Dankwoord
Zonder de hulp van twee heel bijzondere mensen had ik dit boek nooit kunnen schrijven. In de eerste plaats mijn man, Sebag. Ik zag het verhaal dat ik wilde vertellen voor me, maar wist niet hoe ik alle draden van de plot met elkaar moest vervlechten. Sebag ijsbeerde heen en weer over de keukenvloer van onze cottage, terwijl ik met een mok thee in mijn hand aantekeningen zat te maken. De dag ging over in de avond en we opperden het ene idee na het andere… en uiteindelijk begon de plot zich af te tekenen. Toen de maan hoog aan de hemel stond en de uilen begonnen te roepen, ploften we eindelijk uitgeput in bed. Maar er was nog één probleem: ook al vonden we het centrale thema nog zo goed, we kregen het maar niet in de goede vorm gegoten.
Voor een dergelijk technisch probleem had ik een deskundige nodig. Ik deed een beroep op de ervaring van mijn oude studievriendin Charlie Carr, een onderzoeker. Dank je wel, Charlie, dat je de gordiaanse knoop hebt doorgehakt. Achteraf lijkt het doodsimpel, maar dat geldt natuurlijk voor alle goede plots! Zonder jou had ik het niet gered. En jij ook bedankt, Sebag, dat je weer eens mijn Sherlock Holmes hebt willen zijn.
Een groot deel van dit verhaal speelt zich af in Toscane. Ik heb toen ik voor in de twintig was in Italië gewoond, maar dat kan niet voorkomen dat ik enorme fouten maak. Dus schakelde ik de hulp in van mijn trouwe Italiaanse vrienden. Ik wil hen allemaal bedanken: Eduardo Teodorani Fabbri, Stefano Bonfiglio en Sofia Barattieri di san Pietro. Toen ik na liep te denken over een goed decor voor mijn verhaal, boekte ik een kamer bij Olga Polizzi in haar charmante rustieke hotel Endsleigh. Endsleigh heeft iets magisch. Het ligt diep in de binnenlanden van Devon boven een kronkelende rivier, beschut door oeroude bomen. Olga is een heel hartelijk iemand, dus doet Endsleigh eerder aan als een gezellig woonhuis dan als een hotel, en ik voelde me er helemaal op mijn gemak! Het was herfst. Het vuur in de grote haarden vulde de kamers met de knusse geur van houtrook, en op elk denkbaar oppervlak stonden groepjes waxinelichtjes in paarse glaasjes helder te stralen. De sfeer was er warm en verwelkomend, en ik wilde helemaal niet meer weg. Dus heb ik mijn hotel, het Polzanze, op Endsleigh gebaseerd, en ik hoop dat ik iets van de geest ervan heb weten over te brengen. Ik bedank Olga omdat ze me heeft geïnspireerd, want met mijn twee kleine kinderen is reizen lastig voor me en daardoor zijn inspirerende reisjes schaars; ik zal me moeten behelpen met herinneringen. Maar niets is zo stimulerend als het ontdekken van nieuwe en heerlijke plekjes.
Alles wat ik schrijf komt voort uit de grote kookpot die alle ervaringen uit mijn leven omvat. Dat die rijkelijk is gevuld is te danken aan mijn ouders, Charles en Patty Palmer-Tomkinson. Zonder hun wijsheid, leiding en liefde had ik nooit ook maar een woord op papier kunnen krijgen.
Speciale dank aan mijn agente, Sheila Crowley. Met haar onvermoeibare steun en positiviteit is ze een waardevolle bondgenoot en goede vriendin gebleken. Het team van Curtis Brown bruist van energie en enthousiasme, en ik dank iedereen voor al het werk dat voor mij is verzet.
Ik mag mezelf gelukkig prijzen dat mijn boeken aan beide zijden van de Atlantische Oceaan door Simon & Schuster worden uitgegeven. Ik mag daar beschikken over twee dynamische redacteuren, Suzanne Baboneau in Engeland en Trish Todd in de Verenigde Staten. Allebei sturen ze me in de goede richting en halen ze het beste in me naar boven. Ik ben hen diep dankbaar voor hun geloof in mijn schrijverijen en voor hun scherpzinnige en gevoelige redactie.
Tevens dank aan Libby Yevtusjenko, omdat ze zo hard aan het manuscript heeft gewerkt en het met haar intelligentie en tact heeft verbeterd.