet had, wist ze maar al te goed, maar daar probeerde ze nu juist niet aan te denken.

‘Ik ga ook football spelen, net als jij,’ kondigde de jongen aan.

Voor het eerst sinds hun aankomst, verscheen er een oprechte glimlach op Romains gezicht. Maar voordat hij iets kon zeggen, deed zijn zus haar mond open.

‘Nee, dat ga je niet. Alleen grote dummy’s die het niet erg vinden om hun knieën te verpesten spelen football.’

‘Ik heb nooit een knieblessure gehad, Susan,’ deelde Romain haar geduldig mee.

‘Maar je hebt wel een hersenschudding opgelopen. Ik vraag me vaak af of die de schuld is van alles.’

‘Als ik het me goed herinner, was jij degene die me aanmoedigde om door te gaan.’

‘Ja, maar dat was voor ik besefte dat je een teleurstelling was,’ beet ze hem toe, waarna ze zich omdraaide en naar binnen beende.

 

Het was rustig in Portsville. De afgelopen kilometers was Gruber alleen maar een vrachtwagen tegengekomen. Op de begraafplaats was zo te zien meer plezier te beleven dan in het stadje zelf.

Hij stopte voor een kruidenier om een blikje fris te kopen en vroeg zich ondertussen af wat Jasmine hier te zoeken had. Waarom was ze vanuit New Orleans hierheen gegaan? Daar moest toch zeker een reden voor zijn. Per slot van rekening was ze gekomen omdat hij haar had uitgenodigd.

Kreunend ging het portier open. Hij moest nodig een nieuwe auto kopen. Zijn truck was nog geen jaar oud, maar die liet hij meestal uit het zicht staan. Zijn oude Honda viel veel minder op, en dat was nu juist de bedoeling.

De grote diepvriezer voor de oude kruidenierswinkel produceerde een ratelend geluid. Mijn hemel, wat kon je niet allemaal bewaren in zo’n enorme kist! Zijn eigen vriezer raakte veel te vol, wat het lastig maakte om alles te bewaren wat hij wilde.

‘Ze zijn dicht.’ Een blozende man met O-benen was net uit de kroeg ernaast naar buiten gekomen.

Waarschijnlijk zag hij er nogal stompzinnig uit, met zijn hand op de deur en een jaloerse blik naar een diepvriezer. ‘Wat zegt u?’

‘Ik zei dat ze dicht zijn.’ De man gebaarde naar het papiertje dat onhandig op de deur zat geplakt. Er stond ‘Prettig kerstfeest’ op.

‘O.’ Gruber staarde ernaar. Hoe kwam het dat hij dat niet had gezien?

‘Bent u op bezoek voor de feestdagen?’ informeerde de man.

‘Ik ben een passant.’

‘Ik ben Croc. Ik ben de eigenaar van de bar. Ik ga pas om vier uur open, maar als u honger hebt, kan ik wel een burger maken.’

Croc? De Cajuns hier waren vreemde rednecks. ‘Eh, eigenlijk ben ik… eh, op zoek naar mijn zus.’

De man trok zijn borstelige wenkbrauwen op. ‘Woont ze hier in de stad?’

‘Nee, maar ze had het erover dat ze hiernaartoe zou gaan, als uitje. Ze heet Jasmine Stratford.’

Croc kauwde harder op de tandenstoker die uit een van zijn mondhoeken stak. ‘Nooit van gehoord. Hoe ziet ze eruit?’

‘Ze is klein, aantrekkelijk. Indiaas bloed.’

De man bestudeerde Grubers duidelijk blanke trekken. ‘Indiaas?’

‘We hebben verschillende vaders.’

‘Ik heb niemand gezien die aan die beschrijving voldoet. Maar u kunt het ook nog even vragen aan Harry, van het hotel. Hij had afgelopen week enkele gasten.’

‘Dat zal ik doen, bedankt.’

‘Veel succes met het vinden van uw zus.’

‘Eh, trouwens…’ Gruber pakte Crocs arm vast. ‘Als u haar toevallig ziet, vertel haar dan niet dat ik hier ben geweest. Ik wil haar verrassen. Voor kerst.’

Croc knikte vriendelijk. ‘Ik zwijg als het graf.’

 

‘Ben jij Indiaas?’ vroeg Susan.

Jasmine had niet verwacht het middelpunt van het gesprek aan tafel te worden. Ze was gewoon met Romain meegegaan tot ze terug kon naar New Orleans, waar ze hoopte hem zo snel mogelijk te vergeten. Maar blijkbaar had zijn familie hem al heel lang niet meer met een vrouw gezien en was die heel nieuwsgierig naar haar.

