54
Darrel nam Agnieszka en Luke mee naar het strand. Ze troffen elkaar bij de supermarkt en laadden een hele berg babyspullen van haar auto in de zijne. Ten slotte werd ook Luke overgeladen.
‘Je moet je even ontspannen,’ zei Darrel terwijl ze naar de zuidkust reden.
Ze was erg van haar stuk geweest omdat Jenny haar kind had gekregen in de ok, zonder dat Dave of haar moeder of zelfs Adi haar hand had vastgehouden. ‘Ik had moeten blijven, maar ze dacht dat haar moeder kwam. En Luke...’
‘Je hebt gedaan wat je moest doen, Aggie’ verzekerde Darrel.
Agnieszka was triest blijven kijken. ‘Nee, Dave moest in ok.’
Maar onderweg naar de kust werd ze opgewekter en meer ontspannen. Het was een warme nazomer, en aan de hemel straalde de zon.
Ze parkeerden hoog op een rots. Luke was inmiddels wakker en begon boos te worden.
‘Ik denk hij beetje honger heeft,’ zei Agnieszka, bang dat ze nog niet op het strand zouden zijn wanneer hij zijn honger begon te uiten op de oorverdovende manier waarop hij al zijn behoeften meldde.
‘Nou ja, dan voeren we hem eerst,’ zei Darrel. ‘Waar is de melk, waar is zijn eten?’
Ze wees naar een tas en hij tilde hem eruit. Met zijn andere hand maakte hij Luke los. Hij droeg alles naar een beschutte zitplaats met uitzicht op de zee en voerde vervolgens de verraste baby. Agnieszka keek toe. Hij hield het kind heel teder in zijn armen. Dat ontroerde haar. Met Jamie ging het net zo. Ze wist dat hij nu in zijn sectie de mitrailleurschutter was, en ze had ooit foto’s van hem gezien met een immens, donker wapen van bewerkt metaal. Ze wist dat het zijn taak was om mensen te doden. Maar dan kwam hij thuis en hield hij de baby in dezelfde handen die dood en verderf hadden gezaaid. Zijn tederheid ontroerde haar altijd.
Ze keek over de baby in het blauw heen naar de vreemde, witte rotsen aan de kust die als tanden uit het water staken.
Darrel zei: ‘Oké, jongen, daar gaan we. Lekker hè? Laten we je mond maar eens afvegen, dan nemen we nog wat. Lekker, toch?’
Ze draaide zich om. ‘Waarom ben je zo lief voor baby?’
‘Omdat hij jouw baby is,’ zei Darrel terwijl hij het tevreden bundeltje dat Luke nu was aan Agnieszka gaf. ‘Hij wil dat je hem even vasthoudt.’
Agnieszka was daar nog niet zo zeker van. Ze had gemerkt dat Luke de buggy met de voering van schapenvacht veel fijner vond dan een omhelzing van haar. Hem vasthouden als hij schreeuwde, had nooit goed gewerkt. Maar nu nam ze hem over en keek ze naar zijn ontspannen, tevreden gezichtje. Hij glimlachte bijna. Ze begon hem te wiegen. Hij richtte zijn grote, blauwe ogen op haar en glimlachte toen echt. Ze glimlachte terug.
‘Hoe vaak doe je dat?’ vroeg Darrel.
‘Hij wil meestal niet.’
Ze had hem na de geboorte proberen te knuffelen en te wiegen, maar hij wilde er niets van weten. Hij keek haar dan met een woedend pruilmondje aan en uitte zijn ontevredenheid luidruchtig en aan één stuk door. Zo werd hij niets anders dan een luier die ze moest vervangen, een open mond die ze moest voeden, en een harde schreeuw die ze alleen met wandelen, wandelen en nog eens wandelen tot zwijgen kon brengen. Luke was een keizertje dat tot bedaren moest worden gebracht, in slaap moest worden gewiegd. Bovendien was hij een patiënt met aanvallen, ritjes naar het ziekenhuis en gesprekken met artsen. Maar bijna nooit was hij een baby die er behoefte aan had geknuffeld te worden.
Ze zei: ‘Hij heel kalm. Moet door zeelucht komen.’
