3. Dirty Butter

Iris wist niet zeker wat voor feestje het was. Er drongen twee vrouwen in roze zijden jasjes en lange zwarte jurken voor op de trap naar een groot huis. De portier of butler was een heel grote neger in een achttiende-eeuws wit satijnen pak en een witte gepoederde pruik met een staartje in een zwart lint. Hij had twee gouden tanden en deed alsof hij het niet alleen leuk vond maar ronduit opgetogen was als hij een vrouw door de deur binnen zag komen. Hij hield de deur open voor Iris en knipoogde.

De vrouwen vóór Iris overhandigden hun jasjes aan een andere man met een witte gepoederde pruik en een wit satijnen pak en Iris liep achter hen aan naar het grotere vertrek. Ze keek onbewogen. Het was een zitkamer in de betekenis waarin het Dodger Stadium een basketbalveldje was. Er liepen drie meisjes met blote bovenlijven in witte satijnen sportbroekjes en op witte satijnen pumps, met roze lintjes om hun nek en roze strikjes in hun torenhoge witte pruiken langs en serveerden worstbroodjes en mosselen in bacon. De meisjes hadden kleine getekende moedervlekjes bij hun ogen en rouge op de punten van hun tepels. Iris volgde de twee vrouwen in lange zwarte jurken langs grote satijnen poefs op de vloer en de lichtroze satijnen divans. (‘Mijn hemel, die dingen zitten straks onder de vlekken,’ zei een meisje dat achter Iris stond.)

Twee lange mannen in kniebroeken hielden reusachtige horens met vruchten vast. Iris nam aan dat ze blond waren onder hun witte pruiken, want hun borst was glad en hun ogen waren blauw. Ze stonden op blote voeten. Een vrouw voor Iris nam een druif en kneep een van de vruchtendragers in zijn tepels tot zijn gezicht een beetje vertrok. Iris hapte naar adem. ‘Erg leuk feest,’ zei de vrouw, en ze stak haar handen onder haar jurk en maakte haar jarretel los. Ze keek om zich heen en schoof haar zwarte pumps en haar kousen en slipje onder een van de divans.

Er kwamen vier dwergen binnen, met witte tulbanden en in felroze vesten en bijpassende pofbroeken. Ze droegen met edelstenen bezette waterpijpen. Ze namen plaats op de grote poefs en vrouwen verdrongen zich om hen heen op de vloer, rokend en lachend. Iris wist tamelijk zeker dat ze Tallulah Bankhead hoorde lachen. Een bleke vrouw, mooi als een ster uit een stomme film, met zwartomrande ogen, zwarte spuuglokken en een lange, rugloze zilveren jurk, trok aan Iris’ hand. Ze vroeg Iris of ze nieuw was en met wie ze was meegekomen. Iris vertelde haar dat de assistente van Patsy Kelly de dag daarvoor, toen ze door Francisco Diego haar make-up liet doen, langs was gekomen om de uitnodigingen uit te delen en Iris een dikke witte enveloppe had overhandigd. Patsy Kelly’s assistente had Francisco een zoen gegeven en gezegd: ‘Geen uitnodiging voor jou’, en hij had gelachen. ‘Je moet Patsy zijn opgevallen,’ zei de bleke vrouw nu. Iris glimlachte. ‘Ik ben Sylvia,’ zei de vrouw. ‘Iris,’ zei Iris. Sylvia maakte een gebaar met haar hand en er kwam een dwerg met een witte fez en bloot bovenlijf langs met een dienblad pink lady’s. Sylvia gaf Iris er een. ‘Welkom in het paradijs, liefje,’ zei ze. Iris en Sylvia installeerden zich op een divan.

