18
Fariman werd vroeg wakker. Samantha sliep nog. Hij zag alleen haar voorhoofd en het tipje van haar neus, en bedwong de neiging zijn hand uit te steken en haar aan te raken. Er was iets veranderd, maar niet binnen in de barak. Buiten was de storm gaan liggen. Geruisloos verliet hij zijn slaapzak en kleedde zich aan.
De lap die hij uit de jekker had gesneden, was ontdooid. Hij trok het papier zo voorzichtig mogelijk uit de binnenzak. Bij het zwakke licht van de plafondlamp, die, telkens wanneer de generator aansloeg, wat feller ging gloeien, las hij het resumé dat Kobuk had neergeschreven, voor hij de cabine van zijn auto had verlaten. Daarna bleef Fariman geruime tijd voor zich uit staren.
Hij trok zijn parka en zijn bunny boots aan en verliet de barak. De Beech Sierra stond vlakbij. Het vliegtuig was uitgerust met een, CEH een circulating engine heater, een toestel dat werkt als een soort van koffiezetapparaat en dat zowel de motor als de kachel warm houdt. De CEH werkt alleen als hij aangesloten kan worden op een elektriciteitsnet, in dit geval op het schakelbord van de generator. In de winter bleven in Alaska de motoren van auto's of vliegtuigen waarop geen CEH was aangesloten de hele nacht draaien.
Naar arctische normen was de temperatuur buiten draaglijk, in de cabine was het zelfs aangenaam. Via de HF-radio kreeg hij verbinding met AAD-Fairbanks. Hij gaf de operator opdracht Jay Corbo uit zijn bed te bellen en te vragen hem op te roepen op de zesde Gatha. Corbo wist welke frequentie dat was. Daarna wachtte hij. Intussen las hij de brief van Kobuk nog twee keer over. Hij vouwde de brief samen en stak hem op zak. Hij dacht aan Samantha en aan haar verhaal over Seymour en Atutetat, de Chipewyan-indiaan, die de tragische ondergang van zijn volk in zijn eentje nog eens had moeten overdoen. Maar er zat meer achter. Alles wat Samantha zei of deed had een betekenis. Hij herinnerde zich de speciale nadruk die ze had gelegd op haar bewering dat de piloot de enige ware schuldige was, en de onderzoekende blik waarmee ze hem had aangekeken toen ze die woorden uitsprak.
Langzaam drong de ware betekenis van haar verhaal tot hem door. Centraal in het verhaal stond niet Seymour of de Chipewyan-indiaan, maar de gewetenloze piloot. Om zijn eigen straatje schoon te vegen, had die er niet voor teruggedeinsd een onschuldige aan de galg te praten.
In een flits besefte hij over wie ze het had gehad.
Jay Corbo.
Alle stukken van de puzzel vielen op hun plaats. Op het tijdstip van het bloedbad zat Corbo middenin de Vietnamese oorlog. Hij had als helikopterpiloot gevlogen voor het Zesde Aircav en de rang van kapitein gehad. Hij had meer dan eens opgeschept over de dodelijke missies die hij met Hueys en Cobra's had uitgevoerd en over de superieure bewapening waarover die Amerikaanse gevechtshelikopters beschikten. Tijdens de dagen dat het onderzoek naar het bloedbad in Pang Na liep, had Fariman er wel over gelezen in de kranten, maar 1973 was ook het jaar geweest van het Watergate-schandaal en de Jom-Kippoeroorlog, en van de oliecrisis, gebeurtenissen die veel meer invloed hadden gehad op wat hij voor zichzelf en voor de Razdi Foundation in Alaska trachtte te bereiken, en die zijn aandacht veel meer hadden getrokken. Hij herinnerde zich nu dat Corbo een paar keer naar Fort Hamilton was geweest, zogezegd omdat alle piloten die in 1967 onder het Zesde Aircav in Vietnam hadden gediend, daar verhoord werden over de gang van zaken.
Fariman streek met zijn vingertoppen langs het litteken in zijn gezicht.
Samantha's boodschap was een waarschuwing geweest tegen Corbo. Wat ze wilde zeggen, was dat, als het erop aankwam, Corbo zelfs zijn beste vriend zou opofferen voor zijn eigen belang. Het was een bevestiging van wat de brief van Kobuk al liet vermoeden.
