Hoofdstuk 20
Het ene moment was Sofia er nog, het volgende was ze verdwenen. Nadat Chiquita haar dochter het nieuws had verteld, rende Maria naar het huis van haar nichtje en eiste een verklaring. Haar tante zag er behuild en vermoeid uit. Ze legde uit dat Sofia bij vrienden in Europa ging logeren, voordat ze aan haar studie zou beginnen. Ze zou enige tijd wegblijven. Vanwege de vele afleidingen in Buenos Aires had ze slecht gepresteerd op school, zodat ze voor straf werd weggestuurd. Anna verontschuldigde zich voor het feit dat ze haar niet de tijd had gegund om afscheid te nemen. Het was allemaal zo snel gegaan.
Natuurlijk geloofde Maria haar niet. ‘Kan ik haar schrijven?’ vroeg ze in tranen.
‘Ik ben bang van niet, Maria. Ze moet echt helemaal loskomen van alles wat haar hier heeft afgeleid. Het spijt me,’ had Anna geantwoord, waarna ze het gesprek beëindigde door met bleke, samengeknepen lippen de kamer uit te lopen. Toen Maria merkte dat haar moeder niet langer theedronk met haar tante op het terras, wist ze dat er iets moest zijn voorgevallen tussen de twee families.
Het weekend nadat Sofia op onverklaarbare wijze van de ranch was verdwenen, ging Paco paardrijden met zijn broer Miguel om hem tijdens de rit uit te leggen wat er was gebeurd. Het was nog vroeg in de ochtend, het hoge gras glinsterde in het vale licht en af en toe sprong er een nog slaperige vizcacha over de vlakte. Paco en Anna hadden besloten Sofia’s zwangerschap geheim te houden. Ze konden het risico niet nemen dat het schandaal zou uitlekken. Daarom vertelde hij Miguel alleen dat Sofia en Santi verliefd op elkaar waren geworden en een seksuele relatie waren begonnen.
Miguel was geschokt. Hij voelde zich vernederd dat zijn zoon zich zo had verlaagd. Het ging er niet om dat een neef en een nicht verliefd op elkaar waren geworden – dat kwam wel vaker voor. Maar het feit dat ze seks met elkaar hadden bedreven was onverantwoord en onvergeeflijk. Hij gaf zijn zoon de schuld. ‘Hij is de oudste en zou beter moeten weten,’ zei hij.
Toen ze een paar uur later terugkwamen was Miguel asgrauw van woede. Hij stormde het huis in en richtte zich onmiddellijk tot Santi.
‘Je begrijpt dat dit in de familie blijft,’ blafte hij, terwijl zijn vuisten zich balden van woede.
Chiquita barstte in huilen uit toen ze het verhaal hoorde. Ze wist wat de gevolgen voor de familieverhoudingen zouden zijn. Het zou haar relatie met Anna moeilijker maken. Ze voelde zich schuldig omdat het haar zoon was die over de schreef was gegaan. Tegelijkertijd had ze vreselijk veel medelijden met Santi, hoewel ze dat tegen niemand durfde te zeggen.
Miguel en Chiquita wisten dat Sofia in Genève bij familie verbleef en ze waren het eens met Paco en Anna dat haar verblijfplaats geheim moest blijven, zodat de twee jonge geliefden elkaar konden vergeten. Een periode zonder contact was het beste voor hen. Ze zouden ervoor zorgen dat Santi niet naar Sofia kon schrijven. Ondanks zijn smeekbeden hielden ze haar adres voor hem geheim.
Anna was zozeer van streek dat ze zich volstrekt afzonderde. Ze weigerde ook maar iemand te zien en hield zich alleen nog bezig met het huis en de tuin. Ze schaamde zich diep en ze was God dankbaar dat Hector er niet was om getuige te zijn van deze vernedering. Paco zei haar op zachte toon dat het leven doorging en dat ze zich niet kon blijven verstoppen. Maar zijn woorden leidden alleen maar tot discussies, die er altijd mee eindigden dat Anna in tranen wegliep en vervolgens helemaal niet meer met hem wilde praten.