Er kwam een vrouw naar hen toe die zich vooroverboog om Sylvia te kussen. Sylvia stelde Iris voor en de vrouw kuste Iris ook. Ze streek met een veer over Iris’ schouders. Iris bleef doodstil zitten tot de vrouw wegliep. Er kwam een andere vrouw langs die een slokje van Iris’ pink lady nam terwijl ze Iris over de rand van het glas bekeek. Ze dronk het glas in één slok leeg en zij en Sylvia liepen weg. Iris voelde een hand aan de zoom van haar jurk trekken. Er zat een vrouw op de vloer naast de divan die haar hand onder Iris’ jurk stak en langs haar dijbeen omhoog liet glijden. Ze streek met haar vingers langs de binnenkant van Iris’ dijen en over haar slipje. Iris zat zo stil mogelijk. Dit was niet het soort feestje, zoals de feestjes in de gemeubileerde kelder van Dellie Bryson thuis, waar je een beetje pret kon maken en iemand een klap in zijn gezicht kon geven en dan weer plezier hebben, op je eigen voorwaarden. Iris hoorde in een andere kamer een vrouw schreeuwen, maar het klonk niet alsof er iemand beledigd of gewond was, en die hand was er nog steeds, Iris’ slipje in en uit schuivend. Het was denkbaar dat er in dit grote huis, met al deze prachtige vrouwen (en degenen die niet prachtig waren, waren als godinnen gebouwd en degenen die geen van beide waren oogden slim en machtig), iemand was wier hand bij Iris wel welkom zou zijn. Iris zei: ‘Dank u’ tegen de vrouw die op de vloer zat, hoewel dat lachwekkend aandeed, en liep naar de volgende kamer, waar het buffet was.

Er lag eten uitgestald, van het hoofdgerecht tot het dessert, dat bestond uit een meisje met dikke lagen slagroom en aardbeien van haar middel tot haar voeten. Vrouwen in hun slipjes en op hoge hakken, in hun cocktailjurken waarvan de ritssluitingen op hun rug gedeeltelijk open waren getrokken, schepten hun borden vol. Een kwartet speelde alle populaire nummers en aan het andere uiteinde van het buffet dansten de twee vrouwen in de lange zwarte jurken een trage foxtrot. Een brunette in een scharlakenrode kimono en een zwarte zijden broek at gestaag van een bord dat vol lag met kreeftstaarten. ‘Ik ben dol op kreeftstaarten,’ zei ze. ‘Ik meen het, ik vind ze het lekkerste op de hele wereld.’ Ze had een warme keelstem en klonk als een Amerikaanse, maar met een zachter en melodieuzer timbre. ‘Rose Sawyer,’ zei ze, en in plaats van haar hand gaf ze Iris een kreeftstaart. ‘Laten we een plekje gaan zoeken,’ zei Rose, en ze liepen naar een plaats waar meer vrouwen dansten. Ze installeerde Iris op een lege bank. ‘Wat een drukte,’ zei Rose. ‘Jij blijft hier, schoonheid.’ Ze kwam terug met meer kreeftstaarten en een wankele toren oesters op geopende schelpen, blini’s met kaviaar die als flensjes waren opgestapeld en twee champagneflûtes die ze in haar decolleté had gestoken.

Iris bracht met haar hand haar haar in orde en de dwerg met de witte fez kwam langs. ‘Champagne?’ vroeg hij. ‘O ja, alsjeblieft,’ zei Iris. Rose keek naar haar. ‘Nou, ik denk net: kijk die kleine opdonder nou eens, en daar zit je dan, Armand om je vinger windend en god weet wat nog meer. Ik moest me schamen,’ zei ze. ‘Oester?’ Iris deed haar mond open.

Dit was niet het soort feestje waar je zei: ‘O, ik heb nog nooit oesters gegeten’, of ‘o, goh, ze zien er nat en walgelijk uit’, wat echt zo was. Als oesters de weg waren naar dit soort feestjes en naar de prachtige duizelingwekkende, donkere Rose Sawyer, kon Iris, dacht ze, oesters achteroverslaan als oud bier op een zomerse dag. Ze kreeg er twee naar binnen en spoelde ze door met champagne.

‘Wat ben jij een prof,’ zei Rose.

‘Niet echt,’ zei Iris. ‘Ik kom uit Ohio.’ Er was geen reden om tegen Rose te liegen.

‘Natuurlijk wel,’ zei Rose. ‘Je bent mijn prachtige Amerikaanse meid. Dansen?’

Iris had nog nooit met een andere vrouw gedanst, behalve dat ze in de kamer met Eva had rondgehost om voor een feestje of een voorstelling te oefenen. Iris liet Eva altijd leiden, zodat ze haar passen kon oefenen, maar dan moest ze er genoegen mee nemen door Eva te worden geleid, die op de dansvloer heftig bewoog en haar voeten verkeerd neerzette en maar tot Iris’ sleutelbeen reikte.

‘Wie leidt er?’ vroeg Rose.

‘Ik zou het kunnen doen,’ zei Iris zacht.