In gedachten liet hij de gebeurtenissen van de dag dat hij uit Teheran was teruggekeerd, de revue passeren. Corbo's twijfelachtige voorstel om scheep te gaan met Cast. Zijn humeurige gedrag toen Fariman daar niet mee instemde. De verbeten trek op zijn gezicht toen hij hem aan het verstand bracht dat Alaska zíjn territorium was en dat hij niet van plan was voorgoed naar Teheran terug te keren. Dat alles had geresulteerd in een overdreven reactie toen de agenten van Turner hen voor ondervraging wilden oppakken.
Corbo had zich al eerder agressief gedragen. Maar toch had Fariman het er moeilijk mee hem te vereenzelvigen met de piloot in Vietnam. Die had om zijn gesneuvelde kameraden te wreken een heel dorp uitgemoord, en er later zijn ondergeschikte voor laten opdraaien. Corbo daarentegen had ooit zijn eigen leven in de waagschaal gesteld om dat van Fariman te redden.
Het was juni 1969. De aanvraag tot aanleg van de pijphjn door TAPS, het latere Alyeska Pipeline Service Company, was onlangs ingediend. Toch zou het nog jaren van besprekingen en onderhandelingen met drukkingsgroepen en milieubewegingen vergen, voor president Ford de Trans Alaska Pipeline Authorisation zou ondertekenen. AAD was toen nog een kleine maatschappij met een drietal vliegtuigen en een helikopter, die vooral door Fariman of Corbo zelf werden bestuurd. De helikopter was een eenmotorige Bristol Sycamore, met vijf plaatsen en een kleine ruimte voor bagage. Drie wetenschappers, een vulkanoloog, een paleontoloog en een geoloog, huurden het toestel voor een expeditie naar Katmai in de Aleutian Range, een gevaarlijk en opwindend gebied aan de voet van het Alaskische schiereiland, met zeven actieve vulkanen en honderden vulkanische bronnen, waar zich voortdurend erupties en aardbevingen voordeden. Daar had de aarde zich op 6 juni 1912, na een van de grootste aardbevingen uit de recente geschiedenis, geopend. Een nieuwe vulkaan, de Novarupta, was ontstaan. Een lawine van heet, vloeibaar gesteente en turbulente gassen stroomde door een gletsjervallei over een lengte van twintig kilometer, en deed er het ijs smelten. Toen de uitbarsting voorbij was, bedekte een laaggloeiende as en puimsteen van bijna honderd meter dik de bodem van de vallei. Uit duizenden scheuren en spleten stegen stoom en gassen op. Zo kreeg de vallei een nieuwe naam: de Vallei van de Tienduizend Rookpluimen.
Corbo zou het toestel besturen, maar Fariman besliste mee te gaan. Een groot deel van de Aleutian Range was intussen omgevormd tot het Katmai National Monument. Ze vlogen afwisselend over saffierblauwe meren en brede bergketens, met diepe, donkere valleien, kolkende rivieren en woeste watervallen. Vanuit de lucht zagen ze bruine katmaiberen steile hellingen beklimmen, of er op ruw en moerasachtig terrein, met een snelheid van veertig kilometer per uur vandoor gaan, opgeschrikt door het lawaai van de helikopter. Ze zagen twee wolven een jonge eland besluipen en hem doden, maar toen Corbo te dicht naderde om de wetenschappers toe te laten foto 's te maken, lieten ze hun prooi in de steek. De vallei zelf was een roze, door wind geteisterde terracottavlakte met weinig vegetatie, waarin het water van smeltende gletsjers diepe kloven had uitgesleten en zo rivieren had gevormd.
De derde dag hadden ze hun kamp opgeslagen in het laagstgelegen deel van de vallei, aan de voet van een ribachtige dertig meter hoge rotswand. Onder hen stroomde het onstuimige modder-kleurige water van de Letherivier, zo genoemd naar een van de vijf rivieren uit de mythologische onderwereld. Het was de enige plek die vlak en voldoende groot was om te landen en een kamp op te slaan.
De vulkanoloog, Paul Romanski, was de leider van de expedite. Hij was mager en taai en had een dichte, zwarte baard, die een compensatie vormde voor zijn bijna kale schedel. Alles wat hij zei, werd uitgesproken met een air van beslistheid die geen tegenspraak duldde.
