Hoofdstuk 3
Sofia werd wakker van het flauwe ochtendlicht dat door een kier in de gordijnen binnenviel. Ze bleef nog even liggen en luisterde naar de eerste geluiden van de ochtend. Het gezang van de gorriones en tordos, die in de hoge platanen en populieren van tak naar tak hopten, luidde een vrolijk begin van de dag in. Ze hoefde niet op haar horloge te kijken om te weten dat het zes uur was, het uur dat ze in de zomer altijd opstond. De vroege ochtend, wanneer de rest van de familie nog lag te slapen, vond ze het fijnste deel van de dag. Ze trok haar T-shirt en spijkerbroek aan, bond haar lange, donkere vlecht met een rood lint samen en schoot in haar alpargatas.
Buiten brak de gloed van de zon voorzichtig door de ochtendmist heen. Ze huppelde blijmoedig tussen de bomen door naar de puesto en het poloveld. Haar voeten raakten amper de grond. José, die al op was en haar verwachtte, liep zoals altijd rond in zijn wijde bombachas, diepbruine leren laarzen en zware, met zilveren munten versierde rastra. Onder de ervaren leiding van de oude gaucho bracht ze samen met zijn zoon Pablo al polospelend de paar uurtjes tot aan het ontbijt door. Ze oefenden op het rondslaan van de bal, het zogenaamde stick and balling. Sofia was het gelukkigst als ze op een pony over het veld stormde. Op die momenten, ver weg van haar nietsvermoedende familie, voelde ze een vrijheid die in de rest van haar leventje ongekend was.
Tegen achten gaf ze de merrie aan José en liep ze tussen de bomen door terug naar huis. In het voorbijgaan dwaalde haar blik naar Santi’s huis, dat halfverscholen achter een eikenboom lag. Op het terras waren de dienstmeisjes in blauwwitte uniformen rustig de ontbijttafel aan het dekken. Santi was echter nergens te bekennen.
Hij was een echte langslaper en was meestal niet voor elven uit de veren. Chiquita’s huis was anders dan dat van Anna; het was van een verweerd roze met stofkleurige, door de zon verbleekte dakpannen, en telde maar één verdieping. Sofia vond haar eigen huis mooier, met de glanzende, gebleekte muren en donkergroene luiken. Ook de manier waarop het ietwat aan het oog werd onttrokken door wilde wingerd en grote, ronde terracottapotten vol geraniums en pioenrozen sprak haar meer aan.
Toen ze thuiskwam bleken Paco en Anna al op te zijn. Ze zaten op het terras onder een grote parasol koffie te drinken. Grootvader O’Dwyer probeerde kaarttrucjes uit op een van de broodmagere honden die, in de hoop op een kliekje van de tafel, ongewoon gehoorzaam was. Paco, in een roze poloshirt en spijkerbroek, zat achterovergeleund in zijn stoel de krant te lezen. Zijn bril stond op het puntje van zijn haviksneus. Toen Sofia naderde legde hij zijn krant neer en schonk zichzelf nog een koffie in.
‘Papa…’ begon ze.
‘Nee.’
‘Wat? Ik heb nog niks gevraagd,’ lachte ze, terwijl ze naar hem toe boog en hem een kus gaf.
‘Ik weet wat je me wil gaan vragen, Sofia, en het antwoord is nee.’
Ze ging zitten en pakte een appel. Op dat moment zag ze pas dat zijn mond tot een fijn glimlachje was gekruld. Meteen zochten haar hazelnootbruine ogen zijn blik en grijnsde ze haar kinderlijk ondeugende maar o zo bekoorlijke glimlach, die ze alleen voor hem en grootvader bewaarde.
‘Dale papa, ik krijg nooit de kans om te spelen. Het is niet eerlijk! En jij, Papito, hebt het me nog wel geleerd.’
‘Sofia, zo is het wel weer genoeg!’ viel haar moeder geërgerd uit. Ze begreep maar niet dat haar man er elke keer weer intrapte. ‘Papa heeft nee gezegd, dus laat hem met rust. En eet eens netjes met een mes!’
Geïrriteerd zette Sofia het mes in haar appel. Anna negeerde haar en bladerde verder in haar tijdschrift. Toen ze merkte dat haar dochter haar vanuit haar ooghoeken opnam, zette ze een nog strenger gezicht op.
‘Waarom mag ik geen polo spelen, mama?’ vroeg ze in het Engels.
‘Omdat het niet netjes is voor een meisje, Sofia. Je bent een jonge vrouw,’ antwoordde ze kalm.
‘Alleen omdat jij niet van paarden houdt…’ mompelde Sofia knorrig.
‘Dat heeft er niets mee te maken.’
‘Wel waar. Je wil dat ik op jou lijk, maar ik lijk niet op jou. Ik lijk op papa. No es cierto, papá?’
‘Waar gaat het over?’ vroeg Paco, die het gesprek niet had gevolgd. Meestal verloor hij zijn belangstelling als ze in het Engels spraken. Op dat moment kwamen Rafael en Agustin als twee vampiers met dichtgeknepen ogen tegen de zon het terras op gewankeld. Ze hadden het grootste deel van de nacht in een nachtclub in de stad rondgehangen. Anna legde haar tijdschrift neer en keek teder naar haar zoons.
‘Veel te veel licht,’ bromde Agustin. ‘Mijn hoofd barst dadelijk nog.’
‘Hoe laat waren jullie vannacht thuis?’ vroeg ze meelevend.
‘Tegen vijven, mama. Ik had wel de hele ochtend in bed kunnen blijven,’ antwoordde Rafael, terwijl hij haar onvast op de benen een kus gaf. ‘Is er iets, Sofia?’
‘Nee,’ snauwde ze met een frons. ‘Ik ga naar het zwembad.’ En boos stormde ze weg. Anna pakte haar tijdschrift weer op en glimlachte vermoeid naar haar zoons, een glimlach waar ze maar al te bekend mee waren.
