Achtentwintig
Ik ben een jager. Mijn wijk is mijn jachtgebied, de camera mijn geweer. Ik zwerf tussen de huizen door, sluip door de brandgangen, heel behoedzaam, zodat niemand me ziet. Ik ben onzichtbaar, ik ben een sluipschutter. Ik schiet wat ik mooi vind en neem het mee naar huis. Fotograferen is de meest vreedzame vorm van jagen.
Oma vindt dat ik er te veel mee bezig ben. ‘Er is nog meer op de wereld,’ zegt ze dan. ‘Je bent altijd maar alleen. Ga eens wat leuks met je vriendinnen doen.’ En: ‘Moet jij geen huiswerk maken?’
Oma begrijpt er helemaal niets van.
Als ik op fotojacht ben, is niets anders nog belangrijk. Ik denk niet meer aan school en de pesterijen en zelfs niet aan mama die ik zo mis. Ik denk alleen maar aan de foto die ik wil maken. Dan voel ik me heel rustig worden vanbinnen, gelukkig en licht.
Op het strandje dat vlak bij de snelweg ligt zijn altijd honden aan het spelen. Ze sjouwen er rond met stokken en snuffelen aan elkaars achterste. Als ze uit het water komen, kwispelen ze aan één stuk door en stralen hun ogen. Ze glimlachen, dat zie je zo, ook al zeggen ze dat alleen mensen kunnen lachen en dieren niet, omdat die geen emoties zouden kennen.
Soms vergeet ik de tijd. Dan merk ik pas aan het afnemende licht dat ik allang thuis had moeten zijn. Als het begint te schemeren worden de foto’s donkerder en onscherper. De kleuren zijn niet meer vast afgebakend, ze worden vloeibaar en lopen in elkaar over als op een waterverfschilderij.
Papa noemt zulke foto’s mislukt. ‘Ze zijn bewogen,’ zegt hij dan.
Ik vind die foto’s juist het mooist. Mooier dan de haarscherpe plaatjes die papa zelf maakt van zijn soldaatjes en tanks. De Slag om Arnhem past precies op zijn werktafel en alle verhoudingen kloppen. Hij vindt het belangrijk dat zijn diorama’s tot in de kleinste details levensecht zijn en wijst me dan bijvoorbeeld op een musje in een dakrand en de waterplassen op een modderig pad die er heel echt uitzien, maar die zijn gemaakt van een soort hars. Vervolgens maakt hij er foto’s van die zijn diorama’s zo scherp en natuurgetrouw mogelijk weergeven.
Mijn vader legt de dingen vast zoals ze zijn.
Ik wil dat niet.
Ik leg de dingen vast zoals ik ze graag wil zien.