Hoofdstuk 9

 

 

 

 

 

 

 

 

In de drie dagen die volgden zorgde Sofia ervoor dat ze Eva’s beste vriendin en vertrouwelinge werd. Haar moeder had haar geprezen omdat ze zo’n goede gastvrouw was en zo haar best deed het hun jonge gaste naar de zin te maken. Ze gingen overal samen naartoe. Sofia hoefde haar nu niet meer te bespioneren wanneer ze bij Santi was, want nu ze Eva’s vertrouwen had gewonnen vertelde ze haar alles.

   De jongens keken ineens ook weer naar Sofia om. Via haar konden ze dichter bij Eva in de buurt komen. Sofia genoot van de aandacht. Nu ze niet langer in de schaduw stond, speelde ze haar rol met flair. Eva had echter geen belangstelling voor Agustin, Fernando of een van de anderen. Ze voelde zich hopeloos aangetrokken tot Santi. Elke stap die hij deed gaf ze aan Sofia door. Hij was met haar gaan paardrijden over de pampas. Sofia had zich ervan afgemaakt met het smoesje dat ze grootvader had beloofd hem te helpen met het veranderen van zijn kamer. Daarna had hij haar gevraagd of ze met hem wilde dubbelen met tennis. Eva had bekend dat ze helemaal week werd wanneer ze hem zag, maar tot dusver had Santi nog niets gezegd dat erop wees dat het van zijn kant verderging dan vriendschap. 

   ‘Geen nood,’ zei Sofia. ‘Santi is mijn neef, ik ken hem beter dan wie ook. Hij vertelt me alles, zelfs de dingen die hij niet aan Maria vertelt. Ik zal het voor je uitzoeken, heel voorzichtig natuurlijk, en dan laat ik het je weten. Maar dan moet je niets tegen Maria zeggen, want die kan geen geheimen bewaren,’ loog ze.

   ‘Oké, maar wees voorzichtig. Ik wil niet voor gek staan.’

   ‘Daar hoef je niet bang voor te zijn,’ verzekerde Sofia haar opgewekt.

   Later regelde ze het zo dat ze alleen met Santi was. Hij stond voor zijn huis zijn golfswing te oefenen. Sofia liet Maria en Eva met haar tantes en moeder op het terras achter en kuierde naar hem toe.

   ‘Goeie swing, Santi,’ zei ze, toen de bal hoog de lucht in ging.

   ‘Dank je, Chofi.’

   ‘Je bent heel aardig voor Eva geweest. Paardrijden, tennissen.’

   ‘Het is een aardig kind,’ zei hij, terwijl hij een nieuwe bal op het gras plaatste.

   ‘Nou, wel meer dan dat. Ze is mooi en aanbiddelijk. Ik heb zelfs nog nooit iemand gezien die zo mooi is als zij. Nog nooit.’

   ‘Ze is zeker mooi,’ zei hij afwezig, met zijn gedachten bij de swing in plaats van bij zijn konkelende nichtje.

   ‘Weet je wie ze leuk vindt?’ zei ze rustig. Ze koos haar woorden met de voorzichtigheid van een slang die door het hoge gras zijn prooi volgt.

   ‘Wie dan?’ wilde hij weten. Hij liet zijn club zakken en keek haar recht in de ogen.

   ‘Agustin.’

   ‘Agustin?’ herhaalde hij spottend.

   ‘Ja.’

   ‘Grapje zeker?’

   ‘Waarom? Hij is heel aantrekkelijk – een outsider.’

   Santi schudde ongelovig zijn hoofd. ‘Sofia, ik geloof er niets van,’ zei hij met een zelfvoldaan lachje.

   ‘Nou, hij heeft haar gisteren anders wel gekust. Dat mag alleen niemand weten.’

   ‘Hij heeft haar gekust. Ja, ja.’

   ‘Het is toch echt waar. Beloof me dat je het tegen niemand zult zeggen, want anders vermoordt ze me. We zijn dikke vriendinnen en dat wil ik zo houden. Maar je kent me, ik moest het even aan je kwijt.’

   ‘Nou, bedankt, Chofi,’ zei hij sarcastisch. Toen zwaaide hij zijn club naar achteren, mepte woest naar de bal en miste. ‘Mierda! 

   ‘Santi, je miste! Dat is niets voor jou. Is er iets? Jij valt toch zeker ook niet op haar?’ vroeg ze. Sofia probeerde haar glimlach te verbergen door met een losgewaaide lok over haar lippen te strijken.

   ‘Natuurlijk niet. En ga nu maar, want je leidt me af,’ probeerde hij haar af te wimpelen.

   ‘Oké. Tot straks.’ Inwendig glimlachend wandelde ze in haar arrogante eendenpas weg.

   Santi kon maar niet geloven dat de mooie Eva op Agustin viel. Hij was verbijsterd, kwaad zelfs. Agustin! Dat was gewoon onmogelijk. Hij tuurde in de richting van het terras, waar Sofia in kleermakerszit met Maria en Eva op het gazon zat. Ze hadden hun hoofden als een trio samenzwerende heksen bij elkaar gestoken. Ze voert iets in haar schild, dacht hij, want hij wist als geen ander wanneer ze niet te vertrouwen was.

   ‘Hij liet niets los, ben ik bang. Hij laat zich niet in de kaart kijken,’ zei Sofia zachtjes tegen Eva, toen ze bij het buffet eten op hun borden schepten. ‘Als ik jou was zou ik gewoon wachten tot hij de eerste stap zet, want hij vindt het maar niks als een meisje zoiets doet. Je weet hoe mannen zijn.’

   ‘Nou ja, in ieder geval heeft hij niet gezegd dat hij me niet leuk vindt,’ zei Eva hoopvol.

