25
‘Cast is dood,’ zei Samantha.
Fariman drukte de hoorn dichter tegen zijn oor aan. ‘Dood? Hoe kan dat? Hij was toch in hechtenis genomen?’
‘De rechter heeft hem vanochtend op borgtocht vrijgelaten. De auto die hem naar huis bracht, is van de weg geraakt en in brand gevlogen. Hij was de enige inzittende die er niet in geslaagd is de brandende auto te verlaten.’
Fariman liep met de telefoon in zijn hand naar het raam en keek naar buiten. Het was een heldere vriesdag en bij Cripple Creek vertrokken drie zesmeterspannen met eskimomenners voor een oefentocht voor de North American Championship Dog Race, die jaarlijks in maart in Fairbanks werd gehouden. Het was een pittoresk gezicht, de spannen met de negen honden die hun menner meezeulden in een wervelwind van rondspattende sneeuw. Maar een race met sneeuwmobiels, die wat verderop aan de gang was, verstoorde het uitzicht.
‘Ze hebben hem uit de weg geruimd, Sam. Hij wist te veel.’
‘Kan zijn.’
Hij ging met zijn rug naar het raam staan. Uit de richting waar Samantha stond, hoorde hij de stem van gospelzangeres Mahalia Jackson: ‘He's got the whole world in His hands,’ zong ze. Hij kon zich Samantha moeilijk voorstellen in een kerk te midden van een ritmisch bewegende en in de handen klappende menigte. Verbazingwekkend vond hij dat. Ze waren drie dagen en drie nachten samen geweest en hadden twee keer samen de dood onder ogen gezien, en nog wist hij niet welke muziek ze graag hoorde of welke boeken ze las. Hij kon zich wel levendig het gebaar voorstellen waarmee ze een lok haar uit haar gezicht streek, maar wanneer hij zich haar gezicht probeerde voor te stellen dan zag hij vooral haar ogen.
‘Ik heb je gemist, Sam.’
‘Ik jou ook.’
Sinds de dag van de noodlottige ontmoeting met Jay Corbo, nu drie dagen geleden, waren ze niet meer samen geweest. Onmiddellijk na hun terugkeer in Fairbanks waren ze door Turner in de kantoren van TAPS Security verhoord, waarna ze in de arrondissementsrechtbank op Fifth Avenue bij een onderzoeksrechter een beëdigde verklaring hadden afgelegd. Toen ze het Court House verlieten, werd Samantha opgewacht door een oudere vrouw die haar apart had genomen. Nadat ze met haar had gepraat, was Samantha naar Fariman gekomen, en had ze zich verontschuldigd. Ze moest onmiddellijk weg. Het had te maken met de BIA. Ze zei vaag iets over een zieke medewerker in Barrow Point, zonder aan te geven of ze hem moest vervangen of alleen maar een bezoek brengen. Toen hij vroeg wanneer ze elkaar zouden weerzien, had ze geantwoord: ‘Zaterdagavond in de Captain's Table.’ Vandaag was het zaterdag.
‘Alles goed met jou?’
‘Ja, alles goed.’
Het klonk niet echt overtuigend.
‘Onze afspraak voor vanavond gaat toch door?’
‘Daar bel ik je voor, J.F. Ik vrees van niet.’
‘Wat is er aan de hand?’
‘Ik moet weg. Naar Washington. Mijn vliegtuig vertrekt om zeven uur.’
‘Voor je werk? De BIA of de FBI?’
‘Allebei.’ Ze aarzelde. ‘Maar het is vooral persoonlijk.’
‘O.’
‘Het spijt me, J.F.’
‘Mij ook. Blijf je lang weg?’
‘Misschien. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat ik vlug zal kunnen terugkeren.’
Hij kneep zo hard in de hoorn dat de knokkels van zijn hand wit werden.
‘We moeten praten, Sam. Ik wil je zien voor je weggaat.’
Weer die korte aarzeling.
‘Waar ben je nu?’ vroeg hij.
‘Het Monsel Motel, bij de luchthaven.’
‘De Captain's Table is daar tien minuten vandaan. Stap in een taxi en rijd erheen. Voor de tijd dat je er aankomt, ben ik er ook.’
De Captain's Table was een stemmig restaurant, ingericht als een uitvergrote kajuit van een walvisvaarder. Op de achtergrond speelde zachte pianomuziek. Fariman was er als eerste en kreeg een tafel bij de open haard. Na tien minuten begon hij zich af te vragen of ze wel zou komen, en hij stond op het punt haar hotel op te bellen, toen hij haar zag binnenkomen. Hij sloeg haar gade terwijl ze haar wintermantel en pelsmuts aan de vestiairejuffrouw overhandigde. Daaronder droeg ze een donkere stretchjurk en kniehoge, suede laarsjes, waarmee ze in de met koperen schemerlampen verlichte ruimte langer leek dan ze was. Ze schudde haar haar los en keek zoekend om zich heen. Toen ze Fariman zag, lichtten haar ogen op. Toen ze naar hem toe kwam, voelde hij dezelfde opwinding als op die dag dat Sharon hem in het Hotel Imperial in Wenen was komen opzoeken.
