Het hele schaap Veronica
Nee, zei de dominee beslist, de speeltuin ben ik tegen!
Ik wil wel naar de Keukenhof, ik wil wel naar de zee,
ik wil wel naar de theetent, en ik wil me laten wegen,
maar naar de speeltuin wil ik niet. Hier zeg ik glashard: Nee!
Kom, zei het schaap Veronica, u hoeft toch niet te wippen!
U gaat maar lekker zitten en u drinkt een glaasje bier.
Welja, zeiden de dames Groen, u kijkt ‘s naar de kippen,
ga heus maar met ons mee, de bus vertrekt om kwart voor vier.
Het schaap ging op de schommel en de dames gingen wippen.
Kijk, riep het schaap Veronica, o kijk, hoe hoog het gaat!
De dominee keek voor zich uit met toegeknepen lippen.
Ik wip niet. Uit principe wip ik nimmer! zei hij kwaad.
Eén keertje maar! begon het schaap Veronica te vleien.
Een enkel keertje van de glijbaan roetsjen, dominee!
Nou goed dan, sprak de dominee. Ik zal één keertje glijen.
Hij klauterde het trapje op en roetste naar benee.
Toen hij beneden aankwam, klom hij daadlijk weer naar boven.
Vierhonderd vierendertig keren gleed hij naar omlaag.
Wel wel, zeiden de dames Groen, ‘t is niet om te geloven!
Verschrikkelijk, verschrikkelijk. Hij houdt niet op vandaag!
Kom, riep het schaap Veronica, ach dominee, niet meer!!
Wat jammer, zei de dominee. Maar…morgen gaan we weer.
Hè, zeurde ‘t schaap Veronica, hè, magge we daar binnen?
O nee, zeiden de dames Groen, dat is ons veel te eng!
Zo’n spooktent op de kermis, daar gaan wij niet aan beginnen!
Wie weet wat er gebeurt! Als het niet boeng zegt, zegt het béng!
De dominee keek voor zich uit met dromerige ogen…
Ik heb er altijd naar getracht, zo sprak hij met een snik,
om één keer in mijn leven in de autootjes te mogen…
Vooruit, zei ‘t schaap Veronica, daar gaan wij, u en ik.
Ze stapten in de autootjes, ze werden losgelaten…
daar ging het…Rang! en Pats…en Pleng! en Klang! en Boem-diejee!
De dames Groen, die stonden aan de overkant te blaten…
Hoei! riep het schaap Veronica. Hoi! riep de dominee.
O help! kermden de dames Groen. Straks is het schaap aan stukken…
de dominee ligt in de prak…en wat heeft het voor nut?
Hè, hè, de rit is afgelopen, zonder ongelukken…
‘t Was heerlijk, sprak de dominee, en nu de kop van Jut.
Hou op! riepen de dames Groen. Wij zien de wereld draaien!
En weet u wat die man daar zei, die van de autobaan?
Hij zei…wat zei hij ook alweer…‘t was iets van Ouwe Taaie…
In elk geval was ‘t niet beleefd. Wij willen hier vandaan!
Maar, zei het schaap Veronica, wij moeten niet vergeten
om, voor wij weggaan, eerst nog even poffertjes te eten!
Hè nee, zei ‘t schaap Veronica, ik wil niet ganzenborden!
Wat dan? riepen de dames Groen. Wie heeft er een idee?
Of zal het voor vanavond eens een bioscoopje worden?
Gaat u maar! zei de dominee. Ik ga beslist niet mee!
Toe, zei het schaap Veronica, toe, luister nou ‘s, luister!
Er is een film van cowboys en dan komt er nog veel meer!
En even later zaten zij gezellig in het duister.
‘k Moet zeggen, sprak de dominee, ‘t is aardig voor een keer…
Er kwam een schurk op ‘t witte doek, heel bleek en ongeschoren,
hij ging uit wandelen met een juffrouw in een witte jurk.
De dominee stond haastig op en deed een stap naar voren:
Juffrouw toch! riep hij angstig uit. Pas op, dat is een schurk!
Kom, zeiden toen de dames Groen, kom, ‘t is toch maar een film…
Dat zal wel! riep de dominee. Maar zoiets neem ik niet!
Als ik die man te pakken krijg zo dadelijk, ik vil ‘m!
Oei! riep ‘t schaap Veronica. O, kijk toch eens, hij schiet!
Maar ‘t liep gelukkig heel goed af; de schurk werd opgegeten
door achtentachtig zwarte beren, buiten in het woud.
Hè, hè, zo sprak de dominee, ik heb in angst gezeten.
Ik ook, zei ‘t schaap Veronica, mijn voetjes zijn ijskoud.
Wel, zeiden toen de dames Groen, het licht gaat op, ‘t is uit.
Nu op de hoek van ‘t straatje nog een ijsje, tot besluit?