Hoofdstuk 32
Het was een van die kristalheldere ochtenden in Montana, als de
net gevallen sneeuw als met gouddraad doorweven satijn glinsterde
in de zon en de bergen zich zo trots tegen het blauw van de hemel
aftekenden dat je elke berijpte rotsspleet kon zien. Julia volgde
de honden naar buiten over de verse sneeuw op de nieuwe veranda en
deed de keukendeur achter zich dicht. Zelfs in de kou rook de vloer
van houten planken naar hars. Ze stond even langs de ijspegels aan
de balken naar de bergen te turen en haar adem dampte voor haar
gezicht terwijl de twee jonge collies om haar heen speelden en
sprongen.
'Hé, jongens. Naar beneden nu. De trap af.'
Ze liep de trap af, bleef weer staan en schermde haar ogen tegen de
schittering van de sneeuw af om duidelijker te kunnen zien. Het
enige blijk van de aanwezigheid van de paarden was het dubbele
spoor dat de stal uit en langs de omheining en dan in een flauwe
bocht omhoog over de flank van de hellingen het bos in leidde. Ze
nam aan dat ze waarschijnlijk via hun gebruikelijke route terug
zouden komen, dus zette ze haar kraag op en liep naar de beek.
Het huis dat ze hadden gebouwd stond tussen een lage rij heuvels
een paar kilometer ten oosten van de massieve kalksteenwand van het
Rocky Mountain Front. Het was een laag en bescheiden houten huis.
Nu de rook opkringelde uit de natuurstenen schoorsteen en de zon
vlekkerige plekken wierp op de bleke stammen van de espen erachter
leek het alsof het er altijd had gestaan. Het had ze meer dan een
jaar gekost om het te bouwen. En met elke balk en spijker, elke
spant en stut, had ook hun nieuwe leven langzaam vorm gekregen.De
thuisreis was zwaar geweest.
De paar dagen die ze in Kampala hadden doorgebracht voordat ze naar
huis waren gevlogen waren Julia en Amy, met een shellshock en hun
wonden likkend, in de veilige cocon van hun hotelkamer gebleven
terwijl Connor in de stad had rondgerend om van alles en nog wat te
organiseren. Hij wilde zuster Emily helpen een nieuw tehuis voor de
kinderen van St. Mary te vinden, en daarna moest hij Thomas en
Lawrence Nyeko herenigen, die nu beiden door Connors vrienden, de
Odongs, waren geadopteerd. Hij had zelfs geholpen bij de
organisatie van de begrafenis van de arme George, de tuinman, die
de volle explosie van de mortierbeschieting had opgevangen en door
een wonder het enige slachtoffer van de vlucht uit Karingoa was.
Het gevolg was dat Julia en Connor nauwelijks een moment voor
elkaar hadden gehad. Zelfs de luchtvaartmaatschappij had tegen hen
samengezworen. Er waren geen drie plaatsen naast elkaar vrij
geweest, dus had Connor apart gezeten.
Na zijn verbazingwekkende zoektocht naar hen, nadat hij in de
jungle zo wanhopig haar naam had staan schreeuwen, nadat ze hem zo
uitgemergeld en smerig en ellendig bij de uitgebrande bus had zien
staan en ze met zijn drieën even later in de regen tegen elkaar
aangedrukt hadden gestaan, had Julia verondersteld dat alles nu was
opgelost en dat zij en Connor, als ze eenmaal in Montana terug
zouden zijn, bij elkaar zouden blijven en dat ze een gelukkig
sprookjesgezin zouden worden. Maar zo zou het niet gaan.
Terwijl Julia en Amy in Afrika zaten was het huis in Missoula
verhuurd aan een stel postdoctoraalstudenten van de universiteit
van Missoula. Het waren vrienden van vrienden en ze hadden het
schoon en opgeruimd achtergelaten en geen schade aangericht maar
wel al het meubilair verzet, en het huis rook zo anders dat Amy
prompt in tranen was uitgebarsten. Het voelde niet meer aan als
thuis, had ze gezegd.
