8
CYRUS

‘Simon, wacht op mij’, riep Nina, hijgend van inspanning.

Cyrus bleef staan. Dat Nina hem met zijn broer verwarde op een ogenblik dat hij zijn leven voor haar waagde, leek hem onwaarschijnlijk.

‘Wat zei je?’ vroeg hij. ‘Simon?’

Ze keek naar zijn mond zoals iemand die niet meer hoort en die de woorden van je lippen probeert af te lezen. Hij richtte de stralenbundel van zijn zaklantaarn op haar lichaam en het krachtige licht drong dwars door het grijs katoenen kleed. Ze droeg niets onder het kleed, zelfs geen beha of onderbroekje, en de contouren van haar borsten en haar kruis tekenden zich af als bij een schimmenspel.

Hij wachtte tot ze bij hem was en trok haar mee, voorbij de portiersloge die nog grotendeels intact was. In de vernielde deuropening verscheen onverwacht een agente van de zedenpolitie. Haar uniform zat onder het stof en haar linkerarm hing aan haar lichaam als de vleugel van een aangeschoten vogel.

Cyrus wees met zijn kalasjnikov en de agente maakte voorzichtig met één hand het koppel waaraan haar holster bevestigd zat los en stak haar gezonde arm omhoog. ‘Alstublieft, agha’, smeekte ze. ‘Niet schieten.’

Cyrus schudde het hoofd. ‘Verkeerde vraag’, zei hij en hij schoot haar zonder een spier te vertrekken in haar borst.

Door de kracht van de kogel tuimelde de vrouw achterwaarts in de portiersloge. Hij haakte een handgranaat van zijn koppel, trok de pin eruit en gooide ze met een onderhandse beweging naar binnen.

Hij rende voort, Nina met zich meetrekkend. Ze waren buiten bereik nog voor de handgranaat de portiersloge en al wie zich daar nog binnen bevond, met een daverende klap vernietigde.

Nina struikelde en verloor een van haar blokschoenen. Ze uitte een kreet van pijn toen ze met haar blote voet op een scherp voorwerp trapte. Cyrus pakte haar op en legde haar over zijn schouder. Met een paar reuzenschreden bereikte hij de straat. Er stonden twee Pazhans en een bestelwagen van de Teheraanse Elektriciteitsmaatschappij, alledrie met draaiende motoren. Cyrus schoof Nina in de laadruimte van de bestelwagen, sprong er ook in en klapte de schuifdeur dicht. Nog voor hij zijn plaats naast de bestuurder had kunnen innemen, ging die er met loeiende motor vandoor. De andere strijders sprongen vliegensvlug in de Pazhans en volgden. De drie auto's reden in volle vaart door de nog halfduistere straten van Farahabad en Soleymanieh tot ze de rotonde aan het kruispunt van Mazandaran en Damawand Road voor zich hadden. Daar liet Cyrus de bestuurder van de bestelwagen halt houden en gaf hem het bevel over te stappen in een van de Pazhans. Hij schoof zelf achter het stuur, wachtte tot de Pazhans uit het zicht verdwenen waren en vervolgde toen met een matig gangetje zijn weg. Driehonderd meter voorbij het Deshen Toppeh vliegveld sloeg hij rechts af en kwam in Tehran Now, een nieuwe wijk met moderne villa's op grote percelen met veel groen. Bij een van de laatste villa's, een elegant modern gebouw van twee verdiepingen in een klein park dat geheel van wit graniet gebouwd was, hield hij halt voor een met camera's bewaakte ijzeren poort. De poort zwaaide vanzelf open en hij reed binnen.

Musa, omringd door twee gewapende lijfwachten, wachtte op hem voor de carport. Hij keek zwijgend toe terwijl Cyrus Nina hielp uitstappen.

‘Nina, dit is Musa. Hij hielp me jou te bevrijden. We zijn hem heel wat verschuldigd.’

Musa monsterde haar met achterdochtige ogen. Het leek wel of hij zich afvroeg wat er aan deze volslanke brunette zo bijzonder was om er het leven van zijn manschappen voor op het spel te zetten.

Nina streek een lok haar uit de ogen en knikte, niet wetend of ze hem een hand moest geven of gewoon bedanken.

Musa gaf een teken dat ze hem moesten volgen. Ze kwamen in een grote hal met in het midden een beeldhouwwerk en een brede marmeren trap.

‘Ik zal je eerst je kamer wijzen.’

