17

Samantha antwoordde niet. Ze draaide zich weer op haar rug. Fariman zag hoe ze naar het plafond staarde zonder een enkele keer met de ogen te knipperen. Samantha was een zelfverzekerde vrouw, die het niet nodig vond haar ziel bloot te leggen. Het zwakke licht binnen, de moordende kou buiten, de storm die de Quonsethut in zijn voegen deed kraken, hun eigen kwetsbaarheid, dat alles zette haar er zelfs toe aan dingen te vertellen die ze in normale omstandigheden had verzwegen.

‘In Washington had ik een… een vriend. Hij was kapitein bij het Korps Militaire Justitie.’ Haar stem dreef weg, zodat hij moeite had haar boven het lawaai van de storm uit te verstaan.

‘Ik woonde al meer dan een jaar in Washington en moest het BIA vertegenwoordigen bij een officieel onderzoek dat werd ingesteld tegen drie Amerikaanse militairen die ervan werden verdacht in januari 1967 in Vietnam onder de burgers van een klein dorp een bloedbad te hebben aangericht. De drie militairen, twee soldaten en een officier, behoorden tot een peloton jagers van het Zesde Aircav, een cavaleriedivisie die door de lucht werd getransporteerd. Als het tot een proces kwam, zou dat gevoerd worden voor een militaire rechtbank, die zou zetelen in Fort Hamilton aan de oostelijke oever van The Narrows in New York. Het beloofde een ophefmakend proces te worden. De publieke opinie had de oorlog in Vietnam en de capitulatie nog niet verteerd en telkens wanneer er een of andere onfrisse affaire aan het licht kwam, was de legerleiding geneigd een zondebok te zoeken. Een van de soldaten was de ideale figuur om als pispaal te dienen. Hij was een Chipewyan, een argeloze jongen van negentien afkomstig uit Mackenzie Bay. De Chipewyan zijn de dichtste indiaanse buren van de Inuit. Hun naam betekent “gepunte huiden”, verwijzend naar hun parka's. Discriminatie van etnische of raciale minderheden was in die dagen bij het leger én elders heel erg gangbaar. Het eerste wat ik deed, was in Fort Hamilton een bezoek brengen aan de assistent van de auditeur-militair van de krijgsraad die het onderzoek leidde. Zijn naam was Ben Seymour. Hij was achter in de dertig, sprak met een Bostons accent en was autoritair en arrogant. Zijn uniform zat altijd onberispelijk. Hij zou zich nooit in het publiek vertonen zonder de ring waaraanje kon zien dat hij aan de militaire academie van West-Point had afgestudeerd. Hij bezat een briljante, kritische geest die elke situatie meteen doorhad en hij won bijna iedere discussie omdat hij zijn stellingen beter dan de anderen verbaal kon verdedigen. Hij ging bijzonder prat op de Bronzen Ster voor moed waarmee hij was onderscheiden omdat hij ten tijde van hetTet-offensief in Hué, volgens alle regels van het Uniform Wetboek van Militair Strafrecht, een krijgsraad te velde had laten doorgaan zonder zich aan het vijandelijke vuur te storen. Kortom, hij bezat al de hoedanigheden waaraan ik een hekel heb. Vreemd genoeg was ik, vanaf het eerste woord dat we met elkaar hadden gewisseld, tot over mijn oren verliefd op hem.’

De plafondlamp flikkerde, ging uit en weer aan. ‘Ik was geen maagd meer, maar vóór Seymour had ik geen enkele duurzame relatie gehad. Het onderzoek duurde meer dan een jaar en iedere maand reisde ik van Washington naar Fort Hamilton om besprekingen bij te wonen of om me te vergewissen van de stand van zaken. De nacht brachten we samen door in een hotel buiten het militair domein, stiekem, want seksuele omgang tussen een assistent van de auditeur-militair en een burger in overheidsdienst was in strijd met de militaire en burgerlijke ethiek. De weken dat ik niet naar Fort Hamilton moest, kwam hij naar Washington voor het weekeinde. We waren allebei ongehuwd en maakten plannen om na afloop van het proces te trouwen.’