Darrel was het met haar eens en zei dat ze hem naar het strand moest brengen terwijl hijzelf de spullen droeg.
Dus droeg ze Luke over het zigzaggende pad langs heerlijk geurende bloemen, terwijl Luke zijn ogen onafgebroken op haar gericht hield, behalve de paar keer dat zijn aandacht werd getrokken door de blauwe hemel en de schapenwolkjes of de scherpe contouren van agaves op de rots. Tegen de tijd dat ze het strand bereikten, sliep hij.
‘Ik wou luier verschonen,’ zei Agnieszka.
‘Laat hem maar. Hij is heel ontspannen,’ zei Darrel terwijl ze hun eigen plekje op het strand in beslag namen, de handdoeken neerlegden en de parasol voor Luke openklapten. Agnieszka legde hem er met zorg onder, en hij werd er niet wakker van.
Ze schaamde zich om haar kleren uit te doen en haar lichaam in bikini te tonen. Daarom bleef ze met de baby en de tassen bezig totdat Darrel onder een handdoek zijn zwembroek had aangetrokken.
‘Ik ga even zwemmen,’ zei hij tegen haar. Ze zag hem naar het water lopen, mager en sterk.
Ze deed snel haar eigen kleren uit en trok haar bikini recht. Daarna ging ze onder de warme deken van de zon liggen. Ze voelde de stralen haar zegenen en kussen en koesterde zich in hun overdaad. Deze zon was anders dan de zon waarvoor Jamie in Afghanistan altijd schuilde. De Engelse zon was vriendelijk. Ze sloot haar ogen en voelde het warme licht op haar oogleden.
Als Darrel in de buurt was, ging alles goed. Hij was de laatste tijd een goede vriend voor haar geweest en hij zei dat ze alleen maar vrienden zouden zijn. Hun vriendschap veraangenaamde haar leven. Ze was gelukkig. Luke was gelukkig. Darrel was gelukkig. Het was simpel, en die simpelheid gaf kracht.
Ze voelde dat er een schaduw over haar viel, en deed haar ogen open. Darrel stond vlakbij en keek naar haar.
‘Sliep je?’ vroeg hij.
‘Nee.’
Hij liet zich in het zand zakken en het was alsof het tij opkwam: ze voelde zijn natte en koele aanwezigheid, rechtstreeks uit zee. Hij ging naast haar liggen.
‘Je bent mooi,’ zei hij.
‘Niet zeggen, alsjeblieft.’
Hij kuste haar. Het was geen lange of hongerige kus. Zijn lippen waren zilt. Ze trok zich een eindje terug, ging weer op het zand liggen en sloot haar ogen. Ze probeerde zich Jamies gezicht voor te stellen, maar dat was een vage vlek. Jamie was een afwezigheid. Darrel was het hier en nu.
Hij zei: ‘Aggie... als we vanavond terug zijn, wil ik je niet bij je auto afzetten en wegrijden.’
Ze hield haar ogen dicht.
‘Aggie... kijk me aan.’
Ze deed haar ogen open. Hij boog zich over haar heen. De zon had zijn wangen en voorhoofd al gevonden. Hij zag er gezond en fris uit.
‘Aggie, ik wil vanavond met je naar huis. Ik wil je niet buiten bij zo’n stomme supermarkt afzetten.’
Ze was ontspannen en gelukkig. De dag mocht zeker niet eindigen met geschreeuw van Luke terwijl Darrel wegreed. En ze wilde niet in haar eentje naar huis, naar de verstopte afvoer en het armoedige huis.
Jamie was ergens ver weg en zou niet bellen. Luke zou een aanval krijgen. Dat was onverdraaglijk.
‘Nou, Aggie?’
Ze zei: ‘Ik wil je thuiskomt, Darrel. Echt waar. Maar...’
‘Nou, dan gaan we naar je huis en zien we wel hoe we ons voelen.’ Hij ging op zijn zij liggen. Hij had haar gezicht tegen de zon beschermd, maar nu smoorde die haar weer. ‘Geen enkele druk, Ags. Ik wil hier alleen een volmaakte dag van maken.’