Ze gingen allemaal naar boven en bekeken hun kamers. Voor Nina was dat een luxueuze suite met een enorm chique badkamer. In het salonnetje stond op de lage tafel een samowaar met gloeiende thee, schalen met broodjes, kaas en fruit.

Musa wees naar een binnenhuistelefoon. ‘Als je nog iets nodig hebt, bel je maar.’ Hij draaide zich om en terwijl hij naar de deur liep, zei hij over zijn schouder: ‘Kom je mee, Cyrus? We hebben nog een en ander te bespreken voor we een nieuwe fase ingaan.’ Hij verliet de kamer.

Nina liet zich voorzichtig in een stoel bij de open haard zakken. Ze rilde.

‘Hoe voel je je?’ vroeg Cyrus.

Ze forceerde een glimlach. ‘Dat gaat wel. Al wat ik nodig heb is een bad, wat rust en wat eten.’

Ze heeft de afgelopen week heel wat meegemaakt, dacht Cyrus, en je zou verwachten dat dat zijn sporen heeft achtergelaten, maar verhoudingsgewijs viel dat nog mee. Toen ze haar arm omhoog bracht om haar haar uit de ogen te strijken, zag hij hoe haar tepels zich aftekenden onder het katoenen kleed en hij voelde hoe een verzengende hitte zich als een steppebrand door zijn borst verspreidde. Hij herkende dat gevoel. Hij had altijd al iets gehad met hulpeloze vrouwen en de geur die samenging met angst en pijn.

Plotseling betrapte hij zich erop dat hij haar aanstaarde en met een ruk wendde hij zijn blik af. Gelukkig had ze het niet gemerkt.

‘Ik breng je zo meteen een drankje dat je moet innemen voor je je te slapen legt. Je zult je morgen veel beter voelen. Dat zal nodig zijn.’

Ze knikte afwezig. ‘Nodig?’

‘Morgen gaan we ervandoor. Omstreeks middernacht.’

‘Hoe?’ vroeg ze werktuiglijk.

‘Met een vliegtuig. We worden in het geheim opgepikt. Je raadt nooit wie de piloot is.’

Ze keek op, plotseling een en al aandacht. ‘Wie?’

‘Simon.’

‘Simon?’ Haar ogen werden opeens vochtig van blijdschap. ‘Is dat echt? Hoe heb je dat kunnen regelen?’

Hij streelde haar over het hoofd. ‘Dat vertel ik je later wel, als we wat meer tijd hebben. Zal ik nu eerst dat drankje brengen?’

‘Wacht nog even. Ik ga eerst in bad.’

‘Goed.’ Hij wilde weglopen, maar ze hield hem tegen. ‘Kun je Musa vragen of hij ergens wat kleren voor me heeft? Schoenen? Een broek? Een trui?’

‘In de garderobe vind je alles wat je nodig hebt’, zei hij. ‘De vroegere bewoner was onderprefect van Teheran. Toen de revolutie uitbrak, is hij met zijn vrouwen op de vlucht geslagen. De vrouwen hebben haast alles achtergelaten.’

Musa wachtte op hem in een salon zo groot als een tennisveld. Hij stond met zijn rug naar een raam dat uitzag op het park en een leeg vlindervormig zwembad. Op de tafel stond een schaal met cashewnoten, die hij aan Cyrus aanbood. Cyrus schudde het hoofd.

‘Heb je al een geschikte landingsplaats uitgezocht?’

Musa deed een greep in de schaal en stopte een paar noten in zijn mond. ‘Hiernaast ligt een grasveld dat voldoende groot is.’

‘Is het terrein al gemarkeerd?’

‘Nee. Daar wachten we mee tot kort voor hij gaat landen. Bovendien…’

‘Ja?’

‘Hebben we eerst nog een paar details te regelen.’

‘Zoals?’

Musa liep naar de tafel en pakte een dun mapje op. ‘Dit moet je tekenen. Het bevat de bijzonderste bepalingen van onze overeenkomst. Er is wel iets veranderd.’

‘Wat?’

‘Het afromen van de olie-inkomsten van Iran. Dat wordt uitgesteld.’

Cyrus' ogen vernauwden. ‘Waarom?’

‘We hebben al ons geld nodig voor dringender zaken.’

‘Wat is er dringender dan Iran op internationaal vlak te laten meespelen?’

‘Overleven.’

‘Wat overleven? Honger? Dorst?’

