28

Door alle emoties heb ik nauwelijks genoeg adem om onderweg naar The Paradise Room tegelijkertijd te lopen en te praten, maar op de een of andere manier slaag ik erin om iets te zeggen over het parelverraad van Sandrine, waardoor Felicity meteen woedend wordt.

‘Je moet iets doen!’ schalt ze de nacht in. ‘Die arme man!’

‘Ik ben het helemaal met je eens, maar ik zou niet weten wat,’ mopper ik. ‘Morgen sluiten ze de grote deal en eigenlijk zou ik Hugh moeten waarschuwen, maar hij kan het op het moment niet eens verdragen om in dezelfde kamer met mij te zijn. Bovendien denk ik dat het hem alleen nog maar meer zou vernederen als hij dit van mij hoorde.’

‘En als ik nou met hem praat?’

‘Hij heeft geen idee wie jij bent.’

‘Dat kan in ons voordeel werken.’ Felicity’s ogen beginnen te schitteren. ‘Misschien kunnen we het zo regelen dat hij het idee krijgt dat hij de slechterik heeft ontmaskerd!’

‘Goh,’ zeg ik bewonderend. ‘Ik heb je niet zo zien kijken sinds je het schoolteam aanzette tot een staking!’

‘Ik heb een plannetje…’

‘Je had advocaat moeten worden!’ glimlach ik. ‘Of vredesactivist. Of een superheld. Als je niet zo goed in sport was geweest…’

‘En zie waar me dat heeft gebracht,’ snuift Felicity. ‘Submodale tennis-coach annex telemarketeer! Als we juffrouw Carla Dollop zouden opzoeken in ons jaarboek, zou vast blijken dat zij aan het langste eind trekt. Ze staat vast aan het hoofd van een multinational.’

‘Toevallig weet ik dat ze een chique casting director is,’ onthul ik, terwijl ik haar voor me zie in haar sportkleren. ‘Jackie Loh wist me dat te vertellen toen ik naar jou op zoek was. Ze heeft aan allerlei films gewerkt.’

‘Je meent het!’

‘Serieus. Enweet je wat echt grappig is?’

‘Wat?’

‘Ze is begonnen als hardloopster.’

We grinniken en geven elkaar de high-five. ‘Go Carla!’

‘Even serieus nu,’ zegt Felicity en brengt ons weer terug bij het onderwerp. ‘We kunnen niet toestaan dat Hugh zo genaaid wordt. Niet nadat…’

‘Ik hem zo wreed heb gedumpt,’ maak ik haar zin af.

‘Niet dat het een vergissing was…’ Ze steekt een vingertje omhoog.

‘Nee.’

‘Maar hij is wel extra kwetsbaar. Het kan hem waarschijnlijk niet schelen wat voor parels hij koopt. Ik weet dat je hem jouw beschermengel hebt genoemd, maar nu heeft hij er zelf een nodig.’

Ik kijk gauw even of ze soms vleugels heeft. ‘Jij?’

‘Jij bent er niet, dus wie anders?’

‘Dames!’ We horen een bekende stem en als we omdraaien, zien we onze favoriete rae-rae, letterlijk schitterend in een zeemeerminnenpakje van lurex, die een heimelijk sigaretje staat te roken bij de zijingang. ‘Ik kleed me graag goed voor de zeevruchtenspecial,’ verkondigt ze en poseert koket terwijl we haar nauwsluitende rok, beha van schelpen en gladgeschoren borst bewonderen.

‘Fantasia, wat weet jij over zwarte parels?’ vraagt Felicity op de man af.

‘Ik ben Tahitiaans, schat.’ Ze kijkt ons vernietigend aan. ‘Ik weet alles.’

‘We moeten praten,’ zegt Felicity vastberaden.

Fantasia, die een complot ruikt, stemt gretig in met haar verzoek. ‘Geef me twee minuten en ik zie je in de bar.’

‘Dan heb jij mooi de tijd om Tezz te bedanken en goedenacht te wensen,’ zegt Felicity en gebaart me vóór haar naar binnen te gaan.

‘Je vindt me gestoord, nietwaar?’ zeg ik aarzelend.

