36
‘Jij bent dus Marina’s zoon, hè?’ zei Clementine. Rafa knikte. ‘Waarom heb je haar dat niet verteld?’
‘Omdat ik niet zeker wist dat zij het was. De enige informatie die ik had was een brief van ene Floriana, een armband en een ring, en de doos met persoonlijke bezittingen van padre Ascanio, de broer van mijn vader, die ons na zijn overlijden is toegestuurd.’
‘Was Ascanio jouw oom?’
‘Ja. Ik ben een Italiaanse Argentijn, moet je niet vergeten.’ Hij liep naar de koffer en haalde er een map uit. ‘Dit zijn de brieven. Er zijn talloze brieven van Costanza in Rome bij, aan mijn oom in Herba geschreven, waarin ze hem smeekt te vertellen waar Floriana is, en brieven aan Floriana die ze hem vraagt door te sturen. Dat heeft hij natuurlijk nooit gedaan, want ik heb ze hier, samen met een halve brief aan Floriana, die hij wel geschreven heeft, maar nooit verstuurd.
Daarin vond ik mijn eerste aanwijzing. Kijk, hij heeft het over Beach Compton, een plaatsje hier aan de kust, dus daar ben ik met mijn zoektocht begonnen. Ik wist dat ze een jaar of zeventien was toen ze uit Italië wegging, dus ik nam aan dat ze hier naar school was geweest. Er is maar één school in het dorp, en de oude directrice woont er nog steeds. Alleen heeft Floriana niet op die school gezeten. De directrice kende haar pleegmoeder, Katherine Bridges, goed, want die had daar Engelse les gegeven, en ze waren bevriend geraakt. Ze herinnerde zich Floriana wel, al heette ze toen geen Floriana. Daarom wist ik het niet zeker, en toen ik haar ontmoette, vond ik haar ontzettend Engels, helemaal niet wat ik verwachtte.’
‘Heb je Katherine Bridges gevonden?’
‘Ze is getrouwd en vijftien jaar geleden naar Canada verhuisd.’
‘Ik wist niet eens van haar bestaan af. Denk je dat ze dat allemaal met opzet verborgen heeft gehouden?’
‘Het zou kunnen.’
‘En hoe heb je Marina hier dan gevonden?’
‘De directrice, Christine Black, houdt overal plakboeken van bij. Ze liet me een tijdschriftartikel over het Polzanze zien, kort na de opening geschreven.’
‘Maar waarom ga je dan nu weg?’
Hij wreef over zijn slapen. ‘Clementine, wil Marina het verleden echt overhoophalen? Wil ze echt dat Grey achter haar geheim komt? Weet Dante wel dat ze een kind van hem gekregen heeft? Ze is teruggegaan naar Italië om het Polzanze te redden, niet om pijnlijke herinneringen op te rakelen. Misschien ben ik wel een pijnlijke herinnering die ze liever vergeet.’
Er werd op de deur geklopt. Clementine zuchtte geërgerd, want ze wilde niet gestoord worden. Tot haar verbazing zag ze haar vader om de deur naar binnen kijken. ‘Rafa, wil je naar het stallencomplex komen? Er is iemand die je denk ik zou moeten ontmoeten.’ Rafa keek even naar Clementine, die haar wenkbrauwen optrok, net zo verbijsterd als hij. Grey zag de open koffer op het bed liggen, maar zei niets. Ze liepen achter hem aan de trap af, langs de receptie, waar Rose het mysterieuze komen en gaan nieuwsgierig gadesloeg, en staken toen over naar het stallencomplex, waar Jake zich inmiddels bij hen had gevoegd.
Rafa zag de Alfa Romeo op het grind en de chauffeur in uniform die trots de motorkap opwreef. Hij verwachtte Dante hier helemaal niet. Toen hij binnenkwam, viel de woonkamer stil. Er daalde plotseling een enorme verstilling over iedereen neer. Dante en Marina kwamen overeind. Hij zag dat Marina gehuild had. Op dat moment realiseerde hij zich dat ze wist wie hij was, en de opluchting kwam onverwacht.
Ze keek hem zo liefdevol aan dat hij even niet wist hoe hij het had. ‘Mijn zoon,’ zei ze. Rafa was te zeer overmand door emoties om iets te kunnen zeggen. Hij had al vermoed dat zij zijn moeder was, en in Italië was alle twijfel verder weggenomen, maar nu hij het haar hardop hoorde zeggen, werd het pas werkelijk. Hij keek naar Dante. ‘Mio figlio,’ zei ze, en ze pakte zijn hand.