‘Mijn moeder is Indiaas,’ legde ze uit. ‘Ongeveer vijf jaar voor mijn geboorte is ze uit India naar Amerika vertrokken. Mijn vader is opgegroeid in Ohio.’

‘Je hebt een mooie huid,’ merkte Alicia op.

‘En ogen,’ voegde Tom eraan toe. ‘Ze zijn heel bijzonder.’

Omdat hij tot op dat moment nauwelijks zijn mond had opengedaan en er iets te veel enthousiasme doorklonk in die opmerking, keerden alle hoofden zich in zijn richting.

Tom kwam nogal soft over, maar was op een gepolijste manier toch wel knap. Hij spreidde zijn armen. ‘Wat is er? Dat is gewoon zo!’

‘Dank je,’ zei ze vriendelijk, trachtend geen aandacht te besteden aan Susans verstrakkende kaaklijn.

‘Interessant dat je ouders zulke verschillende achtergronden hebben.’ Romain senior verbrak de gespannen stilte die was gevallen. ‘Waar wonen ze nu?’

‘Ze zijn gescheiden. Mijn moeder woont in Ohio, waar ik ben geboren. Mijn vader is enkele jaren geleden naar Mobile verhuisd.’

‘In Alabama?’

‘Ja.’

‘Mobile ligt niet zo ver van Portsville. Zie je hem vaak?’ wilde Susan weten.

Ongetwijfeld vroeg ze zich af waarom Jasmine aan de tafel van haar ouders zat met kerst en niet bij haar vader.

‘Niet echt. Niet sinds hij is hertrouwd. En ik woon niet in Portsville. Ik kom uit Sacramento.’

‘Hoe heb je Romain ontmoet?’ vroeg Tom.

‘We weten dat het niet in Sacramento was,’ merkte Susan op. ‘Want daarvoor zou mijn broer het moerasland hebben moeten verlaten.’

Romain kneep slechts zijn ogen toe, maar reageerde verder niet.

Zijn moeder leek daarover opgelucht, maar Jasmine wenste dat hij iets zei om het gesprek van haar af te leiden. Als ze begon over haar vermiste zus of haar werk bij De Laatste Linie, zou Adele onvermijdelijk ter sprake komen. Dat was niet een onderwerp waar iemand hier op zat te wachten, vooral niet tijdens de kerstmaaltijd.

Niemand had haar herkend van America’s Most Wanted, dus besloot ze iets te verzinnen als reden van haar ontmoeting met Romain. Ze vond het niet prettig om te liegen, maar ze vond ook niet dat de persoonlijke details van haar leven ertoe deden. Na vandaag zou ze deze mensen nooit meer zien. ‘Een gemeenschappelijke vriend heeft ons aan elkaar voorgesteld.’

‘Wie dan?’ vroeg Tom, die veel meer dronk dan hij at.

‘Poppo,’ zei ze, zich de verzonnen naam herinnerend die ze tegenover de man van het hotel had genoemd.

‘Ik ken veel mensen in Portsville,’ zei Susan, ‘maar ik kan me geen Poppo herinneren.’ Fronsend keek ze haar broer aan. ‘Ken ik hem?’

‘Dat betwijfel ik,’ antwoordde Romain. Gelukkig voegde hij er niet aan toe dat hij hem zelf ook niet kende.

‘Dus je bent vier staten doorgereden om op bezoek te gaan bij Romain?’ vroeg Tom.

‘Ik was al op vakantie, toen ik Poppo ontmoette, en hij zei dat ik…’ Ze zocht naar een plausibele verklaring. ‘…dat ik garnalen kon kopen van Romain.’

‘Ben je alleen op vakantie?’ vroeg Susan.

‘Mijn beste vriendin zou meegaan, maar ze is onlangs getrouwd en heeft afgezegd.’

Tom deed geen moeite zijn verbijstering te verbergen. ‘Waarom heb je het moerasland uitgekozen als bestemming voor kerst?’

‘Ik heb er veel over gehoord.’

‘Ben je hier ooit eerder geweest?’ Het was duidelijk dat hij haar geschift vond.

‘Nee.’

‘En je hebt geen familie in de nabije omgeving?’

‘Dat klopt.’

‘Omdat het jou hier niet bevalt, betekent dat nog niet dat anderen het hier niet leuk vinden,’ mompelde Susan.

‘Ik vind het hartstikke leuk om naar opa en oma te gaan!’ riep Travis uit.

