Brief van Danny

220 Old Tree Lane

Great Neck, New York

De Verenigde Staten van Amerika

De Wereld

Het Zonnestelsel

 

11 mei 1946

Beste Iris,

Ik vond een enveloppe met je adres op Eva’s nachtkastje. De Torelli’s hadden er doorsturen op geschreven. Mijn onderwijzer, meneer Hoerger, zegt dat ik goed kan lezen en schrijven. Ik lig ver voor op de meeste andere kinderen wat lezen in de vierde klas betreft. Ik heb een paar gedichten geschreven die wel wat op Langston Hughes lijken, behalve dat ze niet over negers gaan.

Ik hoop dat je aan ons denkt als je ’s avonds naar bed gaat. Ik hoop dat je dan denkt: o jee, dat was behoorlijk beroerd, wat ik heb gedaan. Met deze mensen leefde ik vroeger en nu niet meer: mijn broer, Bobby. Mijn moeder, die stierf toen ze eten voor jou maakte. Clara. Ozzie Patterson. Opa. Jij.

Opa is doodgegaan. Ik weet zeker dat Evie je heeft geschreven, maar je bent niet op de begrafenis geweest. Ik was er, en Evie en de Diego’s en Ozzie en Clara en mevrouw Torelli, maar hun kinderen niet. En meneer Smedresman, die altijd de bagels meenam. (Mevrouw Torelli wilde natuurlijk haar respect tonen, maar ze was bang haar kinderen naar een synagoge mee te nemen.) De rabbi leek niet op een normale rabbi. Ik heb joodse vrienden die naar de Temple Beth El gaan. Rabbi Waxman ziet eruit alsof hij vicepresident of gouverneur zou moeten zijn. Deze rabbi zag eruit als Bugs Bunny. Evie had al eens voorzichtig met me gepraat en me gezegd dat ze dacht dat opa eigenlijk joods was. Ik herinner me niet dat ik hem ooit iets joods heb zien doen. Toen we bij de Torelli’s woonden zat ik altijd in de achterkamer naast de keuken, en hielp opa met het uitzoeken van de post. Ik heb hem nauwelijks meer gezien nadat hij ziek was geworden. Mam zei dat hij in de war was en dacht dat ik zijn kleine broertje was, dat hij in heel lange tijd niet had gezien. En toen ging mam dood in die brand en jij ging weg en met opa ging het slechter en toen – heb je hiervan gehoord? – moesten Evie en ik verhuizen, samen met opa, omdat hij nu geen butler meer kon zijn en mam dood was en de Torelli’s het koetshuis nodig hadden voor een nieuwe butler en een nieuwe kok. Evie zei dat ik een eigen kamer zou krijgen, en die heb ik. We zien de Torelli’s nooit. Cathy, Mary en Joey gaan naar de katholieke school. Ik mis ze niet. Ik heb een beste vriendin, Ruthie Post. We zijn het beste in lezen in de vierde klas.

Na opa’s begrafenis lieten de Torelli’s een grote ham voor ons achter en we hebben een week lang hamsandwiches en erwtensoep met ham gegeten. Joden eten geen ham.

Veel avonden, voordat opa doodging, speelden Ozzie en ik overgooiertje. Ozzie is een heel grote man. Hij was aanvoerder in drie sporten op zijn high school. Hij speelde football aan Mississippi Valley State, wat een goede school is voor football. Ozzie was degene die ons hielp opa te verhuizen. Ik zat voorin met Clara en Ozzie, en Ozzies debiele neef reed in de vrachtwagen achter ons met al onze spullen. Mevrouw Torelli gaf ons wat oude meubels zodat ons nieuwe huis niet leeg zou zijn als we er aankwamen. Clara kwam op bezoek maar woonde niet meer bij ons. Ozzie zei dat opgroeien in een huis met vrouwen en een zieke oude man niet goed voor me was. Soms gooide Ozzie de honkbal recht naar mijn hoofd. Hij zei dat een jongen zoals ik moest weten wanneer hij moest wegduiken. We werkten aan mijn spuugbal. Als het donker werd kwam Clara naar buiten om ons op te halen. Ze droeg altijd piekfijne kleren, haar glinsterende stola en haar donkerblauwe jurk en haar zijden pumps, dus wachtte hij op de oprijlaan: ze wilde niet over het gras lopen. Ozzie en Clara stapten dan in zijn Oldsmobile en gingen uit eten of naar de Nite Cap. Ozzie zei dan: ‘Hi-de-ho’, en ik zei het terug. En dan ging ik op het trappetje zitten tot Evie me zei dat ik binnen moest komen.

Ik weet niet waarom je me uit het weeshuis hebt weggehaald. (Evie heeft me verteld dat ik niet in een mandje op de trap was achtergelaten, zoals jij zei. Ze zei dat jij me zag en dat je vond dat ik er leuk uitzag en me hebt meegelokt en dat jij en mam me toen hebben gehouden.) Mijn vriendin Ruthie Post is een negermeisje, en ze zegt dat het negervolk in Amerika veel heeft geleden. En Ruthie zegt dat ze medelijden met me heeft.

Je hoeft niet terug te schrijven. Evie en ik wonen in een leuk huis, aan Old Tree Lane.

Ik heb Evie gevraagd of je dood was. Ze zegt dat ze dacht van niet. Ze vroeg me of ik je wilde schijven of je een foto wilde sturen. Ik zei nee, maar ik wilde je deze ene brief schrijven.

Danny Lombardo Acton