‘Ben je me komen zoeken?’ fluisterde Marina, terwijl ze aarzelend naar hem toe liep. Hij kon alleen maar stom knikken, en toen sloegen de twee mensen die hem het leven hadden geschonken hun armen om hem heen.
‘Dus je bent niet Baffles, de elegante dief?’ zei Jake, voor wie de emotionele spanning te hoog opliep.
Rafa lachte. ‘Natuurlijk niet.’
‘Wat deed je dan in Marina’s kamer?’
‘Ik probeerde er bewijs voor te vinden dat zij mijn moeder is.’
‘En heb je dat gevonden?’ vroeg Marina.
‘Nee. Alleen een gedicht. “My Marine Marina”.’
‘Ach, de verkeerde doos. Zo ben ik aan mijn naam gekomen. Die heb ik gekozen uit een dichtbundel van Katherine Bridges die op mijn nachtkastje lag toen ik in Beach Compton aankwam. Ik begreep het natuurlijk niet, want ik sprak geen Engels, maar Marina is ook een Italiaans woord, van mare, “zee”. De zee was het enige wat Engeland in mijn ogen gemeen had met Italië, dus koos ik die naam. Het gedicht heb ik uit het boek gescheurd om te bewaren. Ik zal even de goede doos pakken en je laten zien hoe ik me al die jaren aan je herinnering heb vastgeklampt.’ Ze liep de kamer uit en ging snel naar boven. Haar hart was zo licht dat ze het als een grote heliumballon in haar borstkas voelde stuiteren.
Rafa ging naast zijn vader zitten, nog steeds met de map die hij Clementine had laten zien in zijn hand. Nu liet hij die aan Dante zien. ‘Jij staat nergens vermeld in de map van mijn oom,’ zei hij tegen hem. ‘Maar ik ben blij dat ik jou ook heb gevonden.’ Dante haalde er een fluwelen zakje uit en keek erin. In het donker glinsterde de diamanten ring die hij Floriana had gegeven en de bedelarmband van zijn moeder. Hij draaide de ring rond in zijn vingers en dacht aan de avond waarop hij die aan haar gegeven had, onder de sterrenhemel met uitzicht over zee. Ooit had hij gedacht dat ze samen oud zouden worden.
‘Nu ik weet wie je bent, zie ik wel dat je de ogen van Marina hebt,’ zei Jake.
‘Verdomd, ik geloof dat je gelijk hebt,’ beaamde Grey. ‘Ik snap niet dat dat ons niet eerder is opgevallen. De gelijkenis is frappant.’
‘En mijn haarkleur, alleen kun je dat niet meer zien nu ik zo grijs geworden ben,’ voegde Dante eraan toe.
‘Ík heb nooit gedacht dat je Baffles was, hoor,’ zei Clementine, en ze glimlachte hem liefdevol toe. Hij grijnsde naar haar en liet zijn ogen even op haar rusten, totdat Marina weer binnenkwam met de oude schoenendoos, en hij ze van haar moest losrukken.
Ze knielde neer voor de bank en maakte het deksel open. De inhoud bezorgde haar geen schuldgevoel meer. Net als bij handgranaten was de ontsteking eruit gehaald. ‘Het zijn kleine dierbare dingen van de korte tijd die we samen zijn geweest. Een foto van jou, die de moeder-overste heeft genomen.’ Ze haalde hem eruit en keek ernaar, verbaasd dat het baby’tje op de foto nu als volwassen man voor haar zat. ‘Kijk eens wat een schatje je was. En dit is je dekentje.’ Ze drukte het tegen haar neus en haalde een envelop uit de doos. ‘En een haarlok. Moet je zien hoe blond je was. Je had heel dun, zijdezacht haar. Malle dingen,’ wuifde ze het weg, want ze voelde zich onnozel, zoals ze daar met trillende vingers de doos doorzocht. ‘Maar het was het enige wat ik had.’ Ze haalde er een bundel brieven uit, samengebonden met het roze lint dat Violetta om haar verjaardagscadeau had gestrikt. ‘En dan deze, god, wat heb ik die gekoesterd.’ Ze ving Dantes blik en glimlachte weemoedig.
