17

 

 

‘Wat een onzin,’ zei Tina.

Polly had de twee jurken zorgvuldig opgevouwen, ze in het vloeipapier gewikkeld en ze terug gestopt in de bruine boodschappentas die Mattie haar gegeven had.

‘Denk je dat ik ze naar de stomerij moet brengen?’ vroeg ze aan Tina. ‘Ik heb de marineblauwe een hele dag gedragen en de grijze minder lang. Ik heb ze afgesponst.’

‘Ze zien er prima uit,’ zei Tina. ‘Er zit geen vlekje op. Als het nodig is, frist Mattie ze wel op. Zit je baan erop? Dat is snel. Wat is er gebeurd?’

Polly vertelde het haar.

‘En Roger vindt het onbelangrijk en hij wil niet dat je naar Frankrijk gaat met Oliver. Dat begrijp ik wel, hij denkt vast dat Oliver verliefd op je is.’

‘Doe niet zo stom. Beweer je soms dat Roger jaloers is op Oliver? Nee, dat kan niet. Hij is niet jaloers van aard.’

‘Alle mannen zijn jaloers van aard, maar sommigen kunnen dat beter verbergen dan anderen.’

‘Zoals het oude gezegde gaat: Oliver en ik zijn alleen goede vrienden, en dat bedoel ik letterlijk, aangezien...’

Tina keek haar begrijpend aan.

‘Niemand is discreter dan Oliver, dat moet ik hem nageven, en ik weet dat Roger op dat gebied niets te vrezen heeft. Het probleem is dat Oliver en jij net een stel lijken.’

‘Net een stel?’ vroeg Polly.

‘Als jullie samen zijn. Jullie lijken bij elkaar te horen, als mensen die elkaar door en door kennen en het samen prima kunnen vinden. En dat is vreemd want zo dik ben je immers niet met Oliver? Dat is niemand. Maar wat trouwen met Roger aangaat moet je echt ophouden met aarzelen. Het is niet eerlijk ten opzichte van hem en als je de verkeerde keuze maakt, zal het jouw leven bederven.’

‘Ik heb het besluit al genomen. Ik ben met hem verloofd.’

Polly zwaaide met haar verlovingsring naar Tina.

‘Grappig dat je die alleen draagt als je ergens hebt afgesproken met Roger.’

‘Ik wil er geen verf op krijgen.’

‘Freud zou er een andere verklaring voor hebben. Godsamme, Polly, je kunt drie dingen doen. Trouw met hem in februari. Geef hem zijn ring terug en zeg dat je de verloving verbreekt, zeg dat je van hem houdt, maar er nog niet aan toe bent om te trouwen.’

‘Maar ik wil wel trouwen.’

‘Ongetwijfeld. Dat willen de meesten van ons diep in ons hart. Maar misschien niet met hem.’

‘En wat is de derde mogelijkheid?’

‘Precies wat je zult gaan doen. Blijven talmen, wat je dit hele jaar al zo succesvol hebt gedaan. Het is nooit precies het goede moment, er is altijd een reden. En elke zondag ga je lunchen bij de Harringtons en geniet je van het heerlijke gevoel bij een familie te horen. De familie die je nooit hebt gehad. Daarna ga je naar bed met Roger, en dat is toch wel lekker, of niet soms?’

‘Verdomme, Tina. Ik ga ons seksleven niet met jou bespreken.’ ‘Gelukkig. Ik wil ook geen details weten. Is hij even goed als Jamie?’ Polly zweeg.

‘Ik dacht al van niet.’

‘Jamie... Jamie is geen man voor een huwelijk.’

‘Waarom heb je het met hem uitgemaakt? Iedereen vond dat jullie heel goed bij elkaar pasten.’

‘Ik verhinderde hem te schilderen,’ zei Polly, en haar stem klonk opeens gedeprimeerd. ‘Dat zeiden zijn vrienden. Dat ik verder ging en hij stilstond, door mij. Ze zeiden dat ik hem remde.’

‘En wie lacht er het laatst?’ vroeg Tina. ‘Ik heb gehoord dat hij enorm populair is in Amerika en een grote tentoonstelling in New York heeft. Wanneer is jouw expositie, Polly?’

Polly kromp ineen.

Tina kwam overeind van de slaapbank waarop ze had gezeten met haar elegante benen onder zich gevouwen. Ze liep naar een kast en haalde er twee glazen en een fles vermout uit. Tets anders heb ik momenteel niet,’ zei ze, en ze deed een flinke scheut in de glazen. ‘Ga naar Frankrijk, Polly. Die kans krijg je nooit meer en als je terug komt, kun je ons alles vertellen over de schandelijke Lord Fraddon.’

‘Schandelijk?’

‘O, reken maar. Ik ken de bijzonderheden niet, maar hij heeft iets heel ergs gedaan. Dat zou je nooit denken, hè, als je Oliver kent? Je kunt je gewoon niet voorstellen dat hij dat soort problemen krijgt.’

‘Wat voor problemen?’

‘O, seks, een onverklaarbaar overlijdensgevalletje, een onaangename vondst achter in de tuin. Of in het meer, geloof ik. Maakt niet uit, ga nou maar. Het licht is er fantastisch, het zal je winterdepressie verdrijven. Het is toch zeker onmogelijk om niet te genieten van Zuid-Frankrijk? Bovendien vermoed ik dat je verblijf behoorlijk luxueus zal zijn. Ik geloof nooit dat Lord Fraddon in een eenvoudig appartementje met uitzicht op zee woont.’