‘Dat wordt weer gezellig vandaag,’ verzuchtte Anna. ‘Sofia is vreselijk boos dat ze niet aan de wedstrijd mag meedoen.’
‘Por Dios, papa, ze doet niet mee!’
‘Papa, je denkt er toch niet serieus over?’ riep Agustin uit, die zich bijna verslikte.
Anna was dolblij dat het haar wispelturige dochter eens niet was gelukt haar vader te manipuleren. Dankbaar glimlachte ze naar hem, terwijl ze even haar hand op de zijne legde.
‘Op dit moment vraag ik me alleen maar af of ik boter op mijn media luna wil en toast met membrillo, of dat ik het bij koffie houd. Ergens anders staat mijn hoofd vanochtend echt niet naar,’ antwoordde hij, achter zijn krant verdwijnend.
‘Wat is er allemaal aan de hand, Anna Melody?’ vroeg grootvader O’Dwyer, die geen woord Spaans begreep. Hij was van de generatie die in het grote Britse Rijk geloofde en van iedereen verwachtte dat ze Engels spraken. Hoewel hij al dertien jaar in Argentinië woonde, had hij nog nooit een poging gedaan om de taal te leren. Zelfs de meest essentiële zinnen had hij niet opgepikt. Het personeel van Santa Catalina moest zijn gebaren en de paar woorden Spaans, die hij langzaam en hard uitsprak, maar zien te interpreteren. Wanneer ze daarop hun handen in de lucht gooiden en wanhopig hun schouders ophaalden, mopperde hij altijd geërgerd: ‘Je zou toch verwachten dat ze het eindelijk eens zouden begrijpen.’ Vervolgens schuifelde hij dan weg om iemand te vinden die het voor hem kon vertalen.
‘Ze wil vandaag aan de polowedstrijd meedoen,’ antwoordde Anna toegeeflijk.
‘Verdomd goed idee. Dat ze die jongens maar eens wat laat zien.’
Het water was koud toen Sofia het zwembad in dook. Met een woeste slag trok ze een paar baantjes totdat ze het gevoel kreeg dat er iemand naar haar keek. Toen ze boven water kwam zag ze Maria staan.
‘Hola!’ proestte ze buiten adem.
‘Wat heb jij?’
‘Hou op, ik ben helemaal loca van ergernis!’
‘Is het de wedstrijd? Mag je van je vader niet spelen?’ vroeg Maria. Ze stapte uit haar witte korte broek en strekte zich op een van de ligstoelen uit.
‘Hoe raad je het zo.’
‘Noem het intuïtie. Je bent een open boek, Sofia.’
‘Soms, Maria, zou ik mijn moeder wel kunnen wurgen.’
‘Wie niet,’ reageerde Maria, terwijl ze haar flesjes lotion uit haar keurige bloemetjestas pakte.
‘O nee, je weet niet half hoe erg ze is. Jouw moeder is een heilige, een godin. Chiquita is de liefste op aarde. Ik wou dat zij mijn moeder was.’
‘Ja, ik heb geluk gehad,’ gaf Maria toe, die de goede band met haar moeder zeer wist te waarderen.
‘Ik wou dat mama niet altijd zo boven op me zat,’ klaagde Sofia. ‘Dat komt omdat ik de jongste ben en het enige meisje.’ Ze klom uit het zwembad en ging op de ligstoel naast haar nichtje liggen.
‘Ik denk dat Panchito de meeste aandacht van mama vraagt.’
‘Ik wou dat ik een kleiner broertje had in plaats van die twee blaaskaken. Agustin is een kwal, hij zit altijd te klieren. En zo superieur als hij naar me kan kijken!’
‘Rafa is toch wel aardig.’
‘Rafa is oké. Nee, Agustin, die moet ophoepelen. Dat-ie maar in het buitenland gaat studeren, of zo. Ik zou hem dolgraag zien vertrekken, echt waar.’
‘Je weet het maar nooit, misschien komt je wens wel uit.’
‘Als je de boom bedoelt, dan heb ik wel belangrijkere wensen in gedachten,’ bekende Sofia, in zichzelf glimlachend. Ze wilde er geen aan Agustin verspillen.
‘Maar wat ga je nu aan die wedstrijd doen?’ vroeg Maria, terwijl ze olie op haar weelderige bovenbenen smeerde. ‘Quemada no?’
‘Ja, je bent zwart. Je lijkt wel een indiaan! Hé, geef mij ook wat. Goddank heb ik niet mama’s rode haar en bleke huid geërfd. Kijk maar naar die arme Rafa, die wordt zo roze als de kont van een aap.’
‘Toe, zeg nou wat je van plan bent.’
Sofia zuchtte diep. ‘Ik geef me gewonnen,’ zei ze op melodramatische toon, haar armen in de lucht gooiend.
‘Sofia, dat is niets voor jou,’ reageerde Maria, een beetje teleurgesteld.
‘Nou ja, ik heb nog geen plan bedacht, en trouwens, waarom zou ik al die moeite doen? Alhoewel, al was het alleen maar om die gezichten van mama en Agustin te zien.’
Op dat moment werd ze door twee sterke armen van de ligstoel getild, en voor ze wist wat er gebeurde, vloog ze met zonnebril en al door de lucht het zwembad in. Ze vocht om los te komen.
‘Santi!’ hijgde ze blij, happend naar lucht. ‘Boludo!’ Ze sprong op hem af en duwde zijn grijnzende hoofd onder water. Tot haar vreugde sloeg hij zijn armen om haar middel en trok haar mee naar beneden, waar ze met elkaar stoeiden totdat ze snakkend naar adem bovenkwamen. Hoewel Sofia graag nog een beetje had gevochten, zwom ze hem achterna naar de rand van het zwembad.