Ze zweeg. Buiten nam de storm in kracht toe. Hevige rukwinden deden de Quonsethut daveren op zijn grondvesten. Toen het geweld enigszins bedaard was, vervolgde ze haar relaas. ‘Mijn gevoelens voor Seymour deden geen afbreuk aan mijn inzet voor het BIA. Naarmate het onderzoek vorderde, werd mijn vrees dat Atutetat, de Chipewyan-indiaan, de zondebok zou worden, bewaarheid. Het peloton waartoe hij behoorde, bestond uit twaalf man. Ze waren op weg naar Dong Hoy in een Huey-helikopter om een landingsstrook te helpen beveiligen. Onderweg kregen ze de opdracht een tussenlanding te maken in Pang Na, een dorp aan de oever van de Thu-Dongrivier, en de huizen te doorzoeken naar wapens en verdachte elementen. Pang Na was eerder een gehucht dan een dorp: een paar honderd inwoners, enkele straten, een plein en een kleine katholieke kerk. De helikopter landde aan de rand van het dorp. De piloot en twee boordschutters bleven bij het toestel. Atutetat was een van hen. Onder leiding van een luitenant doorzocht het peloton de huizen. Op enkele huizen na, met een paar oude of bedlegerige mensen, waren die leeg. De meeste dorpelingen hadden witte lakens buitengehangen en zich in het kerkje verzameld. Toen de patrouille op het plein voor de kerk kwam, drong hun gezang tot hen door. Dat gaf hun een vals gevoel van veiligheid. Ze verlieten hun dekking en staken een sigaret op. Toen ze midden in het plein bijeen stonden, brak de hel los. Vanuit de kerk en vanuit sommige huizen, waarin de Vietcongstrijders zich in geheime onderaardse schuilplaatsen verborgen hadden gehouden, werden ze met machinegeweervuur en granaten bestookt. De luitenant was de eerste die sneuvelde. De helft van de soldaten was op slag dood. Een van de overlevenden gooide rookpatronen, waardoor de vijandelijke schutters tijdelijk verblind werden en hun schieten onnauwkeuriger werd. Maar er was geen ontkomen aan. Nog voor de helikopter was opgestegen om hulp te komen bieden, waren ze, op twee zwaargewonde manschappen na, allemaal gesneuveld. Het vijandelijke vuur hield op en de Vietcongstrijders verdwenen beschermd door het rookgordijn dat de Amerikaanse soldaten hadden gelegd, in het niets. De piloot van de Huey raakte door het dolle heen. Hij bestookte het dorp met zijn 20 mm-kanonnen en met LAW-raketten tot alles in de vlammen opging. Toen ook de kerk begon te branden en de Vietnamese burgers, die daar door de Vietcong waren opgesloten, via de ramen probeerden te ontsnappen, liet hij hen door Atutetat en de andere boordschutter met hun M60-machinegeweren neermaaien. Pas een halfuur later kwam de versterking. Toen die de smeulende resten van het dorp doorzocht, vonden ze honderd drieënvijftig lijken van burgers: oude mannen, vrouwen en kinderen. Geen enkele dode of gewonde Vietcongsoldaat, geen vijandelijke wapens of munitie. Een van de twee zwaargewonden was intussen overleden. De andere werd in kritieke toestand afgevoerd. Er werd een verslag opgemaakt, waarin te lezen stond dat de burgers door guerrilla-eenheden van de Vietcong waren uitgemoord, en de zaak ging in de doofpot. Totdat in 1973, gedurende de vredesonderhandelingen in Parijs, het bloedbad aan het licht werd gebracht door de Noord-Vietnamese toponderhandelaar Le Due Tho. Hij eiste dat de bemanning van de helikopter zou worden vervolgd wegens oorlogsmisdaden. Die vraag werd door Kissinger afgewezen. Maar Kissinger werd door de andere NAVO-landen onder druk gezet: Duitsland, Nederland, Frankrijk en België vroegen hem een onderzoek in te stellen naar moorden op burgers die door Amerikaanse militairen in Vietnam waren gepleegd. Die verzoeken waren eerder pro forma, want niemand hechtte geloof aan de beschuldigingen van Le Duc Tho. Toen verkocht de Amerikaanse soldaat die de hinderlaag had overleefd en die zijn hele verdere leven in een rolstoel moest doorbrengen, zijn verhaal aan The New York Post. Van dan af ging de bal aan het rollen.’

Het licht ging uit. Samantha en Fariman wachtten zwijgend tot het weer aan zou gaan. Toen dat gebeurde, vervolgde ze haar verhaal alsof er geen onderbreking was geweest.