‘Hoe heb je me genoemd?’ vroeg Rafa.
‘Je hebt bij je doop de naam Dante gekregen.’
Hij keek omlaag naar zijn gesp. ‘Nou, dat is altijd mijn tweede naam geweest. Rafael Dante Santoro. R.D.S. Toen je me in Italië aan Dante voorstelde, viel alles op zijn plaats. Op dat moment wist ik waar ik vandaan kwam. Maar ik wist niet of ik het je moest vertellen. Ik wist niet zeker of je het wel wilde weten. Ik wist niet zeker of ík het wel wilde weten – ik was niet voorbereid op een afwijzing. Maar nu ik de waarheid ken, begrijp ik waarom ik ben afgestaan. Ik begrijp dat je geen keus had.’
Marina wilde van alles vragen, maar wist niet waar ze moest beginnen. Dus pakte ze maar zijn hand en stelde hem die ene vraag die haar meer bezighield dan alle andere: ‘Heb je een gelukkig leven gehad?’
Hij keek glimlachend op haar neer. ‘Heel gelukkig,’ antwoordde hij.
‘Ik ben hier ook met nog een ander doel,’ zei Dante.
‘Wat kan er in vredesnaam nog meer zijn?’ vroeg Jake, die niet op nog meer onthullingen zat te wachten.
‘Ik zou graag in jullie hotel willen investeren.’ Marina keek naar Rafa en trok een gezicht. ‘Ja, Rafa heeft het me verteld voordat jij voor het ontbijt beneden was. Niet boos zijn, Marina, maar ik heb hem gevraagd waarom je naar me toe was gekomen, en hij heeft het me verteld. Ik heb er alle respect voor dat je het me niet hebt gevraagd, maar ik wil jullie nu een voorstel doen.’
‘Ik geneer me,’ zei ze, en ze legde het deksel weer op de doos.
‘Er is niks mis mee om van een huis te houden en je uiterste best te doen om het niet kwijt te raken. Ik hou van La Magdalena en zou er alles voor over hebben om het te kunnen behouden als ik het gevaar liep om het kwijt te raken. Laat me dit alsjeblieft voor je doen, omdat ik het kan.’ Hij glimlachte haar liefdevol toe. ‘En omdat ik het wil.’
Ze knikte gelaten, en diep in haar hart was ze blij voor hen allemaal. ‘Dan draag ik je verder over aan mijn man,’ zei ze, en ze werkte zich omhoog van de grond. ‘Grey heeft veel meer verstand van financiën dan ik. Bespreken jullie de zakelijke kant maar, dan ga ik voor de lunch zorgen. Ik stel voor dat we allemaal samen eten. Als één grote familie.’ Ze keek om zich heen. ‘Waar is Harvey? Heeft iemand Harvey vanochtend gezien?’
‘Hij is gisteravond naar zijn moeder gegaan,’ zei Jake. ‘Misschien is hij nog niet terug.’
‘Dan moet ik hem meteen bellen,’ zei ze, en ze liep de keuken in.
Grey nodigde Dante uit mee naar het hotel te gaan en de kwestie in de bibliotheek verder te bespreken. Jake ging weer aan zijn werk, blij dat hij weg kon uit de drukkende atmosfeer in de kleine woonkamer. Clementine en Rafa bleven alleen achter.
‘Ben je nog steeds van plan om vandaag weg te gaan?’ vroeg ze, en ze stak haar handen in de zakken van haar broek.
‘Nee, hoe zou ik dat kunnen?’
‘Nou, je hebt gevonden wat je zocht.’
‘Ik heb veel meer gevonden dan ik zocht.’ Hij keek haar aan op de doordringende manier die hem eigen was. Ze wendde haar blik af, want ze wilde geen hoop koesteren en wilde niet teleurgesteld worden. ‘Clementine, ik heb jóú gevonden.’
‘Maar mij wilde je niet.’
‘Ik heb jou altijd gewild. Ik wilde jou zo graag dat het me pijn deed.’ Hij nam haar in zijn armen. ‘Ik kon niet van je verwachten dat je ook van mij zou houden zolang ik mijn ware identiteit voor je verborgen hield. Ik wilde het risico niet nemen dat ik je pijn zou doen.’
‘Maar dat heb je toch gedaan.’