Hij wilde opstaan, maar Samahtha legde een hand op zijn schouder en duwde hem weer in zijn stoel. Ze gaf hem een vluchtige zoen op de lippen, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was.
Ze ging tegenover hem zitten. ‘We kunnen niet uitgebreid eten,’ zei ze. ‘Ik heb maar een uur.’
De opwinding verdween.
‘Wat wil je drinken,’ vroeg hij. ‘Champagne?’
‘Liever niet. Laten we dat bewaren voor de momenten dat we iets leukers te vieren hebben dan een afscheid.’ Bij het woord ‘afscheid’ glimlachte ze verontschuldigend. ‘Een verse jus d’ orange volstaat.’
De kelner kwam en Fariman bestelde twee glazen, maar veranderde even later de bestelling en vroeg een bourbon. Hij kon een opkikker best gebruiken.
Ze opende haar tas en haalde daar sigaretten en een aansteker uit. ‘Een sigaret?’
‘Nee, dank je. Ik wist niet dat jij rookte.’
‘Als ik uitga. Of als ik zenuwachtig ben.’
‘Ben je nu zenuwachtig?’
‘Natuurlijk ben ik dat. Er bestaat vast wel wat leukers dan halsoverkop te moeten verhuizen. Woning afsluiten. Vrienden waarschuwen. Bevoegdheden overdragen. Laatste rapporten opstellen. De dood van Cast.’
‘Zijn er nog aanwijzingen wat de daders betreft?’
‘Nee. Maar voor North State Union komt zijn dood als een geschenk uit de hemel. Het is trouwens niet zeker dat hij werd vermoord. Het kán per slot van rekening nog altijd een ongeluk zijn.’
‘Maar je twijfelt.’
Met een wip haalde ze een sigaret uit het pakje, maar stak hem niet in haar mond. ‘Optreden tegen een vakvereniging is altijd een delicate zaak. De FBI had na de arrestatie van Cast met North State Union afgesproken dat de vereniging zelf intern orde op zaken zou stellen. Misschien hebben ze dat wat al te letterlijk opgevat.’
‘Blijkbaar.’
Ze klikte haar aansteker open en stak de sigaret op. ‘Hoe is de toestand bij AAD?’
‘Je bedoelt wat de mogelijke handlangers van Corbo betreft? Moeilijk te achterhalen of die er ook echt zijn. Maar je kent de methode in Alaska. Al wie met Corbo bevriend was, met of voor hem werkte, al wie 's ochtends alleen nog maar goedemorgen tegen hem zei, werd zonder verdere plichtplegingen aan de deur gezet.’ Hij grinnikte. ‘Met uitzondering van mezelf natuurlijk.’
Ze glimlachte plichtmatig.
‘Hetzelfde gebeurde bij TAPS,’ vervolgde hij. ‘In alle werkkampen werd een grote schoonmaak gehouden. Ingenieurs, landmeters, ploegbazen, lassers, chauffeurs, laboranten, al wie geweten kón hebben wat er aan de hand was, de leiding had over bepaalde secties, of tewerkgesteld was op plaatsen waar slechte lasnaden werden gevonden, werd aan de deur gezet. Schuldig of niet.’
Samantha knikte. ‘De wet van Alaska: eigen belang eerst.’
De kelner bracht de drankjes en legde een menukaart op de tafel.
Fariman nam zijn glas. ‘Op een spoedige terugkeer dan maar.’
Samantha bestudeerde haar sigaret. ‘Tja.’
Fariman nam een slok van zijn bourbon en wachtte af.
Hij wist met zekerheid dat ze hem nu zou vertellen waarom ze hem niet meer wilde ontmoeten.
Ze zei: ‘De kans op een spoedig weerzien is klein.’
‘Jammer.’
Ze wierp een blik op de pianist. ‘Maintenant je sais,’ zei ze.
‘Wat weet je nu?’ vroeg Fariman.
‘Het liedje heet zo. Het is van een oude Franse acteur met zilverwit haar. Jean Gabin heet hij.’
‘Misschien bevond hij zich in dezelfde situatie als wij. Misschien vond hij het ook jammer.’
Ze zuchtte. ‘Het zou ons leven er alleen maar ingewikkelder op maken, denk ik.’
‘Is het indiscreet te vragen waarom?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Toen ik je in het Nunamiut-dorp over mijn relatie met Seymour vertelde, was mijn verhaal niet ten einde.’
Hij trok zijn wenkbrauwen op, maar zei niets.