Na een paar weken besloot ze Sofia een brief te schrijven, waarin ze op kalme toon uitlegde waarom ze haar naar Europa had gestuurd. Het zal niet lang duren, liefje, voor je weer terug bent op Santa Catalina en al je problemen opgelost zullen zijn, schreef ze liefdevol, omdat ze zich schuldig voelde. Na de derde brief had Sofia nog steeds niet geantwoord. Haar moeder begreep er niets van. Paco schreef haar ook, met dit verschil dat hij lang bleef doorschrijven nadat zijn vrouw het had opgegeven. ‘Als ze niet terugschrijft, kan ik toch niets meer doen? Ik ga mijn inkt niet aan haar verspillen. Het duurt toch niet meer lang voor ze thuiskomt,’ zei ze boos. Er gingen maanden voorbij en er was nog steeds geen brief van Sofia; ook niet voor Paco.
Chiquita had wel geprobeerd om Anna te bezoeken, maar ze had haar kennelijk zien aankomen, want ze had zich snel in haar huis teruggetrokken. Een paar keer had ze haar opgebeld, maar Anna had haar niet willen spreken. Pas toen Chiquita haar een brief schreef waarin ze haar smeekte om het uit te praten, had Anna haar verzet opgegeven en haar uitgenodigd voor een bezoek. In het begin was de sfeer uiterst gespannen. Ze zaten tegenover elkaar, met verkrampte lichamen die elk moment konden losbarsten in een felle confrontatie. Ze spraken over alledaagse dingen, zoals het nieuwe schooluniform van Panchito, alsof er niets aan de hand was, maar intussen bekeken ze elkaar met ijzige, waakzame blikken. Ze konden de poppenkast echter niet lang volhouden. Uiteindelijk stortte Chiquita in en begon te huilen. ‘O Anna, het spijt me zo verschrikkelijk. Het is allemaal mijn schuld,’ snufte ze, terwijl ze haar armen verlangend naar haar schoonzusje uitstrekte. Anna veegde een traan van haar eigen wang weg.
‘Het spijt mij ook. Ik weet hoe brutaal Sofia kan zijn. Het is de schuld van hen allebei,’ zei ze, hoewel ze het liefst alle schuld op Santi zou willen schuiven, maar ze wist dat Sofia ook haar aandeel had.
‘Ik had het moeten zien aankomen, ik had het moeten merken,’ treurde Chiquita. ‘Ik heb er nooit iets achter gezocht dat ze zo vaak in elkaars gezelschap waren. Dat hebben ze altijd gedaan. Hoe konden we weten dat ze onverantwoordelijk bezig waren als ze alleen waren?’
‘Je hebt gelijk. Maar het belangrijkste is dat Sofia een paar jaar van huis weg is zonder contact met wie dan ook. Tegen de tijd dat ze terugkomt, zijn ze hun bevlieging ontgroeid.’
‘En zullen ze inzien hoe dwaas ze zijn geweest,’ zei Chiquita hoopvol. ‘Ze zijn nog zo jong. Het is kalverliefde.’
Anna verstijfde. ‘Niet bepaald kalverliefde, Chiquita. Laten we niet vergeten dat de liefdesdaad in de verste verte niets met kalverliefde te maken heeft,’ zei ze koeltjes.
‘Natuurlijk niet. Je hebt gelijk. We mogen het niet te luchtig opvatten.’
‘Santi is degene met seksuele ervaring. Sofia was, ondanks al haar tekortkomingen, nog maagd en dat zou ze tot aan haar huwelijksnacht zijn gebleven. God sta haar bij.’ Anna zuchtte dramatisch. ‘Nu moet haar echtgenoot haar accepteren zoals ze is. Een afgelikte boterham.’
Chiquita wilde haar schoonzusje erop wijzen dat ze in de jaren zeventig leefde. Dat seks nu anders werd beleefd dan in hun tijd. In de jaren zestig had een enorme seksuele revolutie plaatsgevonden, maar volgens Anna had die zich in Europa afgespeeld en had die voor Argentinië geen gevolgen gehad. ‘Europese vrouwen mogen zich wat mij betreft verlagen tot het niveau van een ordinaire slet,’ had ze eens gezegd, ‘maar mijn dochter zal als een dame haar huwelijksnacht ingaan.’
‘Santi is inderdaad degene met seksuele ervaring. Hij is ook een man en daarom draag ik alle verantwoordelijkheid. Ik kan me niet vaak genoeg verontschuldigen. Eigenlijk zou hij hier moeten komen om persoonlijk zijn spijt te betuigen,’ zei Chiquita, die alles wilde doen om hun verstoorde relatie te herstellen.
