26

President Carter legde zijn hand op de vergulde knop en glimlachte breed tegen de flitslichten van de camera's. Hij hield die pose een minuut vol, zonder met de ogen te knipperen. Toen verklaarde hij met lippen die nauwelijks bewogen en met een toonloze stem: ‘Met deze kleine krachtsinspanning stel ik voor onze natie een van de grootste technische verwezenlijkingen van deze eeuw in werking.’

Hij drukte de knop in en op de twee reuzenschermen naast het podium kwam de controlekamer in Valdez in beeld, met technici in witte jassen die van achter hun schakelborden rijen monitoren en verklikkerlichtjes aan de wand in de gaten hidden. Onder de aanwezige bankiers en oliemagnaten, die astronomische bedragen in de aanleg van de pijplijn hadden geinvesteerd, steeg een beleefd applaus op.

Op een van de schermen verscheen nu de figuur van Howard Page, de voorzitter van de Raad van Bestuur van TAPS. Met zijn innemende persoonlijkheid en zijn beschaafde Boston-stem probeerde hij de aandacht van de aanwezigen vast te houden. ‘Vanuit deze controlekamer wordt de pijplijn met foto-elektrische cellen, microgolfrelais en satellietverbindingen, over de hele lengte, vierentwintig uur per dag in het oog gehouden. Ieder pompstation is uitgerust met een regelsluis en een omloopleiding. Als we, om het even waar, een lek vaststellen, kunnen we vanuit de controlekamer iedere sectie apart afsluiten. Nooit werden zo'n grote inspanningen geleverd en werd er zoveel geld gespendeerd aan het met elkaar verzoenen van de economische ontwikkeling van een land en de instandhouding van het milieu.’

Op het andere scherm werden videobeelden getoond van helikopters die over de pijplijn vlogen. ‘De pijplijn is beveiligd tegen alle schade die de natuur kan aanrichten: koude- en hittegolven, overstromingen, aardbevingen.’ Pages stem kreeg een hardere klank. ‘Misdadigers die de pijplijn willen saboteren, mogen dat voornemen wel vergeten. Gewapende helikopters en mobiele eenheden van TAPS Security patrouilleren dag en nacht.’ Hij keek secondelang recht in de lens van de camera, en liet hun zijn speciale grijns zien, die zowel charmant als autoritair overkwam. ‘Op dit ogenblik wordt in Prudhoe Bay de eerste ruwe olie in de pijp gepompt. Die olie zal zowat dertig dagen nodig hebben om Valdez te bereiken. Vandaag doen we het nog langzaam aan, maar tegen eind augustus zal de dagelijkse toevoer in Valdez tot 1,2 miljoen barrels per etmaal oplopen. De impact op de betalingsbalans van de Verenigde Staten zal duizelingwekkend zijn. Miljarden dollars die we voorheen voor de aankoop van ruwe olie aan vreemde mogendheden betaalden, zullen in de toekomst aan de eigen welvaart worden besteed. Alaska, dat pas sinds 1959 officieel een onderdeel is van de Verenigde Staten, is nu al de rijkste staat van allemaal. De inkomstenbelasting kan er worden afgeschaft. Sterker nog, de oliemaatschappijen en TAPS zullen aan de schatkist zoveel royalty's en heffingen betalen dat de overheid jaarlijks aan iedere inwoner, als een soort van deling in de winst…’

Kelners in rokkostuum kwamen rond met drankjes en al spoedig overstemden gesprekken over rendement, rentetarieven en de uit de hand gelopen kostprijs van de pijplijn de toespraak van Page. Ook Fariman wendde zich af van het scherm. Hij nam een glas van het blad dat een kelner hem voorhield en wandelde ermee door de open deuren naar het zwembad in de tuin. Het was eind juni en voor de tijd van het jaar was het in Houston, thuisbasis van de belangrijkste Amerikaanse oliemaatschappijen, een aangename avond. Hij bleef aan de rand van het zwembad staan. Een briesje vanuit Spring Valley bracht koelte en deed het oppervlak van het water rimpelen, waardoor de spiegelbeelden van sterren, witte smokings en met juwelen behangen avondjurken over het water dansten. Het gezicht van Page grijnsde hem toe vanop een tv-scherm aan de overkant van het zwembad, maar iemand was zo slim geweest het geluid uit te zetten. De man had veel gelijkenissen met zijn broer: dezelfde dominante persoonlijkheid, dezelfde aantrekkingskracht. Dat die twee de handen in elkaar hadden geslagen, viel nog te rijmen, maar dat de Getty's en andere geroutineerde oliebaronnen zich door hen hadden laten melken, viel niet te verklaren.