‘In die dagen kreeg het Amerikaanse oppercommando veel kritiek te verwerken. Ze konden zich niet permitteren dat een van hun officieren, in dit geval de piloot van de Huey, wegens oorlogsmisdaden terecht zou staan. Seymour, die zelfs terwijl hij in mij was, bewoog op het ritme van Plicht, Eer en Vaderland en zelfs bij het klaarkomen dacht aan het Korps, het Korps, en nog eens het Korps, had geen schriftelijke instructie nodig om het Leger van die smet te vrijwaren. Zijn onderzoek evolueerde dan ook kafkaiaans. De piloot, de enige ware schuldige, was intussen uit dienst getreden.’ Samantha zweeg een ogenblik en keek Fariman strak in de ogen. ‘Het Leger kan geen burger voor de krijgsraad dagen. Als het om een officier gaat, kunnen ze hem wel weer onder de wapens roepen. Seymour speelde het spel handig. Hij kwam met de piloot tot een afspraak. Zijn naam zou niet publiek bekendgemaakt worden, maar dan moest hij wel een verklaring afleggen die Seymour kon gebruiken. De piloot stemde daarmee in. Hij verklaarde onder ede dat de Vietcong-guerrillastrijders de burgers in de kerk hadden opgesloten en hen gedwongen hadden te zingen om de Amerikaanse soldaten uit hun schuilplaatsen te lokken. Toen ze de patrouille uit de weg hadden geruimd, trok de Vietcong zich terug, maar eerst hadden ze de huizen en de kerk zelf in brand gestoken. Sommige burgers probeerden via de ramen te ontsnappen. Toen de piloot op het kerkplein wilde landen om hulp te bieden, was het Atutetat die uitzinnig van woede op alles was beginnen te schieten wat onder hen bewoog. Hij was daar pas mee opgehouden nadat de piloot de helikopter op de grond had neergezet en Atutetat buiten westen had geslagen.’

Fariman wilde een vraag stellen, maar Samantha legde hem met een handgebaar het zwijgen op.

Ze vervolgde: ‘De andere boordschutter, die als beroepsmilitair in Hawaï diende, legde een soortgelijke verklaring af en kreeg vrijstelling van vervolging. De wat simpele Atutetat, die nauwelijks doorhad wat er aan de hand was, zou het gelag alleen betalen.’ Ze beet op haar onderlip en haalde diep adem. ‘Het heeft lang geduurd voor ik door kreeg waar Seymour mee bezig was. We kregen er hoogoplopende ruzie over. Hij ontkende dat het doorgestoken kaart was, maar gaf wel toe dat hij zo had gehandeld omdat dat was wat de auditeur-generaal van hem verwachtte, en datje in het Leger je carrière wel kon vergeten als je ahders handelde. Ik schreef rapporten naar de BIA, maar de lange arm van het Leger zorgde ervoor dat die in de prullenmand terechtkwamen. Het zou uiteindelijk nooit tot een proces komen. Toen Atutetat in arrest werd genomen en het tot hem doordrong wat hem ten laste werd gelegd, verhing hij zich in zijn eel.’ Haar laatste woorden bleven pijnlijk nazinderen, en als om het dramatische karakter ervan te onderstrepen, viel achter het tussenschot de stroomgenerator uit. De lamp flikkerde en het licht doofde.

Ze lagen zwijgend te wachten tot de generator weer zou aanslaan, maar dat gebeurde niet. Ook de straalkachels waren uitgegaan en spoedig drong de koude door tot in hun slaapzakken. In de hoop te kunnen beletten dat de kou gevaarlijk werd, verliet Fariman zijn slaapzak. Hij kleedde zich aan om achter het schot te kijken wat er aan de hand was.

Fariman kreeg de generator weer aan de gang en kroop huiverend in zijn slaapzak. Samantha lag nog altijd op haar rug naar het plafond te kijken. Hij wilde nog van alles weten. ‘En verder?’

‘Ik keerde terug naar Alaska. Verder niets.’ Ze was uitgepraat.

‘En Seymour?’

Ze draaide zich op haar zij. ‘Hij schrijft af en toe nog eens een brief. Meestal antwoord ik er niet op.’ Ze sloot haar ogen. ‘Ik ben nu met mijn werk getrouwd. Zoals alle special-agents.’

‘Special-agent? Je bent toch hoofdopziener bij de BIA?’

‘Natuurlijk,’ mompelde ze. ‘Dat is toch wat ik bedoel.’

Hij dacht dat hij haar weer hoorde klappertanden en draaide zich op zijn beurt naar haar toe. ‘Je kent toch de conditio sine qua non om in het arctische gebied te overleven? Vochtige sokken uitdoen vóór ze bevriezen en als het kan, nooit alleen liggen in een slaapzak.’

Maar Samantha antwoordde niet meer. Ze sliep. Datgene waarvan hij had gedacht dat het klappertanden was, bleek een stuk touw of ijzerdraad te zijn, dat in de wind tegen het dak klepperde.