Epiloog
Nu Kaem dood was en het grootste Vagriaanse leger zich had overgegeven, was de oorlog voorbij op de laatste dag van de herfst, toen Egel en Karnak het Drenaileger naar de buitenwijken van Drenan leidden om aansluiting met de Lentriaanse generaal IJzerslot te maken.
Het volgend jaar leidde Karnak een invasiemacht Vagria binnen, waar de keizer van de troon werd gestoten. De leidende huizen van de Drenai weigerden verder nog over een monarchie te praten en er werd een republiek gesticht, waarbij werd voorgesteld Egel tot hoofd van de regering te benoemen. De generaal weigerde, maar accepteerde wel de titel Bronzen Graaf en keerde terug naar Delnoch, waar hij de bouw van een machtige vesting met zes muren in de pas ter hand nam. Zijn adviseur was een priester, Dardalion, die zwaargewond in de bibliotheek van Purdol was gevonden. Egel werd fel bekritiseerd vanwege de hoge kosten van de bouw, maar hij behield zijn geloof in Dardalions visie. Vijf jaar na het succes van Purdol werd Egel in zijn vertrekken in de vesting vermoord. In de burgeroorlog die volgde, kwam Karnak uiteindelijk aan de macht en sindsdien regeerde hij de Drenai. Jonat overleefde de belegering van Purdol en werd een generaal in het Legioen. Hij sneuvelde zes jaar na het beleg, toen hij in de burgeroorlog een rebellenleger tegen Karnak aanvoerde.
Met het goud dat Egel Danyal als beloning voor het terugbrengen van het Harnas gaf, kocht ze een huis in Skarta, waar ze met Krylla en Miriel woonde. Maar vaak zag men haar naar de Delnochpas rijden, waar ze met haar ogen de noordelijke horizon afzocht. Zes maanden na de Vagriaanse nederlaag was ze plotseling met de kinderen verdwenen. Twee buren bespraken haar verdwijning met een schildwacht bij de Zuidpoort.
'Ik heb haar zien vertrekken,' zei hij. 'Ze had een metgezel bij zich. Een man.'
'Kende je hem?'
'Nee, hij was een vreemdeling.'