Zijn glas was leeg. Hij draaide zich om, op zoek naar een kelner. Zijn blik gleed over de zelfgenoegzame met voorzichtig dédain over olie en geld pratende menigte en loste zich op in het niets. Hij zag alleen nog de vrouw met de amandelvormige bruine ogen, die op het terras bij de open deuren stond. Ze droeg een lange jurk van zwart satijn, met een bruine band en een goudkleurige gesp in de vorm van een panter, en hij realiseerde zich dat hij Samantha nooit eerder zo opgetooid had gezien. Naast haar stond Seymour. Althans, Fariman veronderstelde dat hij het was, voortgaande op zijn leeftijd en op het feit dat hij het uniform van het Korps Militaire Justitie droeg. Op zijn kraag herkende Fariman de distinctieven van een kolonel. De dood van de Chipewyan-indiaan had zijn promotie niet in de weg gestaan.

Maar Seymour wilde nu blijkbaar ook de vrouw en het kind die hij voor die promotie had opgeofferd. Hij stond met Samantha te praten, met een intensiteit alsof hij haar tot de een of andere godsdienst wilde bekeren. Maar Samantha toonde niet de minste belangstelling voor wat hij te zeggen had. Ze keek over zijn schouder naar Fariman en toen ze zag dat hij haar had opgemerkt, verscheen er een glimlach om haar lippen, die niets te maken had met wat Seymour stond te vertellen. Ze zei iets dat Seymour paars deed aanlopen van woede en wendde zich af. Seymour pakte haar bij de arm, maar ze schudde zijn hand van zich af.

Toen kwam ze zwevend naar hem toe, één hand op een fraai handtasje dat aan een lang kralensnoer van donker, geslepen carneool over haar schouder hing. Ze bleef voor hem staan en gaf hem een vluchtige zoen op de wang. ‘Ik dacht wel dat ik je hier zou treffen,’ zei ze.

Ze verontschuldigde zich niet. Vertoonde geen schaapachtig gedrag in een poging alles uit te leggen. Dat waardeerde hij. Zelf had hij zich voorgenomen, terwijl Samantha naar hem onderweg was, geen opmerkingen te maken over het feit dat ze al die tijd niets meer van zich had laten horen.

Hij bekeek haar waarderend. ‘Je bent oogverblindend,’ zei hij.;

Ze sloeg verlegen de ogen neer. ‘Je maakt me verlegen.’

‘Ben je hier beroepsmatig?’

‘Als je het bijwonen van een officiële plechtigheid in de hoedanigheid van nieuwe Alaska-directeur van het Bureau of Indian Affairs als werken beschouwt.’

Hij flootwaarderend. ‘Gefeliciteerd. Dus dan keer je nu terug naar Alaska?’

‘Eerstdaags, ja.’

‘MetKiata?’

Ze straalde. ‘Ja. Kiata is definitief aan mij toegewezen.’

Hij gebaarde in de richting van Seymour die vanop het terras met een verbolgen blik naar hen stond te kijken. ‘Dan heeft hij voor één keer zijn slag niet thuisgehaald. Waarom is hij hier?’

‘Waarom wordt een nachtvlinder aangetrokken door het licht? Hij is een carrièrejager, J.F. En op deze plechtigheid zijn er meer machtige mensen bijeen dan op de algemene vergadering van de Verenigde Naties. Hij wist natuurlijk dat ook ik hier was en kon het niet nalaten een laatste poging te wagen.’

Fariman knikte begrijpend. Hij had het gevoel alsof hij zopas een grote overwinning had behaald.

‘Wat zei je dat hem zo boos maakte?’

‘Sodemieter op.’

Het leek hem in de gegeven omstandigheden een gepaste uitspraak.

Een kelner kwam voorbij, met glazen champagne op zijn dienblad. Samantha nam twee glazen waarvan ze er een aan hem gaf. ‘Op Alyeska.’