‘Dank je hartelijk. Ik begon het net lekker warm te krijgen,’ zei ze, toen ze weer een beetje op adem was gekomen.
‘Volgens mij lag je aan te branden. Je was net een van Josés saucijsjes. Ik deed het voor jou.’
‘Nou, heel aardig, hoor.’
‘En, Chofi, speel je vanmiddag niet?’ stookte hij haar op. ‘Je hebt je broers goed op de kast gejaagd.’
‘Nou, dat werd tijd ook.’
‘Je geloofde toch zeker niet dat Paco je zou laten spelen?’
‘Wil je het echt weten? Jawel, ik dacht dat ik papa zover zou krijgen.’
Santi grijnsde geamuseerd. De lijntjes om zijn ogen en mond plooiden op een manier die typisch was voor hem. Hij ziet er ontzettend knap uit als hij glimlacht, dacht Sofia bij zichzelf.
‘Als iemand die ouwe Paco zover kan krijgen ben jij het. Waarom lukte het niet?’
‘Ik zal het voor je spellen: M-A-M-A.’
‘Ach, nee. Weinig kans dus?’
‘Weinig kans.’
Santi klom uit het zwembad en ging op de hete tegels zitten. Zijn borst en armen waren met zacht, zandkleurig haar bedekt, wat de jonge Sofia mateloos nieuwsgierig maakte.
‘Chofi, je zult je vader ervan moeten overtuigen dat je net zo goed bent als Agustin,’ stelde hij voor, terwijl hij zijn druppende blonde haar uit zijn ogen veegde.
‘Je weet dat ik net zo goed ben als Agustin. Vraag maar aan José.’
‘Het gaat er niet om wat ik denk, of José. De enige op wie jij indruk moet maken is je vader… of de mijne.’
Sofia dacht even diep na.
‘Wat ga je doen?’
‘Niets,’ zei ze koket.
‘Ik ken je, Chofi…’
‘O kijk, wat een invasie!’ zei Maria, toen ze Chiquita en haar jongste broertje, de driejarige Panchito, omringd door vijf andere neefjes en nichtjes het zwembad zag naderen.
‘Kom, Santi,’ zei Sofia, naar de trap lopend. ‘Laten we maken dat we wegkomen.’ Toen leek ze zich te bedenken en wendde ze zich tot haar nichtje. ‘Maria, ga je mee?’ Maria schudde haar hoofd en wenkte naar haar moeder om erbij te komen zitten.
Tegen twaalf uur ’s middags lokte de doordringende houtskoollucht van de asado, die op de wind werd meegevoerd en op de ranch bleef hangen, een stel hongerige magere honden naar de barbecue, waarop José al vanaf tien uur die ochtend bezig was het vlees voor de lunch gaar te krijgen. Soledad, Rosa, Encarnación en de dienstmeisjes van de andere huizen waren bezig met het klaarzetten van de tafels voor de traditionele zaterdagbijeenkomst. De witte tafelkleden en het kristal schitterden in de zon.
Zo nu en dan legde señora Anna haar tijdschrift neer en liep in haar lange witte jurk en strohoed keurend tussen de tafels door. Met haar vlammend rode haar en bleke huid bleef ze voor de dienstmeisjes een bijzondere verschijning, die hen deed denken aan de heilige Maagd Maria in het kerkje van Nuestra Señora de la Asunción in de stad. Ze was streng en rechtdoorzee en had weinig geduld als haar iets niet zinde. Omdat haar beheersing van het Spaans bedroevend slecht was voor iemand die al zo lang in Argentinië woonde, was ze vaak een dankbaar onderwerp voor genadeloze imitaties in de personeelsverblijven.
Señor Paco, daarentegen, was bij iedereen op Santa Catalina geliefd. Hector Francisco Solanas, Paco’s overleden vader, was een waardige, wilskrachtige man geweest, die vond dat familie voor zaken en politiek moest gaan. Hij was van mening dat voor een man niets zo belangrijk was als een thuis. Zijn vrouw, Maria Elena, was de moeder van zijn kinderen, reden dat ze bij hem in hoog aanzien stond. Hij respecteerde en bewonderde haar, en hield op zijn manier van haar. Ze waren echter nooit verliefd op elkaar geweest. Hun ouders, die goede vrienden van elkaar waren en inzagen dat een huwelijk voor beide partijen voordelig was, hadden hen voor elkaar uitgekozen. Het pakte op verschillende gebieden goed uit. Maria Elena was een mooie, gecultiveerde vrouw en Hector een donkere, energieke man met een scherp zakeninstinct. Ze waren zeer gevierd in Buenos Aires en kwamen overal. Gastvrij als ze waren, ontvingen ze veel mensen thuis en iedereen mocht hen. Alleen was de vonk nooit overgesprongen en hielden ze niet van elkaar zoals geliefden van elkaar hielden. In de duisternis van de nacht bedreven ze echter soms hartstochtelijk de liefde met elkaar, alsof ze zichzelf vergaten, of de ander, om de volgende morgen bij het ontwaken, wanneer de intimiteit van de nacht met het optrekken van de ochtendnevel was verdwenen, weer in hun vormelijke omgang te vervallen.
