Vruchtbaarheid
Naast mij aan de tapkast stond een aan de slapen grijzende man
die geen habituele zwijger was en met vrolijk twinkelende ogen
vertelde: 'Ik ben gisteren met mijn kleinzoontje in 't Rijksmuseum
geweest. En gelachen dat ik heb! We komen in die zaal waar dat
kleine zelfportret van Rembrandt staat, u weet wel, hij staat er op
met zo'n enorme blonde kuif. Toen zegt me kleinzoontje: "Kijk eens,
opa, een Rolling Stone. "'
We lachten,Toen ik net op het punt stond er een troef van mijn
éigen kleinzoon bovenop te dreunen — want breek opa's op dit punt
de bek niet open — vroeg een grote, indrukwekkende grijsaard die,
aan mijn andere zijde achter zijn glas stond als een gevallen en
daarna vergeten apostel, met schorre stem en zonder zelfs maar 'n
glimlach aan de vrolijke prater: ' 't Is zeker uw eerste?
'Hoe bedoelt u?'
'Uw eerste kleinkind, ' zei de oude.
De heer knikte blij. En de zeer oude man knikteóók, maar meer op de
manier van iemand, die een veronderstelling ten overvloede hoort
bevestigen.
'Ik heb elf kinderen, zesentwintig kleinkinderen en zeven
achterkleinkinderen, ' sprak hij. Hij serveerde de volzin rustig
uit. De kroeg scheen opeens te klein voor zoveel
vruchtbaarheid.
'Pappeldepap, ' zei de beginnende opa timide.
Ik hield me maar sjakes met mijn twéé, als een kladschilder, die
zwijgt wanneer de meester spreekt.
"t Is aardig goedje — kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen,
' vervolgde de oude man. 'Maar toch, als je er zó veel hebt, ga je
vaak door het behang. Want je kan ze niet meer uit mekaar houden.
Tenminste — ik niet. Ik ben nou negenenzeventig en dan begint 't
daar vanboven toch een beetje te slijten. '
Hij tikte even op zijn grijze hoofd.
'Bij vrouwen ligt dat weer anders, ' zei hij. 'Dat doet de natuur,
geloof ik. Ze zijn er in elk geval veel behendiger in. Maar mijn
vrouw is twee jaar terug helaas ontslapen. Toen ze er nog was hield
ze het mooi voor me bij. Dan zei ze: "We gaan vanmiddag even naar
Henk en Marie, want Jopie is jarig. " Jopie is één van die
zesentwintig. Ik zou hem op zo'n moment wel niet kunnen uittekenen,
maar ik wist tenminste: we gaan naar Jopie. '
Hij zuchtte en nam een slok.
'Ze is er niet meer, ' zei hij. 'En nou heb ik wel zo'n
verjaarskalender op de plee hangen en me dochters en me
schoondochters bellen me ook nogeen dag van tevoren op. En me
achterschoondochters — noem je dat zo? — doen dat ook. Dan hoor ik:
"Je spréékt met Monique. " Dan denk ik wel eens: Wie is nou ook
weer Monique. Maar goed, ze waarschuwen me. En ze kopen ook het
cadeautje van opa. Of over-opa. Want van al die rotzooi die ze
tegenwoordig in die speelgoedwinkels hebben, kan ik geen chocola
meer maken. Vroeger was het eenvoudig. Dan gaf je een jongen een
timmerdoos en een meisje een pop. Maar nou gaat 't allemaal met
elektriciteit en 't maakt herrie en 't geeft licht, affijn, mij
gaat het te hoog. Maar dat lossen die moeders dan wel op. Mijn
cadeautje. Ze stoppen het me bij de deur in me hand, 't pakkie. Ik
hoef het alleen maar te geven. Ik weet niet eens wat er in zit. En
als ze 't uitgepakt hebben, weet ik nog niet wat 't is. Maar...
'
Hij sloot even zijn vermoeide ogen.
'Daar mis ik ook m'n vrouw zo in, ' zei hij. 'Die wist het precies.
Die geleidde me. Maar ik kom zo'n kamer binnen en dan is daar een
hele smak kinderen aanwezig, want 't is een verjaarspartijtje. Maar
wie is nou Jopie of Keesje of Jan Jaap? Al sla je me dood, ik weet
het niet. Die kinderen veranderen telkens. Dus nou heb ik 't
systeem, dat ik bij de deur wacht tot er een op me af komt. Dat is
de jarige. Die neem ik dan maar op me arm en die zoen ik en die
geef ik het pakkie. '
Hij schudde somber zijn hoofd.
'Maar vorige week doe ik dat weer, ' zei hij.
'En ik nam een heel verkeerd kereltje te pakken. Die was helemaal
niet van mij. Maar hij kwam nou eenmaal het eerst op me af, dus ik
dacht, dat is-ie. En ik zoen hem en ik geef hem het pakkie en hij
wou 't niet meer teruggeven ook en de echte jarige aan 't huilen,
natuurlijk. En me schoondochter nog aardig kwaad ook. '
Hij zweeg.
De heer en ik zwegen ook. En staarden in de toekomst.