‘Ja. En op ons beiden.’

Hij nam een fikse slok. Ze droeg oorringen met hangers van tijgeroog, die uitstekend bij de kleur van haar ogen pasten, ogen die hun eigen kleur hadden – hoe had hij ooit kunnen denken dat ze de ogen van Sharon had?

Ze legde een hand op zijn arm en nam hem mee naar een rustiger plekje. ‘Is het waar dat je uitwijkt naar Londen?’

‘Hoe weet jij dat?’ Hij grijnsde. ‘Domme vraag, nietwaar? Big Brother weet immers alles?’

‘Zo zal het dan wel moeten zijn, neem ik aan. Ik ga terug naar Alaska op het ogenblik dat jij er weggaat.’

Misschien was dat niet zo geweest als jij me eerder een teken van leven had gegeven, dacht hij, maar dit was niet het moment om haar verwijten te maken. Hij zei: ‘Nu de pijplijn in gebruik wordt genomen, zijn voor mij in Alaska de kaarten geschud. Wist je dat de Federale Luchtvaartadministratie besloten heeft vóór 1985 veertig jumbovliegvelden aan te leggen?’

‘Dat is voor jou een goede zaak.’

‘Voor AAD. Niet voor mij.’ Er klonk een wat droevige ondertoon in zijn stem. ‘Voor mij is Alaska niet meer wat het is geweest. Zelfs de Chenarivier bevriest niet meer in Fairbanks. De capaciteit van de elektriciteitscentrale werd onlangs vergroot. De centrale loost nu zoveel koelwater in de rivier dat er de hele winter een kanaal openblijft.’

‘Weet je zeker dat dat de reden is waarom je het land verlaat?’

Hij keek over het zwembad naar het tv-scherm met het gezicht van Page in close-up. Nee, de échte reden had een vierkante kin en een doordringende blik in zijn grijsgroene ogen en heette Darius Razdi.

Ze waren bijeengekomen op de Triumphant, Razdi's luxueuze jacht, dat voor de gelegenheid aangemeerd lag in de jachthaven van Chinook, aan de monding van de Columhiarivier. Hij vond zijn broer in het salon, in het gezelschap van Howard Page. De twee kenden elkaar sinds 1953, hetjaar dat Razdi zich, met de hulp van de CIA, de eigenlijke macht in Iran had toegeëigend. Razdi en Page hadden toen een overeenkomst uitgewerkt tussen Iran en een consortium van de westerse oliemaatschappijen over de toekomstige exploitatie van Iraanse olie. Die overeenkomst was voor Razdi de basis van zijn onmetelijke fortuin geworden en had ook Page persoonlijk geen windeieren gelegd. Toen hij hen onder de ingelijste familiefoto zag zitten, waarop hijzelf, zijn broer en zijn toen veertienjarige neef Cyrus waren afgebeeld, met op de achtergrond de besneeuwde top van de Damâwandvulkaan in Teheran, voelde hij zich op een vreemde manier verraden.

Zijn broer sprong op en drukte hem aan de borst. Zijn persoonlijkheid leek zoals altijd het vertrek te vullen waarin hij zich bevond.

‘Je hebt er geen idee van hoe bezorgd ik was, ‘zei Razdi. ‘Vertel ons nu maar eens gedetailleerd wat zich daar in die ijswoestijn allemaal heeft afgespeeld, en zonder franjes nu.’ Hun vonge contacten via de telefoon, de telex of zelfs via de diplomaticke post, hadden altijd met de nodige omzichtigheid moeten plaatsvinden.

Fariman wierp heimelijk een blik op Page.

Razdi begreep wat hij bedoelde. ‘Je hoeft voor hem niets te verbergen, Fariman. In alles wat met de pijplijn te maken heeft, is Page onze bondgenoot.’

De butler bracht Fariman een cocktail. Hij nipte eraan. Hij had geen zin in het drankje, maar had wat tijd nodig om de mededehng over Page te verwerken. Toen hij begon te vertellen, kwam hij slechts langzaam op gang. Hij beperkte zich tot de naaktefeiten, zonder dat hij zijn gevoelens en vermoedens prijsgaf. Hij sprak nadrukkelijk zonder zich te bewegen, behalve dan om af en toe even van zijn glas te nippen.

