Hoofdstuk 13
Brown University, 1973
Santi liet zijn hand onder de jurk van Georgia glijden. Met zijn vingers beroerde hij de ruwe kant van haar kousen en vervolgens de gladde, zijdeachtige huid van haar dij. Zijn hart klopte sneller van verwachting. Hij drukte zijn mond op de hare en proefde de zoete pepermunt van het pakje kauwgom dat ze hadden gedeeld nadat ze het feest samen hadden verlaten. Hij was onder de indruk van haar onbeschaamdheid. In tegenstelling tot de welopgevoede Argentijnse meisjes was ze absoluut niet geremd en ze had iets ordinairs over zich, waartoe hij zich aangetrokken voelde.
Ze beantwoordde zijn kus gretig. Zijn sterke, jonge lichaam leek haar op te winden. Met haar tong proefde ze het zout op zijn huid, waarvan de zilte smaak zich met zijn eigen lichaamsgeur had vermengd. Hij voelde hoe ze met haar lange, rode nagels in zijn rug klauwde. Ze rook naar dure parfum, en toen hij zijn tong over haar lichaam liet glijden, proefde hij de poeder op haar huid. Haar buik was rond en zacht. Toen hij aan haar jarretel zat te frunniken, duwde ze zijn hand koeltjes weg en zei ze met haar diepe, donkerbruine stem dat ze haar kousen liever aanhield tijdens het vrijen, waarna ze alleen maar haar zwarte slipje uittrok.
Hij spreidde haar benen, die zij vervolgens nog uitnodigender opende, en hij knielde ertussen terwijl hij haar heupen en dijen streelde. Ze was blond. Van nature blond, constateerde hij na het zien van het keurige driehoekje haar, dat hem uitzicht bood op haar geheime charmes. Schaamteloos keek ze hem aan. Ze genoot van zijn bewonderende blik. Gedurende de daaropvolgende twee uur leerde ze hem hoe hij een vrouw moest liefkozen, langzaam en sensueel, en schonk ze hem meer genot dan hij ooit voor mogelijk had gehouden. Tegen tweeën in de ochtend was hij vaak genoeg klaargekomen om te weten dat Georgia echt een slaapkamerfantasie was, en zij had haar orgasmen beleefd met het gemak van een vrouw die haar eigen lichaam door en door kent.
‘Georgia,’ zei hij, ‘je bent een droom. Ik wil je de hele nacht vasthouden zodat ik zeker weet dat je morgenochtend nog bij me bent.’ Ze had gelachen, een sigaret aangestoken en hem beloofd dat ze het hele weekend niets anders zouden doen dan vrijen. ‘Langzaam en hartstochtelijk, hier in Hope Street,’ had ze gezegd. Ze zei hem hoe dol ze was op zijn accent en ze vroeg hem in het Spaans tegen haar te praten. ‘Zeg me dat je naar me verlangt, dat je van me houdt – laten we doen alsof,’ zei ze. Dus zei hij: ‘Te queiro, te necessito, te adoro.’
Toen ze uitgeput waren en hun lichamen van genot pijnlijk aanvoelden, vielen ze in slaap. Af en toe wierpen de lampen van een voorbijrijdende auto een gouden licht over hun lichamen, waardoor hun ledematen die losjes over elkaar heen hingen zichtbaar werden. Santi droomde. Hij zat in de geschiedenisles van professor Schwartzbach en Sofia zat er ook. Haar lange, donkere haren werden, zoals altijd, met een roodfluwelen lint bijeengebonden in een vlecht. Ze droeg een spijkerbroek en een lila truitje dat haar bruine huidskleur goed deed uitkomen. Ze zag er beeldschoon uit: jong, donker en glanzend. Ze draaide zich naar hem toe en knipoogde. In haar hazelnootbruine ogen lag een eigenzinnige glimlach. En toen was het plotseling Georgia die daar zat, naakt en grijnzend. Hij schrok ervan dat ze daar zomaar naakt in de klas zat, maar het leek haar niets te kunnen schelen. Loom keek ze hem aan. Hij wilde dat Sofia weer terugkwam, maar ze was verdwenen. Toen hij wakker werd, lag Georgia tussen zijn benen. Hij keek nog eens goed om er zeker van te zijn dat het Georgia was en niet Sofia. Zijn lichaam ontspande zich toen hij haar wellustige blauwe ogen zag die naar hem opkeken.
