DONDERDAG
Beschuldigingen
„Waar waren jullie nou gisteravond?" Jade vloog op Tansy en Cleo af zodra ze de klas binnenkwamen.
„De benzine van m'n moeders auto was op,' zei Cleo schuldbewust.
„Dat is bijna net zo'n slappe smoes als Peggy met haar hoofdpijn." Het huilen stond Jade nader dan het lachen.
„Hoe bedoel je?" vroeg Tansy fronsend.
„Peggy was gisteravond naar de bioscoop. Met Paul."
„Nee, echt? En jij bent in je eentje naar The Dangerzone geweest?"
Jade knikte. „Dankzij jullie."
„Echt waar, Jade, we hadden echt geen benzine meer," zei Tansy. „Vraag maar aan de Tor. Hij heeft mevrouw Greenway geholpen. Volgens mij valt hij wel op haar."
„Wie valt op wie?" Peggy was ongemerkt het lokaal binnengekomen.
Jade draaide zich om en keek haar aan. „Hoe is het met je hoofdpijn, Peggy?" vroeg ze poeslief.
Peggy bloosde. „Oké oké, ik heb gelogen. Maar het was absoluut de moeite waard. Paul is zó gaaf! En nu ga ik ook nog drie hele dagen met hem op kamp. Ik heb zo'n zin, jullie ook?"
„Ik ga niet," zei Jade met trillende stem.
Het drietal staarde haar aan.
„Hoezo niet?" vroeg Cleo.
„Ik mag niet van Paula. Allemaal jullie schuld. Hebben jullie nou je zin?"