De drie wetenschappers waren de hele dag in de weer geweest met tachymeters en landmeetstokken. Om zes uur 's avonds begonnen ze het kamp op te breken. Ze zouden dezelfde dag nog door-reizen naar Devil's Desk en de Kukatvulkaan. Dot kon, omdat rond deze tijd van het jaar de zon pas om halftwaalf zou onder-gaan en na een drie uur durende schemering alweer boven de horizon uit zou rijzen. De geoloog, een universiteitsprofessor uit Toronto, zat vierhonderd meter verder twaalf meter hoog op een richel en was nog een paar laatste monsters aan het verzamelen. Hij was een stramme en onhandige vijftiger. Fariman was mee-gegaan om een handje te helpen bij de beklimming. Toen Romanski vanuit het kamp een schreeuw gaf om aan te geven dot het tijd was om terug te keren, begonnen Fariman en de geoloog aan de afdaling. De laatste zes meter het Fariman de geoloog aan een touw zakken. Precies op het ogenblik dot de man met zijn voeten de begane grond raakte, begon die te beven. De afgelopen twee dagen hadden ze al meermaals kleme trillingen gevoeld, maar dit was een aardbeving die hun het gevoel gaf dat de grond onder hun voeten werd weggehaald. Een ver geluid als van een aanstormende sneltrein deed hen verschrikt het hoofd omwenden. Samen met het geluid kwam de wind. Hij joeg met een enorme kracht door de kloof en verduisterde de lucht met het vulkanische stof dat hij meebracht. Hij tilde grote brokken puimsteen op en liet die honderd meter verder weer vallen. Door een gelukkig toeval bevonden Fariman en de geoloog zich uit de wind. De drie mannen in het kamp waren minder fortuinlijk. Zij werden door de kracht van de wind omvergeblazen en het rondvliegende gesteente dreigde hen te verpletteren. Op handen en voeten kropen ze naar de enige plek waar ze konden schuilen: de helikopter. Gelukkig bleek die voldoende vastgeankerd.
De wind nam af in kracht, maar nauwelijks een mmuut later volgde een tweede aardschok. Hij was heviger en duurde langer dan de eerste, alsof de aarde aan spasmische hoestbuien leed. Boven het hoofd van Fariman broken van de sterk geërodeerde rotswand richels af. Een lawine van puin en steen donderde omlaag.
Fariman, die zes meter hoog zat, kon zich nog net op tijd terugtrekken in een diepe kerf van de verticale nchel waarlangs hij bezig was af te dalen. De steenlawine drong niet tot daar door, maar tot zijn ontzetting zag hij dat de geoloog te laat reageerde. Hij bleef staan, verstard van angst, en werd bedolven onder duizenden stenen.
De wanden van de richel waarin Fariman beschutting had gezocht, bewogen zo hevig dat hij een ogenblik vreesde dat de kerf zich zou sluiten. Hij dacht dat hij zou stikken. Het vulkanische stof vulde zijn mond en neusgaten en brandde als zuur in zijn ogen. Hij kon geen hand voor ogen zien. Eindehjk hielden de aardschokken op en tegelijk ging de wind bijna geheel liggen.
In het kamp kropen Corbo en de twee wetenschappers onder de helikopter vandaan. Die had zware schade geleden. Het rondvliegende gesteente had de twee voorruiten stukgeslagen en de glazen neus vertoonde barsten. De huidbekleding aan een kant van het toestel zat vol krassen en deuken van de inslagen. Als bij wonder leken de hoofd- en de staartrotor intact, maar het staartstuk vertoonde een knik. Corbo schudde eraan met beide handen. Voorlopig hield het stand. Het zou vooral een kwestie zijn de spoedregeling van de rotorbladen zo in te stellen dat er zo weinig mogelijk trillingen naar het staartgedeelte werden overgedragen.
‘We moeten hier onmiddellijk weg,’ zei Romanski.
Corbo controleerde met de hand of de staartrotor normaal ronddraaide. ‘Akkoord.’
‘Ik bedoel nú! We laten alles achter.’
Corbo draaide het hoofd om en speurde in de richting waar Fariman zich moest bevinden. Het begon geleidelijk op te klaren. ‘Zodra Fariman en de geoloog terug zijn.’
‘Die zijn dood. Bedolven onder duizenden tonnen steen.’ De ir-ritante stem van Romanski schoot de hoogte in. ‘Als we niet opschieten, zijn we er zelf ook geweest. Na een aardschok van die kracht volgt altijd een williwaw. In zo'n smalle vallei als deze kan de wind dan snelheden bereiken tot honderd zestig kilometer per uur.’
Corbo tuurde de vallei af. Kort voor de eerste aardschok had hij gezien hoe Fariman de geoloog aan een touw had laten zakken. Op de plaats waar de geoloog had gestaan, bevond zich nu een muur van stenen. Op die plaats kon niemand meer in leven zijn. De stenen die de geoloog hadden bedolven, vormden een piramidevormige grafheuvel. Vermoedelijk lag ook Fariman daar ergens begraven. Het kon niet anders of ook hij was met de lawine mee-gesleurd.
