19

 

De bandieten kwamen niet opdagen. 'Oké. Je mag zeggen dat je het had zien aankomen,' zei Mike tegen Lenny. 'Je weet dat ik niet zo ben.' 'Ja. Negeer mij maar, ik ben gewoon chagrijnig. Heel chagrijnig.' Vijf minuten eerder was er vanuit Srinagar een bericht doorgekomen voor de helikopterpiloot. De adjudant van commissaris Mantur herinnerde de piloot eraan dat hij en de scherpschutters al langer weg waren dan was afgesproken. Ze moesten zonder verder uitstel op de basis terugkeren. Toen de mannen zwijgend de berghelling af begonnen te dalen naar het kleine plateau waar de heli stond, pakte Mike Lenny bij de arm. 'Ik blijf hier,' zei hij. 'Waarom?' 'Ik heb het gevoel dat we het nog niet echt geprobeerd hebben. Nu weggaan is alleen maar defaitistisch.' 'Daar verander je niets aan door te blijven, hoor. Ze komen vanavond niet meer. Het wordt donker, ze hebben kennelijk hun plannen gewijzigd. We kunnen een andere keer terugkomen.' 'Wat is nou werkelijk de kans dat dat gebeurt? Wie moet ons nog die ruimte geven na deze mislukking?' 'Mike, wat hoop je nou uit te richten?' Lenny tuurde in het schemerdonker naar zijn gezicht, in een poging nog een greintje redelijkheid langs die impulsiviteit te krijgen. 'Het wordt zo direct hartstikke donker. Je bent hier helemaal alleen...' 'Sabrina is ook in de buurt.' 'Dat weet je niet. Je hebt geen radiocontact meer met haar gehad. Ze is waarschijnlijk vertrokken toen ze besefte dat het contact verbroken was. Dat is toch de gebruikelijke procedure?' 'Ja,' zuchtte Mike,'dat is de gebruikelijke procedure.' Hij haalde zijn schouders op. 'Maakt me niet uit. Ik blijf. Ik heb geen idee wat ik ga doen, maar ik weet wel dat ik geen zin heb om met lege handen terug te keren - niet zonder het echt geprobeerd te hebben.' 'Je hebt helemaal niks hier.' 'Ik ben goed in vorderen. En stelen.' 'Oké,' zei Lenny. 'Ik blijf ook.' 'Het is niet verplicht, hoor.' 'Als jij in New York zit op te scheppen over hoe je Paul Seaton eigenhandig hebt ingerekend, heb ik geen zin de kamer uit te moeten sluipen uit angst dat ze mij vragen waar ik op dat moment uithing.' 'We zullen in de openlucht moeten slapen,' zei Mike. 'Daar schrik je mij niet mee af. Ik wil wedden dat ik vaker, en onder primitievere omstandigheden, buiten heb moeten bivakkeren dan jij.' Ze haalden de anderen in en legden uit wat ze gingen doen. De piloot, een grote bebaarde Sikh, verklaarde hen voor gek. 'Maar ik wens jullie niettemin succes. Als jullie door een wonder ooit in Srinagar terugkeren, zoek mij dan ook op, dan krijgen jullie een biertje van me. Jullie verhaal moet wel de moeite waard zijn.' Mike en Lenny haalden hun gevoerde windjacks uit de heli en stapten weer uit. De anderen gingen aan boord. Ze zwaaiden toen de heli vijftig meter verticaal de lucht in ging, waarna hij wegvloog naar het noorden. 'Het zal wel lekker rustig zijn zonder de jongens,' zei Lenny voor de grap. Mike staarde naar de richel boven het bergpad. 'Ik hoop dat Sabrina in orde is,' zei hij. Ze klommen aan de oostkant van het bos de berghelling op en gingen aan de rand van de weg zitten, gezicht naar het westen. 'Even van de zonsondergang genieten,' zei Lenny. Oranje licht waaierde uit boven de horizon. In snel opeenvolgende stadia werd het goudkleurig, rood en paars toen de zon halverwege de donkere rand van rotsen en bergen was weggezakt. 'Het is altijd weer mooi,' zei Mike. Ze draaiden zich allebei om toen ze een geluid hoorden. Uit het bos kwamen zes mannen, hun gezichten geelbruin in de afnemende gloed van de zon. Ze hadden allemaal geweren, en die waren allemaal gericht op Mike en Lenny. 