‘Maar schatje, je kijkt alsof je een geest hebt gezien,’ lachte ze.
‘Dat is ook zo,’ antwoordde hij, waarna hij zich liet wegdrijven op het sensuele gevoel dat haar magische tong teweegbracht.
Van zijn tweejarig verblijf in het buitenland had Santi het eerste halfjaar besteed aan een rondreis over de wereld, samen met zijn vriend Joaquin Barnaba. Ze bezochten Thailand, waar ze de rosse buurten afstruinden op zoek naar vertier en hoeren. Santi was zowel verbijsterd als geboeid door de dingen die vrouwen met hun lichaam konden doen. Zelfs in zijn wildste dromen had hij ze niet kunnen bedenken. Ze rookten cannabis in de Cameron Highlands van Maleisië en zagen een zonsondergang die de heuvels in een gouden gloed zette. Ze reisden door China, waar ze langs de Chinese Muur liepen, bewonderden de Hal van de Hoogste Harmonie in de Verboden Stad en ontdekten tot hun afgrijzen dat Chinezen inderdaad hondenvlees eten. Ze trokken door India, waar Joaquin vlak voor de Taj Mahal moest braken en drie dagen in bed moest blijven met uitdrogingsverschijnselen en diarree. In India reden ze op olifanten, in Afrika op kamelen en in Spanje op prachtige witte paarden.
Uit elk land dat hij bezocht stuurde hij een ansichtkaart naar zijn familie. Chiquita vond het vreselijk dat ze hem niet kon bereiken. Zijn familie had zes maanden lang geen contact met hem omdat hij telkens na enkele dagen weer verder trok zonder dat ze wisten waarheen. Aan het einde van de winter waren ze dan ook erg opgelucht toen ze het bericht kregen dat hij zich op Rhode Island bevond, waar hij huisvesting zocht en zich inschreef op de universiteit, voor onder andere bedrijfskunde en oude geschiedenis.
De eerste dagen van zijn studiejaar op Brown University sliep hij in een hotel. Maar toen hij zijn eerste college op de campus bezocht, leerde hij enkele aardige Amerikanen uit Boston kennen, die een nieuwe huisgenoot zochten voor hun studentenhuis in Bowen Street. Aan het eind van de les, die werd gegeven door een oude professor met een klein mondje dat schuilging achter een dikke, witte baard, en met een nog kleiner stemmetje waarmee hij de laatste lettergreep van elk woord inslikte, wisten ze alles wat ze moesten weten van elkaar en hadden ze vriendschap gesloten.
Frank Stanford was een korte, gezette jongeman met brede schouders en goed ontwikkelde spieren. Het soort jongen dat zijn geringe lengte compenseerde door hard te trainen om flink gespierd te worden en door veel aan sporten als tennis, golf en polo te doen, hoopte dat de meisjes hem om zijn sportieve prestaties zouden bewonderen en zijn kleine gestalte niet zouden opmerken. Hij was onmiddellijk onder de indruk van Santi, niet alleen omdat hij uit Argentinië kwam, wat op zichzelf al erg interessant was, maar vooral omdat hij polo speelde, want niemand speelde nu eenmaal beter polo dan de Argentijnen.
Frank en zijn vriend Stanley Norman, die liever in een hoekje cannabis zat te roken en aan zijn gitaar zat te plukken dan met een tennisracket of polohamer in de weer te zijn, nodigden Santi uit voor een bezoek aan Bowen Street om naar hun huis te komen kijken. Santi was overdonderd. Het huis was gebouwd in de stijl die typisch is voor de Amerikaanse oostkust, met schuiframen en een enorme veranda, in een straat met aan weerszijden loofbomen en dure auto’s. Vanbinnen zag het er smetteloos uit, met pas geverfde muren en grenen meubelen die met blauw-wit gestreepte en geruite stoffen waren bekleed.