‘Ik wil Santi voorlopig niet zien, Chiquita,’ antwoordde Anna ijzig. ‘Je moet begrijpen dat ik over mijn toeren ben. Ik kan de verleider van mijn dochter nog niet in mijn buurt verdragen.’
Chiquita’s onderlip trilde en ze moest haar kaken op elkaar klemmen om te voorkomen dat ze in een heftig pleidooi voor haar zoon zou uitbarsten. Maar ze zei niets, zodat ze met Anna vrede kon sluiten.
‘We lijden er allebei onder, Anna,’ gaf ze diplomatiek toe. ‘Laten we elkaar steunen en elkaar geen pijn doen met beschuldigingen. Gedane zaken nemen geen keer. We kunnen de klok niet terugdraaien, hoewel ik niets liever zou willen.’
‘Ja, ik ook,’ antwoordde ze, terwijl ze aan het jonge leven dacht dat nu was vernietigd. ‘Moge God me vergeven,’ zei ze met zachte stem die diep uit haar keel leek te komen. Chiquita fronste. Anna had de woorden bijna gefluisterd en haar schoonzus was er niet zeker van of het haar bedoeling was dat zij het had gehoord. Ze glimlachte en sloeg haar ogen neer. Ze konden tenminste weer met elkaar praten, hoewel de conversatie moeizaam was verlopen. Toen Chiquita later weer thuis was, ging ze op bed liggen en viel ze in een onrustige slaap. De communicatielijnen waren weer geopend, maar het zou nog jaren duren voordat ze weer normaal contact zouden hebben.
Agustin en Rafael hadden te horen gekregen dat Sofia verliefd was geworden op haar neef en dat ze naar het buitenland was gestuurd om hem te vergeten. Hun vader deed er vrij luchtig over, maar de broers begrepen wel dat als hun zus naar het buitenland werd gestuurd, het meer dan een bevlieging moest zijn geweest. Rafael, die het voor zijn zusje opnam, beschuldigde Santi van onverantwoord gedrag. Hij was ouder, had in het buitenland gewoond en had haar niet mogen aanmoedigen. Ze was nog een kind. Hij had haar toekomst verwoest. ‘Als ze terugkomt, wil ik dat je uit haar buurt blijft, begrijp je dat?’ zei hij. Hij kon natuurlijk niet weten dat ze niet van plan was terug te komen en dat Santi klaarstond om naar haar toe te vliegen zodra hij bericht van haar kreeg.
Agustin genoot van het schandaal. Hij bloeide helemaal op van intriges en roddels en hij vond het heerlijk op het gras te liggen en met zijn neven Angel, Sebastian en Niquito de situatie te analyseren. Hij deed expres zijn best om dicht in de buurt van Santi te zijn, in de hoop dat hij zijn hart zou luchten en hem de details over hun relatie zou vertellen. Was het wel een relatie geweest? Waren ze echt met elkaar naar bed geweest? Hoe hadden zijn ouders gereageerd? Wat ging hij doen als Sofia terugkwam? Hield hij van haar? Maar tot zijn grote teleurstelling liet Santi niets los.
Fernando was blij dat zijn broer in de problemen zat. Eindelijk was hij met een genoegzame smak van zijn voetstuk gevallen. Hij was niet langer de superheld. In feite was Fernando gelukkiger dan ooit, want hij had zich altijd aan Sofia geërgerd. Ze stelde zich voortdurend aan, mengde zich ongevraagd in hun polospel, en hing altijd maar rond bij Santi om samen met hem hooghartig op iedereen neer te kijken. Het was hun verdiende loon. Zo waren er twee vliegen in één klap geslagen. Hij voelde zich ineens groeien.
Hoewel Santi erg zijn best deed zijn verdriet te verbergen, was de pijn van zijn gezicht af te lezen. Zijn been trok meer dan ooit. ’s Nachts als hij alleen was, huilde hij en vol ongeduld wachtte hij op een brief, zodat hij naar haar toe kon gaan. Nu ze zo ver weg was, wilde hij graag weten of ze hem nog steeds wilde. Op zijn beurt wilde hij haar ervan verzekeren dat hij op haar zou wachten. Dat hij van haar hield.
Toen Maria er eindelijk achter kwam dat haar broer en haar nichtje een verhouding hadden gehad, schreeuwde ze haar moeder toe: ‘Waarom heb je me dat niet verteld, mama! Ik moest het van Encarnación horen! Ik ben de laatste die het te horen krijgt. Vertrouwde je me soms niet?’