‘Ach, wie ben ik?’ zegt ze nonchalant. ‘Jouw keuzes zijn niet de mijne, maar dat is meteen ook het mooie, Amber – het is jouw leven.’

Haar woorden raken me. Eerst was er het leven met mijn ouders, toen het leven met Hugh, maar nu heb ik voor het eerst het gevoel dat het om Mijn Leven gaat. En hoewel het komende gesprek enorm gênant zou kunnen zijn, wil ik het toch graag doen. Ik heb het gevoel alsof ik spontaan een nieuw beleid heb bedacht – mijn nieuwe leven zal draaien om oprechtheid en het plukken van de dag!

Het restaurant is druk maar achter het podium is niemand, dus ik loop naar de keuken om te zien of Tony me de weg kan wijzen.

‘Klop-klop!’

‘Hé!’ Hij kijkt op om me te begroeten, maar zijn handen blijven bezig met een lading cake met kokosmelk.

‘Kom ik ongelegen?’

‘Alleen als je me niet helpt deze cakejes af te maken.’

‘Zeg het maar!’ antwoord ik en was snel even mijn handen.

‘Druppel eerst maar wat aardbeienessence in de geslagen room zodat die roze wordt.’

Ik gehoorzaam braaf – dit is mijn afscheidscadeautje voor de meesterkok. Terwijl ik drie kommen gelijkmatig klop, besef ik dat ik Tony echt zal missen. Hij is zo’n boeiende persoonlijkheid. Zelfs als hij je op afstand houdt, raakt hij je nog. Ik kijk toe hoe hij uiterst geconcentreerd gekoelde dessertborden bedekt met mangosaus en bedenk me hoe liefdevol hij zou kunnen zijn in een relatie. Het is zo ontzettend jammer dat hij zich zo afschermt. Ik hoop dat als ik hier ooit terugkom, ik mag ontdekken dat hij de kokosmelk ook buiten de keuken weet te gebruiken.

‘Ik had gehoopt even met Tezz te kunnen praten,’ begin ik terwijl ik help de koekjes te schikken.

‘Het is woensdag,’ antwoordt Tony en legt een blaadje munt op elk bord. ‘Het is zijn vrije dag. Hij is er niet.’

De moed zakt me in de schoenen, maar ik ben vastbesloten niet zomaar op te geven.

‘Weet je waar ik hem kan vinden?’

‘Ik weet precies waar hij is, maar je hebt een privé-vliegtuig nodig om er te komen.’

‘Zit hij op een ander eiland?’

Hij knikt. ‘Hij is de kostuums van Tiara aan het halen. Hij is morgen pas terug.’

Opnieuw zakt de grond weg onder mijn voeten.

‘Dus Tiara komt bij de show?’ Ik probeer mijn teleurstelling te verbergen achter mijn luchtige gepraat.

‘Vanaf morgen. Wist je niet dat Malia een platencontract in Japan heeft gekregen?’

Ik schud mijn hoofd.

‘Je moet beslist de nieuwe nummers komen bekijken.’

‘Helaas zal ik niets anders zien dan de film aan boord. Ik ga naar huis.’

Tony stopt met werken.

‘Dat was ik vergeten te zeggen – ik heb dat gesprek met Hugh gehad. Hij wil me weg hebben. Ik vertrek vanavond.’

Als ik niet beter wist, zou ik haast gaan denken dat hij teleurgesteld kijkt.

‘Nou ja,’ zegt hij terwijl hij zich een houding probeert te vinden. ‘Ik, eh, ik hoop dat alles goed komt.’

‘Bedankt.’ Ik slaag erin een glimlachje tevoorschijn te halen. ‘Succes met het restaurant – laat het me weten als je een filiaal in Oxford wilt openen.’

‘Doe ik,’ knikt hij.

‘Oké.’ Ik krijg het woordje ‘Vaarwel’ niet over mijn lippen. Het lijkt niet afdoende.

‘Moet ik nog iets voor je doorgeven aan Tezz?’ vraagt Tony, naar aanleiding van mijn oorspronkelijke vraag.

