16 DRIE DAGEN
De volgende ochtend kreeg Luce aan het ontbijt amper een hap door haar keel.
Het was de laatste lesdag voor Thanksgiving, waarvoor de Kustschool de leerlingen naar huis liet gaan, en Luce voelde zich nu al eenzaam. Eenzaamheid te midden van een mensenmassa is de ergste vorm van eenzaamheid, maar ze kon er niets aan doen. Alle leerlingen om haar heen zaten blij te kletsen over het feit dat ze naar huis gingen, naar hun familie. Over het meisje of de jongen die ze sinds de zomervakantie niet meer hadden gezien. Over de feestjes die hun beste vrienden dat weekend zouden geven.
Het enige feest waar Luce dit weekend bij zou zijn, was het losersfeest in haar lege kamer.
Er bleven natuurlijk nog wel een paar andere leerlingen uit het hoofdgebouw op school: Connor Madson, die uit een weeshuis in Minnesota op de Kustschool was beland. Brenna Lee, wier ouders in China woonden. Francesca en Steven bleven ook – suprise, surprise – en gaven donderdagavond in de kantine een Thanksgiving-etentje voor de ontheemden.
Luce had nog één sprankje hoop: dat Arrianes dreigement dat ze haar in de gaten zou houden, zich ook over de Thanksgiving-vakantie uitstrekte. Maar ja, ze had haar bijna niet meer gezien sinds Arriane hen drieën terug had gebracht naar de Kustschool. Alleen heel even op het oogstfeest.
De komende paar dagen zou verder iedereen vertrekken. Miles ging naar het feest met catering voor meer dan honderd personen van zijn ouders. Dawn en Jasmine gingen naar de gezamenlijke bijeenkomst van hun wederzijdse families in het landhuis van de ouders van Jasmine in Sausalito. Zelfs Shelby – hoewel ze er tegenover Luce met geen woord over had gerept dat ze naar Bakersfield ging – had de dag ervoor kreunend met haar moeder aan de telefoon gehangen. ‘Ja, ik weet het. Ik zorg dat ik er ben.’
Dit was echt het allerslechtste moment voor Luce om alleen achter te blijven. Haar innerlijke beroering werd met de dag heftiger, zodat ze echt niet meer wist wat ze van Daniël of wie dan ook moest denken. En ze bleef zichzelf maar kwalijk nemen dat ze de avond ervoor zo stom was geweest en Miles zo ver had laten gaan.
Ze kwam de hele avond steeds weer op dezelfde conclusie uit: ze mocht dan boos zijn op Daniël, maar wat er met Miles was gebeurd, was echt puur haar eigen schuld. Zíj had hém bedrogen.
Ze werd er lichamelijk onpasselijk van als ze eraan dacht dat Daniël daar had zitten te kijken terwijl Miles en zij zoenden, en dat hij niets had gezegd; als ze zich voorstelde hoe hij zich gevoeld moest hebben toen hij van haar dak was weggevlogen. Precies zoals zij zich had gevoeld toen haar voor het eerst ter ore was gekomen wat er tussen Daniël en Shelby was gebeurd – alleen dan erger, want dat bedrog was te goeder trouw geweest. Nu had ze weer iets voor de waslijst met bewijzen dat Daniël en zij niet met elkaar konden communiceren.
Een zachte lach bracht haar terug naar haar onaangeroerde ontbijt.
Francesca schreed in een lange zwart-met-wit gestippelde cape tussen de tafels door. Elke keer dat Luce naar haar keek zat die suikerzoete glimlach op haar gezicht gebakken en was ze in diep gesprek verwikkeld met een of andere leerling, maar toch voelde Luce dat ze haar scherp in de gaten hield. Alsof Francesca tot Luce’ gedachten kon doordringen en precies wist hoe het kwam dat Luce geen trek had. Net als de wilde witte pioenen die van de ene dag op de andere uit hun border waren verdwenen zonder ook maar een spoor achter te laten, zo kon ook Francesca’s overtuiging dat Luce een sterk meisje was als sneeuw voor de zon verdwijnen.