Ze was woedend op haar oom en tante en vermeed elk contact met hen. Ze gaf haar broer er de schuld van dat hij haar vriendin in de problemen had gebracht en ze wachtte op een brief waarin Sofia zich zou verontschuldigen omdat ze zonder afscheid was vertrokken en haar niet in vertrouwen had genomen. Het verbijsterde haar dat ze niets in de gaten had gehad, maar toen ze terugdacht aan de zomer, herinnerde ze zich met verdriet dat zij altijd het vijfde wiel aan de wagen was geweest in hun vriendschap. Santi en Sofia hadden haar vaak buitengesloten. Ze lieten haar met Panchito spelen terwijl zij gingen paardrijden of wegslopen om zonder haar een partijtje te tennissen. Ze was er in de loop der jaren zo aan gewend geraakt dat het haar niet eens was opgevallen. Ze was altijd dankbaar geweest als ze wél mocht meedoen en had het gedwee geaccepteerd als ze haar afscheepten. Eigenlijk verbaasde het haar niet dat ze niets had gemerkt. Niemand had iets gemerkt.
Sofia was altijd sluw geweest, maar Maria had nooit gedacht dat zij het slachtoffer van haar complot zou worden. Ze herinnerde zich hun gesprek van een aantal jaren geleden, waarin Sofia haar had opgebiecht dat ze verliefd op Santi was. Als ze toen had geluisterd en geprobeerd had het te begrijpen, had Sofia haar nu misschien in vertrouwen genomen. Ze legde zich erbij neer dat het deels haar eigen schuld was dat haar nichtje haar niet had ingelicht. Maar de boosheid en jaloezie bleven en werden gedurende de daaropvolgende weken dat ze op een brief wachtte niet minder.
Toen er eindelijk een maand later een brief werd bezorgd in hun huis in Buenos Aires, was die niet gericht aan Maria, maar aan Santi. Elke ochtend ijsbeerde hij verdrietig als een gekooid dier door de gang, in de hoop dat er een dunne, blauwe envelop door de brievenbus zou vallen, die hem zijn ellende zou doen vergeten. Miguel had Chiquita opdracht gegeven de stapel post te controleren en eventuele brieven van Sofia eruit te halen, voordat Santi de kans kreeg ze te vinden. Maar Chiquita’s hart kon het niet verdragen dat haar zoon steeds dieper wegzakte in zijn ongelukkige, eenzame wereld en daarom liet ze vanaf een bepaald moment de stapel post opzettelijk langer op tafel liggen, zodat Santi de post kon doornemen voordat zij beneden kwam om te doen wat haar echtgenoot haar had opgedragen.
Santi was zijn moeder dankbaar, hoewel ze er nooit over spraken. Allebei deden ze alsof ze het niet in de gaten hadden. Elke ochtend keek hij de brieven door, waarvan de meeste aan zijn vader waren gericht, en met elke brief die niet aan hem was gericht, zag hij zijn hoop vervliegen. Wat Santi en Chiquita niet wisten was dat Maria elke ochtend als ze naar de universiteit ging de post in het portaal doorkeek, voordat de portier de stapel naar hun appartement bracht.
Toen Maria de brief zag, nam ze hem uit de stapel en bestudeerde het handschrift. Het leek niet op Sofia’s hanenpoten en de brief was in Frankrijk gepost, maar kon niet anders dan van Sofia zijn. Wie kende hij anders in Frankrijk? Het was vast en zeker een liefdesbrief en hij was ongetwijfeld zodanig geschreven en gepost dat niemand erachter zou kunnen komen. Weer sloten ze haar buiten. Het voelde alsof ze een klap in haar gezicht kreeg. De pijn sneed dwars door haar keel en ze hapte naar adem. Ze was te boos om te huilen. Ze werd zo door jaloezie overmand en verteerd dat ze het wel kon uitschreeuwen. Het was allemaal zo oneerlijk. Was ze dan geen goede vriendin voor Sofia geweest? Hoe kon ze haar zo koelbloedig de rug toekeren? Ze was per slot van rekening altijd haar hartsvriendin geweest. Was dat dan niets meer waard?
