11
SIMON

Simon had de koers van Desert One naar Teheran al uitgestippeld nog voor hij van Wadi Kena was opgestegen en voerde de gegevens in op de automatische piloot.

‘Hofman? Meld je.’

Simon reageerde niet. Als Misery wilde dat zijn opdracht niet doorging, moesten ze hem maar uit de lucht schieten.

Hij dronk wat thee en at een biscuit. In het vliegtuig had hij genoeg mondvoorraad om het met drie mensen een paar dagen uit te houden.

‘Hofman?! Hoor je mij? Meld je!’

De gevolgen van het afgelasten van Eagle Claw drongen nu pas in hun volle omvang tot hem door. Nadat hij Nina en Cyrus had opgepikt, zou hij doorvliegen naar het vliegveldje van Manzariyeh. Daar zou hij, afhankelijk van omstandigheden, nogmaals brandstof innemen of, als dat om welke reden ook niet kon, met Nina en Cyrus mee geëvacueerd worden met de C-141 Starlifter van Delta.

‘Hier Misery. Hofman onmiddellijk melden. Ik herhaal: Hofman moet zich melden! Nu!’

Simon zette de radio uit.

Aangezien Eagle Claw was afgeblazen, zou het commandoteam dat het vliegveld van Manzariyeh moest veroveren niet meer uitrukken. Hij zou dus op eigen krachten en zonder gelegenheid tot bunkeren uit Iran moeten zien weg te komen. Hij haalde er de lucht- en de wegenkaart bij en begon koortsachtig te rekenen. Dat zag er niet zo mooi uit. Het vliegbereik van de Fairey tot de grens van een van de omliggende landen was kantje boord, welke richting hij ook zou kiezen. De kortste afstand was Irak, maar daar zou hij met zijn passagiers van de regen in de drup komen. Saddam Hoessein zou hen ofwel onmiddellijk uitleveren ofwel beschuldigen van spionage en laten ophangen. Turkije was de meest voor de hand liggende wijkplaats, maar het grensgebied daar was ook de best bewaakte regio van Iran. Er bevonden zich in de Iraanse driehoek tussen de grenzen van Turkije, Armenië en Azerbidzjan nogal wat kazernes en militaire vliegvelden en de radar zou er vermoedelijk ook nog wel werken. Ook de afstand was op het randje af en als hij het net niet zou halen, was er in het onherbergzame gebied langs de grens zo goed als geen kans om een geslaagde noodlanding uit te voeren.

Hij legde de luchtkaart opzij en staarde naar de wegenkaart. Waarom niet naar Turkmenistan? De directe route over Sari en Gorgan langs de Kaspische Zee diende hij te mijden. Het kustgebied wemelde van grote en kleine steden en kustbadplaatsen met eigen vliegvelden en eenmaal dat hij geseind was zouden ze hem met gemak kunnen onderscheppen. Hij kon er natuurlijk ook met een grote boog omheen vliegen. Hij zou dan de hele tijd boven de Dasht-e-Kavir blijven, de grootste woestijn van Klein-Azië en vervolgens zou hij tussen de twee woestijnstadjes Minudasht en Bojnurd, die honderden kilometer uit elkaar lagen, Turkmenistan binnenglippen.

De vraag was of hij genoeg brandstof had om die omweg te maken. De twee brandstofmeters wezen onveranderlijk nul aan.

Hij vouwde de kaarten op en legde ze in het kaartenrek onder het dashboard.

De Fairey kwam onverwacht terecht in een gebied van turbulentie en schommelde hevig. Simons ogen schoten naar de instrumenten: kunstmatige horizon, snelheidsmeter, stijgsnelheidsmeter, hoogte- en andere meters. Alles normaal. Behalve de brandstofmeters. Om zijn gemoed te luchten gaf hij er een paar stevige tikken op.

Geweldig.

Hoe kon hij in die omstandigheden een ontsnappingsroute berekenen?

Misschien wist Cyrus wel een uitkomst. Het kon niet anders dan dat hij er al over had nagedacht. Hij of zijn vertrouwensman. Tenslotte hadden ze zelf om een vliegtuig gevraagd.