Ik moet even nadenken. ‘Nee. Ik wilde…ik wilde jullie gewoon voor alles bedanken. Het was…’ Mijn ogen worden vochtig.

‘Huil alsjeblieft niet boven het gebak,’ waarschuwt hij. ‘Als je wilt huilen, doe het dan bij de groenten. Die kunnen wel wat zout gebruiken.’

Ik lach en plotseling schieten me allerlei dingen te binnen die ik leuk vind aan Tony. Ik mag dan niet de kans hebben gekregen om Tezz te vertellen wat ik voel, maar voor Tony is het niet te laat.

‘Wil je horen waarom ik je leuk vind?’ zeg ik, alsof ik vijf jaar oud ben.

Tony trekt geamuseerd een wenkbrauw op en haalt dan verlegen zijn schouders op. ‘Je weet hoe ik denk over complimentjes.’

‘O, ja.’ Ik draai me om en wil weglopen, maar bedenk me dan.

‘Maar ik ga het je toch vertellen!’ Opnieuw zet zijn aanwezigheid me tot grootse dingen aan. Ik doe een stap naar achteren en schraap mijn keel. ‘Ik vind het leuk dat je het niet nodig hebt om leuk te worden gevonden. Ik vind het leukdat je de geur van bleekmiddel net zo lekker vindt als die van vers brood. Ik vind het leuk dat je weigert met vrouwen te slapen die zichzelf op een presenteerblaadje aandienen omdat dat geen betekenis voor je heeft. Ik vind het leuk dat een zaal zwijgt als jij begint te zingen. Ik houd van je gevoeligheid en je waardigheid en je ernst.’

‘Wow.’ Tony kijkt oprecht verrast. ‘Daar deed ik bijna slagroom op de kreeft.’

‘Ik ben nog niet klaar,’ zeg ik. ‘Ik vind het leuk zoals je door een menigte loopt alsof je omgeven bent door een krachtveld endat je, ondanks je ultrasexy toneelpersonage, alleen maar sereen glimlacht wanneer iemand je een complimentje maakt.’

Hij begint te lachen.

‘En boven alles vind ik het leuk als je lacht,’ zeg ik zachtjes.

Hij schudt zijn hoofd en fluit laag. ‘Je weet het goed te brengen.’

‘Jazeker!’ straal ik.

‘Maar kun je het ook aanhoren?’ Hij kijkt me speels aan.

Het is een zware dag geweest. Ik kan wel een oppepper gebruiken voor ik aan de lange tocht terug begin. ‘Wat valt er aan mij leuk te vinden,’ hengel ik.

Hij tikt even met zijn vingers op zijn kin en glimlacht dan. ‘Ik vind het leukdat je Aretha Franklin neuriet tijdens het aardappels stampen.’

Ik lach. ‘Ik ben zo gewend om alleen te koken dat ik niet eens wist dat ik dat doe.’

‘Ik houd van de betoverde blik in je ogen als je een schilderij bekijkt. Ik vind het leukdat je eerlijk bent als je tegen me praat. Ik vind het leuk dat je de daad bij het woord voegt als je zegtdat je iets gaat doen.’ Hij pauzeert even en bekijkt me van top tot teen. ‘En ik vind het leukdat je het lichaam van een supermodel hebt, maar dat je je kleedt als iemand van 62.’

‘Wat?’

‘Dat weet je best. Ik weet niet waarom je het doet, maar ik weet zeker dat je het nog wel afleert!’ Hij grinnikt even en kijkt dan serieus. ‘En ik vind het leuk dat je je hart volgt, ook al weet ik dat het niet eenvoudig was.’

‘Meen je dat?’

Hij knikt. ‘Ik geef toe, ik dachtdat je een hartenbreker was. Maar nu ik je wat beter begrijp, snap ik hoe dapper je bent geweest. Ik wou bijna dat ik ook zo dapper kon zijn.’

‘Echt waar?’ Mijn hart danst triomfantelijk.

‘Bijna,’ zegt hij zachtjes.

Ik lach en sla mijn armen om hem heen voor een afscheidsknuffel. ‘Dat is bijna het beste nieuws dat ik vandaag heb gehoord.’