‘Mijn moeder wilde het per se opnieuw inrichten,’ zei Frank terloops. ‘Ze is zo’n overdreven bezorgde moeder. Nou, ik zit er niet mee. Moet je dit huis zien. Het kan zo in een tijdschrift. Volgens mij is dit het mooiste huis in de straat.’
‘We hebben geen huisregels, hè Frank?’ vroeg Stanley met zijn trage, lijzige Bostonse accent. ‘Damesbezoek is toegestaan.’
‘O ja, geen enkel probleem. Maar als je een mooie meid meeneemt, moet je er wel voor zorgen dat ze haar zusjes de volgende keer meebrengt. Begrijp je wel?’ Frank knipoogde naar Stanley en gniffelde.
‘Volgens mij lopen hier wel mooie meiden rond,’ zei Santi.
‘Met jouw accent, vriend, zul je daar geen problemen mee hebben. Ze zullen weg van je zijn,’ verzekerde Stanley hem.
Hij had gelijk. De mooiste meisjes op de campus zaten achter Santi aan en het duurde niet lang voor hij besefte dat het niet hun bedoeling was om met hem te trouwen. Ze wilden alleen maar met hem naar bed. In Argentinië ging dat allemaal anders. Je kon niet zomaar met jan en alleman het bed in duiken. Vrouwen eisten meer respect. Mannen moesten hun eerst het hof maken en hen vervolgens ten huwelijk vragen. Maar op Brown University was het alsof hem voortdurend een schaaltje bonbons werd voorgehouden. De ene bonbon bewaarde hij voor later, de andere at hij meteen op. In de maand september en oktober bracht hij de weekends bij Franks familie in Newport door, waar hij tennis en polo speelde. Niet alleen voor Franks jongere broers, die nog nooit eerder een echte Argentijnse polospeler hadden gezien, was Santi een held, maar ook voor zijn moeder, Josephine Stanford, die menige Argentijnse polospeler had gezien maar nog nooit zo’n aantrekkelijke.
‘Zo, Santi – dat is een afkorting van Santiago, nietwaar?’ zei Josephine, die hem een glas cola aangaf en haar gezicht met een witte handdoek depte. Ze hadden zojuist de derde tennisset tegen Frank en zijn jongere zusje Maddy beëindigd. Santi knikte. ‘Van Frank hoorde ik dat je maar voor een jaar colleges volgt. Is dat zo?’
‘Ja, dat klopt. Ik ben in mei klaar,’ antwoordde hij, terwijl hij op een van de tuinstoelen ging zitten en zijn lange, bruine benen voor zich uitstrekte. Zijn witte tennisshort stak af tegen de honingkleurige tint van zijn huid, en het kostte Josephine enige moeite om haar blik er niet te lang op te laten rusten.
‘En daarna ga je terug naar Argentinië?’ vroeg ze, in een poging hem moederlijke vragen te stellen. Ze ging tegenover hem zitten en streek met haar sierlijke vingers haar tennisrokje glad over haar dijen.
‘Nee, eerst wil ik nog een tijdje reizen en aan het eind van het jaar wil ik pas naar huis gaan.’
‘O, dat lijkt me leuk. Maar dan moet je weer helemaal opnieuw beginnen in Buenos Aires.’ Ze zuchtte. ‘Waarom ga je hier niet verder op de universiteit?’
‘Ik wil niet al te lang in het buitenland zijn,’ zei hij ernstig. ‘Ik zou Argentinië te veel gaan missen.’
‘Wat schattig.’ Ze glimlachte liefjes. ‘Heb je een vriendinnetje daarginds? Dat zal wel, hè?’ Ze lachte en wierp hem een kokette glimlach toe.
‘Nee, hoor,’ antwoordde hij, waarna hij zijn glas aan zijn lippen zette en de inhoud gulzig wegklokte.
‘Dat verbaast me, Santi. Zo’n knappe jongen als jij. Maar aan de andere kant wel fijn voor mijn Amerikaanse seksegenoten.’
