zen. Het geluid was verdwenen voordat hij een vluchtige herinnering aan iets wat Kinap had gezegd kon vastgrijpen, iets over vogels... iets... Onmogelijk om het zich nu te herinneren nu Puwo'win haar handen zachtjes, verleidelijk, op zijn onderarmen legde.

'Niet jij, M'alsum!' zei ze als antwoord op zijn opmerking. 'Jij nooit! Heb jij niet Katcheetohüskw gedood? Heb jij niet je vrouw en kind en broeders overleefd en iedereen die je vergezelde of die je pad heeft gekruist... zodat je het Volk kunt laten geloven dat je onoverwinnelijk bent?' 'Ik...' Nu ging M'alsums hoofd de lucht in. Puwo'wins vragen waren niet als vragen bedoeld. Elke vraag was een beschuldiging. Alsof ze wist. Alsof ze zijn leugens had doorzien en de waarheid kende. De onvervalste, warrige, bloederige waarheid! En hem daarom aanbad!

'Squam is dood,' vertelde ze hem. 'Ik heb hem vermoord. Laat mij hem nu opnieuw scheppen in jou.'