‘Maar je wilt het niet,’ zei Rose en ze legde een sterke arm om Iris’ middel. Al het dansen dat Iris beheerste, de routineuze dansjes tijdens haar voorstellingen, het walsen met haar vader, de ouderejaarsfeesten met Harry Bledsoe en Jim Cummings, die de beste dansers op Windsor waren, smolten weg. Ze danste nu pas voor het eerst, haar gezicht tegen Rose’ gladde, gepoederde wang. Borst tegen roodzijden borst, dij tegen zwartzijden dij. Ze deden twee promenades en een langzame twist, alsof ze het hadden ingestudeerd, en Rose trok Iris terug op de diva. Er dook meer champagne op.

‘Kijk,’ zei Rose. ‘Shmundie-parade.’ Iris kende het woord niet maar had wel een idee. Overal zag ze naakte vrouwen, drinkend en etend en rokend en dansend, allemaal naakt of bijna naakt. Een dikkig meisje lag over de rugleuning van een van de divans, waarbij haar hoofd bijna de vloer raakte. Onder haar zat een vrouw haar gezicht en hals te kussen en wiegde haar hoofd in haar schoot terwijl een andere vrouw de benen van het meisje over haar schouders trok en haar gezicht ertussen begroef. Het enige wat Iris zag was de op- en neergaande parelmoeren ronde buik van het meisje en het achterhoofd van de andere vrouw, wier gladde platinablonde haar met kammen in de vorm van tulpen was opgestoken. Er kwam een vrouw in een lichtgele chiffon toga langs. Ze wuifde naar Rose. Haar toga reikte maar tot haar dijen en werd dichtgehouden door een enkele grote stervormige broche met robijnen op haar schouder. Haar kleine borsten en haar grote, struikachtige feloranje driehoek werden op geen stukken na door de chiffon bedekt, alleen maar verzacht, als door kaarslicht. Een negerinnetje op pumps van zilverlamé danste in haar eentje bij de piano. Ze droeg haar haar opgestoken, in de wrong flonkerden bergkristallen en er schitterden er meer als dauwdruppels in haar donkere, krullende schaamhaar. Iris zag bij de oesters een meisje dat pech had gehad: donker haar om haar tepels en een dikke wolk donkerder haar dat van halverwege haar dijen groeide, als mos dat in een boom klom, en zich over haar buik, bijna tot haar navel verspreidde. Iris dacht dat het meisje zich vreselijk zou voelen als niemand haar uitkoos. Ze vroeg zich af of het meisje alleen maar een paar oesters zou eten en dan naar huis zou gaan om te huilen. Een heel kleine blondine met een grote witte strik in haar haar en een paar witte Mary Janes aan haar kleine voeten huppelde naar haar toe en duwde haar gezicht tussen de borsten van het donkere meisje.

‘Op elk potje past een dekseltje,’ zei Rose. Ze morste wat van haar champagne over Iris’ borst en likte het weg, als een kat. De champagne doorweekte het lijfje van Iris’ jurk en liep in haar schoot. Naar haar shmundie.

Iris dacht dat de bovenkant van haar hoofd eraf zou knallen, als een kanonskogel van compact, naar de hemel klimmend genot door het vertrek zou schieten. Het vertrek begon niet te draaien, zoals het had gedaan als er thuis op een feest te veel bier was geweest. Het ging open als een bloem, de muren weken terug om de rook en de geur en de shmundies te kunnen bevatten, en er dook er nog een op, een centimeter van Iris’ champagneflûte, blond, blauw geverfd en in de vorm van een hart. De muren weken en begonnen te smelten van alle soorten lichaamshitte. Zelfs toen Iris veel ouder was, zelfs na jaren champagne en sigaretten en zijden onderfrutseltjes en een verrukkelijk gevarieerde en prettige parade van shmundies in haar eigen leven zou ze zich nog letterlijk elke minuut van die orgie met Rose Sawyer in Hollywood herinneren.

Toen ze thuiskwam, vochtig maar geheel gekleed, van haar jarretel tot haar handschoenen, ging Iris op haar bed liggen, op enkele tientallen centimeters van dat van Eva. Eva snoof even over de rooklucht in Iris’ kleren en draaide zich naar Iris om, klaar om te luisteren.

‘Ik heb een meisje leren kennen,’ zei Iris. ‘Ik ben verliefd.’

Iris vond dat het Evie eeuwig tot eer strekte dat haar kleine zusje alleen maar zei: ‘Leuk voor je.’