Maria sloop met de brief naar haar slaapkamer en sloot de deur af. Ze deed haar schoenen uit en ging op het bed liggen met haar voeten achter zich opgetrokken. Lange tijd staarde ze naar de brief, zich afvragend wat ze ermee moest doen. Ze wist dat ze hem eigenlijk aan Santi moest geven, maar ze was zo verblind door woede dat ze dat niet kon opbrengen. Zo gemakkelijk liet ze hen er niet mee wegkomen. Ze wilde dat ze net zo zouden lijden als zij. Nadat ze de envelop had opengescheurd, trok ze de brief eruit en ze herkende onmiddellijk de slordige hanenpoten van haar nichtje. Ze las de eerste regel. Aan mijn liefste, stond er. Zonder de rest te lezen draaide ze het papier om, om er zeker van te zijn dat de brief door Sofia was ondertekend. Dat was zo. Met heel mijn hart hoop ik dat je snel bij mij zult zijn. Zonder die hoop zou ik niet verder kunnen leven. Ze had simpelweg ondertekend met Chofi.
Zo, dacht Maria verbitterd, dus Santi is van plan naar haar toe te gaan. Hij mag niet vertrekken, raasde ze in stilte, niet ook híj nog. Niet allebei. Ze zullen er vast en zeker samen vandoor gaan en nooit meer terugkomen. Wat zullen mama en papa daarvan vinden? Ze zullen doodgaan van verdriet. Ik mag dit niet laten gebeuren. Santi zal er de rest van zijn leven spijt van hebben. Hij zal nooit meer kunnen terugkeren naar Argentinië – en Sofia evenmin. Haar hartslag versnelde, toen ze een plannetje bedacht. Als ze de brief verbrandde, zou Sofia denken dat hij van gedachten was veranderd. Ze zou de drie jaar in Europa uitzingen; tegen die tijd zou ze haar bevlieging wel te boven zijn en zou ze, volgens plan, naar huis terugkeren. Als Santi haar, daarentegen, nu zou volgen naar Europa, zou geen van beiden ooit terugkeren. Ze kon het niet verdragen hen allebei te verliezen.
Maria schreef Sofia’s adres in haar agenda, weliswaar achterstevoren voor het geval Santi kwam rondsnuffelen, en ze stopte de brief terug in de envelop. Ze las de rest niet. Ze wilde zichzelf niet kwellen met details over hun verhouding, zelfs niet om haar nieuwsgierigheid te bevredigen. Plechtig liep ze het balkon op met een doosje lucifers. Nadat ze de envelop had aangestoken, liet ze hem in een bloempot branden totdat er niets meer over was behalve dan een hoopje as, dat ze met haar vingers in de potgrond drukte. Vervolgens liet ze zich op de tegelvloer vallen en met haar hoofd in haar handen liet ze haar tranen eindelijk de vrije loop. Ze wist dat ze de brief niet had mogen verbranden, maar uiteindelijk zouden ze haar allemaal dankbaar zijn. Ze had het niet alleen voor zichzelf of voor hen gedaan, maar ook voor haar ouders, wier harten zouden breken wanneer Santi hen voorgoed zou verlaten.
Ze haatte Sofia, ze miste haar, ze verlangde naar haar. Ze miste haar buien, haar grilligheid, haar scherpe geest en haar brutale humor. Ze voelde zich zo gekwetst en verraden. Samen waren ze opgegroeid en hadden ze alles gedeeld. Sofia was altijd egoïstisch geweest, maar nooit eerder had ze haar vriendin buitengesloten. Niet op deze manier. Ze kon niet begrijpen waarom Sofia haar niet had geschreven. Ze voelde zich aan de kant gezet; ze was niet belangrijk genoeg. Ze werd misselijk van het idee dat ze voor Sofia niet meer was geweest dan een trouwe hond, die haar voortdurend achterna had gelopen en nooit echt was gewaardeerd. Nu was de maat vol. Sofia zou net zoveel pijn lijden als zij. Nu zou ook zij weten hoe het voelde om aan de kant gezet te worden. Toen ze later nadacht over wat ze had gedaan, voelde ze zich enorm schuldig en zwoer ze dat ze het nooit tegen iemand zou zeggen. Als ze in de spiegel keek, herkende ze zichzelf niet meer.