Zodra ze echter haar oude speelgoed en boeken had gevonden en weer
contact had gekregen met haar vriendjes en vriendinnetjes voelde ze
zich beter. En of de geur geleidelijk wegtrok of dat ze eraan
gewend raakten, ze vergaten hem al snel. Er hing echter iets
krachtigers in de lucht, wat zich door geen enkele schoonmaakbeurt
of subtiel opruimen liet verjagen. De herinneringen aan Ed hingen
overal, niet alleen in de vorm van de foto's - waarvan Connor er
veel zelf had gemaakt -maar als een bijna tastbare aanwezigheid in
elke kamer.
Julia wist dat Connor het nog scherper moest voelen dan zijzelf. Ze
probeerde het als een weldaad te zien, zich ervan te overtuigen dat
ze Eds zegen hadden, dat hij wilde dat ze gelukkig waren en een
toekomst kregen en niet als gevangenen van het verleden zouden
wegrotten, maar ze kon de mentale sprong niet maken. Ze wist dat
zij en Connor erover moesten praten, maar het was een te zwaar
onderwerp en ze maakte zich zorgen dat ze, als ze het ter sprake
zou brengen, een arrogante indruk zou maken.
Hij bleef een paar dagen om hen te helpen hun plek weer te vinden
en hun leven op poten te zetten. Julia zag echter hoe ongemakkelijk
hij zich voelde. Na alle traumatische gebeurtenissen had Amy
voortdurend iemand nodig, en ook al had ze het gewild, het was
vooralsnog ondenkbaar dat Julia haar alleen zou laten slapen.
Connor sliep in de kleine logeerkamer, en zodra Amy in haar armen
in slaap was gevallen lag Julia zich af te vragen of ze het bed uit
zou glippen en naar hem toe zou gaan. Het risico dat Amy wakker zou
worden en zou ontdekken dat ze verdwenen was leek haar echter te
groot. En bovendien: zij verlangde wel naar hem, maar ze wist niet
zeker of hij hetzelfde voelde. De derde ochtend vertrok hij naar de
boerderij van zijn moeder. Misschien beeldde ze het zich maar in,
maar hij leek opgelucht dat hij kon vertrekken. Toen hij haar een
zoen gaf bij het afscheid, was het een zoen op haar wang, als
vrienden onder elkaar.
Julia had die eerste ellendige dagen het gevoel dat het hele
landschap van hun leven was veranderd en dat bij wijze van wrede
grap niemand hun een kompas of een kaart had gegeven om hun route
te bepalen.
De hieropvolgende weken belde Connor iedere dag en kwam dikwijls
langs. En in de weekends staken zij en Amy het scheidingsgebergte
over om bij hem en zijn moeder op de boerderij te logeren. De lente
was net begonnen, en Connor nam Amy mee uit paardrijden. Toen het
warmer begon te worden gingen ze soms met zijn drieën een wandeling
maken. Hij gaf Amy een camera en liet haar zien hoe hij werkte. Hij
nam haar mee naar de beek en leerde haar met vliegen vissen.
Hij ging op een totaal andere manier met haar om dan Ed had gedaan.
Amy's relatie met Ed had in het teken gestaan van exuberant
gebabbel; ze waren beiden enorme praters en extravert geweest, en
als je bij ze in de buurt was, was het soms geweest alsof je naar
een komisch duo op de televisie luisterde. Connor praatte ook wel,
maar veel zachtmoediger, en het grootste deel van de tijd luisterde
hij alleen maar, terwijl hij haar met die lichtblauwe ogen aankeek
en glimlachte en knikte.
