10 De geheimen van landgoed Vredeveld
Aan de wandelroute door het park Vredeveld, in de gelijknamige wijk in Assen, ligt de grafkelder van de familie Van Valkenstein. Dit monument dient tot rustplaats van Augustinus van Valkenstein, die van 1842 tot 1877 op het landgoed heeft gewoond samen met zijn echtgenote Louise van Valkenstein. In de graftombe zou een van de grootste geheimen liggen die Assen bewaarde: de bastaarddochter van Lodewijk Napoleon. Maar dat is niet het enige mysterieuze van het voormalige landgoed: het heeft een lange geschiedenis van zonderlinge bewoners…
Assen, tot op heden, door overlevering bekend – De pastoor die in 1882 zijn nieuwe bezit kwam bekijken, beschreef het landgoed Vredeveld als volgt: ‘Daar staan wij voor de woning. Is dat nu Vredeveld? Geen toren, geen verf of kleur meer aan het gebouw, het gras hangt van de muren, nog enige jaren en het is een onherstelbare ruïne. De Italiaanse populieren naast de ingang, omwoeld met klimop, hebben geen takken meer. Binnen is weinig van het eeuwenoude terug te vinden, het is voor ruim veertig jaren herbouwd en let wel, sinds dien tijd heeft er geen schilder, timmerman of glazenwasser de hand aan geslagen dan in uitersten nood! Nissen, bogen, plafonds, schilderwerk en behang uit dien tijd. Antieke meubelen, geheel uit den smaak en niet meer gezocht. Over een brug treden we den tuin binnen, de paden zijn door bomen en struikgewas van lucht, uitzicht en ruimte beroofd. Alles omringd door hoog opgaande bomen, dichte heggen en kleine grachten.’
Het landgoed (vijftien hectare groot) is er tegenwoordig gelukkig beter aan toe. Begin 1993 werd gestart met het Groen Project Assen-Oost: het opknappen van de paden, het opschonen van de sloten en grachten, de aanleg van een kinderspeelplaats en de bouw van een heus dierenverblijf. De lokale overheid kon het landgoed pas in 1992 volledig kopen van de rooms-katholieke Parochiële Charitas Instelling en de Diaconie der rooms-katholieke gemeente Assen. Dit onder voorwaarde dat het graf ongeschonden zou blijven.
In augustus 2001 werd in Assen het graf van het echtpaar Augustinus en Louise van Valkenstein toch geopend. Dit vanwege de restauratie van het grafmonument. De opening van het graf trok veel belangstelling van regionale en landelijke media, omdat van Louise van Valkenstein wordt beweerd dat zij een onwettig kind zou zijn van koning Lodewijk Napoleon. De geschiedenis van de families van Louise, Augustinus en Lodewijk Napoleon zal in kaart worden gebracht om te onderzoeken of er daadwerkelijk een relatie bestaat tussen Louise van Valkenstein en Lodewijk Napoleon.
Louise van Valkenstein
In de Franse tijd, aan het begin van de negentiende eeuw, kwam de koning van Holland naar Assen. Zijn naam was Lodewijk Napoleon, broer van de grote Napoleon Bonaparte. Hij was erg gecharmeerd van de plaats en wilde Assen de uitstraling van een echte hoofdstad geven. Hij verhief Assen tot stad, gaf opdracht voor het ontwerpen van een stedenbouwkundig plan, gaf twintigduizend gulden voor de bouw van nieuwe huizen en schonk aan Assen het Asserbos.
Hij had nog meer plannen, waaronder een boulevard, gevangenis, haven, kazerne en een eigen standbeeld, maar die werden tegengehouden door zijn broer Napoleon Bonaparte. De grootse plannen van Lodewijk Napoleon werden in de loop van de negentiende eeuw toch uitgevoerd door de bestuurders van Drenthe, waardoor Assen de bijnaam ‘Stad der paleizen’ kreeg. Lange tijd werd gedacht dat Assen nóg een tastbare herinnering had aan Lodewijk Napoleon…
Louise werd geboren in Utrecht op 21 december 1809 en kreeg bij haar doop de achternaam Aubry d’Arancey. Haar moeder Johanna Hester Smith was hofdame aan het koninklijk hof van Lodewijk Napoleon, de koning van Holland, die ook in de doopakte vermeld staat als peetvader. Hoewel zij in de annalen staat genoemd als dochter van Joseph Antonius Louis Aubry d’Arancey, zou zij in werkelijkheid een dochter zijn van Lodewijk Napoleon zelf. Ze ontving haar opvoeding van de hoveling Aubry d’Arancey, die haar ook zijn naam gaf.
In 1842 trouwde Louise met Augustinus van Valkenstein, die ze had ontmoet tijdens zijn studie voor arts in Utrecht. Zij vestigden zich datzelfde jaar nog op het landgoed Vredeveld te Assen, waar ze leefden in grote afzondering. De reden van hun afzondering was vermoedelijk hun beider afkomst. Ook Augustinus was namelijk een onecht kind, van een pastoor en een van diens biechtelingen, waarschijnlijk verwekt in augustus, vandaar de naam ‘Augustinus’.