‘Wat ik je er niet heb bij verteld, is dat ik drie maanden zwanger was toen we uit elkaar gingen. Toen bleek dat ik in verwachting was, plaatste ik Seymour voor de keuze: het leger of ik. Met mij trouwen terwijl het onderzoek nog volop aan de gang was, betekende dat hij riskeerde oneervol te worden ontslagen. Hij kon het leger natuurlijk ook uit eigen beweging verlaten, maar plicht en eer dragen voor Seymour het uniform van het Korps Militaire Justitie. Het zal je dus niet verbazen dat hij voor het Korps koos. Zijn beslissing was eigenlijk een opluchting voor mij. Ik was op dat ogenblik al behoorlijk aan hem gaan twijfelen, genoeg om er de voorkeur aan te geven dat het kind mijn naam zou dragen.’
Fariman keek toe hoe ze haar sigaret op de rand van de asbak legde en kleine slokjes van haar jus d'orange dronk. ‘Wat is het?’ vroeg hij.
Ze zette haar glas neer. ‘Hoe bedoel je?’
‘Is het een jongen of een meisje?’
‘Een jongen. Hij heet Kiata, naar zijn indiaanse grootvader. Toen ik door de BIA voor dit onderzoek naar Alaska werd gestuurd, liet ik hem bij mijn ouders in Manassas, Virginia. Dat is een forensenstadje in de buurt van Washington DC.’
Fariman staarde haar aan. Ook Sharon had een zoon gehad van een man met wie ze niet was gehuwd. Hij voelde zich op een vreemde manier tekortgedaan. Hij was wel gehuwd en had alleen dochters.
‘En verder?’
Ze nam haar sigaret op en tikte de as eraf. ‘Seymour behoort tot een oud Bostons geslacht. Zijn vader is senator voor de staat Massachusetts en zijn oom zetelt in het Hooggerechtshof. Een van zijn broers werkt als rechtskundig adviseur in het Witte Huis. Om maar te zeggen dat zijn familie de nodige invloed kan laten gelden.’ Ze nam de tijd voor een trek aan haar sigaret en blies de rook uit. Toen Kiata een jaar oud was, begon Seymour ineens moeilijk te doen. Hij was ondertussen getrouwd met de dochter van een viersterrengeneraal en eiste het vaderschap op van Kiata. De rechtbank heeft hem dat zonder al te veel problemen toegestaan. Nu gaat hij een stap verder. Hij eist ook de ouderlijke macht op over mijn zoon.’
‘Maar waarom?’ vroeg Fariman. ‘Hij is getrouwd. Heeft hij dan geen eigen kinderen?’
‘Nu blijkt dat zijn vrouw geen kinderen kan krijgen,’ antwoordde Samantha bitter. ‘Hij steunt zich op het feit dat ik door mijn werk te veel afwezig ben en dat het kind geen vader heeft. Begrijp je nu waarom ik terug moet?’
Fariman luisterde met verstomming. Het was alsof de geschiedenis zich herhaalde. Ook Sharon was haar hele leven om het hoederecht van haar zoon in een bittere strijd gewikkeld geweest met de natuurlijke vader.
‘Het zou een oplossing voor jou zijn zelf ook te trouwen,’ zei hij. ‘Daarmee vervalt zijn bijzonderste argument. Ik stel me meteen kandidaat.’
Ze bestudeerde haar sigaret. ‘Je bent al getrouwd, J.F. Het is doorgaans niet mijn gewoonte andermans huwelijk op de klippen te helpen.’
‘Dat huwelijk bestaat alleen nog op papier, Sam. Trouwens, ik ben niet alleen bezig in de Razdi Foundation schoon schip te maken. Ik heb mijn advocaat gisteren nog opdracht gegeven een vraag tot echtscheiding in te leiden. Ik ga je niet verhelen dat onze kennismaking mijn beslissing heeft beïnvloed.’
Ze concentreerde zich nog steeds op haar sigaret.
‘Je hebt me behekst, Sam. Van bij onze ontmoeting in de Aurora Follies.’ Hij glimlachte, zoals iemand die weet dat hij een verloren zaak bepleit. ‘Je spookt dag en nacht door mijn hoofd.’
Ze drukte haar sigaret uit in de asbak en veegde de as tot een hoopje. ‘Weet je zeker dat ik degene ben die door je hoofd spookt, J.F.? En niet die Sharon?’
Hij staarde haar aan. ‘Ik heb je al gezegd dat Sharon verleden tijd is.’
Achter zijn rug schraapte de kelner zijn keel. Fariman keek om.
‘Hebben jullie al een keuze gemaakt?’ vroeg de kelner.
Samantha keek op haar horloge. ‘Het spijt me, J.F. We hebben te lang gepraat. Ik moet ervandoor of ik mis mijn vliegtuig.’
Heel even wilde hij haar vastgrijpen en haar smeken niet weg te gaan. Maar dat moment ging voorbij. Sam had gelijk. In haar ogen zag hij de weerspiegeling van het vuur achter zijn rug, en hij wist dat die glanzende ogen zijn leven zouden kunnen veranderen. Toch waren die ogen nog altijd de ogen van Sharon.