„Ik dacht dat jij kon zeilen," zei Paul tegen Peggy.
„Niet dus. Dat was gelogen," mopperde Peggy. Ze baalde verschrikkelijk dat ze zo af was gegaan - en nog wel waar de jongen op wie ze indruk wilde maken bij was. „Dat doe je wel vaker, hè?" zei Paul. Peggy keek hem schuldbewust aan. „Ik plaag je maar, hoor," zei hij er snel achteraan. „Gaat het?"
Peggy knikte. „Ik snap niet wat er misging. Jij hing ook achterover uit je boot en bij jou gebeurde er niks."
Paul barstte in lachen uit. „Je hebt er echt helemaal geen verstand van, hè? Ik zeil al hartstikke lang en jij zit voor het eerst in een boot! Vind je het gek dat je omslaat?" „Mij zie je niet meer in een zeilboot," zei Peggy grijnzend.