Hij ging met zijn vingers langs haar gezicht. ‘Het spijt me, mi amor. Het is nooit mijn bedoeling geweest om de vrouw van wie ik hou pijn te doen.’
‘En hoe nu verder?’ Ze stak uitdagend haar kin naar voren.
‘Ik stel voor dat we de rest van de zomer hier blijven. Ik wil bij Marina zijn en over haar leven horen. Daarna neem ik je mee en maken we een lange reis door Zuid-Amerika.’
‘Dat is nogal wat.’
‘We beginnen in Argentinië en dan steken we te paard over naar Chili, dan naar Brazilië, Mexico en Peru.’ Hij boog zijn hoofd en kuste haar zacht in haar hals.
‘Dat wordt een lange reis. Wat zal meneer Atwood daarvan vinden?’
‘Je gaat daar niet meer naartoe.’ Hij legde zijn lippen tegen haar kaaklijn.
‘O nee?’
‘Nee, want jij bent voor iets veel beters in de wieg gelegd.’ Hij ging met zijn mond omhoog naar haar jukbeen en streek heel licht over haar huid.
‘En wat mag dat dan wel zijn?’ vroeg ze zwak.
‘Dat weet ik niet, maar daar komen we samen wel achter. Dat is er juist zo leuk aan.’ Voor ze nog een woord kon uitbrengen trok hij haar tegen zich aan en drukte zijn lippen op de hare. Toen hij haar kuste, trokken alle teleurstelling en verlangen die zich in de afgelopen weken hadden opgestapeld op als mist in de zomer.
Marina belde verzorgingshuis Sun Valley en vroeg naar mevrouw Dovecote. Er volgde langdurig geschuifel, mompelende stemmen, en toen kwam de receptioniste weer aan de lijn om te vertellen dat er niemand met die naam in het huis woonde. ‘Dan moet er een vergissing in het spel zijn. Misschien staat ze onder een andere naam geregistreerd. Haar zoon, Harvey Dovecote, gaat regelmatig bij haar op bezoek. De laatste tijd zelfs een paar keer per week.’
‘Het spijt me, maar er woont hier niemand met die naam en iedereen die hier op bezoek komt moet zijn naam opschrijven. We hebben niemand met die naam gehad. Een naam als Harvey Dovecote zou ik me wel herinneren.’ Marina legde verbijsterd neer. Ze dacht aan de mooie Jaguar van Harveys neef en haar hart begon te bonken. Hij had onlangs pas voor het eerst iets over die neef verteld. Waarom niet eerder? En als hij niet bij zijn moeder op bezoek ging, waar ging hij dan wel naartoe? Als zijn moeder niet in Sun Valley woonde, waar loog hij dan nog meer over? Had hij nog wel een moeder? Hij was zelf ook al over de zeventig.
Plotseling kreeg ze een afgrijselijk visioen. Helemaal warm van angst liep ze op een holletje naar haar kantoor en zocht in haar la naar de sleutel van Harveys schuur. Ze wist niet goed of ze er wel een had, want ze was er al jaren niet meer in geweest. Maar ja hoor, daar lag hij, tussen alle andere sleutels, met een labeltje eraan en al. Ze klemde hem stevig in haar hand en hoopte maar dat haar angsten ongegrond zouden blijken. Misschien had Harvey een plausibele verklaring. Het visioen wilde echter van geen wijken weten. Zonder een woord tegen iemand te zeggen liep ze schielijk de tuin door naar Harveys schuurtje, dat helemaal achter aan de moestuin lag, in de schaduw van een reusachtige paardenkastanje. Met bevende hand stak ze de sleutel in het slot en draaide hem om.
De deur piepte knorrig en daar lag de inhoud van Harveys geheime leven, open en bloot. Ze hapte verbaasd naar adem. Daar lagen in keurige hoopjes tussen het touw en het duct-tape sieraden, schilderijen en zilver, gestolen uit de voorname huizen waar hij had ingebroken. Op de plank die tegen de muur gespijkerd zat lag een keurige stapel boeken van E.W. Hornung over Raffles, de amateurinbreker.
Ze deed snel de deur dicht en op slot. Haar hart ging tekeer in haar borst. Niemand mag dit weten, dacht ze bij zichzelf, en ze voelde zich misselijk worden. In elk geval niet tot ik Harvey zelf gesproken heb. Ze liet de sleutel in haar zak glijden en liep terug naar het huis.