‘Santi is een soort held op de campus, mam. Ik weet niet wat die Latino’s hebben, maar meisjes vallen bij bosjes voor hem,’ grapte Frank. ‘Ik moet me met de tweede keus tevredenstellen – de overgebleven kruimels na een rijkeluisdineetje.’
‘Onzin, Frank. Geloof hem maar niet, Mrs. Stanford,’ zei Santi gegeneerd.
‘Noem me alsjeblieft Josephine. Als je Mrs. Stanford zegt, voel ik me een schooljuffrouw en dat zou ik nooit willen zijn. Lieve help, nee.’ Ze depte haar blozende gezicht opnieuw met de handdoek. ‘Waar is Maddy? Maddy!’
‘Ik ben hier, mam. Ik pak even iets te drinken. Wil je ook iets, Santi?’ vroeg ze.
‘Nog een glas cola graag. Dank je.’
Maddy was een meisje met donkere haren en een onaantrekkelijk gezicht. Jammer genoeg had ze het uiterlijk van haar vader geërfd, en leek ze in niets op haar moeder, die dik, kastanjebruin haar, een goudbruine huid en een betoverend, feeksachtig gezicht had. Maddy had een grote neus, kleine, gezwollen oogjes alsof ze net uit bed kwam, en de vale, puisterige huid van een teenager die alleen maar op snacks en frisdrank leeft. Josephine had Santi graag willen aanmoedigen om haar dochter mee uit te nemen, maar ze was verstandig genoeg om te beseffen dat haar dochter niet aantrekkelijk en boeiend genoeg was voor Santi. O, was ik maar twintig jaar jonger, dacht ze bij zichzelf. Ik had hem mee naar boven genomen om al die overtollige energie aan hem te onttrekken. Met samengeknepen ogen keek Santi naar Josephine en hij wenste dat ze niet de moeder van zijn beste vriend was. Het kon hem niet schelen hoe oud ze was. Hij wist zeker dat ze fantastisch in bed zou zijn.
‘En, Santi? Zou je onze Frank niet kunnen voorstellen aan een leuk Argentijns meisje? Je hebt toch wel een paar zussen?’ vroeg Josephine, die een lang, gebruind been over het andere sloeg.
‘Ik heb één zusje, maar volgens mij is zij niet Franks type. Ze is niet vlot genoeg voor hem.’
‘Nichtjes dan. Ik wil je hoe dan ook in onze familie krijgen, Santi,’ zei ze lachend.
‘Ik heb een nichtje dat Sofia heet. Zij komt misschien meer in aanmerking.’
‘Wat is dat voor een meisje?’
‘Levendig, lastig en verwend, maar ik denk dat ze beter polo speelt dan hij.’
‘Nou, die meid wil ik dan wel eens ontmoeten,’ zei Frank. ‘Hoe lang is ze?’
‘O, ongeveer even groot als jij. Ze is niet echt lang, maar ze heeft uitstraling en charme, en ze is gewend te krijgen wat ze wil. Je zou je handen vol hebben aan haar, dat weet ik zeker,’ zei hij met trots, terwijl hij zich Sofia’s uitdagende gezichtje voor de geest haalde en er met genegenheid aan terugdacht.
‘Tjee, wat een stuk. Wanneer kan ik haar ontmoeten?’
‘Dan moet je naar Argentinië komen. Ze zit nog op school,’ legde Santi uit.
‘Heb je een foto van haar?’
‘In mijn kamer in Bowen Street wel.’
‘Nou, volgens mij is dat meisje wel een reis naar Argentinië waard. Hoe heet ze ook weer?’
‘Sofia.’
‘Sofia. Dat klinkt leuk.’ Hij peinsde even. ‘Is ze makkelijk?’
‘Makkelijk?’
‘Zou ze met me naar bed gaan?’
‘Frank, lieverd, niet waar je moeder bij zit,’ zei Josephine afkeurend, terwijl ze met haar hand wuifde alsof ze de lucht wilde zuiveren van zijn vulgaire taal.
‘Wat denk je? Zou ze het doen?’ drong hij aan, zonder acht te slaan op zijn moeder, die er alleen maar op uit was om een goede indruk op zijn nieuwe vriend te maken.