‘Ik denk niet dat Roger het me zou vergeven.’

‘Zeg maar tegen Roger dat hij je de wet mag voorschrijven nadat jullie getrouwd zijn. Tot die tijd ben je je eigen baas.’

‘Er zijn ook praktische bezwaren. Ik heb wel wat geld, maar de overtocht moet worden betaald. En kleren, ik heb niets dat geschikt is. Niet eens voor een appartementje met uitzicht op zee, laat staan voor iets imposants.’

‘Met geld kan ik je niet helpen, want zoals gewoonlijk ben ik blut. Kleren kan ik wel regelen. Of nee, we vragen Mattie of zij dat kan.’

Mattie nam de jurken met verbaasd opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Ben je nu al terug?’

‘Ik ben ontslagen,’ zei Polly die op een hoge kruk in Matties werkruimte zat. ‘Maar de jurken waren uit de kunst. Ik was er gewoon niet op mijn plaats.’

‘Polly heeft een uitnodiging gekregen om van Kerstmis tot en met januari naar Zuid-Frankrijk te gaan,’ zei Tina. ‘Ze heeft echt niks om aan te trekken. Haar gastheer is Lord Fraddon en ze kan echt niet avond na avond met hem dineren in haar ene fluwelen jurk, die bovendien betere tijden heeft gekend.’

‘Nee, dat lijkt me ook niet.’

‘Mattie is een enorme snob,’ fluisterde Tina in Polly’s oor. ‘Ze is gek op lords.’

‘Ik moest aan je denken toen je hier pas geleden was weggegaan,’ zei Mattie. Ze dook achter haar gordijnen en stak haar hoofd eromheen als een personage uit een poppenkastvoorstelling. ‘Het is me opgevallen dat juffrouw Smith qua figuur en lengte veel weg heeft van juffrouw Joliffe.’

‘Georgia Joliffe,’ zei Tina behulpzaam. ‘Dat is een groot compliment, want Georgia is adembenemend knap. Volgens mij sla je de spijker op zijn kop, Mattie. Ga door.’

‘Toen de kostuums voor deze voorstelling kwamen, was er een rode jurk bij voor juffrouw Joliffe, voor het tweede bedrijf. Alleen is ze heel bijgelovig en rood is haar ongelukskleur. Volgens haarzelf, dan. Ik noem het wijnrood, maar ze werd pisnijdig en daarom hebben we dezelfde jurk in het blauw laten maken. De rode hangt hier nog, die heeft ze nooit gedragen en dat zal ze ook nooit doen. Ze heeft gezegd dat ik iets anders moet regelen als er iets met de blauwe gebeurt. “Want ik draag absoluut geen rood, Mattie,” zei ze, en daarmee uit. Het heeft ook geen zin om hem voor haar doublure te bewaren want juffrouw Desmond is een kop kleiner en heeft een heel ander figuur.’

Tina gaf Polly een knipoog.

‘Hier is hij,’ zei Mattie die met een armvol rode zijde tevoorschijn kwam. ‘Ik zou niet weten waarom je hem niet zou mogen lenen.’

Polly had nog nooit zo’n jurk gedragen, zo’n subtiel gesneden, schitterende japon die bewoog bij elke stap die ze deed en in glanzende, zachte plooien rond haar benen ruiste.

‘Het is maar een begin,’ zei Mattie. ‘Ik heb nog iets bedacht, aangezien het precies de goede tijd van het jaar is. Op dit moment doen Hatcher en Feltz een deel van hun voorraad in de verkoop.’ Bij het zien van Polly’s niet-begrijpende blik, legde ze uit: ‘Theaterkostuums, liefje. Ze verhuren kleding voor producties, maar ook aan mensen die naar een gekostumeerd bal gaan en aan amateurgezelschappen en zo. Alle leden van de gezelschappen uit de provincies komen dan natuurlijk hierheen, maar ze zijn al bezig met de voorbereiding op de verkoop. Als ik je een briefje meegeef voor mijn vriendin Gertrude die daar werkt, kan zij je misschien helpen. Voor slechts een fractie van de prijs die je betaalt in West End. In aanmerking genomen dat jij het type bent dat zelf betaalt voor je kleding. Maar geen grijs of marineblauw. Niet aan de Rivièra, behalve als je een slonzige gezelschapsdame of secretaresse moet spelen. Als je in een chic huis logeert, wil je er op je charmantst uitzien.’

‘Dat is het lot,’ zei Tina tevreden toen ze aan het einde van de avond in Polly’s kamer waren en haar nieuwe aanwinsten aan haar kapstok hingen. ‘Heb je genoeg geld over voor je kaartje?’

‘Deze kleren mogen dan prachtig zijn, dat wil nog niet zeggen dat ik ook ga.’

‘Tuurlijk wel,’ zei Tina. ‘Een vrouw die geschikte kleding heeft, bedenkt zich nooit. Als je het mij vraagt, is het maar goed dat je nog geen trouwjurk hebt gekocht. En nee, je kunt geen van deze jurken dragen als je met Roger gaat trouwen. Hij zou geschokt zijn.’