Maria Carmela hoorde de telefoon gaan en wist intuïtief dat het haar zoon Rafa was. Ze liep snel de keuken in en nam op. ‘Hola.’
‘Mamá.’
‘Wat is er aan de hand? Ik heb al een week niets van je gehoord.’
‘Ik heb mijn biologische ouders gevonden.’
Maria Carmela ging zitten. ‘Heb je ze gevonden? Allebei?’
‘Ja. Marina, de vrouw van wie het hotel is, is Floriana. Ze is verliefd geworden op een man, Dante. Ze zijn hier nu allebei.’
‘Is alles goed met je?’
‘Ik ben blij, mamá. Ik weet nu waar ik vandaan kom, maar ik weet ook bij wie ik hoor.’
‘O ja?’ Haar stem klonk gespannen.
‘Ik hoor bij jou, mamá. Dat is altijd zo geweest.’
Maria Carmela’s hart voelde aan als een zak vol goud. ‘Ik heb me vreselijke zorgen gemaakt. Weet je, toen padre Ascanio ons vroeg jou te adopteren, moest ik mijn werkgeefster, señora Luisa, in vertrouwen nemen. Toen ze jou onder haar hoede nam, was ik bang dat ze je van me zou afpakken, want zij was de enige die wist dat je niet van ons was, en ze was helemaal weg van je. Toen je aan de zoektocht naar je biologische moeder begon, was ik weer bang dat ik je zou kwijtraken. Ik ben me er altijd bewust van geweest dat je aan ons was toevertrouwd, maar dat je niet van ons was. Ik ben altijd bang geweest dat ik je op een dag zou kwijtraken.’
‘Maar dat slaat nergens op. Jij was de moeder die me een nachtzoen gaf voor het slapengaan, die me verhaaltjes voorlas, die mijn knie verbond toen ik van papa’s merrie was gevallen. Jij was de moeder naar wie ik toe ging als ik ongelukkig was, bij wie ik mijn hart uitstortte toen dat gebroken was. Jij was de vrouw die in alle opzichten een moeder voor me is geweest. Ik had geen andere moeder dan jou.’ Hij voelde haar emotie aan de andere kant van de lijn en begreep dat ze te aangedaan was om een woord te kunnen uitbrengen.
‘Kun je je dat meisje nog herinneren over wie ik het gehad heb? Clementine?’
Ze snufte en herpakte zich. ‘Natuurlijk, Rafa.’
‘Ik wil met haar naar je toe komen.’
‘Kom je dan naar huis?’
‘Ja, ik kom naar huis.’ Het was even stil. Rafa voelde hoe blij zijn moeder was en zijn hart liep over van vreugde. ‘Het is een heel bijzonder meisje. Ik weet zeker dat jij haar ook geweldig zult vinden.’
‘Als jij van haar houdt, hou ik ook van haar. Wat fantastisch dat je op zoek bent gegaan naar één vrouw en dat je er twee gevonden hebt. Vertel eens, hijo: was je biologische moeder erg blij om je te zien?’
‘Ja, heel blij.’
‘Heb je wel verteld hoe goed ik voor je heb gezorgd?’
‘Ik heb haar verteld dat ik een ontzettend gelukkig leven heb gehad.’
‘We waren anders niet rijk.’
‘Zij ook niet. Maar net als jij is zij rijk in alle opzichten die ertoe doen.’
‘Ik denk dat je vader heel trots op je zou zijn.’ Rafa antwoordde niet. ‘Ik meen het, mi amor, hij zou het heel moedig van je gevonden hebben. Je hebt een risico genomen, een risico dat hij je zou hebben afgeraden, maar het heeft goed uitgepakt.’
‘Ik mis hem.’
‘Ik mis hem ook. Hij zou het nooit hebben goedgevonden dat ik je de doos met persoonlijke spullen van zijn broer had gegeven, maar met de uitkomst zou hij heel blij zijn geweest. Dat je veilig bent, dat je weet waar je vandaan komt, maar vooral dat je nog weet waar je thuishoort.’