‘Ik denk het niet,’ antwoordde Santi. Hij vond het niet prettig om op deze manier over Sofia te praten.
‘Met een beetje aandringen lukt het vast wel. Jullie Latino’s mogen dan de charmeurs zijn, wij zijn de doorzetters.’ Hij grinnikte. De strijdlustige blik in zijn ogen beviel Santi niet en hij wou dat hij niet over Sofia was begonnen.
‘Ik ken trouwens een meisje dat veel beter bij je zou passen,’ krabbelde hij terug.
‘O nee, laat maar. Die Sofia lijkt me leuk,’ hield Frank vol.
Toen Maddy terugkwam met een glas cola, nam Santi lusteloos een paar slokjes. Plotseling voelde hij zich verantwoordelijk voor zijn nichtje en hij vroeg zich af hoe hij kon voorkomen dat Frank naar haar toe zou vliegen om haar te ontmoeten. Het was echt iets voor Frank om dat door te zetten. Hij had geld genoeg om waar dan ook heen te gaan en was brutaal genoeg om wat dan ook te proberen.
Toen hij terug was op de universiteit, vond hij weer een brief van Sofia in zijn postvakje. Zoals ze had beloofd, schreef ze hem elke week een brief.
‘Van wie is die?’ vroeg Stanley nieuwsgierig. ‘Je krijgt nog meer brieven dan een postkantoor.’ Hij was een liedje van Bob Dylan op zijn gitaar aan het tokkelen.
‘Mijn nichtje.’
‘Toch niet van mijn Sofia?’ zei Frank, die uit de keuken opdook met een paar bagels met gerookte zalm voor bij de thee.
‘Ik wist niet dat je al terug was,’ zei Santi.
‘Zoals je ziet. Wil je er ook een? Ze zijn lekker,’ zei hij, kauwend op een bagel.
‘Nee, dank je. Ik ga deze brief even boven lezen. Mama’s brieven zijn meestal nogal lang.’
‘Ik dacht dat hij van je nichtje was,’ zei Frank.
‘Nee, hoor. Hij is van mijn moeder.’ Hij vroeg zich af waarom hij over zo’n kleinigheid moest liegen. Frank zou Sofia snel vergeten zijn met al het vrouwelijk schoon op Brown University.
‘Trouwens, Jonathan Sackville geeft een feestje vanavond. Kom je ook?’ zei Frank.
‘Tuurlijk,’ antwoordde Stanley.
‘Tuurlijk,’ antwoordde Santi, die naar de hal liep.
Eenmaal boven in de beslotenheid van zijn kamer begon hij Sofia’s brief te lezen.
Allerliefste neef Santi,
Bedankt voor je laatste brief, hoewel het me niet is ontgaan dat je brieven alsmaar korter worden. Dat kan toch niet, ik verdien beter. Per slot van rekening schrijf ik heel lange brieven aan jou, terwijl ik het veel drukker heb dan jij – jij hebt immers geen moeder als de mijne die me voortdurend dwingt huiswerk te maken. Verder gaat het wel goed met me. Gisteren vierde je papa zijn verjaardag en hebben we allemaal bij Miguel thuis gegeten. Het is verschrikkelijk heet hier, dat kun je je niet voorstellen. Agustin heeft me vorige week trouwens geslagen. We hadden ergens ruzie over. Hij begon natuurlijk, maar wie kreeg weer de schuld? Ik dus. Ik heb zijn hele garderobe in het zwembad gegooid, zelfs zijn dierbare leren laarzen en zijn polohamers. Je had zijn gezicht moeten zien! Ik moest me met Maria verstoppen, anders had hij me zeker vermoord. Dan had je me toch wel gemist, hè Santi? O jee, ik moet gaan, ik hoor mama op de trap en ze kijkt erg boos. Wat heb ik nu weer verkeerd gedaan? Daarover mag jij lekker nadenken en dan zal ik het in mijn volgende brief aan je schrijven. Als je me niet snel terugschrijft, vertel ik het je niet. Ik weet namelijk dat je brandt van nieuwsgierigheid.