Corbo's ogen schrijnden. De lucht ging nog altijd zwanger van het puimsteenstof. Daarmee kon je metaal doen glanzen. Hij wreef in zijn ogen. In het diffuse licht van de stofwolk zag hij beweging boven de grafheuvel.
‘Fariman leeft nog,’ zei hij opgelucht. Hij wees. ‘Daar. Op de rotswand. Hij komt naar beneden.’
Romanski keek om. Fariman zou nog heel wat hindernissen moeten overwinnen voor hij hen kon bereiken. Eerst moest hij over de grafheuvel en daarna moest hij zich een weg banen door een vallei die bezaaid lag met puin en neergestorte stenen. Halverwege was de Letherivier over een lengte van veertig meter buiten haar oevers getreden. Fariman kon daar met doorheen waden. Daarvoor was het gletsjerwater te woest en te koud. De rotswand was er minder steil. Hij kon een eindje omhoogklauteren en op die manier voorbij het overstroomde gedeelte komen. Maar dat zou veel tijd vergen. Die hadden ze niet.
‘Verrek, Corbo,’ snauwde hij. ‘Het kan uren duren vóór Fanman ons weet te bereiken. Tegen die tijd zijn we allemaal dood.’
‘Ben je getrouwd?’
‘Wat heeft dat ermee te maken?’
‘Als ik je vrouw was, zou ik alvast opgelucht zijn dat ik je kwijt was.’ Corbo draaide hem de rug toe.
‘Corbo!’
Er was iets in Romanski 's stem dat Corbo deed omkijken.
De leider van de expedite had een revolver, kaliber 45, in zijn hand en richtte die op Corbo's hoofd. Zijn gezicht en zwarte baard waren bedekt met een laag puimsteenstof, wat hem een buitenaardse aanblik gaf. De rode kleur in zijn ogen (dat kwam door de schurende uitwerking van het puimsteen), verhoogde nog dat effect. ‘Stap in de helikopter en start de motor.’
Corbo schudde het hoofd. ‘Niet voor Fariman hier is.’
‘We vertrekken zonder Fariman. Het spijt me voor hem. Schiet op.’
Corbo's ogen ontmoetten die van Romanski. ‘Lik m'n reet.’
‘Daag me niet uit, Corbo.’
Corbo's ogen kregen een gevaarlijke glans. ‘Doe die revolver weg of ik sla je verrot.’
‘Ik ben een scherpschutter, Corbo. Als je niet gehoorzaamt, schiet ik je de oren vanje kop.’
Corbo bukte zich en raapte een landmeetstok van de grond. Romanski haalde de trekker over. De kogel sloeg in de grond op een centimeter van Corbo's hand.
‘De volgende kogel belandt precies midden tussen je ogen,’ waarschuwde Romanski.
Corbo zette een stap dichterbij. ‘Houd je gemak, Romanski. Als je mij doodschiet is er niemand om de helikopter te besturen.’
‘Dat weet ik. Verrek, Corbo. Als jij nu niet opstijgt, komt dat op hetzelfde neer.’
Corbo staarde in het spierwitte gezicht en de krankzinnige rode ogen van Romanski. ‘Ik stijg op om Fanman op te halen, maar zonder jou. Als je je gedraagt, kom ik je daarna misschien ophalen.’
‘Je hunt daar nergens landen. Het ligt er vol met stenen.’
‘Ik hoef er niet te landen. Ik laat een touwladder omlaag.’
Romanski aarzelde. ‘We gaan mee. Allebei. Als het niet meteen lukt met de touwladder, vlieg je door.’
‘Akkoord,’ zei Corbo, hoewel hij wist dat het hen zo niet zou lukken. Om Fariman op te halen, zou hij dicht tegen de rotswand moeten vliegen. Het gewicht van de twee mannen kon hij missen als kiespijn.
Romanski liet opgelucht zijn revolver zakken. Corbo deed een stap voorwaarts en sloeg uit alle macht met de landmeetstok tegen Romanski's hoofd. De expeditieleider wankelde, richtte de revolver en schoot. Een kogel schampte langs Corbo's oor heen. Hij schreeuwde het uit, meer van woede dan van pijn. Voor Romanski de trekker een tweede keer kon overhalen, schopte Corbo hem in het kruis. Romanski plooide dubbel. Corbo gafhem een opstoot onder de kin. De vulkanoloog ging neer als een blok.