Terwijl Julia toekeek hoe ze steeds vertrouwder met elkaar werden
was ze voor hen beiden gelukkig. Ze kon een heel klein steekje van
jaloezie echter niet onderdrukken. Haar eigen relatie met Connor
leek immers gekalmeerd en in een soort van vriendschap tussen
familieleden te zijn veranderd. Er waren momenten, zo nu en dan een
blik of een aanraking, dat ze zeker wist dat hij haar even graag
wilde als zij hem. Maar geen van beiden leek bereid of in staat
over de streep te stappen. Hoe dan ook: nu Amy hen nog zo hard
nodig had en de herinnering aan Ed nog zo levendig en
alomtegenwoordig was, scheen de gelegenheid zich nooit voor te
doen.
Op een warme avond in mei kwam Connor onaangekondigd langs. Julia
had de hele middag in verwaarloosde bloembedden zitten wroeten en
was vuil en bezweet. Hij zei dat hij op weg was naar Hamilton, waar
hij had afgesproken met Chuck Hamer en een paar andere
rookspringers. Omdat hij toch in de buurt was, had hij besloten
even op bezoek te gaan. Hij vroeg of ze het niet vervelend vond.
Nee, zei Julia, en ze verontschuldigde zich voor het feit dat ze er
zo verschrikkelijk bij liep. Hij zei dat ze er prima uitzag. Amy
liep net naar de rivier om iets te vangen voor het avondeten. Toen
ze Connors stem hoorde, draaide ze zich om om naar hem te zwaaien,
en hij zwaaide terug.
'Wil je een biertje?' vroeg Julia.
'Als jij er ook een neemt.'
Ze liep naar binnen om bier te halen en probeerde zichzelf een
beetje te fatsoeneren voor de spiegel in de gang, maar stelde vast
dat de schade onherstelbaar was. Ze bedacht dat hij misschien met
Amy meegegaan was naar de rivier, maar toen ze terugkwam stond hij
op haar te wachten op de veranda. Ze dronken bier terwijl het licht
om hen heen zachter werd.
'Ik stond me net af te vragen wat er hier veranderd is,' zei hij.
'Je hebt die oude touwreling weggehaald.'
'Dat klopt. We hadden hem eigenlijk niet meer nodig.'
'Het lijkt hier nu veel ruimer.'
'Inderdaad. We hebben meer ruimte.'
Hij knikte en even zeiden ze geen van beiden iets. Hoe het gesprek
verder verlopen zou zijn, zou ze nooit te weten komen, want op dat
moment liet Amy met een enthousiaste kreet weten dat ze beethad en
renden ze samen naar de rivier. Amy haalde de vis binnen met
slechts een paar adviezen van Connor. Het was een regenboogforel,
maar hij was te klein om te houden. Connor maakte hem voorzichtig
los en liet hem zachtjes in het water zakken, waar de vis even
bleef liggen alsof hij niet kon geloven dat hij vrij was, voordat
hij er als een zilveren flits vandoor ging.
Begin juni was het alsof Amy het grootste deel van haar vroegere
enthousiasme en zelfvertrouwen terug had. Ze ging
langzamerhand weer in haar eigen kamer slapen, zij het dat ze
de eerste keren midden in de nacht naar die van Julia kwam
terugsluipen. Op een avond kondigde ze onder het eten aan dat haar
vriendin Molly het aanstaande weekend een verjaardagsfeestje zou
geven waar ze allemaal zouden blijven slapen.
'Mag ik erheen?' vroeg ze aarzelend.
'"Mag ik erheen?" Ik vind het fantastisch.'
'Weet je zeker dat je het niet erg vindt?'
'Tjee, ik zou zelf wel uit logeren willen!'
'Bij Connor?'
Julia slikte hevig. Ze lachte te hard en voelde dat ze bloosde.
'Nou nee, liefje. Dat bedoelde ik niet. Ik zei het gewoon maar als
grapje.'
'Ik vind het prima, hoor. Helemaal niet erg.'
Julia wist niet waar ze moest kijken of wat ze moest zeggen. Amy
ging door.
'Ik bedoel, ik dacht dat we met zijn allen gingen, eh...
samenwonen.'
'Wil je dat dan?'