‘Oorlog.’

‘Met wie? Amerika?’

‘Irak. De spanningen tussen de twee landen lopen steeds hoger op. Er zijn al verscheidene grensincidenten geweest.’

Cyrus wist dat de relaties tussen de twee landen helemaal verzuurd waren, maar hij dacht niet dat het zo'n vaart zou lopen. ‘Dat gekrakeel met Irak is weinig meer dan een propagandaoorlog’, zei hij.

‘Het is meer dan dat’, weerlegde Musa. ‘Saddam Hoessein is bang dat de islamitische revolutie naar Irak zal overwaaien. Daarom heeft hij de geestelijke leider van de sjiieten in Bagdad, een persoonlijke vriend van Khomeini, onder huisarrest geplaatst. Die heeft op zijn beurt in Irak een ondergrondse sjiitische “bevrijdingsbeweging” gesticht die ervan verdacht wordt de hand te hebben in een mislukte moordaanslag op de Iraakse vice-president Tariq Aziz. Saddam Hoessein nam represailles. Tientallen vooraanstaande sjiieten werden, meestal na zware martelingen, terechtgesteld.’

‘Het is in Irak nooit anders geweest. De soennitische minderheid onderdrukt de sjiitische meerderheid. Onderdrukking gebeurt overal, meestal openlijk en brutaal in dictaturen, maar soms ook in democratische landen zij het dan via gemanipuleerde media of afspraken tussen politici. Het excuus is meestal godsdienst of taal.’

‘Of bezit. Saddam Hoessein eist drie eilandjes op in de Straat van Hormoes en wil dat we het gebied in de monding van de Sjat al-Arab aan hem afstaan. Het is hem om de olie te doen.’

‘Olie is macht.’

‘Hij denkt dat Iran na de val van de sjah verzwakt is en dat hij ons zijn wil kan opleggen. Daar zal hij bekaaid afkomen.’

‘Dat geldt voor Iran net zo goed. De twee landen hebben aan weerszijden van de grens zeer kwetsbare olie-installaties en -velden. Als het tot een totale oorlog komt, brengen jullie allebei je belangrijkste inkomstenbronnen in gevaar.’

‘Wat ons bij het tweede punt brengt dat aan de overeenkomst is toegevoegd. Mijn honorarium.’

‘Mijn wat?’

‘Vergoeding. Compensatie voor mijn logistieke steun. Voor de manschappen die ik geleverd heb om jouw lief te bevrijden. Geld om mijn agenten in het buitenland te bekostigen die voor jou op zoek moeten naar de leden van de Hogere Raad.’

‘Die compensatie krijgt je uit de winsten van de stichting die ik voor jou zou beheren.’

‘Daar kan ik niet op wachten. Ik heb het geld nu nodig. Ik heb een rekening geopend in Zwitserland. Wat dacht je van een tien miljoen dollar?’

Als hij daarmee over de diensten van de SAVAMA in het buitenland kon beschikken, vond Cyrus de eis niet eens overdreven. Hij protesteerde voor de vorm.

‘Voor die prijs kan ik een eigen leger oprichten.’

‘Maar geen inlichtingendienst die zijn tentakels uitstrekt over de hele wereld.’

‘Je overdrijft.’

‘Helemaal niet’, zei Musa ernstig. ‘Je vergeet dat het woord islam onderwerping betekent, onderwerping aan de wil van God, maar ook aan hun wereldlijke en geestelijke leider en dat is de ayatollah Khomeini. Dus ook onderwerping aan mij want ik ben Khomeini's rechterhand. Als je de lijn doortrekt, is iedere moslim, waar ook ter wereld, aan Khomeini en aan mij gehoorzaamheid verschuldigd.’

‘De soennitische islamieten in Irak denken daar anders over.’

‘Dat zal veranderen nadat ze de oorlog hebben verloren.’

‘Ben je niet bang dat Amerika de kant van Saddam Hoessein zal kiezen?’

‘Niet zolang we de gijzelaars in handen hebben. Zodra we het Iraaks leger hebben opgerold, zullen we hen uitleveren.’

‘Dat zou wel eens lang kunnen duren.’

‘Minder lang dan je denkt. Zo gauw de oorlog uitbreekt, zullen de sjiitische islamieten en de Koerden in Irak in opstand komen en Saddam Hoessein van zijn troon stoten.’

Cyrus had daar zijn bedenkingen bij, maar die sprak hij niet uit.