‘Nou, ik begrijp dat sommige mensen deze plek charmant vinden, maar het is nu eenmaal geen Hawaï,’ reageerde Tom spottend. ‘Dat iemand uit Californië met kerst naar Portsville gaat, is voor mij onvoorstelbaar. Wat ook al eigenaardig is, is dat ze met mijn zwager aanpapt, die zo’n kluizenaar is dat hij nog maar nauwelijks met zijn familie contact heeft.’ Hij hief zijn glas en keek om zich heen. ‘Ben ik de enige die dat vreemd vindt?’

Romain stond nu duidelijk op het punt om Tom duidelijk te maken dat hij zich met zijn eigen zaken moest bemoeien, maar voor hij iets kon zeggen, legde zijn moeder een hand op zijn arm, en hij slaagde erin zich in te houden.

‘Niet vreemder dan dat mijn broer naar het gevang moest.’ Blijkbaar kon Susan geen weerstand bieden aan de behoefte haar broer nog iets meer te sarren.

‘Wie is er naar het gevang gegaan?’ wilde Travis weten.

‘Niemand die jij kent.’ Met een smekende blik keek Alicia Susan en Tom aan. Susan begreep het, maar Tom had te veel gedronken om subtiele hints op te vangen.

‘Niemand van mijn familie,’ zei hij.

Romain hief zijn glas naar Jasmine. ‘Is dit geen genoeglijk familiediner?’

Het enige waartoe ze in staat was, was hulpeloos naar hem glimlachen. Wat moest ze anders? Buiten de kinderen om, scheen alleen Tom zich te vermaken.

Over de rand van zijn glas nam Tom de uitwisseling waar. ‘Het is goed om je weer eens met een vrouw te zien, Romain.’

‘Dank je, Tom. En ik weet dat ze knap is.’ Hij knipoogde. ‘Dat hoef je dus niet te herhalen.’

‘Ze is knap,’ zei Tom desalniettemin. ‘Maar ze lijkt helemaal niet op Pam.’

Susan deed er het zwijgen toe, maar Alicia schraapte haar keel en murmelde op waarschuwende toon Toms naam.

‘Mag ik het niet over Pam hebben? Ik heb haar ook gekend. Ze was mijn schoonzus.’ Hij maakte een gebaar naar Jasmine. ‘Dus hoe kwam je in Portsville terecht? Heb je de kaart gepakt en blind iets aangewezen? Of ben je ergens voor op de vlucht? Voor een man die je mishandelt misschien?’

Bijna verslikte ze zich in het brood waarvan ze net een hap had genomen. ‘Nee, ik heb gehoord hoe mooi het moerasland is en wilde het met eigen ogen zien.’

‘En hoe vind je het?’ vroeg Romains vader. Hoewel hij zijn vork en mes iets te stevig vasthield, klonk hij kalm.

‘Het bevalt me hier.’ En dat was waar, vooral door de momenten die ze in bed had doorgebracht met Romain. ‘Maar eerlijk gezegd ben ik wel een beetje bang voor kaaimannen.’

‘Kaaimannen zijn over het algemeen niet agressief,’ stelde hij haar gerust.

‘Dat zegt iedereen, maar een beet zou toch mijn dag verpesten,’ reageerde ze glimlachend.

‘Hoe hebben je ouders elkaar ontmoet?’ vroeg Susan onverwacht.

‘Ze kwamen elkaar tegen tijdens hun studie.’

‘En je moeder komt uit India?’

Ze knikte.

‘Is ze hindoe?’ vroeg Tom.

‘Ja, ruim tachtig procent van de bevolking in India is hindoe.’

‘En je vader?’

‘Die is christen.’

‘Wat ben jij dan?’

‘Een beetje een mix.’ Ze begon het uitputtend te vinden om al die vragen te beantwoorden. Ze wilde hier helemaal niet zitten met kerst. Het liefst had ze kerst met haar eigen familie gevierd, net als lang geleden, voordat het noodlot had toegeslagen. Voordat Kimberly was ontvoerd, was alles pais en vree geweest bij hen thuis. Kerstmis was altijd een gezellig feest geweest. Nu had ze eigenlijk geen familie meer. Alles was kapot. Ineens sprongen de tranen in haar ogen.

‘Willen jullie me even verontschuldigen… Ik heb iets in mijn oog.’ Ze stond op van tafel en liep kalm het vertrek uit. In de gang spoedde ze zich naar het toilet, deed de deur op slot en leunde verslagen tegen de deur aan.