Corbo bukte zich en pakte de revolver of. Hij hoorde beweging achter zich. Hij draaide zich om, de revolver in de aanslag. De derde wetenschapper, een schriel mannetje, zette verschrikt een stap achteruit.
‘Wel, schoft, wil je ook een robbertje vechten?’
De paleontoloog, die de hele tijd angstig had toegekeken, schudde heftig het hoofd.
Corbo stak de revolver tussen zijn broeksband en draaide hem de rug toe. ‘Kom mee. Help me de helikopter los te maken.’
De paleontoloog haastte zich en gehoorzaamde Corbo's bevel.
Toen de kabels losgemaakt waren en Corbo zich in het toestel had gehesen, greep de paleontoloog hem bij de broekspijp vast. Zijn stem klonk hysterisch. ‘U neemt me toch mee, nietwaar? Alstublieft, meneer Corbo. Laat me niet achter.’
Corbo zette zijn voet op het hoofd van de paleontoloog en duwde hem van zich of. ‘Ik ga eerst Fariman oppikken. Dat is levensgevaarlijk.
Als ik het er levend van afbreng, kom ik jou en die andere klootzak halen, oké?'Hij was helemaal niet van plan terug te komen. Er was nog de knik in het staartstuk. Met het gewicht van twee man minder zagen hun Hansen om heelhuids de bewoonde wereld te bereiken er beter uit.
Eerst gooide hij de touwladder uit. Daarna startte hij de motor.
Die sloeg met veel moeite aan. Toen hij ten slotte kuchend tot leven kwam, luisterde Corbo bezorgd naar het zwiepen van de rotorbladen. Zo te horen hadden die de stormwind zonder al te veel schade doorstaan. Hij steeg op met het minimale toerental dot daarvoor nodig was. Zodra hij los kwam van de grond, wierp hij een blik in de richting van Fariman. Die was al begonnen met het beklimmen van de grafheuvel. Zo was het altijd algeweest: ze hadden geen woorden nodig om elkaar te begnjpen. De top van de heuvel was deplek die Corbo op de veiligste manier kon naderen om Fariman de touwladder te laten grijpen.
Een paar minuten later king hij laag boven de heuvel.
Terwijl hij op Fariman wachtte, Het hij de Bristol langzaam heen en weer zwaaien om zo het gedrag van de helikopter te kunnen beoordelen. De schade aan het staartstuk leek mee te vallen, maar Fariman moest wel opschieten. Op deze manier verbruikte het toestel onevenredig grote hoeveelheden brandstof. Bovendien zou hij straks, met deze kapotte voorruiten en de gebarsten glazen neus uiterst langzaam moeten vliegen. Dat zou de brandstofreserve niet ten goede komen. Als Fariman nog lang wegbleef, zouden ze Swikshak, de eerste landingsplaats, niet halen.
Fariman bereikte de top. Corbo bracht de Bristol omlaag, zodat Fariman de touwladder zou kunnen grijpen. Corbo zag door de gebarsten neus dat Fariman moeite had zich overeind te houden onder de neerwaartse luchtstroom. Hij wilde hem toeschreeuwen haast te maken, maar Fariman had geen aansporing nodig. Ook zonder wetenschappelijke kennis wist hij dat er ieder ogenblik een nieuwe aardschok zou kunnen plaatsvinden. Met een uiterste krachtinspanning wist hij bij een tweedepoging de zwiepende ladder tepakken te krijgen.
Vijf minuten later liet Fariman zich hijgend neervallen in de stoel ndast Corbo. Corbo verhoogde de spoed van de rotors en bracht de helikopter weg uit de gevarenzone.
‘Wat is er met jou gebeurd?’ vroeg Fariman, zodra hij weer wat op adem was.
Nu pas voelde Corbo het bloed dot tot tussen zijn kraag liep. Voorzichtig voelde hij aan zijn rechteroor. Hij raakte de wonde en floot tussen zijn tanden van de pijn. De oorlel en het onderste deel van de oorschelp waren weg. ‘Die klootzak van een Romanski heeft een stuk van mijn oor geschoten. Hij wilde niet dot ik je kwam halen.’
In enkele woorden zette hij de situatie uiteen. ‘Voor mijn part mogen ze allebei in ijsklompen veranderen. Zo heeft het Katmai National Monument er meteen een bezienswaardigheid bij.’ Terwijl hij zo sprak, legde hij het toestel in een koers die hen naar de Shelikofstraat en Swikshak op het uiterste punt van het schiereiland Kukak moest brengen.