Maria Elena had het geaccepteerd dat Hector een maîtresse had. Iedereen wist ervan. Bovendien was het heel normaal dat mannen er een geliefde op na hielden. Daarom legde ze zich erbij neer en sprak ze er nooit met iemand over. Om de leegte in haar leven te vullen had ze zich volledig aan de kinderen gegeven, totdat Alexei Shahovskoi op een dag was verschenen. Alexei Shahovskoi was tijdens de revolutie van 1905 Rusland ontvlucht. De flamboyante, dromerige Rus kwam in haar leven als pianoleraar. Naast pianomuziek had hij haar niet alleen opera en kunst leren waarderen, maar ook de passie van een man voor wie liefde harmonieus opging in de muziek die hij doceerde. Als Maria Elena ooit zijn gevoelens zou hebben beantwoord, gevoelens die hij in iedere noot legde en in de glanzende blik waarmee hij haar zwijgend opnam, zou ze noch zichzelf noch haar man hebben bedrogen. Maar hoe ze ook genoot van zijn lessen en gezelschap, ze wees zijn avances af met de waardigheid van een eerbare vrouw die haar keuze in het leven had gemaakt. Hij kon haar behoefte aan liefde niet bevredigen, maar schonk haar de muziek. In elke partituur was er een land om naar te verlangen, een zonsondergang om bij te wenen, en een horizon om achter te verdwijnen… Muziek gaf haar de mogelijkheid om in haar verbeelding andere levens te leven en aan de soms verstikkende beperkingen van haar wereld te ontvluchten. Muziek maakte haar gelukkig. Wat Paco zich het beste van zijn moeder kon herinneren was haar liefde voor de muziek en haar mooie witte handen die over de toetsen van de piano dansten.
Om één uur luidde in de toren de bel voor de lunch. Vanuit alle hoeken van de estancia kwam de familie naar het huis van Paco en Anna gestroomd. Ze hoefden de geur van de bereide lomo en chorizo maar te volgen. De familie Solanas was groot. Miguel en Paco hadden nog twee broers, Nico en Alejandro. Nico en Valeria hadden vier kinderen: Niquito, Sabrina, Leticia en Tomas, en Alejandro en Malena vijf: Angel, Sebastian, Martina, Vanesa en Horacio. De lunch was zoals altijd een gezellige drukte en er was een overvloed aan heerlijke gerechten, zoals bij een uitgebreid banket. Er ontbrak echter één persoon, en toen iedereen zijn bord bij de barbecue had gevuld en was gaan zitten, werd de lege plaats zichtbaar.
‘Waar is Sofia?’ vroeg Anna fluisterend aan Soledad, die met een schaal salade langsliep.
‘No sé, señora Anna, no la ví.’ Vervolgens richtte ze haar blik ineens op het poloveld en riep ze uit: ‘Qué horror! Ahí está.’
Na die woorden draaide de hele familie zich om en viel er een doodse stilte over het geschokte gezelschap. Een zelfverzekerde, schaamteloze Sofia kwam met haar stick in de lucht aangegaloppeerd, terwijl ze de bal voor zich uit sloeg. Een vastberaden grimas tekende haar gezicht. Blozend van woede en wanhoop sprong Anna op.
‘Sofia, hoe durf je!’ gilde ze ontzet, haar servet neergooiend. ‘Dat de Lieve Heer je mag vergeven!’ voegde ze er fluisterend in het Engels aan toe. Santi zakte schuldbewust dieper in zijn stoel terwijl de rest van de familie verbijsterd toekeek. Alleen Paco en grootvader O’Dwyer, die altijd aan het eind van de tafel naar zijn bord zat te staren omdat niemand de moeite nam met hem te praten, grinnikten trots in zichzelf toen Sofia met veel zwier op hen toe galoppeerde.
‘Ik zal jullie laten zien dat ik beter polo speel dan Agustin,’ siste Sofia knarsetandend in zichzelf. ‘Kijk toch, papa. Je zou trots moeten zijn – jij hebt het me geleerd.’ Terwijl ze stevig in het zadel verdergaloppeerde over het gras, zwaaide ze behendig met haar polohamer en hield ze met een gelukzalige glimlach de bal en pony onder controle. Ze schaamde zich niet. Sterker nog, ze voelde twintig paar ogen op zich gericht en genoot van de aandacht.
Net voor ze de tafel omver zou rijden, gaf ze een ruk aan de teugels en kwam ze met haar snuivende pony in een wolk van stof tot stilstand. Uitdagend stond ze voor haar vader.
‘Zie je wel, papa,’ zei ze triomfantelijk. Nieuwsgierig naar zijn reactie, richtte de hele tafel de aandacht op Paco. Tot ieders verbazing leunde hij ontspannen achterover in zijn stoel, pakte zijn wijntje en hief het glas.
‘Bien, Sofia. Zo, en kom er nu maar bij, want anders mis je het feest,’ zei hij kalm. Een ironische glimlach kroop over zijn verweerde gezicht. Opgewonden sprong ze op de grond en liep met haar bezwete pony langs de tafel.
‘Sorry dat ik te laat voor de lunch ben, mama,’ zei ze tegen Anna, die weer was gaan zitten omdat haar benen haar niet langer konden dragen.
‘Ik heb nog nooit zo’n schaamteloze vertoning meegemaakt. Wat een aandachttrekkerij,’ siste ze in het Engels. Ze beefde zo dat ze de woorden nauwelijks kon uitbrengen. Sofia bond de pony aan een boom, klopte haar spijkerbroek af en slenterde naar het buffet.
‘Sofia, ga eerst andere kleren aandoen en je handen wassen voor je aan tafel gaat,’ zei Anna boos, terwijl ze beschaamd haar blik over de zwijgzame gezichten van haar schoonfamilie liet glijden. Sofia snoof luid alvorens naar binnen te gaan en te doen wat haar moeder had gevraagd.
Toen ze eenmaal in huis verdwenen was, werd de barbecue hervat. Alleen lag nu het optreden van La sin vergüenza Sofia op ieders lippen. Anna staarde strak naar de grond en verborg vernederd haar gezicht onder de rand van haar hoed. Waarom zette Sofia haar altijd voor het oog van de hele familie voor gek? Ze dankte God in stilte dat Hector niet meer getuige kon zijn van het ongegeneerde gedrag van zijn kleindochter. Hij zou haar gebrek aan zelfbeheersing ten zeerste hebben afgekeurd. Ze sloeg haar ogen op naar haar vader die mopperde op een paar kwijlende honden aan zijn voeten. Hoe slechter Sofia zich gedroeg, hoe meer hij haar bewonderde, wist ze. Maria giechelde achter haar hand en hield ieders reactie in de gaten, zodat ze Sofia later gedetailleerd verslag kon uitbrengen als ze alleen waren.
