68
Agnieszka stond roerloos in de slaapkamer en staarde naar zichzelf in de spiegel. Toen Darrel binnenkwam, keek ze naar hem op. Niet naar zijn echte gezicht maar naar zijn spiegelbeeld. Hij kwam achter haar staan en keek haar aan.
‘Al die tijd dat ik weg was, heb ik aan je gedacht,’ zei Darrel.
Dat zei Jamie altijd als hij terugkwam. En over een paar weken was hij er weer. Maar daarna ging hij weer weg. Van Jamie houden was afscheid nemen. Het betekende wachten, wachten en nog eens wachten tot hij thuiskwam.
‘Ik weet dat je bang bent. Ik weet dat dit een grote stap voor je is, Aggie.’
Haar ogen keken in haar ogen in de spiegel. Ze keek bang. Ze was bang. Van seksuele opwinding was geen sprake. Ze wilde alleen maar aangeraakt en bemind worden. Ze wilde dat iemand voor haar zorgde en ze wilde niet alleen zijn. Ze wilde geen vrouw in een eindeloze sneeuwwoestijn zijn.
‘Alles komt goed. Dat beloof ik. Ik zal goed voor je zorgen.’
Hij begon haar nek te kussen. Ze verstrakte.
‘Nee, nee, dat is niet goed,’ mompelde hij. ‘Smelt een beetje, Aggie.’
Ze probeerde zich te ontspannen. Hij streelde haar zachtjes. Hij masseerde haar rug en streek haar haar glad. En toen kuste hij haar opnieuw.
Dave leunde tegen de truck. Hij vond dat hij de jongens in beweging moest krijgen. Ze moesten alles uitladen en opbergen. Maar iedereen wilde alleen maar doodstil staan.
De officieren en vips verdrongen zich om hen heen en maakten veel kabaal over Martyns bevrijding. De SAS-jongens werden van harte gefeliciteerd. Alleen de soldaten van de basis zeiden niets. De majoor, die aanvankelijk in het commando centrum verdwenen was, kwam weer tevoorschijn en liep naar zijn manschappen. Zijn gezicht verried niets en zijn gang was traag. Zijn voeten sleepten door het stof alsof ze loodzwaar waren. Hij overzag de stille soldaten en hief toen een hand om de anderen tot zwijgen te brengen.
Hij schraapte zijn keel. Toen hij het woord nam, klonk hij luid en ernstig. ‘Ik moet tot mijn grote verdriet meedelen dat soldaat Jamie Dermott, een geliefd, dapper en buitengewoon bekwaam lid van de1esectie,1epeloton, vanmorgen om 10.00 uur overleden is. Volgens de hospikken is het een bewijs van zijn moed en doorzettingsvermogen dat hij het ondanks zijn zware verwondingen nog dertig minuten heeft volgehouden. Minder dan een uur voor zijn dood rende soldaat Dermott ondanks een hevige beschieting de woestijn in om een andere man van zijn sectie uit een gevaarlijke situatie te redden. Die daad was kenmerkend voor een soldaat die iedereen om zich heen diende zonder aan zijn eigen veiligheid te denken. Hij is op het slagveld gesneuveld, geraakt door een rpg, en had al eens bij twee eerdere gelegenheden twee vijandelijke kogels op wonderbaarlijke wijze overleefd. We zullen hem missen en we rouwen om zijn heengaan.’ Dave sloot zijn ogen. Het verlies was zo enorm dat je er geen hek omheen kon zetten. De omvang was niet te overzien en de buitenste randen waren op geen stukken na bereikbaar. De dood was eindeloos, en het verdriet ook. En Dave wist dat zijn verdriet nog steeds niet verdwenen zou zijn wanneer hij vele jaren later een oude man was geworden.
De commandant keek hem aan. ‘Sergeant, wilt u de vlag strijken als eerbetoon voor het sneuvelen van soldaat Dermott?’
Dave liep over het terrein van de basis naar de vlaggenstok. Hij ging gebukt onder een onzichtbare bepakking. Die woog meer dan welke munitie ook. Zijn lichaam wilde eronder ineenkrimpen. Hij kon deze immense last nauwelijks dragen en struikelde een of twee keer bijna. Hij bereikte de mast. Traag, heel traag streek hij de vlag. De basis was stil. Ook de verre heuvels waren stil, en hij wist dat hij daarin Jamies stilte hoorde. Een stilte zonder eind.
‘God, wat ben ik aan het doen?’ Agnieszka lag huilend in bed.
‘In godsnaam, Aggie.’ Darrel klonk eerst teder en toen geïrriteerd. ‘Je vond het toch fijn?’
‘Ja. Maar daardoor wordt erger.’
Darrel draaide zich zuchtend op zijn rug. Ze lagen naast elkaar en raakten elkaar niet aan. ‘Ik probeerde je gelukkig te maken!’
Had ze echt gedacht dat Darrel haar angst en eenzaamheid kon verdrijven? Had ze echt gedacht dat seks met hem alles wat verkeerd was goed kon maken? Haar lichaam verkrampte van het snikken. Ze hield van Jamie. En ze was hem ontrouw geweest. Nu voelde ze zich eenzamer dan ooit, en de sneeuw had toch al geen geheimen voor haar. De sneeuw was verlies. Ze had die nacht niets gewonnen en alles verloren. Omdat ze van Jamie hield, ook als hij er niet was.
Aggie?’ Darrel stak zijn hand naar haar uit, maar ze ontweek hem.
Hij zuchtte. ‘Moet ik weggaan?’
Ze zei niets en voelde het bed bewegen toen hij eruit stapte. Daarna hoorde ze zijn woede en berusting aan de manier waarop hij zijn kleren aantrok. Voordat hij wegging, boog hij zich over het bed.
‘Aggie, bel me als je wilt praten.’ Hij kuste haar wang. ‘Ik begrijp je niet.’
‘Darrel, spijt me heel erg. Is niet jouw schuld.’
‘Ja.’
Ze hoorde hem de trap af lopen en de deur dichtdoen. Ze luisterde naar zijn voetstappen op het trottoir. Het was koud in huis. Aan de voet van de heuvel hoorde ze een auto starten en snel optrekken. Luke begon te schreeuwen. Ze ging naar hem toe. Hij wilde niet ophouden. Uiteindelijk kreeg hij een aanval.
Dat was misschien de reden waarom ze de auto niet hoorde. Maar ze hoorde wel de bel. Darrel. Die weer met haar wilde praten. Maar ze zou hem niet binnenlaten. Ze trok het gordijn opzij. Het was Darrel niet, en de auto buiten kon ze eerst niet thuisbrengen. Ze staarde naar de gestalte op de stoep. Een bevroren splinter gleed door haar heen. Het begon in haar hoofdhuid en liep door tot in haar schouders en zelfs haar tenen. Al haar lichaamshaartjes stonden recht overeind. De officier, s Nachts op haar stoep. Op dat moment bevroor de wereld, en ditmaal wist ze dat die misschien nooit meer zou ontdooien.