‘Waarom kijk je zo sip, kip?’ Shelby slikte een groot stuk bagel door. ‘Zoveel heb je nou ook weer niet gemist, gisteravond, neem dat van mij aan.’
Luce reageerde niet. Daar kon ze zich nou echt niet druk om maken, om het kampvuur op het strand. Ze had net Miles naar het ontbijt zien sjokken, veel later dan anders. Hij had zijn Dodgers-pet diep over zijn ogen getrokken en zijn schouders oogden wat gekromd. Onwillekeurig gingen haar vingers naar haar lippen.
Shelby zwaaide flamboyant met haar armen boven haar hoofd. ‘Is-ie blind of zo? Miles, wakker worden!’
Toen ze eindelijk zijn aandacht had, zwaaide Miles even onhandig naar hun tafeltje, waarbij hij bijna tegen het buffet aan liep. Hij zwaaide nog een keer en verdween toen uit de kantine.
‘Ligt het aan mij of doet Miles de laatste tijd echt volkomen spastisch?’ Shelby rolde met haar ogen en deed Miles’ gestuntel na.
Maar Luce wilde niets liever dan achter hem aan stuntelen en…
En wat? Hem zeggen dat hij zich niet gegêneerd moest voelen? Dat die kus ook haar schuld was geweest? Dat het verkeerd afliep als je verliefd was op zo’n rampenplan als zij? Dat ze hem leuk vond, maar dat de situatie – zíj – door een heleboel dingen onmogelijk was? Dat Daniël en zij op dit moment dan ruzie mochten hebben, maar dat hun liefde nooit echt in gevaar kon komen?
‘Maar goed, zoals ik dus al zei,’ ging Shelby verder, terwijl ze Luce’ koffie nog eens bijschonk uit de bronskleurige karaf die op tafel stond. ‘Kampvuur, hedonisme, blablabla. Wat kan dat toch saai zijn allemaal.’ Eén kant van Shelby’s mond trok in een half glimlachje omhoog. ‘Vooral als jij er niet bij bent.’
Luce voelde dat ze een beetje ontspande. Zo nu en dan liet Shelby een piepklein lichtstraaltje schijnen. Maar haar kamergenootje haalde meteen weer haar schouders op alsof ze wilde zeggen: ‘haal je maar niets in je hoofd’.
‘Er is verder niemand die mijn Lilith-imitatie waardeert. Dat is alles.’ Shelby rechtte haar rug, stak haar borst naar voren en liet de rechterkant van haar bovenlip afkeurend trillen.
Luce moest altijd om Shelby’s Lilith-imitatie lachen. Maar dit keer wist ze alleen een dun glimlachje met gesloten lippen te produceren.
‘Hmm,’ zei Shelby. ‘Niet dat het jou iets kan schelen wat je op het feest gemist hebt. Ik zag Daniël gisteravond nog over het strand wegvliegen. Jullie zullen wel veel bij te praten hebben gehad.’
Had Shelby Daniël gezien? Waarom had ze dat niet eerder gezegd? Zou nog iemand anders hem ook gezien kunnen hebben?
‘We hebben elkaar niet eens gesproken.’
‘Dat geloof ik niet. Hij heeft toch altijd allerlei bevelen voor je…’
‘Shelby, Miles heeft me gezoend,’ onderbrak Luce haar. Haar ogen waren dicht. Om de een of andere reden kon ze het dan gemakkelijker opbiechten. ‘Gisteravond. En Daniël heeft alles gezien. Hij is vertrokken voordat ik…’
‘Ja, dat is wel de druppel.’ Shelby floot zacht. ‘Dat is me nogal wat.’
Luce’ gezicht gloeide van schaamte. Ze kon het beeld van Daniël die wegvloog niet van zich afzetten. Het voelde vreselijk definitief.
‘Is het dan, zeg maar, uit tussen Daniël en jou?’
‘Nee. Nooit.’ Luce kon die woorden niet eens horen zonder te huiveren. ‘Ik weet het gewoon niet.’