Dikke kus,
Sofia.
Grinnikend las hij haar brief. Toen hij hem opgevouwen in zijn la legde bij haar andere brieven en die van zijn ouders en Maria, voelde hij een licht heimwee opkomen. Maar dat gevoel werd snel gesmoord door de gedachte aan het feest van Jonathan Sackville.
Jonathan Sackville woonde in Hope Street, een paar straten van Bowen Street af, en stond bekend op de campus als iemand die de beste feesten met de mooiste meisjes organiseerde. Eigenlijk had Santi niet zoveel zin om te gaan omdat hij zich, tegen zijn gewoonte in, neerslachtig voelde, maar hij wist dat het geen zin had om op zijn kamer te zitten kniezen over brieven van het thuisfront.
Dus ging hij onder de douche en trok hij schone kleren aan.
Toen Santi, Frank en Stanley in Hope Street aankwamen, stond Jonathan al in de deuropening met zijn arm om twee opgewonden roodharige meisjes geslagen. Hij dronk met grote teugen uit een fles wodka.
‘Welkom vrienden. Het feest is nog maar net begonnen,’ lalde hij. ‘Kom binnen.’
Het grote huis stond letterlijk te trillen op zijn grondvesten van de harde muziek en de dansende voeten van zo’n honderdvijftig mensen. Ze moesten zich door een menigte heen werken, die zo dicht op elkaar stond gedrukt dat het wel een zwerm zoemende bijen leek. Iedereen drong tegen elkaar aan en probeerde boven de muziek uit te schreeuwen.
‘Hé Joey!’ riep Frank uit. ‘Santi, ken je Joey?’
‘Hallo Joey,’ zei Santi mat.
‘Hé Joey! Wat gebeurt er hier? Waar is die mooie Caroline?’ vroeg Frank, die over de schouder van Joey naar zijn zusje zocht.
‘Duik er maar in als je durft, Frank. Ze moet daar ergens zijn.’
‘Ik ga, jongens. Jullie hoeven voor mij niet op te blijven.’
Santi zag Frank verdwijnen in de dansende menigte van zwetende lijven.
‘Hier krijg ik hoofdpijn van. Ik ga naar huis, naar Dylan en Bowie,’ zei Stanley. Hij klonk altijd high, ook als hij het niet was. ‘Dit is een gekkenhuis. Veel te veel lawaai, naar mijn smaak. Ga je mee, dan gaan we buiten een beetje afkoelen.’
‘Ja, laten we gaan.’ Hij had hier nooit heen moeten gaan. Het was tijdverspilling geweest.
Pas toen ze buiten in de frisse oktoberlucht waren, kon Santi weer ademhalen. Het was een heldere avond en de hemel was met sterren bezaaid. Het deed hem denken aan de zwoele zomeravonden, wanneer hij vanonder de ombu-boom naar de lucht keek. Hij had nog niet één keer naar huis terugverlangd, maar waarom had hij nu dan ineens heimwee?
‘Ga je ook weg?’ klonk een hese stem achter hen. Allebei draaiden ze zich om.
‘Ja, wij gaan. Ga je mee?’ zei Stanley, die haar goedkeurend opnam.
‘Nee,’ antwoordde ze, waarna ze naar Santi grijnsde.
‘Ken ik jou?’ vroeg hij, terwijl hij haar bleke gezicht in het licht van de lantaarnpalen bestudeerde.
‘Nee, maar ik ken jou wel. Ik heb je al eerder gezien. Je bent nieuw hier, nietwaar?’
‘Ja, dat klopt.’ Hij vroeg zich af wat ze wilde. Ze had een korte, rode jas om zich heen geslagen en haar slanke benen waren voor de helft verborgen in glimmende leren laarzen, die tot haar knie reikten. Ze rilde en stampte met haar voeten.
‘Het feest is me te lawaaierig. Ik wil ergens naartoe waar het warm en rustig is.’
‘Waar zou je heen willen?’
‘Eigenlijk wilde ik naar huis gaan, maar ik wil liever niet alleen zijn. Heb je zin om mee te gaan en me gezelschap te houden?’ vroeg ze, en ze glimlachte ontwapenend.