'Natuurlijk! Ik ben dol op hem. Hij is niet mijn pappie, maar wel
mijn vader.'
En dat gaf de doorslag. Julia stond op, liep naar haar toe en ze
sloegen hun armen om elkaar heen, huilend en lachend tegelijk.
Terwijl ze Julia nog steeds stevig tegen zich aan hield praatte
Amy
verder.
'Jij houdt ook van hem. Dat zie ik aan hoe je naar hem kijkt.'
'Doe ik dat? Ik bedoel, zie je dat?'
'Ja. En hij kijkt net zo naar jou.'
'Echt?'
Amy maakte zich uit Julia's armen los, sniffelde en veegde haar
tranen weg.
'Hoe komt het toch dat jullie zo dom zijn?'
Julia haalde haar schouders op.
'Maar goed,' zei Amy op vastbesloten toon. 'Ik ga naar dat
partijtje, oké?' 'Oké.' 'Oké.'
Julia belde Connor diezelfde avond en vroeg hem recht op de man af
wat hij vrijdagavond deed.
'Nou, ik heb een afspraak.'
'O.' Het was alsof ze een klap in haar gezicht kreeg.
'Met jou en Amy. Komen jullie dit weekend niet?'
'Amy heeft een verjaarspartijtje.' Ze slikte. 'Zo'n partijtje
inclusief logeren, je weet wel.'
'O.'
'En dus vroeg ik me af of je langs wilt komen, dan maak ik iets
lekkers voor ons. Misschien kunnen we buiten eten als het weer goed
blijft.'
'Met zijn tweeën.'
'Ja.'
Er viel een stilte. Plaagde hij haar nou? Ze kon het niet
zeggen.
'Ik bedoel, het hoeft niet per se,' ging ze door. 'Het was gewoon
maar een idee. Misschien heb je wel iets anders te doen.'
'Hoe laat?'
'Ik moet haar om zes uur afleveren.'
'Dan ben ik er om zeven uur.'
Het leek alsof het nooit vrijdag zou worden, maar uiteindelijk
gebeurde het toch, en Julia voelde zich het grootste deel van de
dag als een middelbareschoolmeisje in afwachting van het schoolbal.
Ze probeerde tegenover Amy een nonchalante indruk te maken. Ze
verschoonde het bed en zette bloemen op een van de nachtkastjes. Op
het andere stonden een paar ingelijste familiefoto's van haar en
Amy en Ed: Julia noteerde in gedachten dat ze ze moest weghalen
zodra Arendsoog naar haar partijtje was. Ze ging de stad in om het
eten in te slaan, haar benen te laten epileren en haar haar te
laten knippen. Toen ze terugkwam zei Amy hoe goed ze eruitzag.
Julia probeerde zo achteloos mogelijk te doen en zei, ach, het was
zomer en zo, en kort haar was een stuk koeler. Amy glimlachte wijs
en zei dat de bloemen in de slaapkamer ook mooi waren.
Eerder die week was Julia al op zoek geweest naar een nieuwe jurk,
maar alles wat ze had gezien was of te chic of te druk geweest. Dus
had ze achter in haar klerenkast rondgerommeld en de oude
lichtblauwe jurk gevonden die ze al die jaren geleden voor het
verrassingsfeestje ter gelegenheid van Connors thuiskomst had
gekocht. Ze had hem naar de stomerij gebracht en hij was als nieuw
teruggekomen.
Ze zette Amy tien minuten te vroeg bij Molly's huis in Missoula af
en kreeg op de terugweg bijna een bekeuring voor te hard rijden.
Het was helder en warm weer, en ze besloot dat ze buiten zouden
eten. Ze had de tafel al gedekt en kaarsen op de balustrade van het
terras en in de bomen gezet. Het menu zou bestaan uit
tonijnbiefstuk en sla en jonge aardappelen en dan frambozen met
room. Hij zou waarschijnlijk bier willen drinken, maar ze had ook
wijn en champagne in de koelkast gezet, voor het geval dat. Ze stak
de barbecue aan en haastte zich naar boven.