Agustin wendde zich klaaglijk tot Rafael en Fernando. ‘Wat een vreselijke aanstelster is het toch,’ fluisterde hij zo zacht dat zijn vader het niet kon horen. ‘Het is papa’s schuld. Hij grijpt nooit eens in.’
‘Maak je niet zo druk,’ zei Fernando zelfvoldaan. ‘Ze speelt toch niet mee in de wedstrijd. Mijn vader zal het nooit goedvinden.’
‘Een exhibitionist, dat is ze,’ zei Sabrina tegen haar nichtje Martina. Ze waren beiden iets ouder dan Sofia. ‘Ik zou zoiets nooit in het bijzijn van iedereen doen.’
‘Nee, Sofia weet niet wanneer ze moet stoppen. Al dat gedoe om dat polo spelen. Waarom geeft ze niet gewoon toe dat ze een meisje is en stopt ze met dat kinderachtige gedrag.’
‘Moet je Anna zien,’ zei Chiquita tegen Malena. ‘Ze schaamt zich dood. Ik heb met haar te doen.’
‘Ik niet,’ zei Malena op bitse toon. ‘Het is haar eigen schuld. Ze ziet alleen die jongens van haar. Had ze maar wat meer aandacht aan Sofia moeten geven, in plaats van haar aan Soledad toe te vertrouwen. Werkelijk, Soledad was zelf nog een kind toen Sofia werd geboren.’
‘Ik weet het, maar ze doet haar best. Sofia is geen gemakkelijke,’ volhardde Chiquita. Ze wierp een meelevende blik op Anna die een normaal gesprek met Miguel en Alejandro probeerde te voeren. Haar gezicht was echter gespannen, vooral om haar mond en keel, alsof ze haar best moest doen niet in tranen uit te barsten.
Toen Sofia terug naar de tafel kuierde, had ze een ander T-shirt aan en een versleten spijkerbroek. Nadat ze zichzelf wat eten had opgeschept, schoof ze tussen Santi en Sebastian in.
‘Wat had dat in godsnaam te betekenen?’ fluisterde Santi in haar oor.
‘Jij hebt me anders op het idee gebracht.’ Ze grinnikte.
‘Ik?’
‘Je zei dat ik indruk op mijn vader moest maken, of op de jouwe. Dus nu heb ik twee vliegen in één klap geslagen,’ verklaarde ze triomfantelijk.
‘Ik vrees dat je op mijn vader geen indruk hebt gemaakt,’ zei Santi. Hij keek over de tafel naar Miguel, die met Anna en zijn broer Alejandro stond te praten. Miguel ving de blik van zijn zoon op en schudde zijn hoofd. Santi haalde zijn schouders op alsof hij wilde zeggen: ‘Het was niet mijn idee.’
‘Dus nu denk je dat je vanmiddag aan de wedstrijd mag meedoen?’ vroeg hij, terwijl hij op zijn nichtje neerkeek, die haar eten in rap tempo naar binnen lepelde om haar achterstand in te halen.
‘Natuurlijk.’
‘Nou, het zal mij verbazen.’
‘Mij niet. Ik heb het verdiend,’ zei ze. Met opzet schraapte ze met het mes over haar bord om de anderen kippenvel te bezorgen.
Toen de lunch achter de rug was, verdwenen Maria en Sofia achter het huis, waar ze vreselijk de slappe lach kregen. Toen ze verder probeerden te kletsen hadden ze zo’n buikpijn van het lachen dat ze eerst rustig moesten ademen om weer bij te komen. Sofia was zeer met zichzelf ingenomen.
‘Denk je dat het geholpen heeft?’ vroeg ze happend naar adem aan Maria, hoewel ze zelf al overtuigd was.
‘Zeker weten,’ knikte Maria. ‘Oom Paco was diep onder de indruk.’
‘En mama?’
‘Woedend!’
‘O Dios!’
‘Alsof jou dat wat kan schelen.’
‘Ik vind het geweldig! Maar we moeten niet zo’n herrie maken, anders vindt ze me hier nog. Ssst!’ zei ze met haar vinger tegen haar lippen. ‘Geen kik, oké?’
‘Geen kik,’ fluisterde Maria gehoorzaam.
‘Dus papa was onder de indruk? Echt waar?’ Sofia’s ogen glansden van plezier.
‘Hij moet je laten spelen. Het is anders zo oneerlijk. Alleen omdat je een meisje bent!’
‘Laten we Agustin vergiftigen!’ Sofia grinnikte gemeen.
‘Waarmee?’
‘Soledad kan voor ons wel iets bij die heks in de stad halen. Of we brouwen zelf iets.’
‘We hebben geen vergif nodig, een vloek werkt ook.’
‘Oké, misschien is dat wel beter ook. Op naar de ombu,’ besloot Sofia vastberaden.
‘Op naar de ombu,’ herhaalde Maria saluerend. Sofia salueerde terug. Toen holden de meisjes door de velden en beraamden hun plannetje. Hun heldere stemmen weerklonken over de vlakte.