‘En dan?’

‘Dan gaan wij tweeën in perfecte harmonie de westerse wereld veroveren. Jij via jouw plan van economische infiltratie en uitholling, wij door de islam als een revolutionaire godsdienst op te leggen aan de corrupte regeringen van het Westen via een niet te stuiten stroom van immigranten.’

Cyrus was niet zo naïef te geloven dat de islamitische wereldrevolutie via immigranten een kans van slagen had. Integendeel, de uitgeweken islamieten zouden zich verzadigen aan de westerse vleespotten en zich integreren in de landen waar ze verbleven. Hij tuitte de lippen en deed of hij nadacht. ‘Even resumeren’, zei hij. ‘Jij zorgt ervoor dat mij niets overkomt, niet bij mijn vlucht uit Iran, en ook niet als ik me in het Westen heb gevestigd. Je spoort de afvallige leden van de Hogere Raad voor me op en helpt me hen te overtuigen van hun ongelijk.’

‘Dat laatste kan even duren. Voorlopig heb ik al mijn manschappen nodig om de oorlog te winnen.’

‘Dat geldt dan ook voor de tien miljoen dollar. Zo lang die vier raadsleden me in de weg staan, kan ik niet vrij over de fondsen van de Foundations beschikken.’

Musa bracht zijn gezicht dicht bij dat van Cyrus. ‘Als je weet wat goed voor je is dan vind je wel een weg om me te betalen.’

Cyrus wuifde met zijn hand voor zijn gezicht. ‘Oef. Wat heb jij gegeten?’

Musa ademde langzaam in en liet de lucht weer via zijn neusgaten ontsnappen. ‘Ik raad je aan me au sérieux te nemen.’

Cyrus negeerde de bedekte bedreiging. ‘Misschien kan ik iets versieren via de Bank Melli Iran’, zei hij nadenkend. ‘Wat dacht je van een voorschot van één miljoen?’

Musa legde de map op de tafel en klapte het dekseltje open van een inktpot in de vorm van een zwaan. ‘Tekenen met groene inkt’, zei hij. ‘De kleur van de koran.’

De adrenaline in zijn bloed was uitgewerkt. In zijn suite, die nog groter en luxueuzer was dan die van Nina, schoof Cyrus het geheime paneel, versierd met in elkaar grijpende motieven en kronkelende arabesken, opzij. Daarachter bevond zich een goed voorziene huisbar. Hij goot een scheut wodka in een glas en nam het mee naar een stoel bij de brandende open haard, samen met de thermosfles waarin hij een voorraad bereide haomadrank bewaarde. Langzaam goot hij wat van de vloeistof in het glas en keek hoe het vergoddelijkte sap zich in de wodka oploste.

Op zijn dertiende verjaardag, aan het eind van een ceremoniële plechtigheid ter gelegenheid van zijn religieuze meerderjarigheid in de leer van Zarathoestra, had hij voor het eerst haoma gedronken4. Hij herinnerde zich nog het gevoel van kracht en onsterfelijkheid dat zich al na de eerste slok als een withete golf door zijn lichaam had verspreid. Nog dezelfde avond had hij zijn eerste vrouw beslapen. Het was het linnenmeisje geweest van Chinvat. Hij had haar aangetroffen in zijn slaapkamer terwijl ze over zijn bed gebogen stond om de lakens te verschonen. Toen ze zich omdraaide en begreep wat hij van plan was, waren haar ogen groot geworden van angst.

Cyrus hield het glas tegen het licht van het vuur. In de vloeistof die helder was als kristal, weerspiegelden zich de vlammen als dansende demonen.

Cyrus bracht het glas naar zijn lippen en dronk het langzaam leeg. Hij sloot zijn ogen, wachtte een paar minuten met de warmte van het vuur op zijn gezicht, en voelde de geslachtsdrift als een vloedgolf door zijn aderen stromen.

Als in een roes vulde hij het glas opnieuw en voegde er de juiste hoeveelheid haoma aan toe. Toen het drankje klaar was, kleedde hij zich uit, en op blote voeten, met alleen een badjas om, begaf hij zich naar de suite van Nina.

_________________________

4 In de Oudperzische godsdienst van Zarathoestra, in de Griekse traditie Zoroaster geheten, dronken de hogepriesters haoma omdat het roesverwekkend was en oneindige krachten gaf. Het dreef het seksueel vermogen op tot duizelingwekkende hoogten.