'Een van ons moet het op een lopen zetten,' zei Mike, zijn lippen nauwelijks bewegend, zijn stem niet meer dan een fluistering. 'Jij,' bromde Lenny. Dat was de regel. Als twee agenten in het nauw zaten, en de kans leek klein dat ze er weer uit zouden komen, moest één agent een ontsnappingspoging wagen. 'Nee,jij.' 'Jezus, man, jij bent een topfiguur binnen de unaco...' Toen ze opstonden, met de handen omhoog, gaf Mike Lenny een harde duw met zijn schouder, zodat hij op de weg belandde. Lenny kon niets anders doen dan het op een lopen zetten. 'Weg, snel!' riep Mike. Lenny ploeterde de helling af, wild met zijn armen zwaaiend terwijl hij over stenen galoppeerde, over rotsen heen sprong en halsoverkop door bosjes en onder overhangende boomtakken door rende. Vijf van de bandieten omsingelden Mike. De zesde liep naar de rand van de weg en liet zich op een knie zakken. Hij plantte zijn elleboog op zijn bovenbeen en legde aan met zijn geweer. 'Nee!' riep Mike naar hem. 'Nee, vuile schoft!' Een enkel schot weerklonk. Mike zag Lenny struikelen en vallen. De schutter stond op, liep een eindje de helling af en schoot nog een keer. Toen hij terugkwam, stak hij zijn duimen op naar zijn metgezellen. Mike wilde zich op de man storten, maar kwam niet langs de twee die voor hem stonden. Die gaven hem ieder een klap, met de vuist vol op de oren, zodat hij niks meer hoorde en zijn schedel zo'n pijn deed dat hij beide handen op zijn hoofd moest drukken. Hij werd naar het bos geduwd en getrokken en meegesleurd tussen de bomen, in bijna totale duisternis. Na vijf of zes minuten begon hij licht te ontwaren, en toen ze nog wat verder waren, hun weg zoekend tussen de bomen, hoorde hij het gegons van een generator. Opeens stonden ze aan de rand van een open plek en zag hij felle elektrische lampen, hoog op buisvormige metalen statieven. Er waren tenten, vuren met braadspitten, en paarden die in een lange rij bij een houten trog stonden. Toen Mike in de grote cirkel van licht werd geduwd, zag hij een vrouw vastgebonden aan een paal staan, bij een vuur met een goot eromheen. Haar hoofd hing voorover en er zaten bloedvlekken op haar shirt. Toen hij nog dichterbij kwam, drong tot hem door dat het Sabrina was. Hij ging op haar af, en de mannen die hem vasthielden werden bijna gevloerd door zijn plotselinge beweging. 'Sabrina! Sabrina schat! Wat hebben ze gedaan?' Iemand gaf hem een klap in zijn nek. Mike draaide zijn hoofd met een ruk om: 'Godverdomme klootzak!' Hij trok een arm los en gaf de bandiet die het dichtst bij stond een stomp op zijn kin. Toen de man achterover viel draaide Mike zich razendsnel om en gaf de man aan de andere kant een trap. 'Tuig! Vrouwen mishandelen, dat kunnen jullie! Jullie zijn smeerlappen!Smeerlappen! Ik sla jullie allemaal dood!' Even hadden ze hem niet onder controle, even was hij vrij, en bewoog hij op zijn eigen ritme terwijl zij op elkaar botsten in hun poging hem tegen te houden. Hij legde zijn handen op de schouders van een vent als een kleerkast en gaf hem een kopstoot tegen zijn neus. Het geluid van krakend bot gaf Mike nieuwe energie. 'Aan de kant!' Hij trok zijn pistool onder zijn jasje vandaan. 'Weg! Achteruit!' Hij haalde met zijn duim de haan over terwijl de mannen alle kanten op vlogen. 'Sabrina! Zeg iets!' Hij draaide zich om naar de paal waar Sabrina aan stond vastgebonden. Een bandiet achter hem wachtte met opgeheven geweer tot Mike even stil stond. Toen kwam de kolf van zijn geweer in een flits naar beneden en raakte Mike op zijn achterhoofd. Een fractie van een seconde bleef hij staan staren naar de paal en het slappe lichaam van Sabrina. Toen smakte hij voorover op de grond.