18 Nieuwe Wijsheid

 

'Wijsheid heeft vaker met begrepen passie dan met intelligentie te maken.'

 

Uit: Het Boek van Kennis 

 

 

Dolehar en Ioyes waren aan een nieuwe fase in hun leven begonnen. Ze hadden de laatste vlagen van vermoeidheid en lethargie, die waren veroorzaakt door hun langdurige sluimertoestand, van zich afgeschud. Ze praatten heel wat af. Dat ging deels in gedachtetaal en deels, omdat ze daar plezier in hadden, in spreektaal. Ze diepten herinneringen uit hun stukje bij beetje terugkerende geheugen op en voegden er toekomstperspectieven aan toe. Najaren van zwijgen ervaarden ze opnieuw hoe het was om de vermogens van de eigen geest meer dan te verdubbelen met die van je levensgezel. Dat proces ging gepaard met een hernieuwde kennismaking met Wijsheid, een geestelijke entiteit die tijdens hun sluimerperiode contact met Joc'h, de bewaarder van de Tomben van Andor, had gehouden. Ooit hadden ze Wijsheid gezamenlijk geschapen als een klankbord voor hun gedachten en hun ideeën. Door de tijd had Wijsheid een eigen persoonlijkheid verworven. Ioyes en Dolehar waren erg op Wijsheid gesteld geraakt. Evenals Joc'h spraken ze over hem als dé Wijsheid. Zijn beoordeling van wezens en omstandigheden werd nooit gekleurd door persoonlijke emoties. Als ze in gedachtetaal spraken werd het een driespraak, met Wijsheid als derde gespreksgenoot.  

'Wijsheid,' zei Ioyes. 'Ik heb het gevoel dat we zijn gegroeid, ondanks dat we jaren in sluimer zijn geweest.'

'Wijsheid is gegroeid,' antwoordde de entiteit, die sinds Endilsheugenis aan zichzelf refereerde in de derde persoon. 'Ioyes en Dolehar hebben hun geest de nodige rust gegund. Dat is goed.'

'Heeft Wijsheid nog contact gehad met onze oude gezel in de Murganith?' vroeg Dolehar.

'Elke maand. De berichten versomberden toen de late herfst zijn intrede deed. Alles wijst op een grote overmacht aan Orc'hs die uitzwermt over de grote vlakte, op weg naar de steden van het Spoor.'

'En de Ene?'

'De Erfgenaam? Hij groeit heel snel, maar dat heeft ook zo zijn nadelen. Hij leert zoveel, dat er in zijn universum soms geen plaats is voor de eenvoudigste oplossingen.'

'Wij weten als enigen hoe wankel het evenwicht is, Wijsheid. Laat dat zo blijven. Hoe vaak heeft hij al gekozen?'

'Vier keer. Driemaal de juiste keuze. Ook zijn vierde keuzepad was eh... niet ónjuist, maar het was riskant. Hij verborg zich in de stasis van verstening. Het is nog maar de vraag of hij de uitweg weet te vinden. De zwarte houdt hem gevangen aan de rand van de hoge bergen.'  

Ioyes en Dolehar verwerkten die informatie in stilte.

'Dus de grote keuze staat voor de poorten van zijn geest,' stelde Dolehar vast, voorbijgaand aan de mogelijkheid dat D'Anjals vierde keuze onjuist zou zijn.

Wijsheid gaf geen antwoord. In plaats daarvan vroeg Ioyes: 'De meestermagiërs, Xazziri, zijn dochter en de anderen, zijn ze allemaal nog in leven?'

'Pharve leeft!' Wijsheid werd enthousiast. 'Xazziri, Iantha Daïlanche, Rahd, Bel Naerstvaes en Arnarvilli zijn gesignaleerd. Eenhand Varand is met hulp van de Ene gevlucht uit de Tomben van Agmonor. Verder is alleen Guasa onvindbaar, hoewel Wijsheid zo nu en dan iets ziet flakkeren. Een verbazingwekkend klein geestvlammetje dat ergens in het land van de veelstemmige ronddoolt.'  

'Eigenaardig,' mompelde Ioyes. 'Zou de onnoembare hem hebben ingepalmd? Eigenlijk kan ik me dat niet goed voorstellen. Hij was altijd zo in zichzelf gekeerd. Eigenlijk liet hij zich door niemand beïnvloeden.'  

'En de goden?' vroeg Dolehar.

'Ach, de goden. Vele malen heeft Wijsheid zich afgevraagd wanneer je ze bondgenoten kunt noemen, als dat mogelijk is. Wijsheid vraagt zich af of de goden wel het goede voor hebben met Aidèn. Volgens Wijsheid hebben ze alleen het goede met zichzelf voor. Ghormard heeft aandacht voor de gebeurtenissen hier, maar de anderen wiegen en sluimeren met hun wijkplaats mee. En Ghormards is niet bepaald de invloedrijkste onsterfelijke...'  

Dolehar produceerde het geestelijke equivalent van een hoofdknik en verzuchtte: 'Ja, de goden.'

'Heeft de Ene de zwaarden?' vroeg Ioyes.

'Hij bezit het zwaard van de Reuzen en het elfenzwaard. Enkele van zijn reisgenoten torsen Sperling en Emaendor met zich mee, op zijn verzoek. De Ene weet waar Rastoth zich bevindt, maar hij is nog niet op pad gegaan. Feitelijk is het stil op de plek waar Wijsheid de aanwezigheid van de Ene vermoedt.'

'Ik heb nog veel vragen, Wijsheid, maar nu moeten we rusten. Dolehar en ik zijn nog niet helemaal op krachten. Er zal nog veel tijd verstrijken voor wij gedrieën onze oude kracht kunnen bundelen.'  

Ze zuchtte diep. Ergens in haar achterhoofd loerde nog iets, een gevaar, iets dat met haar persoonlijk te maken had. Flarden van een angst die haar aan doodsangst deed denken, rukten aan haar pas herwonnen zelfvertrouwen. Er moest nog iets gebeuren, maar wat?

Ze schudde de gedachten van zich af, vermande zich en zei: 'Drie persoonlijkheden die weer als één moeten werken. Een zware opgave. Rust is gewenst.'  

'Wijsheid waakt,' antwoordde de entiteit eenvoudig en trok zich terug uit de driespraak.