Rafa legde de telefoon neer en haalde het buideltje uit zijn zak. Hij schudde de ring en de armband op zijn hand. Hij had zich altijd afgevraagd van welke vrouw die ooit waren geweest. Hij sloeg zijn ogen op naar het raam en zag Marina en Clementine met Koekie onder de ceder. Hij was hier aangekomen met een gevoel van ontheemding, alsof de waarheid over zijn geboorte hem bij de wortels had afgesneden. Nu realiseerde hij zich dat die wortels nooit echt waren doorgesneden, want dat Maria Carmela en Lorenzo altijd zijn ouders zouden blijven.
Zijn toekomst veranderde nu wel. In zijn zoektocht naar zijn moeder had hij Clementine gevonden, en door haar was alles veranderd. Plotseling voelde hij de behoefte om zich te binden, om zich te settelen en zelf een gezin te stichten. Floriana en Dante hadden geen happy end samen gehad, maar Clementine en hij konden dat wel krijgen. Hij klemde zijn vingers om de sieraden. Als Marina er haar zegen aan gaf zou hij de sieraden die voor Floriana ooit zo veel betekend hadden aan Clementine geven.
Die avond ging Marina om wat afleiding te zoeken van Harveys gestolen schat op het bankje achter in de tuin zitten, met Costanza’s brieven en de halve brief die padre Ascanio nooit had verstuurd. De zee murmelde zachtjes onder haar en de maan verlichtte een zilveren rivier over het water tot aan het marmeren koninkrijk van Jezus, waar Hij eindelijk haar gebed had verhoord. Ze trok haar omslagdoek om haar schouders en maakte als eerste de brief van Ascanio open. Ze knipte de zaklamp aan en las zijn nette krullerige handschrift.
Lieve Floriana,
Ik hoop dat deze brief je in gezondheid en met genezing in je hart aantreft. Je bent een heel moedig meisje en ik ben ontzettend trots op je. Je hebt je met grote waardigheid en kracht door je benarde situatie heen geslagen.
Ik zou er alles voor over hebben gehad om jou in Herba te kunnen laten blijven, waar ik je vaderlijk in het oog zou hebben gehouden, maar zoals ik je in het klooster heb uitgelegd, verkeren het leven van jou en dat van je zoon in ernstig gevaar. Dit was de enige manier. Beppe Bonfanti is een heel machtig man, die in staat is om zijn vijanden op de meest wrede wijze het zwijgen op te leggen. Daarom kan ik tot mijn spijt ook niet jouw brieven aan Costanza doorsturen. Haar vader werkt momenteel namelijk voor Beppe, dus dat is te gevaarlijk. Niemand mag ooit weten waar je bent.
Ik moet je tot mijn grote verdriet laten weten dat padre Severo, die ik meer dan vijftien jaar heb vertrouwd, mijn gesprek met Dante heeft afgeluisterd en ons geheim aan je vader heeft overgebriefd. Hij heeft het bekend en heeft diep berouw. Ik vond het niet meer dan normaal dat hij Herba zou verlaten.
Je moet me geloven, lieve kind, als ik zeg dat je zoontje bij een zeer liefhebbend echtpaar terecht is gekomen en dat hij door een Italiaans gezin volgens het katholieke geloof zal worden grootgebracht. Met jouw offer heb je hem de best mogelijke start in het leven gegeven. God weet hoeveel verdriet het je heeft gedaan en ik bid dat Hij je mag troosten wanneer je je nieuwe thuis hebt gevonden.
Ik heb begrepen dat Beach Compton aan zee ligt. Ik hoop dat je daar een nieuwe start kunt maken. Mejuffrouw Bridges is een vriendelijke en godvrezende vrouw, die vast en zeker goed voor je zal zorgen. Je beschikt over een grote innerlijke kracht en een sterk, onwankelbaar geloof. Houd God in je vizier en in je hart, dan zul je dit alles achter je kunnen laten.
Wat mijzelf betreft
Daar was hij gestopt. Nu begreep ze pas welke moeite padre Ascanio zich had getroost om haar te redden. Hij had haar zoon naar zijn eigen broer in Argentinië gestuurd – de enige die hij genoeg vertrouwde om voor de jongen te zorgen. Hij had geen beter thuis voor hem kunnen vinden, al had hij er stad en land voor afgezocht. Hij had zijn eigen leven in de waagschaal gesteld. Nu begreep ze waarom: uit liefde.
Ze vouwde de brief dicht en deed hem weer in de envelop. Het deed haar verdriet dat padre Ascanio niet meer leefde en ze hem dus niet meer kon bedanken. Toen pakte ze het bundeltje brieven dat Costanza had geschreven en las ze een voor een, verbaasd over de mate waarin haar hart hunkerde naar haar oude vriendin.