Ze had Shelby niet verteld wat ze nog meer allemaal in de Verkondiger had gezien, namelijk dat Daniël en Cam samenwerkten. Dat ze, voor zover zij het kon beoordelen, in het geheim vrienden waren. Shelby wist toch niet wie Cam was, en deze geschiedenis was veel te ingewikkeld om zomaar even uit te leggen. Bovendien zou Luce er niet tegen kunnen als Shelby met haar o-zo-bewust-controversiële meningen over engelen en demonen zou proberen te beweren dat een verbond tussen Daniël en Cam helemaal niks bijzonders was.
‘Je weet dat Daniël er op dit moment helemaal kapot van is. Daar gaat het toch allemaal om, met Daniël? Dat jullie elkaar tot in de eeuwigheid zijn toegewijd?’
Luce verstijfde op haar witijzeren stoel.
‘Dat was niet sarcastisch bedoeld, Luce. Ik weet niet hoor, maar misschien heeft Daniël ook wel iets met anderen gehad. Het is allemaal nogal vaag. De lering die je hieruit moet trekken is dat het, zoals ik al eerder heb gezegd, voor hem altijd als een paal boven water heeft gestaan dat jij de enige was die ertoe deed.’
‘En daardoor moet ik me nu beter voelen?’
‘Ik zeg helemaal niet dat ik bezig ben om jou je beter te laten voelen, ik probeer alleen maar iets duidelijk te maken. Daniël mag dan nog zo irritant hooghartig doen – zacht uitgedrukt – maar hij gaat wel helemaal voor je, zoveel is zeker. De vraag waar het om draait luidt: ga jij ook helemaal voor hem? Voor zover Daniël weet zou jij hem kunnen dumpen zodra er iemand anders ten tonele verschijnt. Miles verschijnt ten tonele. En hij is natuurlijk een geweldige gast. Een beetje te sullig voor mijn smaak, maar…’
‘Ik zou Daniël nooit dumpen,’ zei Luce hardop, en ze wilde niets liever dan dat ook echt geloven.
Ze dacht aan hoe ontzet hij had gekeken, die avond dat ze op het strand ruzie hadden gemaakt. Ze was heel verbaasd geweest toen hij meteen had gevraagd: ‘Maken we het uit?’ Alsof hij vermoedde dat dat tot de mogelijkheden behoorde. Alsof ze niet dat hele idiote verhaal van hem had geslikt over hun eeuwige liefde, toen hij haar dat onder de perzikbomen op Zwaard & Kruis had verteld. Ze had het geslikt, in één enkele goedgelovige teug, en daarbij ook alle barsten voor lief genomen – de onregelmatige stukken die nergens op sloegen, maar die haar op dat moment smeekten om ze te geloven. Nu knaagde er elke dag weer een ander stuk in haar binnenste. Ze voelde het grootste brokstuk in haar keel omhoogkomen: ‘De meeste tijd weet ik niet eens waarom hij me leuk vindt.’
‘Doe me een lol, zeg,’ kreunde Shelby. ‘Je gaat niet als al die meiden doen, hoor. “Hij is te goed voor me, boehoe.” Ik moet je naar de tafel van Dawn en Jasmine verwijzen. Dit is meer hun terrein.’
‘Zo bedoelde ik het helemaal niet.’ Luce boog zich naar voren en liet haar stem dalen. ‘Ik bedoel dat Daniël, eeuwen geleden, nou ja, daarboven mij heeft gekozen. Mij, van iedereen op aarde.’
‘Nou, in die tijd was de keus waarschijnlijk veel beperkter… Au!’ Luce had haar een klap gegeven. ‘Ik probeer het een beetje vrolijk te houden!’
‘Shelby, hij heeft mij gekozen boven een of andere belangrijke rol in de Hemel, boven een heel hoge positie. Dat is nogal wat, vind je niet?’ Shelby knikte. ‘Dus er moet meer aan de hand geweest zijn; het was echt niet alleen maar omdat hij me zo leuk vond.’