‘Ga jij nu maarje oor verzorgen voor je doodbloedt,’ zei Fariman. Met zachte dwang maakte hij Corbo's vingers los van de collective pitch stick en nam hij de besturing over. Met een wijde bocht bracht hij de Bristol op koers om de twee wetenschappers op te pikken.
Maar toen hij de bocht beëindigde, en ietsje te veel gas gaf, voelde hij hoe het hele staartstuk begon te trillen. Nu was het zijn beurt om tussen de tanden te fluiten.
De radio kraakte en wekte Fariman uit zijn tocht door het verleden. Die dag, in de Vallei van de Tienduizend Rookpluimen, had Corbo bewezen dat hij, zijn broer niet meegerekend, de enige was op wie hij door dik en dun kon rekenen.
Maar hij wist ook dat Corbo van nature een intrigant was, een koelbloedige doordouwer, die geen middelen schuwde om iemand die hem in de weg stond, te elimineren. In Fairbanks had Fariman Corbo nogal bot de pas afgesneden toen die met zijn voorstel over Cast kwam. Misschien had hij beter eerst wat touw gevierd voor hij het voorstel kelderde.
Maar dat was geen verklaring voor wat Kobuk in zijn brief had geschreven. Evenmin als voor het verhaal van Samantha, waarin ze, in de vorm van een moderne parabel, de betrouwbaarheid van Corbo in twijfel had getrokken.
Hij kwam tot het besluit dat het geen kwaad kon zijn vriend aan een test te onderwerpen.
Op dat ogenblik kwam de HF-radio tot leven: ‘Come in Juliet Kilo Foxtrot five two. Come in Juliet…’
Fariman stak zijn hand uit naar de stuurknuppel. Dit was een kleine wereld. Samantha die in Fort Hamilton bij New York betrokken was geraakt bij een onderzoek naar Jay Corbo's oorlogsverleden en die nu, vijfduizend kilometer noordelijker, opnieuw met dezelfde man werd geconfronteerd.
Toeval?
‘II n'est point de hasard,’ had Voltaire geschreven. Er bestaat geen toeval. Toeval is het zichtbare effect van een onzichtbare oorzaak.
Als dat zo was, was Cast het effect dat hij zag, en dan wist Samantha meer over de oorzaak die hij niet zag, dan ze hem had verteld.
Hij drukte de zendknop in.
‘Ik hoor je, Jay.’
‘Je bent vroeg. Alles oké?’
‘Het weer kon beter. Gisteren zijn we in een storm terechtgekomen. Die was zo hevig dat we moesten schuilen.’
‘Schuilen? Waar?’
‘Een Nunamiut-dorp bij de Endicott Crossing.’
‘Dat dorp waar we een landingsbaan hebben?’
‘Hadden. We hebben die landingsbaan onlangs verkocht aan TAPS. Maar de overnachting was wel een hele belevenis.’
‘Een belevenis? Met wie heb je dan iets beleefd? Met de eskimo's? Of met de dame met wie je op reis bent?’
‘Rustig, Jay. Mijn tocht met Samantha is strictly business.’
‘Dat zal wel. Nog iets ontdekt dat de moeite loont?’
‘Ja. Het ziet ernaar uit dat er bij TAPS met een en ander behoorlijk wordt gemodderd.’
‘Gemodderd? Wat bedoel je?’
‘Wel ja: knoeien. Frauderen. En niet min ook.’
‘Kom nou, J.F. Knoeien? Waarmee dan?’
‘Slechte lasnaden. Honderden.’
‘Weet je dat zeker? Waar dan?’ vroeg Corbo ontstemd. Hij was de manager van Technical Audit en als de pijplijn gebreken vertoonde, hoorde hij dat te weten.
‘Om te beginnen in Coldfoot Camp. De hele ondergrondse sectie lijkt wel een zeef. Mogelijk ook op andere plaatsen. Ik…’
‘Dat is een ernstige beschuldiging, J.F. Het betekent dat de quality-controllers die daarwerken, niet deugen óf datze bij het gekonkel betrokken zijn. Ik ga onmiddellijk uitzoeken wie die kerels zijn. Reken maar dat er koppen zullen rollen.’
‘Die koppen zijn al gerold. Niet zo lang geleden zijn de twee quality-controllers van Coldfoot Camp verongelukt. Maar ik durf er mijn hoofd om te verwedden dat hun dood niets met een ongeluk te maken had. Ze werden vermoord. Allebei.’
Corbo maakte een klikkend geluid in de microfoon. ‘Vermoord? Door wie?’
‘Dezelfde persoon of personen die de aanslag op Keystone Canyon hebben gepleegd.’
‘Waarom denk je dat?’