   ‘Nee, dat heeft hij niet gezegd,’ beaamde Sofia naar waarheid.

   ‘Dank je, Sofia, je bent een echte vriendin.’ Eva kuste haar op haar wang. Een moment voelde Sofia zich schuldig, maar dat zakte al snel. Hongerig zette ze haar mes in haar sappige lomo. 

   De daaropvolgende dagen zag Sofia Eva rondzwerven als een soort Sneeuwwitje, die werd gevolgd door een paar kwijlende dwergjes in de vorm van Fernando, Agustin, Sebastian, Niquito en Angel. Tot haar opluchting merkte ze dat Santi sinds hun gesprek zijn belangstelling had verloren. Hij negeerde haar bijna. Zelfs Eva had het niet meer over hem, alsof ze wist dat de strijd verloren was. Sofia genoot van haar overwinning.

 

Hoe dichter het einde van Eva’s vakantie naderde, hoe minder Sofia haar zag. Ze verdween soms uren te paard of ging met Chiquita de stad in. Ze begon zich thuis te voelen en wist zichzelf te vermaken. Sofia was dolblij. Haar plannetje had gewerkt. Ze had niet alleen voorkomen dat ze Santi achternaliep, maar ze was ook verlost van de plicht haar te vermaken. Ze zou echter nog blijer zijn geweest als Santi zich niet de rest van de week uit de voeten had gemaakt. Hij beweerde dat hij op de naburige estancia een polobal had rondgeslagen. Sofia nam aan dat hij boos op haar was omdat ze hem het vervelende nieuws over Eva’s geheime avontuurtje met Agustin had verteld. Dat zou wel weer overgaan, dacht ze, en ze zette het van zich af. 

   Eva’s laatste dag werd doorgebracht aan het zwembad en op de tennisbaan. Ze nam van iedereen afscheid alvorens in huis te verdwijnen om te pakken en zich op te frissen. Zodra ze weg was, kwam Santi naast Sofia zitten en gaf haar stiekem een briefje in een witte envelop. 

   ‘Chofi, wil je dit aan Eva geven voor ze gaat?’ vroeg hij.

   ‘Wat is dit?’ wilde ze weten, terwijl ze de envelop nieuwsgierig bekeek.

   ‘Een laatste poging. Zorg dat Agustin het niet ziet, want dan vermoordt-ie me.’

   Sofia haalde haar schouders op. ‘Oké, als je wil. Maar ik denk niet dat het helpt,’ zei ze met een vriendelijke glimlach.

   ‘Misschien wel,’ antwoordde hij hoopvol.

   Sofia rende terug naar huis. Voordat Eva naar het vliegveld zou gaan, had ze net genoeg tijd om de brief open te stomen. Ze vloog naar de keuken en zette een ketel water op het vuur. Arme Santi, dacht ze bij zichzelf, hij heeft niets in de gaten. Ze kon zich absoluut niet voorstellen dat iemand Agustin leuker zou vinden dan Santi. Dat was gewoon ondenkbaar. Toch had ze hem weten te overtuigen. Ze grinnikte in zichzelf toen de stoom tegen de envelop omhoogkringelde en ze hem voorzichtig begon open te maken. Leunend tegen het aanrecht vouwde ze het keurig opgevouwen velletje papier open en las de korte, handgeschreven boodschap.

   ‘Bemoei je voortaan met je eigen zaken, Chofi.’

   Haar mond zakte open van verbijstering. Het bloed steeg naar haar wangen. Ongelovig las ze het nog een keer. En nog een keer. Tot ze het papier in honderd kleine stukjes scheurde en in de prullenmand gooide. In paniek ijsbeerde ze door de keuken. Als ze Santi of Eva maar niet meer onder ogen hoefde te komen.

   Uiteindelijk besefte ze dat er niets anders op zat dan met opgeheven hoofd naar buiten te gaan en te doen alsof haar neus bloedde. Eva was afscheid aan het nemen van Maria, die haar nieuwe vriendin in tranen omhelsde, waarna ze elkaars adres en telefoonnummer uitwisselden. Tot Sofia’s opluchting was Santi nergens te bekennen. Sofia glimlachte de glimlach van de ware actrice, omhelsde Eva en beloofde dat ze vaak zou schrijven en in de volgende zomervakantie naar Cachagua zou komen. 

   Ineens kwam Santi met vastberaden tred uit de bosjes tevoorschijn. Hij schoot langs Sofia, trok de fijngebouwde Eva in zijn armen en kuste haar zo vurig op haar mooie roze lippen dat de andere meisjes zich beschaamd afwendden. Ze klemden zich stevig aan elkaar vast, zoals geliefden doen wanneer het afscheid hen zwaar valt. Ze kusten elkaar met de intimiteit van twee mensen die vertrouwd zijn met elkaars lichaam. Sofia voelde het bloed uit haar wangen wegtrekken; de wereld draaide om haar heen. Nadat ze zich van elkaar hadden losgescheurd, klom Eva in de auto en verdween over de lange laan. Santi zwaaide totdat de auto niet veel meer dan een stipje aan de horizon was, en liep toen naar Sofia.

   ‘Lieg nooit meer tegen me,’ zei hij kalm. ‘Begrepen?’ Sofia opende haar mond om iets terug te zeggen, maar de woorden bleven in haar keel steken. Om te voorkomen dat ze in huilen zou uitbarsten en hij zou zien hoe ze zich schaamde, rekte ze haar nek zo ver mogelijk uit. Toen glimlachte hij hoofdschuddend tegen haar. ‘Je bent heel stout, Chofi,’ zei hij met een diepe zucht, terwijl hij liefdevol zijn arm om haar nek legde. ‘Wat moet ik toch met jou beginnen?’