Ze nam een douche, droogde zich af en tegenover de spiegel
staand wreef ze zich over haar hele lichaam in met een lotion
van vijftig dollar die Linda haar had gegeven. Afgezien van de
eerste zichtbare effecten van de zwaartekracht zag ze er voor een
vrouw van halverwege de dertig (goed, van halverwege tot eind
dertig, als je dan echt pietluttig wilde zijn) nog verdomd goed
uit. Ze was onwaarschijnlijk lang bezig met de keus van het
ondergoed, zichzelf onderwijl uitscheldend dat ze zich als een
onnozele gans gedroeg. Ze probeerde haar bonkende hart te kalmeren
en slaagde er alleen maar in het nog harder te laten bonken. Haar
schouders en armen waren bruin van het mooie weer van de afgelopen
dagen, dus koos ze uiteindelijk voor een effen roomkleurige
satijnen bh en een bijpassend broekje.
De jurk zag er fantastisch uit. Een beetje oogschaduw en mascara,
geen lippenstift. Nou, misschien een beetje. Nee, toch maar niet.
Het bedlampje aan. Of zou dat er te berekenend uitzien? Goeie god,
als hij na de kaarsen en bloemen en de champagne de boodschap nog
niet begrepen had als ze eenmaal hier boven waren, zouden ze met
een groot probleem zitten. Wat zou Linda in zo'n geval doen?
Misschien moest ze haar bellen. Nee. De lamp uit laten. Aan. Ach,
wat.
Ze ging naar beneden en zette een cd van Spencer Lewis op. Hij
heette A Sense of Place. Ze wist nog dat Connor er na de doop iets
over had gezegd, tenminste, ze hoopte dat hij het over deze plaat
had gehad. Maar goed, het was lichte en luchtige muziek, die wel
bij de gelegenheid leek te passen.
Het was vijf over zeven toen ze zijn auto de oprijlaan hoorde
inslaan. Ze wierp een laatste blik op zichzelf in de spiegel in de
hal en bleef toen een paar tellen met dichte ogen staan.
'Ed?' fluisterde ze. 'Het is goed. Toch? Zeg dat het goed is.'
Ze vatte zijn zwijgen als instemming op.
Connor droeg een zalmkleurig spijkeroverhemd met witte drukknopen,
en zijn oude spijkerbroek zag eruit alsof hij rechtstreeks uit de
stomerij kwam. Hij had ook zijn mooiste laarzen aan en zijn mooiste
hoed op, die hij afzette terwijl hij over het grind op haar af
liep, voortdurend naar haar kijkend. In zijn andere hand had hij
een fles champagne, en onder zijn arm hield hij een bos blauwe
korenbloemen geklemd. Toen hij bijna bij haar was bleef hij staan
en keek haar aan, met die trage glimlach.
'Die jurk herinner ik me.'
'Ja. Nou, ze zitten allemaal binnen, Chuck Hamer en de jongens,
allemaal klaar om je weer te verrassen. Ik dacht dat ik je ditmaal
maar even moest waarschuwen.'
'Dank je.'
'Niets te danken.'
'Je ziet er zo verschrikkelijk mooi uit, ik weet niet waar ik
anders zou moeten kijken.'
Julia slikte en glimlachte en hield zijn blik vast.
'Nou, waarom blijf je dan niet gewoon kijken.'
Hij kwam op haar af en gaf haar de bloemen.
'Dank je.'
Haar stem klonk zo zacht dat ze hem zelf nauwelijks hoorde. Ze deed
haar best niet te beven, maar het lukte niet. Hij kwam nog
dichterbij, tot ze elkaar bijna aanraakten, en ze rook zijn schone
zeeplucht en zag hoe hij haar geur diep insnoof en zijn blik tot
haar lippen liet dalen. Ze opende haar mond een beetje en bewoog
hem langzaam omhoog naar de zijne, en toen hun lippen elkaar
raakten werd alles stil, alsof de wereld opeens niet meer
draaide.