‘Allerlei kleine aanwijzingen. Maar ik heb ook bewijzen. Ik heb hier onder meer de hand kunnen leggen op drie filmrollen die Kobuk in zijn kamer in Coldfoot Camp had verstopt. Het zijn röntgenfoto's van lasnaden, maar mijn kleine teen zegt mij dat deze foto's niets met de secties van Coldfoot Camp te maken hebben. Je mag er donder op zeggen dat er met die lasnaden iets aan de hand is. Wat, dat moetjij nu voor mij uitzoeken.’
‘Dat doe ik, maar dan moetje me eerst de filmrollen bezorgen.’
‘Dat duurt te lang. Ga naar het centraal archief. Daar hebben ze kopieën van alle röntgenfoto's.’ Hij dicteerde hem de gegevens. ‘Kobuk heeft die filmrollen niet voor niets verborgen gehouden.’
‘Goed.’ Corbo aarzelde. ‘Tussen haakjes: wie is Kobuk?’
‘Hij is een van de twee quality-controllers die vermoord werden. Hij ging er zogenaamd vandoor in een vlaag van poolkolder. De waarheid is dat hij op de vlucht sloeg. Jammer genoeg met een auto die een speciale behandeling had ondergaan, zodat hij in het midden van de ijswoestijn panne had. Wat niemand weet, is dat hij vooraf een rapport had geschreven dat heel wat duidelijk maakt. Dat rapport heb ik nu.’
Corbo zei iets dat Fariman door een kortstondige fading niet verstond.
Fariman stelde zijn wat radio bij. ‘Hoor eens, Jay. Je hebt ooit gezegd dat Cast volgens jou de aanslag in Keystone Canyon gebruikt om mij onder druk te zetten. Je zei toen ook dat Turner vermoedelijk voor Cast werkt. Maar het gaat veel verder dan dat. Cast speelt in deze affaire een veel smeriger rol dan je kunt vermoeden. Volgens het rapport is er ook nog iemand anders bij betrokken. Wie dat is, zal ik vermoedelijk weten nadat ik met de chief-quality-controller van Crazy Horse Camp heb gesproken. Zodra het weer het toelaat, vliegen we daarnaartoe.’
‘Hoe heet die persoon?’
‘Ik zeg toch net dat ik hem nog niet ken.’
‘Ik bedoel de chief-quality-controller van Crazy Horse Camp.’
‘Tarriaku. Weet je nog? Ik ontmoette hem tijdens mijn vlucht van Seattle naar Anchorage. Hij maakte me er toen al attent op dat er in Coldfoot Camp iets niet pluis was, maar door die affaire met Turner was ik dat min of meer uit het oog verloren.’
‘En je denkt dat Tamaku meer weet?’
‘Hij kan mij in ieder geval helpen om de laatste stukjes van de puzzel op hun plaats te brengen. Daarmee hoop ik het bewijs te leveren dat Cast de grote boosdoener is. En duidelijk te maken wie met hem samenspant.’
Fariman verwachtte helemaal niet dat Tamaku genoeg zou weten om Cast te ontmaskeren, maar als Corbo niet zuiver op de graat was, zou hij hierop op de een of andere manier reageren en zich verraden.
‘Stel datje die bewijzen te pakken krijgt. Wat gebeurt er dan?’ Corbo's stem klonk behoedzaam, alsof hij het antwoord liever niet wilde weten.
‘Dan maak ik alles openbaar, Jay. Op zo'n manier dat Cast geen kans krijgt zijn politieke vrienden aan het werk te zetten om de zaak in de doofpot te stoppen.’
‘Dat zal niet zo eenvoudig zijn.’
‘Toch wel. Over drie dagen is er de inhuldiging van de brug over de Koyokukrivier. Alle big shots zullen dan in Crazy Horse Camp zijn: de gouverneur, verscheidene senatoren, topmanagers en oliebaronnen, Cast. En vanzelfsprekend ook de media. Dat lijkt me het geschikte moment om op een persconferentie zijn zonderegister open te leggen.’
Gedurende een korte tijd hoorde Fariman alleen wat statisch geruis. Toen zei Corbo: ‘Dat kun je niet maken, J.F. Cast laat je vermoorden voor je de kans krijgt je mond te openen.’
‘Dat zal hij in ieder geval vroeg of laat proberen, Jay, want ik ben niet van plan te wijken voor zijn chantage. Nu stelt hij zich tevreden met Technical Audit plus vijf procent van AAD. Om de schijn te redden wil hij er zelfs een krats voor betalen. Maar zodra ik toegeef, zal hij meer willen. Je kent toch het motto dat, gegraveerd in een koperen plaat, boven zijn bureau hangt?’
