19 De duivelse herder in Zuidlaren

‘Voor de duivel niet bang zijn’, voor de meesten van ons is dit niet meer dan een uitdrukking. Maar in een ver verleden was er een herder uit Zuidlaren die dit gezegde in praktijk bracht…

Zuidlaren, in een ver verleden, door overlevering bekend – Een Drentse herder die zeer gebrekkig was en slecht ter been, gold als een ondeugend man. Altijd steunend op zijn stokken kon hij toch nog zijn kudde hoeden, al ging het werk voortdurend gepaard met schreeuwen en vloeken. Zijn hond bleef altijd op worpafstand van hem verwijderd. Men zei van hem dat het maar goed was dat hij zo gebrekkig liep, anders zou er nog veel meer ondeugd gebeuren. Hij was voor niemand bang, zelfs niet voor de duivel en zijn maat.

Eenmaal trachtte de duivel hem op de heide de weg te versperren, maar de herder ging hem met zijn stok verschrikkelijk te lijf, zo erg zelfs, dat de duivel afdroop. Deze gaf zich echter niet gewonnen, want een ogenblik later versperde hij hem weer de weg en weer sloeg de herder als een bezetene om zich heen. Voor de tweede keer droop de duivel af. De herder vatte meer moed en toen de duivel hem voor de derde maal kwam hinderen, sloeg de herder er zo onbarmhartig op los, dat de duivel het raadzaam achtte op goede voet met de herder te komen en bood hem een compagnonschap aan.

Nu was de herder ook niet heelhuids uit de strijd gekomen, vooral zijn benen hadden het kwaad te verduren gekregen, zodat hij erg kreupel werd. Eigenlijk was dit maar goed, want met de duivelse geest die in hem gevaren was, zou de herder, als hij helemaal gezond was geweest, de schrik van de hei geworden zijn.

De staf van de herder, waarmee de duivel is verslagen, moet nog ergens zijn. Maar waar, dat is onbekend.

Duivelse herder.tif