Niet lang na de eerste brief kwam er nog een. Maria’s schuldgevoel deed haar maag samentrekken. Ze had niet verwacht dat Sofia weer zou schrijven. Haastig verborg ze de brief onder in haar tas en net als de eerste verbrandde ze hem later tot er niets meer van over was. Vanaf dat moment sloop ze elke ochtend als een dief naar de post. Gedwongen door haar eerdere bedrog kon ze niet meer stoppen, ook al had ze het gewild.
Nadat Sofia was verdwenen waren de weekenden niet meer dezelfde. Haar vertrek had een bittere nasmaak achtergelaten en de zo gekoesterde eenheid in hun familie werd bedreigd door een toenemende vijandigheid. De zomer liep langzaam ten einde om plaats te maken voor de herfst. De zware geur van brandende bladeren en vochtige aarde hing in de lucht. De ranch was gehuld in een weemoedige sfeer. De beide gezinnen zonderden zich steeds meer af. De zaterdagse asado was met de regen weggespoeld en de verbrande grond, waar de barbecues hadden plaatsgevonden, was veranderd in een modderige poel, die symbool stond voor het einde van een tijdperk.
Naarmate de weken vergleden tot maanden, verlangde Santi steeds heviger naar een levensteken van Sofia. Hij vroeg zich af of het haar verboden was naar hem te schrijven. Ongetwijfeld met de bedoeling om hem te vergeten. Hoewel zijn moeder met hem meeleefde, bleef ze nuchter. Hij moest de draad weer oppakken, zei ze, en Sofia vergeten. Er liepen zoveel andere meisjes rond. Zijn vader zei hem dat hij moest ophouden met ‘kniezen’. Hij had zichzelf in de nesten gewerkt. ‘Dat overkomt iedereen op een bepaald punt in zijn leven, maar het is nu zaak dat je je erdoorheen slaat. Richt je op je studie, daar zul je later blij om zijn.’ Het was duidelijk dat ze allebei diepteleurgesteld in hem waren, maar het had geen zin de jongen nog dieper in de put te duwen. ‘We hebben hem al genoeg gestraft,’ zeiden ze.
Sofia was geen moment uit zijn gedachten, of hij nu rusteloos lag te slapen of woedend over de vlakte galoppeerde. Hij was elk weekend op de ranch, waar hij elke stap die ze hadden gezet naliep en zijn hand nostalgisch over hun teken in de stam van de ombu-boom liet glijden. Hij zou zich net zo lang kwellen met zijn herinneringen totdat hij ineen zou schrompelen als een kind en huilen totdat hij daar zelfs geen kracht meer toe had.
In juli van dat jaar overleed Juan Domingo Perón, de president van de Argentijnse republiek. Nadat hij eerder in september uit zijn ballingschap was teruggekeerd, was hij slechts acht maanden aan het bewind geweest. Of hij nu geliefd of gehaat was geweest, hij had wel dertig jaar lang in de belangstelling gestaan. Zijn lichaam werd niet gebalsemd en volgens zijn eigen instructies kreeg hij een eenvoudige begrafenis. Zijn tweede vrouw, Isabel, werd president en daarmee raakte het land in een spiraal van verval. Omdat ze intellectueel beperkt was, vertrouwde ze op haar machiavellistische adviseur, José Lopez Rega. Hij was vroeger politieman en astroloog geweest en zijn bijnaam luidde ‘El Mago’ (de tovenaar), omdat hij beweerde dat hij de doden tot leven kon wekken en in contact stond met de aartsengel Gabriël. Hij souffleerde Isabel wanneer ze toespraken hield, waarbij hij volhield dat de woorden direct van de geest van Péron afkomstig waren. Maar het land bloedde leeg, en noch Isabel noch Lopez Rega kon het tegengaan. Toen de guerrilla’s in opstand kwamen, stuitten ze op de doodseskaders van El Mago. Paco voorspelde dat het niet lang kon duren voordat hun president ten val zou worden gebracht.
‘Ze is een nachtclubdanseres, ik begrijp niet wat ze in de politiek te zoeken heeft. Schoenmaker blijf bij je leest,’ bromde hij.
Hij kreeg gelijk. In maart 1976 werd Isabel na een militaire coup afgezet en onder huisarrest gesteld. Onder leiding van generaal Vida ontketenden de militairen een bloedige oorlog tegen iedereen die tegen hen in verzet kwam. Degenen die werden verdacht van ondermijnende of andere oppositionele activiteiten werden opgepakt, gemarteld en vermoord. De Vuile Oorlog was begonnen.