‘Nee.’
‘When you ‘ve got them by the balls, the rest will follow. Als je ze bij de ballen hebt, volgt de rest vanzelf. Dat is zijn strategic, Jay. Daarom kan ik beter de confrontatie aangaan nu ik nog wapens heb om hem te bestrijden.’
‘Je maakt het me niet gemakkelijk, J.F.’
‘Wat bedoel je?’
‘Dat je me tussen twee vuren zet. Aan de ene kant wil je dat ik voor de Razdi Foundation met de vakbeweging van Cast tot een sociaal vergelijk kom en aan de andere kant lijkt het wel alsof je een privé-oorlog wilt uitvechten met hem. Verder is er je broer die me om de haverklap opbelt en die wil weten watje uitspookt.’
‘Mijn broer heeft hier niets mee te maken. Doe jij nu maar wat ik je zeg, begrepen?’
‘Zoals je wilt. Jij bent de baas. Maar of je dat nu goed vindt of niet, ik ben van plan een Defender 500 met een stuk of wat lijfwachten naar Crazy Horse Camp te sturen om over jouw veiligheid te waken. Als jou iets overkomt, krijg ik je broer op mijn dak.’
‘Oké, doe maar. Nog iets, Jay. Ik zou graag wat meer over Samantha willen weten. Soms heb ik de indruk dat ze zich nog met andere zaken bezighoudt dan alleen de BIA. Vraag Seitert haar antecedenten na te gaan. Maar zeg dat hij discreet moet blijven.’
‘Ken je haar volledige naam?’
‘Samantha K. Blake.’
‘Met de k van Kathy?’
‘Nee, van Kashina. Dat zou “Levende Geest” betekenen.’
‘Met een levende geest tem je het wildste paard.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Een indiaans gezegde, J.F. Na een nachtje met een eskimovrouw in een Nunamiut-dorp te hebben doorgebracht, zou je moeten weten wat een levende geest waard is.’
Fariman geeuwde. ‘Ik ken romantischer plekjes om met een vrouw de nacht door te brengen.’
‘Dat kan ik me voorstellen.’
‘Genoeg daarover, Jay. Bezorg me zo vlug mogelijk informatie over die filmrollen en over Samantha. Als je iets hebt, roep me dan op de zesde Gatha. Maar begin niet te kletsen voor je zeker bent dat Samantha niet meeluistert.’
‘Goed.’ Corbo schraapte de keel. ‘J.F.?’
‘Ja?’
‘Hoe zit het eigenlijk met Teheran? Wanneer ga je terug?’
‘Het lijkt wel of je me hier weg wilt hebben.’
‘Nee. Maar je broer blijft me achter de vodden zitten. Hij wil dat ikje over de streep trek. Waarom ga je niet voor een tijdje terug en laat je de pijplijn voor wat ze is? Je onderschat het gevaar. Die pijplijnwerkers zijn rauwe kerels en Cast voor de voeten lopen, betekent spelen met vuur.’
‘Ik ben niet van plan alles in de steek te laten wat ik in Alaska heb opgebouwd. Zorg jij nu maar dat ik de informatie krijg die ik nodig heb.’
Voor Corbo nog over Darius en zijn terugkeer naar Teheran kon zeuren, schakelde Fariman de radio uit.
Intussen was de zon opgekomen. Hij bleef minutenlang voor zich uit staren. Hij dacht aan zijn broer die hem gebruikt had om zijn macht te vestigen, zoals hij zelf al die jaren Jay Corbo had gebruikt. Volgens de leer van Zarathoestra, de Oud-Perzische godsdienst die zijn broer nog aankleefde, werd het heelal in twee vijandelijke kampen verdeeld: het goede dat tot de god Ahoera Mazda behoorde, en het kwade dat onder de supervisie stond van diens tegenstander Angra Manjoe. Op dit ogenblik wist hij niet tot welk kamp hij zelf behoorde.
En opeens besefte hij dat hij een grote fout had gemaakt. Hij had over de radio dingen gezegd die alleen voor Corbo bestemd waren. Maar hij was het lek uit het oog verloren. Op het hoofdkantoor van AAD of dat van Technical Audit, of op allebei, zat een spion die informatie aan Cast doorspeelde. Als Cast wist in welke maatschappijen de Razdi Foundation belangen had, dan zou hij misschien ook weten welke radiofrequentie de zesde Gatha was.
Corbo had gelijk: hij was met vuur aan het spelen.