‘Maar… je weet niet wat dat dan is?’
‘Ik heb er wel naar gevraagd, maar hij heeft me nooit verteld wat er is gebeurd. Toen ik erover begon, was het bijna alsof Daniël het zich niet kon herinneren. En dat is raar, want dat betekent dat we allebei gewoon de schijn ophouden. Gebaseerd op een sprookje van duizenden jaren geleden waar geen van ons het fijne van weet.’
Shelby wreef over haar kaak. ‘Wat houdt Daniël nog meer voor je verborgen?’
‘Daar wil ik dus achter zien te komen.’
Om hen heen was op het terras de tijd gewoon verdergegaan. De meeste leerlingen waren onderweg naar de les. De beursobers waren druk bezig de borden af te ruimen. Aan het tafeltje het dichtst bij de oceaan zat Steven in zijn eentje koffie te drinken. Zijn bril lag dichtgevouwen op de tafel. Zijn ogen zochten die van Luce, en hij bleef haar een hele tijd aankijken; zo lang dat zijn intense, waakzame blik haar bijbleef, zelfs toen ze al was opgestaan om naar de les te gaan. En daar ging het hem vermoedelijk om.
Na de langste, meest geestdodende documentaire over celdeling die Luce ooit gezien had, liep ze haar biologielokaal uit, de trap van het hoofdgebouw af en naar buiten, waar ze tot haar verbazing zag dat de parkeerplaats helemaal vol stond. Ouders, oudere broers en zussen, en behoorlijk wat chauffeurs, vormden een lange rij voertuigen van het soort dat Luce al sinds de carpoolstrook bij haar middelbare school in Georgia niet meer had gezien.
Om haar heen repten leerlingen zich de lokalen uit en liepen zigzaggend naar de auto’s toe, terwijl ze koffers achter zich aan rolden. Dawn en Jasmine omhelsden elkaar ten afscheid en toen stapte Jasmine in een auto, en de broers van Dawn maakten plaats voor haar op de achterbank van een SUV. Ze zouden elkaar slechts een paar uur niet zien.
Luce dook het gebouw weer in en glipte via de zelden gebruikte achterdeur naar buiten om het terrein over te steken naar haar kamer. Al dat afscheidnemen kon ze nu echt even niet aan.
Terwijl Luce daar zo onder de grijze lucht liep, voelde ze zich nog steeds een schuldbewust wrak, maar het gesprek met Shelby had haar wel een beetje goedgedaan. Het was gestoord, dat wist ze, maar nu ze iemand anders had gekust had ze het gevoel dat ze eindelijk ook iets te zeggen had in haar relatie met Daniël. Misschien kreeg ze voor de verandering eens een reactie van hem. Ze kon haar excuses aanbieden. Hij kon zijn excuses aanbieden. Ze moesten roeien met de riemen die ze hadden. Ze konden al deze onzin doorbreken en echt met elkaar gaan praten.
Net op dat moment ging haar telefoon. Een sms’je van meneer Cole.
Alles is geregeld.
Dus meneer Cole had het bericht doorgegeven dat Luce niet naar huis kwam. Maar hij had er voor het gemak niet bij gezet of haar ouders kwaad waren of niet. Ze had al dagen niets van hen vernomen.
Het was een vreselijk dilemma: als ze haar schreven, voelde ze zich schuldig dat ze niet terugschreef. Als ze haar niet schreven, voelde ze zich er verantwoordelijk voor dat zij er de reden van was dat ze geen contact konden opnemen. Ze was er nog steeds niet uit wat ze met Callie aan moest.
Ze liep stampend de trap van het lege gebouw op. Elke stap galmde hol door het spelonkachtige pand. Er was niemand.
Toen ze bij haar kamer aankwam, verwachtte ze dat Shelby al weg zou zijn of dat in elk geval haar koffer bij de deur klaarstond.
Shelby was er niet, maar haar kant van de kamer lag nog bezaaid met haar kleren. Haar rode bodywarmer hing nog aan het haakje en haar yogaspullen lagen nog in de hoek op een stapel. Misschien ging ze de volgende ochtend pas weg.