Razdi en Page luisterden zonder hem te onderbreken. Hij eindigde met het relaas over de dood van Jay Corbo.

‘Hij was ervan overtuigd dat hij na mijn dood mijn plaats in Alaska zou kunnen innemen, Darius.’

Terwijl hij die woorden uitsprak, voelde hij de druk op zijn ingewanden toenemen, zoals bij het uitvoeren van een looping. Hij hoorde opnieuw de maniakale lach van Corbo, die alles te maken had gehad met zijn waarschuwing dat zijn broer hem zou weten te vinden als hem iets overkwam. Hij zag Darius en Page een blik van verstandhouding wisselen.

Hij zei tegen zijn broer: ‘Bij de FBI zijn er mensen die geloven dat jij het brein was achter het misdrijf, Darius.’ Terwijl hij die woorden uitsprak, lette hij op het gezicht van zijn broer, maar dat leek wel als uit steen gehouwen.

‘En wat denk jij?'vroeg Razdi.

Fariman aarzelde. ‘Ik denk dat ze gelijk hebben. Corbo geloofde oprecht dat hij de zaken in Alaska zou overnemen. Dat kon hij alleen geloven als jij hem dat had beloofd. Het enige wat ik niet begrijp, is wat jij erbij te winnen had. Behalve dan misschien mijn dood.’

Darius fronste even de wenkbrauwen, een duidelijke afkeuring voor de laatste woorden. Hij wachtte of Fariman meer zou zeggen. Toen dat niet gebeurde, stond hij op en ging hij met zijn rug naar het kajuitraam staan. Hij was meer dan 1,90 m groot en zijn dikke, grijze haardos bleef net onder het dek steken, zodat hij nog imposanter leek dan hij al was. In Iran was hij voorzitter van de Hogere Raad van het Koninkrijk der Perzen. Hij had er meer zeggenschap dan sjah Reza Pahlavi in hoogsteigen persoon.

‘Ik gaf Corbo inderdaad de opdracht een afspraak te maken met Jack Cast om de aanleg van de pijplijn met alle middelen te verhinderen. De details liet ik aan hem over. Als beloninghad ik hem jouw functie in het vooruitzicht gesteld.’

Hij zweeg, keek Fariman nors aan, alsof hij hem tot protest wilde uitdagen, maar Fariman wist zijn emoties in toom te houden. Razdi beet op zijn snor. Hij ghmlachte. Ondanks zijn norse voorkomen bezat hij het charisma van een grote leidersfiguur.

‘Ik wilde jou immers aan mijn zijde in Teheran,’ verklaarde hij, ineens vriendelijk nu, maar nog altijd zonder een zweem van spijt of berouw. Zijn stem veranderde, werd hard en dreigend. ‘Als Corbo je van kant probeerde te maken, dan deed hij dat op eigen initiatief. Moge zijn slechte gedachtegeest en die van zijn voorvaderen en nazaten door de kracht van het Heilige Vuur warden verteerd.’

Na die bombastische laatste uitspraak duurde de stilte minstens een volle minuut.

Ten slotte was het Fariman die haar verbrak. ‘Je hebt niet geantwoord op mijn vraag wat je erbij te winnen had.’

Het zag er even naar uit dat Razdi in woede zou uitbarsten, maar hij beheerste zich. Met zijn hand maakte hij een allesomvattend gebaar.

‘De wereldheerschappij der Perzen,’ verkondigde hij.

Achter hem, aan de einder, lag de zon te zieltogen als een vung rode schijf op de strakke lijn van de horizon.

‘Macht,’ zei hij. ‘Lees Machiavelh. Van hem kun je leren dat alles om macht draait. Olie is geld. Geld is macht.’

Darius Razdi liep naar zijn stoel en ging zitten. Hij sloeg zijn benen over elkaar en gebaarde naar Page dat het zijn beurt was om uitleg te verstrekken.

Page kwam overeind. Hij sprak op een rationele, overredende toon.