Louise wilde dat haar man huisarts zou worden, maar Augustinus voelde daar niets voor. Hij moet een bekwaam medicus zijn geweest, maar hij hield zich uitsluitend nog bezig met studie, het lezen van boeken en kranten, werken in de tuin en in het bos en het voeren van de vogels. Zijn erf verliet hij vrijwel nooit. Louise zag men nog weleens in Assen, waar zij inkopen deed, brieven afhaalde en enkele kennissen bezocht.
Zonderlinge bewoners
Aanvankelijk schijnen ze nog omgang met anderen te hebben gehad, maar spoedig werden alle contacten verbroken. Augustinus liet om Vredeveld – dat in de volksmond al snel Valkenstein werd genoemd – brede sloten aanleggen en bomen en struiken planten, zodat het huis van de weg af weldra niet meer te zien was. Als de tuinman ’s avonds naar huis gegaan was, harkte Augustinus de paden weer zorgvuldig aan, zodat hij de volgende dag kon zien of er ’s nachts iemand op het terrein was geweest.
Het echtpaar leefde praktisch afgezonderd van de buitenwereld, wat de fantasie van de Asser bevolking prikkelde. De wildste verhalen deden de ronde; over geheime vertrekken in het huis, over spoken over het landgoed…
Louise werd door jicht aan het bed gekluisterd. Ze overleed daar in 1871 en werd begraven in de tuin in het speciaal voor haar gebouwde grafmonument. Haar lijk werd gehuld in de wit-rode sprei van koning Lodewijk, waarin zij haar communie had afgelegd en rustte op het met de adelaar van Frankrijk voorziene satijnen kussen, waarop zij ten doop was gehouden.
Ze is opgebaard in een loden kist met glazen deksel, waaromheen een houten kist.
Augustinus zelf hield een toespraak, raakte daarna de kist nog even aan met de woorden: ‘Nu is alles vergeven,’ waarna de grafkelder werd gesloten.
Na de dood van zijn vrouw zette Augustinus zijn kluizenaarsbestaan voort. Hij verkocht al zijn vee, ontsloeg bijna al zijn personeel en begaf zich elke dag naar het graf van zijn vrouw, waarbij de zorg voor de grafkelder zijn voornaamste bezigheid werd.
Een slepende ziekte maakte op 27 februari 1877 een einde aan zijn leven. Hij was bijna 71 jaar geworden. De tuinman Lammert Smit was bij zijn sterven aanwezig. Het lichaam van Augustinus werd in een soortgelijke kist gelegd als die van zijn vrouw. Vanuit de voordeur werd de kist daarna drie maal de tuin rondgedragen en uiteindelijk in de grafkelder bijgezet.
De glorietijd van Vredeveld
In 1817 – geruime tijd voor de Valkensteins er woonden – was het het eigendom van mr. Petrus Hofstede, gouverneur van Drenthe. Met zijn komst beleefde Vredeveld zijn glorietijd. Als residentie van de hoogste gezagsdrager in de provincie werden er grote feesten en diners gegeven en bijeenkomsten gehouden, en op hoogtijdagen – zoals 25 augustus, de verjaardag van de koning – werd het gehele landgoed feestelijk verlicht, waarbij heel Assen en naaste omgeving uitliep.
Jacob van Lennep, die met zijn vriend Dirk van Hogendorp in 1823 een reis door de noordelijke provincies maakte, schreef bij hun bezoek aan Vredeveld over het huis:
‘We wandelen te vier ure naar Vredeveld, de
buitenplaats van den Gouverneur, waar Van Hogendorp vier jaren
vroeger gelogeerd had. Dezelve is aan een weg naar Rolde en een
kwartier van Assen gelegen en zeer uitgestrekt. Het huis ligt open,
heeft twee vleugels en een torentje. Aan de linkerzijde
der
oprijlaan staat een groote duiventoren met onnoemlijk veel vogels,
waarbij kippen, eenden, ganzen, kalkoenen, pauwen enz.
wandelden.’
Nadat Hofstede met ingang van 25 augustus 1831 eervol ontslag was verleend, vestigde hij zich begin 1832 in Groningen. Het huis werd door de nieuwe eigenaar niet bewoond en moet anderhalf jaar later in sterk verwaarloosde en bouwvallige staat hebben verkeerd. Tussen 1834 en 1842 is er van het huis veel verdwenen, al is het ophanden zijnde afbraakplan toen niet uitgevoerd. Het werd door een slimme handelaar opgeknapt als woonhuis en verkocht aan het kersverse echtpaar Valkenstein.