Luce had de deur nog niet eens helemaal achter zich dichtgedaan toen er iemand aan de andere kant aanklopte. Ze stak haar hoofd de gang in.
Miles.
Haar handen werden vochtig en ze voelde dat haar hart sneller begon te slaan. Ze vroeg zich af hoe haar haar zat, of ze er die ochtend aan had gedacht haar bed op te maken en hoe lang hij al achter haar had gelopen. Of hij gezien had dat ze de karavaan van Thanksgiving-afscheid was ontlopen, of hij de gepijnigde blik op haar gezicht had gezien toen ze haar sms’je had gelezen.
‘Hallo,’ zei ze zacht.
‘Hallo.’
Miles had een dikke bruine trui aan met daaronder een wit overhemd. Hij had die spijkerbroek met het gat op de knie aan, de broek waardoor Dawn altijd opsprong om achter hem aan te lopen, zodat Jasmine en zij van een afstandje over hem konden zwijmelen.
Miles’ mond vertrok in een zenuwachtige glimlach. ‘Heb je zin om iets leuks te doen?’
Hij hield zijn duimen onder de banden van zijn donkerblauwe rugzak, en zijn stem galmde door de gang met houten wanden. Luce bedacht dat Miles en zij misschien wel de enigen in het hele gebouw waren. Die gedachte was opwindend en zenuwslopend tegelijk.
‘Ik heb voor eeuwig en altijd huisarrest, weet je nog?’
‘Daarom kom ik ook met het leuke naar je toe.’
Luce dacht eerst dat Miles daar zichzelf mee bedoelde, maar toen liet hij zijn rugzak van zijn schouder glijden en maakte hij de rits van het hoofdvak open. Daarin zat een ware schat aan bordspellen: Boggle, Vier op rij, Mens-erger-je-niet. Het High School Musical-spel. Zelfs Reisscrabble. Het was zo aardig en zo niet-ongemakkelijk dat Luce dacht dat ze in tranen zou uitbarsten.
‘Ik dacht dat jij vandaag naar huis ging,’ zei ze. ‘Iedereen gaat.’
Miles haalde zijn schouders op. ‘Mijn ouders vonden het prima als ik bleef. Ik ga toch over een paar weken naar huis, en bovendien houden wij er een heel andere mening op na over hoe de perfecte vakantie eruitziet. Hun vakantie moet minstens een verslag in het lifstylekatern van de New York Times verdienen.’
Luce moest lachen. ‘En die van jou?’
Miles groef nog wat dieper in zijn rugzak en haalde er twee pakjes appelcider uit, een doos magnetronpopcorn en een dvd van de Woody Allen-film Hannah and Her Sisters. ‘Het stelt niet veel voor, maar dit is het wel zo’n beetje.’ Hij glimlachte. ‘Ik heb je gevraagd of je Thanksgiving met me wilde vieren, Luce. En dat jij een andere locatie hebt gekozen, betekent niet dat we ons plan moeten wijzigen.’
Ze voelde een grijns over haar gezicht trekken en hield de deur open, zodat Miles binnen kon komen. Zijn schouder raakte in het voorbijgaan de hare, en ze keken elkaar even diep in de ogen. Ze voelde dat Miles zich om wilde draaien, alsof hij zich bedacht had en haar zou kussen. Ze wachtte gespannen op wat komen ging.
Maar hij glimlachte alleen maar, gooide zijn rugzak midden in de kamer neer en begon zijn Thanksgiving-gaven uit te pakken.
‘Heb je honger?’ vroeg hij, en hij zwaaide met een pak popcorn.
Luce kreunde. ‘Ik ben heel slecht in popcorn maken.’
Ze dacht aan de keer dat Callie en zij op Dover bijna hun kamer in lichterlaaie hadden gezet. Ze kon er niets aan doen. Ze miste haar beste vriendin plotseling heel erg.