Anna voelde zich diep vernederd. Zodra de lunch voorbij was veinsde ze hoofdpijn en haastte ze zich naar haar kamer, waar ze zich woedend op haar bed gooide en zichzelf met een boekje koelte toewuifde. Onderwijl trok ze het sobere, houten kruisbeeld van haar nachtkastje, drukte het tegen haar lippen en mompelde een kort gebed. Ze vroeg God om hulp. ‘Waaraan heb ik het verdiend dat ik zo’n moeilijk kind heb?’ zei ze hardop. ‘Waarom laat ik me dit aandoen? Ze doet het alleen om mij te vernederen. Waarom zien Paco en pap niet hoe eigenzinnig ze is? Zijn ze soms blind? Hebben ze geen ogen in hun hoofd? Of ben ik de enige die ziet hoe monsterlijk ze zich soms gedraagt? Ik weet het, het is mijn straf omdat ik destijds niet met Sean O’Mara ben getrouwd. Heb ik dat niet al goedgemaakt, Heer? Heb ik niet al genoeg geleden? God, geef me kracht. Ik heb het nodig, meer dan ooit. En laat haar alstublieft niet in die vervloekte wedstrijd spelen. Dat verdient ze niet.’
La Copa Santa Catalina, die om vijf uur zou beginnen, begon op tijd. Dat kwam in Argentinië zelden voor. Het was nog altijd warm toen de jongens in hun witte jeans en glimmende bruine laarzen strijdlustig over het terrein galoppeerden. De vier potige jongeren van La Paz droegen zwarte shirts, Santa Catalina roze. Van de jongens van La Paz waren Roberto en Francisco Lobito de beste spelers; hun twee neven Marco en Davico waren van hetzelfde niveau als Rafael en Agustin. Roberto Lobito was Fernando’s beste vriend, maar tijdens een wedstrijd als deze was er geen plaats voor vriendschap en stonden ze als bittere vijanden tegenover elkaar.
Fernando, Santi, Rafael en Agustin speelden al sinds hun jeugd samen. Vandaag waren ze allemaal in vorm – behalve Agustin, die nog steeds een kater had van de vorige avond. Santi speelde opvallend zwierig en kwam behendig uit het zadel. Het samenspel waar Santa Catalina echter om bekendstond werd door de vierde schakel, Agustin, ondermijnd. Hij reageerde voor zijn doen ongewoon traag en leek telkens net een fractie later te zijn dan de anderen. Ze speelden zes chukkas – zes keer zeven minuten.
‘Je hebt vijf chukkas om te herstellen, Agustin,’ mopperde Paco na de eerste zeven minuten. ‘Als je niet zo in het midden was blijven hangen, had Roberto nooit de kans gehad te scoren – twee keer nog wel. Hij legde de nadruk op ‘twee’, alsof het allemaal Agustins schuld was. Terwijl ze hun uitgeputte, schuimbekkende pony’s door verse vervingen, dwaalde Agustins ongemakkelijke blik over het veld naar zijn zusje. ‘Ja, denk erom jongen, als je niet uitkijkt moet ik je straks door Sofia laten vervangen,’ voegde Paco eraan toe voor hij het veld verliet. Dat dreigement was ernstig genoeg om Agustin door de tweede chukka te krijgen, hoewel Santa Catalina nog altijd met twee goals achterstond.
Heel Santa Catalina en La Paz waren uitgelopen om de wedstrijd bij te wonen. Anders dan andere keren zaten ze vandaag niet allemaal bij elkaar – daar was de wedstrijd te belangrijk voor. Ze hadden zich in groepjes opgesplitst en hielden het andere kamp angstvallig in de gaten. De jongens hingen als een roedel wolven bijeen en hielden nerveus het ene oog op de wedstrijd en het andere op de meisjes. De meisjes van La Paz, met hoofddoekjes en in korte rokjes, lagen languit op de motorkappen van de jeeps en kletsten over mode en jongens. Hun donkere zonnebrillen verhulden ogen die vaker wel dan niet begerig op een van de jongens van Santa Catalina waren gericht. Intussen keken de meisjes van Santa Catalina – Sabrina, Martina, Pia, Leticia en Vanesa – naar de knappe Roberto Lobito, die als een dappere ridder op zijn strijdros over het veld galoppeerde. Iedere keer als hij bukte om de bal te slaan viel zijn lichtblonde haar over zijn mooie gezicht. Sofia en Maria hielden zich liever op een afstandje en zaten bij Chiquita op het hek. De kleine Panchito speelde aan hun voeten met een bal en minihamer.
‘Ze mogen niet verliezen!’ protesteerde Sofia vurig. Ze zag hoe Santi naar de goal galoppeerde en Agustin een voorzet gaf, die echter voor de zoveelste keer miste. ‘Choto Agustin!’ schreeuwde ze geërgerd. Maria beet bezorgd op haar lip.
‘Sofia, gebruik dat woord niet. Dat is niet netjes,’ zei Chiquita zacht, zonder haar ogen van Panchito af te wenden.
‘Ik kan niet naar die idiote broer van me kijken. Ik schaam me dood voor hem.’
‘Chopo chopo,’ lachte Panchito, die een bal tegen een nietsvermoedende hond aan sloeg.
‘Niet doen, Panchito,’ berispte Chiquita hem. Ze sprong van het hek en schoot de hond te hulp.
‘Maak je geen zorgen, Sofia. Er gaat een andere wind waaien, let op mijn woorden.’
‘Ik hoop dat je gelijk hebt. Als Agustin zo slecht blijft spelen, verliezen we zeker,’ antwoordde ze, achter Chiquita’s rug Maria’s blik zoekend.
In de vierde chukka stond Santa Catalina ondanks een goal van Santi en Fernando met twee punten achter. La Paz, dat er al van uitging dat ze had gewonnen, zakte zelfvoldaan terug in het zadel. Plotseling verscheen Agustin uit het niets, ging achter de bal aan en stormde ongehinderd op het doel af. Onder enthousiaste aanmoedigingen vanaf de zijlijn gaf hij de bal een flinke mep.