Simon wierp een blik naar buiten, naar de grijszwarte leegte onder hem. Tegelijk met zijn verlangen Nina uit de ellende te halen zag hij ernaar uit Cyrus opnieuw te ontmoeten. De vorige ontmoetingen waren gekleurd geweest door dramatische gebeurtenissen die zijn aandacht van hun mogelijke verwantschap hadden afgeleid: de ontvoering van maman, de belegering van Chinvat door islamitische revolutionairen en de val van de onneembaar geachte vesting, het dramatische einde van Darius en Fariman Razdi en ten slotte hun ontsnapping uit de Apocalyps met een Piper Turbo waar Cyrus voor had gezorgd. Al met al was het dankzij de tussenkomst van Cyrus geweest dat hij destijds Iran was binnengekomen, zo niet zou hij er nooit in geslaagd zijn maman uit de klauwen van Darius Razdi te bevrijden. Ze zouden allemaal in Chinvat omgekomen zijn, hijzelf, maman en ook Nina.

Ja, hij was Cyrus wel een wederdienst verschuldigd.

Opnieuw turbulentie. Hij ging wat steviger zitten. Boven de tienduizend voet zou hij daar minder last van hebben, maar door op lage hoogte te blijven was de kans kleiner om opgemerkt te worden.

Hij dacht aan maman, die de helft van haar leven een voortvluchtig bestaan had geleid om haar zoon uit handen te houden van de nietsontziende Darius Razdi. Een man die in zijn leven maar één streven had gehad: wereldheerschappij. Al wie hem daarbij in de weg stond, werd vertrappeld. Hij had meer doden op zijn geweten dan Darius de Grote toen die 2600 jaar geleden het Perzische rijk vestigde.

Razdi is je vader niet, Simon. Hij heeft me verkracht maar hij heeft me niet zwanger gemaakt. Zijn broer Fariman sloeg hem met een kruisbeeld buiten westen vóór hij… zover was.

Met die woorden was maman tussenbeide gekomen toen Darius Razdi op Chinvat zijn broer Fariman naar de keel vloog omdat die niet wilde getuigen dat hij de vader was. Fariman had hem uitgelachen. Je bent nooit in staat geweest de twee uit elkaar te houden, grote broer, had hij gezegd: de stichting van je economisch imperium en je mythische fantasma's. Je besteedde meer aandacht aan de zoektocht naar je vermeende tweelingzoon dan aan de strijd tegen Khomeini en zijn religieus extremisme. Geen wonder dat het land in rep en roer is.

Nee, een man die zoveel op zijn geweten had, kon onmogelijk zijn biologische vader zijn.

En als de een zijn vader niet was, kon de ander zijn halfbroer niet zijn. Wat natuurlijk niets afdeed aan zijn plicht Cyrus te helpen.

Een eind verderop zag hij in de oneindige leegte van de woestijn een vuurtje met daarnaast de gehurkte gestalten van drie mannen. Wat verder stond een pick-up met in de laadbak twee geiten. De tijd dat de kameel het schip van de woestijn was, behoorde tot het verleden.

Hij dacht aan majoor Snuffer, die herhaaldelijk had laten uitschijnen dat wat hem betrof Cyrus best zijn broer kon zijn. Het ergerde hem dat Snuffer daarmee de verklaringen van maman in twijfel trok.

Om niet pal over de mannen bij het vuurtje te vliegen maakte hij een flauwe bocht naar rechts, kwam weer horizontaal en beschreef toen een bocht naar links.

Eén ding was zeker: als dit achter de rug was, wilde hij de waarheid kennen. Hij zou het uitzoeken tot op de bodem. Misschien kon een bloedproef klaarheid brengen. Hij wist dat mensen ingedeeld werden in vier groepen naargelang de samenstelling van hun bloed A, B, AB of O en dat de ene bloedgroep ongeschikt is voor transfusie op mensen met een andere groep. Soms kon aan de hand van dat bloedgroepenonderzoek de afstamming bepaald worden. In dit geval was er natuurlijk het probleem dat de eventuele vaders geen van beiden nog in leven waren. Hoe zat dat dan? Kon je ook door analyse van het bloed van de twee zonen uitsluitsel krijgen?

Hij was nog volop in gedachten verzonken toen hij aan de einder de eerste tekenen van de bewoonde wereld zag. Het begon met een weggetje door de woestijn dat schijnbaar nergens begon en nergens heen leidde. Wat verder lag een uitgebrand wrak van een auto. Hij zag meer wegen en af en toe een vervallen hut of een roestige pijpleiding die midden in de woestijn ophield.

