Drugskartel
1
Malcolm Philpott was gefixeerd op het beeldscherm. Hij staarde zonder met zijn ogen te knipperen terwijl de CNN-cameraeerst een pan maakte langs een reeks felle man tegen mangevechten, en vervolgens inzoomde op een huurling die een Bosnische rebel een mes in de borst stak. Bij de deur, achter Philpott, stond secretaris Crane te snuiven. 'Stompzinnige slachtpartij,' siste hij. Ze keken in het schemerdonker van Philpotts kantoor naar een video die Philpott net had aangezet toen Crane binnenkwam. Crane was geruisloos binnengekomen, zonder aan te kloppen. Hij stond in het hele VN-gebouwbekend als Crane de Kruiper. 'Die beelden zijn zestien uur oud,' zei Philpott. 'Een georkestreerde lokale uitbarsting die we verwacht hadden.' 'Waar?' 'Ten zuiden van Banja Luka. De mannen in grijs veldtenue zijn onze mensen, Task Force Vier.' Desmond Crane stond met zijn rug bijna tegen de deur. Zijn vale huid leek gebronsd in het schemerlicht dat nog door het zonnescherm naar binnen drong. Een huivering trok door hem heen toen eenTF4-man een klap met een geweer ontweek, zich abrupt omdraaide en zijn belager een trap tussen de ribben gaf. Achter hem deelde een andere unaco -man een kopstoot uit aan een huurling die in de omgewoelde modder viel. 'Kijkt u vaak naar dit soort beelden?' vroeg Crane. In zijn afgebeten woorden klonk afkeuring door. 'Alleen als het nodig is. Voeling houden loont de moeite. U wilde toch niet suggereren,' voegde Philpott er op ijzige toon aan toe, 'dat ik weleens uit recreatief oogpunt naar video's van gevechtshandelingen zou kunnen kijken?' 'Hemel, nee.' Crane glimlachte, maar zijn blik bleef verwijtend. Philpott drukte op een knopje van zijn afstandsbediening en het beeld werd zwart. Hij richtte de afstandsbediening vervolgens op het raam en drukte op een ander knopje. De verticale latjes van de jaloezie draaiden soepel naar binnen en de ruimte werd weer overspoeld met licht. 'En nu.' Philpott ging achter zijn bureau zitten. 'Waarmee kan ik Beleidstoezicht van dienst zijn?' Crane legde een foto voor Philpott neer. Het was een zwartwitfoto van Philpott zelf, lopend op straat in Manhattan. 'Die moet minstens driejaar geleden gemaakt zijn.' Philpott pakte de foto van zijn bureau en bestudeerde hem. 'Zoveel haar had ik nog in '94, en dat krijtstreeppak is naar het Leger des Heils gegaan toen ik vlak voor kerst van dat jaar verhuisde.' Hij keek op naar Crane. 'Wat moet ik hiermee?' 'Deze foto is door een rechercheur van het New York Police Department aangetroffen onder de bezittingen van ene Arno Skuttnik, die gisteravond is overleden.' 'Waaraan?' 'Aan een hartaanval, in zijn eenkamerflat aan Waverley Place in Greenwich Village. U kende hem, wellicht?' 'De naam komt me niet bekend voor.' 'Er staat ook nog iets achterop.' Philpott draaide de foto om. Daar stond, voluit met vlekkerig potlood geschreven:Malcolm Philpott, Directeur van de United Nations Anti-Crime Organization (unaco). 'Dus hij wist wie ik was.' 'Inderdaad.' 'En wie was hij?' 'Een zeventig jaar oude portier van het Washington Square Hotel. Immigrant, in 1964 naar New York gekomen. Er is niets bijzonders over hem bekend - maar er is sowieso weinig over hem bekend.' Philpott knikte geduldig. 'Denkt u misschien dat hij iets met spionage te maken had?' 'Helemaal niet. We weten vrij zeker dat hij nooit een wetsovertreding heeft begaan in de drieëndertig jaar dat hij in New York heeft gewoond.' 'Wat is dan het probleem?' Crane staarde hem aan. 'Ik zou gedacht hebben dat dat duidelijk was.' Philpott staarde terug. Crane was een man van middelbare leeftijd, ongeveer even oud als hij, maar hij kon niet tippen aan het natuurlijke overwicht van Philpott. Het kostte hem altijd moeite om zijn woorden enig gewicht mee te geven. Hij moest zich daar echt voor inspannen en dat was hem altijd aan te zien ook. 'Vindt u het niet vreemd, en op zijn minst enigszins verontrustend,' zei hij, 'dat een portier van een hotel in Greenwich Village een foto in zijn bezit had die u identificeert als directeur van de unaco?' 'Nou, nee...' Crane trok met zijn mond. Het was geringschattend bedoeld, maar zoals gewoonlijk was vooral te zien dat hij er de nodige inspanning voor moest doen. 'unaco is geen geheime organisatie,' zei Philpott. 'Het is waar dat we niet met ons bestaan te koop lopen. Onze kantoren staan niet als zodanig aangegeven, onze telefoonnummers zijn niet in het telefoonboek te vinden, en onze agenten en werknemers geven nooit blijk van hun connectie met ons. Ons profiel is minimaal, maar geheim zijn we niet.' 'En toch heeft die man, die portier, ontdekt wie u was.' Philpott haalde zijn schouders op. 'Ik heb geen theorieën over hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen. Maar als hij het per se wilde weten, zal het hem niet al te veel moeite gekost hebben.' 'En waarom wilde hij weten wie u was?' 'Ook daar heb ik geen theorieën over.' 'Het departement is hier zeer ongelukkig mee, Mr Philpott...' 