‘O god!’ gilde Sofia verrukt. ‘Agustin heeft gescoord.’ In het kamp van Santa Catalina steeg een luid gejuich op en de ware fans rolden van opluchting bijna van de motorkap. De pony galoppeerde echter nog een eind triomfantelijk door totdat hij ineens stilhield en een uitzinnige Agustin van zijn rug wierp. Hij kwam met een smak op het gras neer, waar hij roerloos bleef liggen. Miguel en Paco renden naar hem toe. In enkele seconden was Agustin omringd. Er volgden enkele angstige minuten, die voor de radeloze Anna een eeuwigheid duurden, voor Paco verkondigde dat hij alleen een bult op zijn hoofd had en een enorme kater! Tot ieders verrassing riep hij Sofia.
‘Jouw beurt.’
Ze keek hem stomverbaasd aan. Anna stond op het punt te protesteren maar haar aandacht werd door een kreunende Agustin afgeleid.
‘Cómo?’
‘Jouw beurt, opschieten.’ Toen liet hij er ernstig op volgen: ‘En ik zou maar winnen als ik jou was.’
‘Maria, Maria,’ riep Sofia uit. ‘Het heeft geholpen!’ Maria schudde vol ontzag haar hoofd – de ombu was toch een echte toverboom.
Sofia kon haar geluk niet op toen ze even later een roze shirt aanschoot en haar pony besteeg. Ze zag de jongens van La Paz ongelovig lachen toen ze het veld op reed. Roberto Lobito schreeuwde iets tegen zijn broer Francisco, waarna ze beiden in hun vuistje lachten. Ze zou ze eens wat laten zien, besloot ze. Straks wist iedereen waartoe ze in staat was. Er was geen tijd om met Santi en de anderen te overleggen. Voor ze het wist werd het spel hervat. Nog geen seconde later kreeg ze de bal toegespeeld en werd ze door Marco afgesneden, die met zijn pony tegen de hare reed en haar uit koers bracht. Hulpeloos moest ze toezien hoe de bal tussen de benen van haar pony verdween en er aan de andere kant weer uit rolde. Woedend gooide ze zich tegen hem aan en daarna, voor de goede orde, tegen Francisco, alvorens weg te galopperen. Ze merkte dat Rafael en Fernando niet bereid waren de bal naar haar te spelen. Santi daarentegen maakte gebruik van haar wanneer hij maar kon, maar werd constant door een hautaine Roberto Lobito gedekt. Het leek wel of Roberto en Santi een soort persoonlijke vete uitvochten en dachten dat ze alleen op het veld stonden. Ze sneden elkaar, haakten met hun polohamers en scholden elkaar de huid vol.
‘Fercho, links van je!’ riep Sofia naar Fernando toen zich een kans voordeed. Na een snelle blik op haar, speelde hij de bal na een korte aarzeling door naar Rafael, die consequent door Marco en Davico in een gemene sandwich werd klemgereden. ‘Pass de volgende keer naar mij, Fercho. Ik sta hier hartstikke vrij!’ riep ze boos.
‘Ja hoor,’ antwoordde hij spottend en galoppeerde weg. Ze merkte dat Roberto hun stilzwijgende afspraak verbrak en vriendelijk hoofdschuddend Fernando’s blik zocht.
Sabrina en Martina stonden versteld dat Sofia mocht meedoen aan de wedstrijd.
‘Wedden dat ze het voor ons verpest,’ zei Sabrina geërgerd.
‘Jezus, ze is pas vijftien,’ snoof Martina. ‘Belachelijk dat ze met de grote jongens mag meedoen.’
‘Het is Santi’s schuld. Hij moedigt haar aan,’ zei Pia met een zuur gezicht.
‘Hij heeft een zwak voor haar. God mag weten waarom. Een verwend nest, dat is ze. Kijk, ze hangt daar maar wat rond op het middenveld. Niemand speelt haar aan. Ze kan net zo goed gaan,’ klaagde Sabrina.
Tegen het einde van de vijfde chukka stonden ze nog altijd met een goal achter.
‘Speel met Sofia samen, verdomme! Alleen als we een team vormen kunnen we winnen,’ explodeerde Santi terwijl hij van zijn pony sprong.
‘Als we dat doen verliezen we zeker,’ kaatste Fernando terug.
‘Kom, Fercho, niet zo kinderachtig,’ zei Rafael. ‘Ze speelt en daar kun je niets meer aan veranderen. Ze verwachten niet dat we naar haar spelen, dus daar moeten we gebruik van maken.’
‘Met z’n drieën redden we het nooit,’ schreeuwde Santi geïrriteerd. ‘Dus laat haar verdomme meedoen!’ Vol afkeer keek Fernando zijn broer aan.
‘Ik zal jullie macho’s eens laten zien dat ik beter ben dan die idiote Agustin. Laat jullie ego maar thuis en speel met mij samen, in plaats van tégen mij. La Paz is de vijand, niet ik.’ Sofia draafde vol zelfvertrouwen terug het veld op. Fernando kookte inwendig, Rafael sloeg zijn ogen ten hemel en Santi grinnikte vol bewondering.
Toen ze voor de zesde chukka het veld op gingen, was de spanning om te snijden. Een diepe stilte daalde op de toeschouwers neer. De laatste chukka werd een agressief vertoon van slagvaardigheid; ieder voor zich probeerde de ander steeds een slag voor te zijn. Santi werd als beste speler van het team constant gedekt, terwijl Sofia zo goed als vrij stond, aangezien niemand verwachtte dat ze een bal zou krijgen. Het einde van het spel naderde. Ondanks alle ruzie kreeg Sofia nauwelijks de bal, zodat er niet veel anders op zat dan de anderen te dekken. Eindelijk lukte het Santi gelijk te maken.