‘Je uitnodiging geldt niet voor mij, neem ik aan,’ zei Stanley gelaten. ‘Ik zie je wel weer verschijnen, Santi.’ Hij liep weg de straat uit.
‘Hoe heet je?’ vroeg hij.
‘Georgia Miller. Ik zit in mijn tweede jaar. Ik heb je wel eens op de campus gezien. Je komt toch uit Argentinië?’
‘Ja.’
‘Mis je je vaderland niet?’
‘Een beetje,’ antwoordde hij naar waarheid.
‘Dat dacht ik wel. Je zag er een beetje eenzaam uit daar binnen.’ Ze nam hem bij de arm. ‘Waarom ga je niet mee naar mijn huis? Ik zal je je heimwee laten vergeten.’
‘Heel graag, dank je.’
‘Je hoeft me niet te bedanken, Santi. Je doet mij er ook een plezier mee. Ik wilde al met je naar bed toen ik je voor de eerste keer zag.’
Pas in het warme licht van Georgia’s huis kon Santi haar beter bekijken. Ze was niet mooi – ze had een langwerpig gezicht en haar scherpe, blauwe ogen stonden te ver uit elkaar – maar toch was ze sexy. Haar lippen waren asymmetrisch, maar sensueel en als ze lachte, deed de helft van haar mond maar mee. Ze was gezegend met een bos dikke, blonde krullen die, als ze liep, heen en weer golfden net als bij een cheerleader. Toen ze haar jas uittrok en hij haar gezwollen borsten, slanke taille en lange, goedgevormde benen zag, voelde hij een warme golf door zijn lendenen trekken. Ze had het lichaam van een pornoster, en dat wist ze ook.
‘Dat lijf van me brengt me voortdurend in de problemen,’ verzuchtte ze, omdat ze wel voelde dat hij haar bekeek. ‘Wat wil je drinken?’
‘Whisky graag.’
‘Is het zo erg met je?’
‘Wat bedoel je?’
‘Met je heimwee.’
‘O nee, helemaal niet. Het is al weer over.’
‘Soms komt het ineens opzetten als je het helemaal niet verwacht. Is dat bij jou ook zo?’
‘Ja.’
‘Soms komt het door een brief, of een geur of een stukje muziek,’ zei ze weemoedig.
‘Hoe weet jij dat?’
‘Omdat ik uit het zuiden kom, Santi. Hoor je dat dan niet?’
‘Het zuiden?’ vroeg hij niet-begrijpend.
‘Georgia,’ zei ze.
‘O ja, maar voor mij praat je net als elke andere Amerikaan.’
‘Oké, lekkertje. Jouw accent klinkt mij anders heel exotisch in de oren. Eerlijk gezegd is het het leukste accent dat ik ooit heb gehoord. Dus je mag praten zoveel als je wilt, dan hoef ik alleen maar te luisteren en weg te zwijmelen.’ Ze lachte schor. ‘Ik wil je alleen maar laten weten dat ik begrijp hoe je je voelt. Je hoeft voor mij niet te doen alsof. Ik ken het gevoel. Kijk eens, hier is je whisky. Laten we een vuur maken en wat muziek draaien, dan kunnen we allebei ons heimwee vergeten. Zullen we dat afspreken?’
‘Afgesproken,’ zei Santi, die haar zag bukken om de houtblokken in de haard te leggen.
‘Laat dat vuur toch zitten, Georgia uit Georgia. Laten we naar boven gaan,’ zei hij plotseling, toen hij de kanten bovenzijde van haar kousen zag en een glimp van haar zwarte slipje dat heel eventjes zichtbaar was onder haar minirok. ‘Er is maar één manier om ons heimwee te vergeten en dat is door ons in elkaar te verliezen,’ voegde hij er hees aan toe, waarna hij zijn whisky in één teug opdronk.
‘Nou, kom mee dan. Ik snak ernaar om me in jou te verliezen,’ antwoordde ze, en ze nam hem bij de hand en leidde hem naar boven naar haar slaapkamer.