Op het ogenblik dat hij Teheran in zicht kreeg en heel in de verte de Arc de Triomphe-achtige contouren van het vrijheidsmonument aan Azadi Square herkende, brak de dageraad aan.

Hij schakelde de automatische piloot uit.

Boven de stad hing een bruine nevel, hoofdzakelijk afkomstig uit de schoorstenen van de elektriciteitscentrale en van de chemische fabrieken aan de westkant van de stad. De vuile lucht belemmerde zijn zicht maar zorgde er ook voor dat hij vanaf de grond moeilijk te identificeren zou zijn.

Hij vouwde het stratenplan open. Met de kaart op zijn knieën oriënteerde hij zich op het trapeziumvormige vliegveldje van Deshen Toppeh dat zich aftekende als een donkere vlek tussen de lage sloppenwijken aan de oostelijke rand van de stad. Het duurde even voor hij uit het warnet van pleinen en straten wijs raakte, maar toen hij honderd voet hoger ging vliegen, herkende hij Damawand Road.

De zon was intussen tot boven de horizon geklommen en trok lange schaduwen tussen de huizen en de spaarzame bomen. Op een zeldzame bestelwagen of motorfiets na was alles rustig, de stad was nog in een diepe slaap.

Met zo min mogelijk vermogen vloog hij tot de rotonde aan het begin van Damawand Road, verlegde zijn koers naar het oosten en volgde de stadsboulevard tot waar deze overging in een met asfalt geplaveide rijweg die zich verloor in de oneindigheid van de Grote Zoutwoestijn. Hij zag nergens weerkaatsing van spiegels, rooksignalen of enige andere tekens die hem naar een landingsplaats moesten leiden. Ook de twee zoutplaten aan de rand van de stad vielen nergens te bekennen. Misschien kwam dat door een verkeerde lichtinval, ofwel hadden Cyrus en Snuffer niet dezelfde plattegronden gebruikt.

God, al die gevaren doorstaan en dan de juiste plek niet kunnen vinden…

Hij keerde terug en vloog laag over een villawijk, angstvallig dicht bij het vliegveld. Ook daar was geen teken van leven. Tussen de laatste huizen, moderne gebouwen van twee verdiepingen met carports en omringd door tuinen met sierheesters en heggen zag hij een uitgestrekt terrein, vlak en begroeid met gras dat aan alle kanten was afgezet met brede stroken amandelbomen. Een Landrover reed plankgas naar de andere kant van het terrein waar hij uit het zicht verdween. Hij was bijna ter hoogte van het perceel toen plots een groepje mannen in donkere kleren en met gebreide mutsen op het hoofd uit de schaduw van de bomen tevoorschijn kwam. Ze droegen automatische wapens die allemaal in zijn richting wezen.

Simon gooide het roer hard stuurboord en ging op vol vermogen. De Rolls Royce brulde als een dolgeworden stier, hard genoeg om het hele stadsgedeelte onder hem wakker te schudden. Hij verwachtte ieder ogenblik doorzeefd te worden door kogels. Terwijl hij probeerde afstand te nemen, keek hij om. De groep was uiteengevallen in individuen die als gekken naar de randen van het grasveld holden en ondertussen met hun pistoolmitrailleurs boven hun hoofden zwaaiden om zijn aandacht te trekken. Hij zag anderen die op regelmatige afstanden posities innamen en met zaklantaarens zwaaiden waarvan het schijnsel in het ochtendlicht niet de minste uitwerking meer had.

Simon liet het vliegtuig een korte bocht beschrijven en keerde terug. De weide, die zo-even nog een uitgestrekt grasveld was, leek nu ze als landingsbaan zou moeten dienen nog slechts een zakdoek groot.

Geen tijd om na te denken. Hij rolde naar rechts, bracht het grasveld voor zijn motorkap en klapte het landingsgestel neer.

Voor een langzame glijbaan naar het begin van het grasveld stonden de bomen in de weg. Naar de hel ermee. Hij gleed zijwaarts naar een opening tussen de bomen en gebruikte de luchtverstoorders om omlaag te komen. De toppen van de vleugels sloegen door wat lage twijgen, hij kwam op de wielen neer, sprong op, kwam weer neer en rolde uit in een waaier van gras en zand.

Hij kwam tot stilstand ruim voor het eind van het grasveld. Daar werd hij opgewacht door een breedgeschouderde man met gebogen neus en een vierkante kaak, die groter en knapper was dan de Cyrus die hij in gedachten had.