De toeschouwers, die van de spanning niet meer rustig konden zitten, waren in de laatste minuten overeind gekomen. Ze wisten dat bij een gelijkspel de sudden-regel zou ingaan. Op het veld werden onder luid geschreeuw ongeduldige gebaren gemaakt. Roberto gaf aanwijzingen, Santi probeerde zijn broer over te halen naar Sofia te spelen. Maria wipte zenuwachtig op en neer, in de hoop dat Sofia nog zou scoren. Miguel en Paco ijsbeerden langs de lijn zonder hun ogen van de wedstrijd te kunnen afhouden. Paco keek op zijn horloge – nog één minuut. Misschien had hij er fout aan gedaan Sofia op te stellen, dacht hij somber.
Plotseling nam Rafael bezit van de bal, passte hem naar Fernando, die hem weer terugpasste. Santi wist zich los te maken van Roberto en Marco, die hem in volle vaart achtervolgden. Er werd geschreeuwd en geduwd, maar het lukte Rafael naar Santi te passen, die ongehinderd verder over het veld vloog. Alleen Sofia en haar tegenstander, Francisco, stonden tussen hem en de goal. Aan hem de keus Francisco te passeren en mogelijk zelf te scoren, of het risico te nemen Sofia aan te spelen. Francisco, die ervan uitging dat Santi niet naar Sofia zou spelen, verliet haar zijde om hem van de bal af te rijden. Santi sloeg zijn groene ogen op naar zijn nichtje, die hem onmiddellijk begreep en positie koos. Net voordat Francisco tegen hem op knalde, sloeg hij de bal naar Sofia. ‘Maak die goal, Chofi!’ riep hij haar na.
Sofia klemde vastberaden haar kaken op elkaar. Deze kans zou ze niet laten liggen. Ze raakte de bal één keer, twee keer, en zwaaide behendig haar taco door de lucht voor de beslissende klap. Het volgende moment vloog de bal tussen de palen. Seconden later klonk het fluitsignaal. Ze hadden de wedstrijd gewonnen.
‘Ongelofelijk!’ riep Sabrina ademloos.
‘Mijn god, het is haar gelukt. Sofia heeft gescoord!’ gilde Martina, in haar handen klappend. ‘Goed zo, Sofia!’ riep ze. ‘Idola!’
‘Dat was op het nippertje!’ Miguel sloeg Paco op zijn schouder. ‘Heb jij even mazzel, anders was je naast de lomo op de barbecue beland.’
‘Ze heeft goed gespeeld, ook al heeft haar eigen team haar laten vallen. Maar het is duidelijk dat ze heel wat in haar mars heeft,’ zei hij trots.
Rafael galoppeerde naar Sofia en klopte haar op de rug. ‘Bien hecho, gorda!’ zei hij grinnikend. ‘Je bent een ster!’ Fernando knikte met een strak gezicht naar haar. Hij was blij met de overwinning maar kon zich er niet toe zetten Sofia te feliciteren. Santi trok haar bijna van haar pony toen hij zijn arm om haar heen sloeg om haar een kus op haar stoffige wang te drukken.
‘Ik wist dat het je zou lukken, Chofi. Je hebt me niet in de steek gelaten,’ zei hij lachend. Hij zette zijn petje af en krabde door zijn bezwete haar.
Roberto Lobito kwam op haar toe lopen toen ze van haar pony sprong. ‘Je speelt goed voor een meisje,’ zei hij met een glimlach. ‘Jij speelt goed voor een jongen,’ antwoordde ze uit de hoogte.
Roberto lachte.
‘Dus ik ga je vaker op het poloveld zien?’ vroeg hij. Zijn bruine ogen namen haar belangstellend op.
‘Misschien.’
‘Nou, daar verheug ik me op,’ voegde hij er met een knipoog aan toe. Sofia trok haar neus op, keerde hem met een schor lachje de rug toe en rende weg om zich bij haar team te voegen.
Later die avond, toen de eerste sterren de schemering een zilveren glans gaven, zaten Santi en Sofia onder de dikke takken van de knoestige ombu-boom en staarden naar de horizon.
‘Je was goed vandaag, Chofi.’
‘Dankzij jou, Santi. Jij geloofde in me. En ik heb toch gelijk gekregen, hè?’ Ze grinnikte bij de herinnering aan Agustin die van zijn pony viel. ‘Die broers van mij…’
‘Ach, die moet je negeren. Ze pesten je omdat je je zo gemakkelijk op de kast laat jagen.’
‘Dat gaat vanzelf. Ze zijn zo vreselijk verwend. Vooral Agustin.’
‘Zo zijn moeders nu eenmaal met hun zonen. Wacht jij maar af.’
‘Ja, nog heel lang, hoop ik.’
‘Misschien wel minder lang dan je denkt. Het leven loopt vaak anders dan je verwacht.’
‘Bij mij niet, let maar op. Maar toch nog bedankt dat je vandaag in me geloofde en voor me opkwam. Ik heb ze laten zien wat ik kan, hè?’ zei ze trots.
Hij keek naar haar ernstige gezicht en legde zijn hand liefdevol in haar nek. ‘Ik wist dat je het kon. Niemand is zo vastberaden als jij. Niemand.’ Hij zweeg een moment, alsof hij in gedachten was verzonken.
‘Waar denk je aan?’
‘Je bent niet zoals andere meisjes, Chofi.’
‘Is dat zo?’ vroeg ze verheugd.
‘Nee, met jou is het veel leuker, veel… hoe moet ik het zeggen? Je bent een personaje.’
‘Nou, als ik zo’n bijzonder type ben, Santi, dan ben jij voor mij een idolo! Wist je dat?’
‘Zet me niet op een voetstuk, daar kan ik alleen maar vanaf vallen,’ zei hij lachend.
‘Ik ben blij dat ik een vriend heb als jij,’ vervolgde ze verlegen. Haar hart begon wild te kloppen. ‘Je bent mijn favoriete neef.’
‘Neef.’ Hij zuchtte diep en een beetje droevig. ‘Jij bent ook mijn favoriete nichtje.’