Spookverhalen
Na het echtpaar Valkenstein heeft het landgoed ook andere opmerkelijke bewoners gekend. Vanaf 1884 werd het landgoed verhuurd. Latere bewoners waarover men praatte, waren een schreeuwende geesteszieke, die aan een boom zou zijn vastgebonden, over een echte aap die er huisde en over een geraamte dat in het schemerdonker boven de laan danste. Een van de vreemdste huurders, die het landgoed in 1889 betrok, is echter de heer Krans, kunstschilder en tekenleraar aan de rijks- hbs te Assen. Hij stond bekend om zijn opmerkelijk voorkomen: hij liep door Assen in fluwelen kuitbroek, dito buis, schoenen met hoge hakken en zilveren gespen en op het hoofd een enorme flambard. Krans hield niet van pottenkijkers op zijn grond.
Spookverhalen deden de ronde. Naar werd verteld bezat Krans een geraamte of doodshoofd. Met dit doodshoofd speelden zijn kleinkinderen; lichtjes erin, laken om en dan bij donkere avond dansen op de oprijlaan. De lijfspreuk van de heer Krans was: ‘Goede wijn behoeft geen krans, maar Krans behoeft wel goede wijn’. In de tijd van Krans werd Vredeveld/Valkenstein weer trefpunt van belangrijke personen, zoals kunstminnaars en musici. Krans overleed in 1932, op Valkenstein.
Het huis kwam leeg te staan en raakte in verval. Het werd een speelplaats voor de jeugd, die niet veel van het gebouw heel liet. Wegens instortingsgevaar werd het ten slotte in 1966 gesloopt. De krant schreef: ‘Het nageslacht dat na ons komt zal nimmer kunnen begrijpen dat wij in de twintigste eeuw, in een tijd van welvaart, zo slordig zijn omgegaan met het goed van onze voorvaderen’ (22-5-1965). Het graf en het park bleven bestaan, ook al werd de tombe meerdere malen vernield en ging het verhaal dat de kisten met de stoffelijke overschotten door grafrovers waren weggehaald en elders begraven. Er zouden sieraden gestolen zijn uit het graf.
Ondergrondse tunnels op Vredeveld
Al vele jaren gaat in Assen het verhaal over een ondergrondse tunnel bij Vredeveld. Verschillende mensen hadden zich bij de Werkgroep Valkenstein Onderzoek gemeld met hun verhalen over de tunnel.
Verklaringen van deze personen, onafhankelijk van elkaar en zonder enige vorm van eigenbelang, leken erop te wijzen dat er drie locaties bestaan op het landgoed waar zij vermoedden dat er zich een ondergrondse tunnel zou bevinden.
Het onderzoek naar de ondergrondse tunnel bestond uit waarnemingen in de vorm van boren en prikken, en een opgraving op het landgoed. Ook werd het terrein afgezocht met metaaldetectors en een zogeheten diepzoeker. Boringen op het terrein van Vredeveld en de groenlanden hebben uitgewezen dat er geen sprake is van een natuurlijke hoogte.
Om de huisplaats in te richten voor het bouwen van het herenhuis werd begonnen met de aanleg van een grachtenstelsel. De daarbij vrijgekomen grond werd gebruikt om de oprijlaan en de huisplaats op te hogen. Hetzelfde is indertijd gebeurd met de ‘Steendijk’ tussen Assen en Amelte.
Met prikstokken zijn die delen van het groenland rond het landhuis onderzocht waarvan verschillende getuigen beweerden dat zich daar een ondergrondse tunnel zou bevinden. Dit alles met negatief resultaat.
De geheimen van het Valkenstein-graf
Het was dan ook spannend wat men zou aantreffen, toen het graf in het kader van de restauratie op maandag 13 augustus tegen twaalf uur werd geopend. De gemeente Assen opende het graf onder grote belangstelling van de pers om vast te stellen of de stoffelijke overschotten van beide Assenaren nog in het graf waren. Bij die gelegenheid zou er ook getracht worden meer licht te werpen op de kwestie van de afstamming van Napoleon.
Een klein gat in de drie muren rond de grafkamer maakte duidelijk dat de kisten er nog in stonden. Die van de heer Van Valkenstein nog redelijk intact, die van zijn vrouw vernield. De loden binnenkist was verwrongen en leek verplaatst. Het kostte enige moeite om vast te stellen dat er nog wel degelijk menselijke resten in de kist lagen. Daarmee zijn de verhalen over verdwenen lijken naar het land der fabelen verwezen.
Louises afkomst blijft tot de dag van vandaag een raadsel. Voor dna -onderzoek moest toestemming worden gegeven door nabestaanden van zowel Napoleon als de Van Valkensteins, en dit is niet gelukt.
Het schijnt inmiddels bewezen te zijn dat Lodewijk Napoleon niet in de buurt was toen Johanna Hester Smith zwanger moet zijn geraakt, maar dit is hoogst onnauwkeurig. Zelfs bij moderne zwangerschappen is het moment van conceptie moeilijk te bepalen…