Ze hadden hun handen vol bloemen en hoeden en flessen, en alleen
hun monden beroerden elkaar. Toen draaide ze zich zonder een woord
te zeggen om en liep voor hem uit het huis in. En hoewel het niet
ging zoals ze had gepland, echt niet, liep ze voor hem uit de trap
op en de slaapkamer in. Ze liet de bloemen op het nachtkastje naast
de andere vallen en zag tot haar ontzetting dat ze was vergeten de
foto's van het andere kastje weg te halen. Godallemachtig, wat een
idioot was ze toch. Ze overwoog het nu te doen, maar dat leek haar
geen goed idee. Als hij het al had gemerkt leek hij het niet erg te
vinden.
Hij legde de champagne en zijn hoed op de stoel. Hij draaide zich
om en ze keken elkaar in de ogen. Hij volgde met zijn vingertoppen
de buitenkant van haar armen en daarna ook de binnenkanten en pakte
haar schouders en boog zich voorover en kuste haar nek en haar hals
onder haar kin en langs haar kaaklijn.
Hij draaide haar om en kuste de moedervlek in haar nek en trok
langzaam de ritssluiting van haar jurk open en liet hem van haar
lichaam op de vloer glijden en streelde haar rug en haar heupen en
dijen. Ze draaide zich om en kuste hem en hij hief zijn hand en
streek even over de bovenkant van haar borsten en kuste ze. Terwijl
hij zijn handen naar haar rug bewoog en haar bh probeerde los te
maken voelde ze zijn lichaam iets trillen en ze moest hem helpen en
keek naar hem terwijl hij naar haar keek terwijl ze de bh van haar
schouders liet glijden.
Ze zag dat zijn blik naar de foto's achter haar schoot.
'Connor, het is goed.' Ze kuste hem zachtjes. 'Het gaat nu om ons.
Het mag.'
Hij knikte en ze kuste hem nu intenser en voelde algauw dat hij
ontspande en dat de zorgen of het schuldgevoel of wat hem ook
dwarszat oploste. Hij streelde de onderkant van haar borsten en
toen haar tepels en boog zijn hoofd en deed het nog eens met zijn
tong en zijn lippen. Ze tilde zijn hoofd op en kuste hem weer
terwijl ze zijn overhemd losknoopte en haar handen liet zakken en
hem al hard in zijn broek voelde.
'O, Connor, ik heb je zo lang gewild.'
'Ik wilde jou ook. Ik heb van je gedroomd terwijl je dit deed. Wel
duizend keer.'
'Ik heb ook van jou gedroomd.'
Hij legde haar op het bed. Ze lag daar en keek hoe hij zijn laarzen
en kleren uittrok terwijl hij haar voortdurend zonder schaamte of
verlegenheid aankeek. De avondzon viel schuin op zijn lichaam en ze
was verbaasd dat hij zo mager was en dat zijn bleke huid zoveel
littekens droeg. Op een dag zou ze hem vragen haar er het verhaal
van te vertellen. Toen hij naakt was knielde hij voor haar en liet
zijn handen en daarna zijn lippen overal langs de binnenkanten van
haar dijen glijden, en toen trok hij traag haar broekje omlaag en
kuste haar buik en spreidde haar benen en kuste haar daar ook.
Bijna op het moment dat hij in haar binnendrong kwam ze klaar, in
geweldige krampen en golven waarvan ze steeds weer moest
schreeuwen. Toen voelde ze hem ook klaarkomen, diep in haar, alsof
hij eindelijk zijn plaats in het middelpunt van haar wezen had
gevonden, waar hij altijd had moeten zijn en nu ook altijd zou
zijn. En ze begon te snikken en kon niet ophouden; haar hele
lichaam schudde en haar tranen stroomden en hij boog zijn hoofd en
kuste ze en haalde er zacht zijn gezicht doorheen, zodat ze zich
met de zijne konden vermengen.