‘Olie is wiskundig te herleiden tot macht. De ontginning van de olievoorraden aan de North Slope in Alaska zou tot een machtsverschuiving hebben geleid ten voordele van Standard Oil Ohio van Paul Getty, die daar de meeste boorconcessies in de wacht wist te slepen. Noch Darius Razdi voor Iran, noch ikzelf voor Exxon zouden daarmee gediend zijn geweest. Redenen genoeg om de handen in elkaar te slaan en de bouw van de pijplijn te dwarsbomen.’ Hij ghmlachte wat meewarig. ‘Jouw investeringspolitiek in Alaska was goed bedoeld, maar naïef. Je bevorderde eerder de belangen van TAPS dan die van ons.’

Fanman luisterde vol ongeloof. ‘Ik was tenminste niet zo naïef te geloven dat je de oliewinning in Alaska zou kunnen tegenhouden.’

Page keek hem onbewogen aan. Dat was ook niet de bedoeling. Met onze obstructiepolitiek zijn we enn geslaagd de kostprijs van de pijplijn van een oorspronkelijke kostenraming van 900 miljoen dollar tot 9 miljard dollar te doen oplopen. Als de slechte lasnaden pas aan het licht waren gekomen als de olie begon te lekken, had het werk volledig overgedaan moeten warden. Dan was er geen sprake geweest van alleen maar herstelwerkzaamheden aan drie of vier secties. De kostprijs was nu al zo hoog opgelopen dat Paul Getty van Standard Oil Ohio, die de meeste concessies bezit en dus ook het grootste deel van de kosten moet betalen, stilaan in geldnood raakte. Hij had geen reserves meer en de rente op de leningen die hij was aangegaan om concessies van ons af te snoepen, deed hem de das om. We hadden al een voorlopig akkoord dat hij bij verdere vertraging wat de mgebruikneming van de pijplijn betreft, een deel van zijn concessies aan ons zou verkopen. Omdat jij en je eskimo… euh, je vriendin, het nodig vonden de affaire van de vervalste lasnaden op te lossen, is dat voorlopige akkoord niet doorgegaan. Daardoor hebben je broer en ik grote schade geleden.’

Hij ging weer zitten, leunde achterover en sloeg zijnbenen over elkaar. ‘Door jouw schuld zijn er meer doden gevallen dan nodig was.’

De enormiteit van die beschuldiging deed Fariman naar adem happen. Hij wendde zich tot zijn broer. Zijn pupillen vernauwden zich.

‘Is dat ook jouw mening, Darius?’

Zijn broer had een sigaar vast en snoof eraan. Hij keek op en glimlachte – een lange, trage glimlach.

‘Ik zei al dat je Machiavelli moet lezen. Hij was het die schreef dat het doel de middelen heiligt.’

Samantha legde een hand op zijn arm. ‘Een stuiver voor je gedachten.’

Hij wendde zijn ogen af van het scherm waarop Page vanuit een helikopter neerkeek op de achttien reusachtige opslagtanks van de marineterminal in Valdez. Hij had haar veel te vertellen. Dat haar bazen van de FBI zich om de economische infiltratiepolitiek van zijn broer geen zorgen meer hoefden te maken. Het wereldrijk der Perzen zou nog niet voor vandaag zijn. Daar had hij voor gezorgd, al wist zijn broer dat nog niet. Maar vermoedelijk wisten ze daar bij de FBI nu al alles van.

Ze stond nog altijd op een antwoord te wachten. Hij wierp een blik op het terras en zag dat kolonel Seymour verdwenen was. Eskimo's zouden zoiets als een gunstig voorteken interpreteren.

Hij glimlachte. ‘Ik dacht aan Alaska. Aan onze kennismaking in de Aurora Follies.’

Ze begon te lachen. ‘Ik ook. De hele tijd vroeg ik me af hoe je me eigenlijk het liefste had. Als hoertje? Als FBI – agente?’ Ze maakte een pirouette. ‘Of liever als een dame?’

Hij staarde haar aan. Ze was het allemaal tegelijk: een dame, een wetsdienaar, een hoer. Ze was zoals haar land Alyeska, dat de fascinerende kracht van het vuur in zijn vulkanen verenigde met het tijdloze van zijn gletsjers en van zijn permanent bevroren toendra's. Ze was Sedna, de Grote Vrouw. En ze was toch nog altijd een beetje Sharon.

Hij schudde het hoofd. ‘Het is mij om het even,’ zei hij.

‘In dat geval,’ ze stak haar hand uit met de palm naar boven, ‘is de prijs honderd dollar.’