De volgende ochtend verscheen Harvey in het Polzanze. Terwijl Dante met Grey, Clementine en Rafa in de eetzaal zat te ontbijten, ontbood Marina hem in haar kantoor. ‘Ik moet met je praten, Harvey,’ zei ze plechtig.
‘Er is toch niks, hè?’
‘Ga maar even zitten.’ Ze zat zelf in de leunstoel en keek hoe hij neerzeeg op de bank, haar oude vriend en vertrouwenspersoon, de man die bijna een soort vader voor haar was geweest. Ze kon gewoonweg niet geloven dat hij in staat was om te liegen. Ze wilde dat hij het allemaal kon uitleggen. Ze was bereid elk excuus dat hij opdiste te geloven.
‘Ik heb je gisteren in het verzorgingshuis proberen te bellen.’
Hij keek verbaasd. ‘O ja?’
‘Daar zeiden ze dat ze nog nooit van mevrouw Dovecote hadden gehoord.’
‘Dan heb je vast het verkeerde huis gebeld.’
‘Nee, Harvey. Ik weet het.’ Ze keek hem bedroefd aan.
Hij ontweek haar blik. ‘Wat weet je?’ Maar ze zag aan zijn ernstige gezicht dat hij besefte dat hij door de mand gevallen was.
‘Ik weet van je schuur.’ Ze liet haar stem dalen. ‘Jij bent Baffles, of Raffles, of hoe je jezelf ook noemt. Harvey, hoe kón je zo tegen me liegen?’
Hij draaide zich met een berouwvol gezicht naar haar toe. ‘Ik heb het voor jou gedaan, Marina, voor het Polzanze. Toen ik zag dat je echt het gevaar liep het kwijt te raken, vond ik dat ik iets moest doen om jullie te helpen. Ik weet hoeveel dit hotel voor je betekent. Ik was bang dat je, als je het kwijt zou raken, gek van verdriet zou worden.’
‘O, Harvey toch.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘En toen is het een beetje uit de hand gelopen.’
‘Een beetje?’
‘Die Jaguar was tweedehands. Die heb ik voor een prikkie gekocht.’
‘Heb je eigenlijk wel een neef?’ Hij schudde van nee. ‘Of een moeder?’
‘Nee, die is jaren geleden al overleden.’
‘Maar Harvey, hiervoor kun je de gevangenis in draaien.’
‘Ik was van plan om het maar één keer te doen. Maar het ging zo gemakkelijk. Dus toen heb ik het nog een keer gedaan… en nog een keer. Ik moet toegeven dat ik het leuk vond. Van Zonderen de elegante dief. Ik heb ze allemaal om de tuin geleid.’ Hij grijnsde kwajongensachtig. ‘Het gaf me een kick dat ik jou ermee uit de problemen kon helpen. De oude Harvey, die als James Bond stiekem andermans huizen betreedt.’
‘Of als Raffles.’
‘Ik heb dat altijd heerlijke boeken gevonden. Het is als een spel begonnen.’
‘Maar het spel is veel te ver doorgevoerd.’
Hij keek haar ongelukkig aan. ‘Wat ga je doen, Marina?’
‘Ik moet eigenlijk de politie bellen.’
‘Maar je gaat een oude vent toch niet aangeven? Dat wordt mijn dood.’
Marina verbeet zich en stak haar kin vooruit; de gedachte dat ze het zonder Harvey zou moeten stellen maakte dat er in haar borst iets pijnlijk verdraaide. Ze stond op en liep naar het raam. Ze was in haar leven al zo veel kwijtgeraakt dat ze hem er niet ook nog bij kon hebben. ‘Ik zal je niet aangeven, Harvey, maar wel op één voorwaarde.’
‘En die luidt? Ik wil alles voor je doen.’
‘Je moet alles teruggeven.’ Zijn mond opende zich in een stille kreet. ‘Als het zo gemakkelijk was, kun je het heus nog wel een keer. Het moet allemaal terug.’
‘Maar het Polzanze dan?’
‘O ja, dat weet je nog niet, hè?’ Ze ging weer zitten. ‘Er is een heleboel gebeurd sinds jij weg bent. Lieve hemel, waar moet ik beginnen?’