'Beloof me,' fluisterde ze uiteindelijk met moeite, 'beloof me dat
je nooit meer weggaat.'
'Ik beloof het.'
Er lag bijna dertig centimeter verse sneeuw, en het kraakte en
piepte onder haar bergschoenen. De collies renden voor haar uit,
zaten elkaar in opspattende kringen achterna tussen de bomen en
kwamen nu en dan terug om te controleren of ze er ook nog was. De
oevers van de beek waren bekleed met uitstekende en overhangende
lagen ijs, en het water ertussen droeg een krullerige laag damp en
liep traag en olieachtig alsof het half en half met het idee
speelde zelf ook in ijs te veranderen.
Ze volgde de honden door de wilgenstruiken en de Virginische kers
langs de oever, langs het warrige wrakhout van verlaten
beverpoelen en omhoog en de bocht om tot het land vlakker werd
en zich opende en ze de hele vallei af kon kijken. En daar waren
ze, nog bijna een kilometer verderop. Ze kwamen op hun gemak langs
de beek op haar af.
Ze waren te zeer in hun gesprek verdiept om haar op te merken. Ze
stond aan de rand van de groep populieren en keek hoe ze traag haar
kant op kwamen rijden. Amy droeg een oude wollen rode poncho en een
paar afgetrapte leren rijlaarzen die Connors moeder haar had
gegeven. Haar cowboyhoed was een oude van Connor, die hij had
opgevuld zodat hij haar paste. Hij was bijna even vlekkerig als
degene die hij nu bij zijn oude bruine canvas Carharttjasje droeg.
Zijn paard was een lichte vos en iets groter dan de mooie bruin met
witte die hij Amy met Kerstmis had gegeven. Zoals ze nu met de
bergen op de achtergrond naast elkaar voortreden waren ze net een
stel desperado's.
De honden verrieden Julia. Ze stoven weg in de richting van de
paarden, en zodra Connor ze zag keek hij in de richting waar ze
vandaan waren gekomen en zag haar. Hij zwaaide en Amy volgde zijn
voorbeeld. Julia zwaaide terug en keek hoe ze de paarden in draf
brachten en toen in galop en de honden die er vlak achter renden
met happen sneeuw werden bekogeld.
Toen ze bij haar kwamen hielden ze de paarden in en lieten ze halt
houden.
'Mammie! We hebben wolvensporen gezien!'
'Echt?'
'Ja, een heel eind boven de oude boerderij.'
'Pas maar op, in die rode poncho.'
Ze lachten beiden. Connor steeg af en liep naar haar toe, zijn
paard bij het leidsel meevoerend.
'Hé, mevrouw Ford, ik dacht dat u lekker in bed zou blijven.'
'Op een dag als deze? Alsjeblieft zeg.'
Hij legde zijn hand op haar bolle buik en kuste haar lippen.
'Wil je op het paard?' vroeg Connor. 'Ik kan je wel optillen. In
amazonezit.'
'Tuurlijk, als je wilt dat ik hier ter plekke beval.'
'Nee, doe maar niet,' zei Amy.
Julia was acht maanden zwanger. Ze wisten al dat het een meisje
was. Ze wisten zelfs al hoe ze haar zouden noemen. Haar eerste naam
zou Emily zijn en haar tweede Skye.
Amy reed nu voorop, liet het paard spetterend door de ijskoude
poelen lopen. Connor legde zijn arm om Julia heen en liep met haar
terug langs de beek omhoog en langs de populieren naar het huis
terwijl het paard zacht snuivend achter hen liep.Soms vroeg ze zich
af wat er al dan niet gebeurd zou zijn als Amy niet het initiatief
had genomen en naar dat logeerpartijtje was gegaan. De belangrijke
dingen in het leven gebeurden nooit per ongeluk. Maar zelfs op de
dingen die waren voorbeschikt moest je soms een tijdje wachten en
af en toe moest je ze misschien een duwtje in de goede richting
geven.