Miles deed het deurtje van de magnetron open. Hij stak een vinger op. ‘Ik kan met deze vinger elke knop indrukken en bijna alles magnetronnen. Je hebt mazzel dat ik daar zo goed in ben.’
Het was vreemd dat ze zich er daarnet nog zo rot over had gevoeld dat Miles haar had gezoend. Nu realiseerde ze zich dat hij de enige was die ervoor kon zorgen dat ze zich wat beter voelde. Als hij niet naar haar toe was gekomen, was ze nu weer weggezonken in de zoveelste zwarte afgrond van schuldgevoel. Ze kon zich niet voorstellen dat ze hem weer zou kussen – niet per se omdat ze het niet wilde, maar omdat ze wist dat het niet goed was, dat ze Daniël dat niet kon aandoen… dat ze Daniël dat niet wílde aandoen – maar Miles’ aanwezigheid was wel heel erg prettig.
Ze speelden Boggle tot Luce eindelijk de spelregels begreep, Scrabble tot ze zich realiseerden dat de helft van de letters ontbraken en Mens-erger-je-niet tot de zon onderging en het te donker in de kamer werd om het bord nog te kunnen zien zonder het licht aan te doen. Toen stond Miles op, stak de haard aan en schoof Hannah and Her Sisters in de dvd-speler van Luce’ computer. De enige plek waar ze konden zitten om de film te bekijken, was op bed.
Luce werd plotseling zenuwachtig. Hiervoor waren ze gewoon twee vrienden geweest die op een doordeweekse middag spelletjes deden. Nu stonden de sterren aan de hemel, was er in het hele gebouw niemand te bekennen, knetterde het haardvuur en… wat werden zij daardoor?
Ze gingen naast elkaar op Luce’ bed zitten en zij was zich er de hele tijd van bewust waar ze haar handen hield, of het er onnatuurlijk uitzag als ze die op haar schoot hield, of ze tegen Miles’ vingers zouden komen als ze haar handen naast zich legde. Uit haar ooghoek zag ze zijn borstkas bewegen als hij ademhaalde. Ze hoorde dat hij zich in zijn nek krabde. Hij had zijn honkbalpet afgezet en ze kon de citrusshampoo in zijn sluike bruine haar ruiken.
Hannah and Her Sisters was een van de weinige Woody Allen-films die ze nog nooit gezien had, maar ze kon haar aandacht er niet bij houden. Nog voor de credits in beeld verschenen had ze haar benen al drie keer over elkaar geslagen en weer terug.
De deur ging open. Shelby stormde de kamer binnen, wierp één blik op Luce’ computerscherm en riep: ‘Dat is de beste Thanksgiving-film aller tijden! Kan ik meekij…’ Toen keek ze naar Luce en Miles, die in het donker op bed zaten. ‘O.’
Luce schoot van het bed af. ‘Natuurlijk mag je meekijken. Ik wist niet wanneer je naar huis zou gaan…’
‘Ik ga helemáál niet.’ Shelby hees zich op het bovenste bed, wat voor Luce en Miles op het onderste bed een kleine aardbeving met zich meebracht. ‘Ik heb ruzie gekregen met mijn moeder. Vraag er maar niet naar, het was te stom voor woorden. Bovendien blijf ik veel liever hier bij jullie.’
‘Maar, Shelby…’ Luce kon zich niet voorstellen dat je zo’n erge ruzie kreeg dat je daardoor niet voor Thanksgiving naar huis wilde.
‘Laten we gewoon in stilte van de geniale Woody Allen genieten,’ beval Shelby.
Miles en Luce keken elkaar samenzweerderig aan. ‘Helemaal goed,’ riep Miles omhoog naar Shelby, en hij grijnsde even naar Luce.
Eerlijk is eerlijk, Luce was opgelucht. Toen ze haar plaats weer innam, kwamen haar vingers inderdaad tegen die van Miles, en hij kneep er even in. Het was maar heel even, maar genoeg om Luce te laten weten dat, in elk geval wat dit Thanksgiving-weekend betrof, alles goed zou komen.