'Het departement?' 'Beleidstoezicht. Het is voor ons onacceptabel dat een leidinggevende figuur van een gevoelig departement binnen de Verenigde Naties zo... zo achteloos te werk gaat dat elk willekeurig stuk schorem erachter kan komen wat zijn functie is en hem zelfs op straat kan fotograferen.' Philpott stond op en liep om zijn bureau heen. Hij glimlachte aan één kant, een duidelijk teken van ongenoegen. 'Het kan me geen bal schelen wat Beleidstoezicht van mijn instelling en leefwijze vindt. Eerlijk gezegd lijkt uw departement, in mijn alledaagse bewustzijn van de wijde omgeving die wij toch delen, voor mij nauwelijks te bestaan.' Crane keek alsof hij een stomp in zijn maag had gekregen. 'Ik denk dat het makkelijk genoeg zou zijn,' raasde hij, 'om het bestaan van Beleidstoezicht aan te tonen, en te laten zien dat Beleidstoezicht wel degelijk in staat is om herzieningen van departementale procedures binnen de structuur van de vn af te dwingen. En dat geldt ook voor departementen die zichzelf zo belangrijk wanen dat ze menen boven elke vorm van toezicht en bijsturing verheven te zijn.' 'Mr Crane, ik ben slechts verantwoording schuldig aan twee mensen. Dat zijn de voorzitter van de Veiligheidsraad, en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Meer niet. Ik leg aan niemand anders rekenschap af. Als u mij nu zou willen excuseren...' Philpott wees naar de deur. 'Ik heb serieus werk te doen.' Crane stampte naar de deur en rukte hem open. 'Ik zal mijn directeur melden wat u gezegd hebt, en dat u geen bereidheid toont om mee te werken.' Philpott knikte, en ging weer achter zijn bureau zitten. 'U mag uw directeur ook melden dat ik een voorstel heb gedaan.' 'En dat is?' vroeg Crane. 'Dat u uw volgende positieve bijdrage aan de unaco op muziek zet en door een dixielandbandje ten gehore laat brengen.' Crane sprong aan de kant toen C.W. Whitlock het kantoor binnen kwam benen. 'Morgen, heren,' zei hij vrolijk. Crane verliet het kantoor en trok de deur met een knal achter zich dicht. Whitlock legde een map op het bureau van Philpott. 'Wat mankeert de Kruiper?' 'Lekkage. Iets te hard opgeblazen. Wat heb je daar?' 'Een emotionele brief van een missionaris in de Vallei van Kasjmir.' Whitlock sloeg de map open. 'Toch niet toevallig een noodkreet?' 'Goed geraden, meneer Philpott.' Whitlock was een innemende man, zowel van aard als van voorkomen. Hij was Keniaan van geboorte, maar de genen van zijn blanke grootvader hadden hem een licht omber-bruine huid opgeleverd, een krachtige kaak, en een strenge trek om zijn mond die Whitlock enigszins temperde met een snor. 'De brief was gericht aan de Veiligheidsraad, en die heeft hem aan ons doorgegeven. Wilt u hem lezen?' 'Later, misschien,' zei Philpott. 'Wat staat erin?' Whitlock bladerde het stapeltje documenten door op zoek naar de brief en zijn eigen notities. Philpott moest wel kijken, of hij wilde of niet. De man was ongelooflijk pietluttig in zijn bewegingen. Een voormalige secretaris-generaal had hem eens omschreven als iemand die zo goed in zijn rol paste, dat die rol speciaal op hem leek toegesneden. Hij had de uitstraling van een vis in het water. 'Hier.' Whitlock legde de brief op het bureau en de notities ernaast. 'De afzender is de eerwaarde Alex Young, een Anglicaanse priester. Hij staat aan het hoofd van een missiepost in Shahdara, compleet met kliniek en een schooltje. Shahdara is een dorpje bij de stad Tangmarg in de Vallei van Kasjmir.' 'Wat wil hij?' 'Hij vraagt de vn iets te ondernemen om een halt toe te roepen aan het steeds grovere geweld van de islamitische separatisten, en de steeds grotere invloed van drugshandelaren in de regio. Bij een recente uitbarsting is de tuinman van een plaatselijke arts vermoord. Die arts is Simon Arberry, een Amerikaan, die goed werk schijnt te doen met zijn medische centra.' 'Daar heb ik iets over gelezen in de Scientific American...'' 'De Arberry Foundation is bezig een ziekenhuis op te richten waar de plaatselijke bevolking gratis kan worden behandeld,' zei Whitlock. 'De eerwaarde Young lijkt zich onder meer ook zorgen te maken dat de onrust en het fysieke gevaar de goede dokter Arberry ertoe zouden kunnen brengen om de streek de rug toe te keren, waarmee de plaatselijke zorgprogramma's weer zo'n beetje terug bij af zouden zijn.' Philpott pakte het bovenste vel van de brief. '"Dit is een van de meest serene, een van de mooiste plekken op aarde,'" las hij hardop voor. '"Het is een perfecte plek om te wonen, maar de groei van de drugshandel en de ontwrichtende invloed van extremisten, die kwaad bloed zetten tussen Indiaanse en Pakistaanse elementen, dreigen de regio in een bloedige oorlog te storten.'" Hij legde het vel weer neer. 'Niet echt nieuws voor de vn,' zei hij. 'De meeste van onze waarnemers weten dat de oorzaak van die problematiek ten westen van Kasjmier gezocht moet worden.' Afghanistan.' Whitlock knikte. 'Ik krijg de indruk dat het allemaal pas goed begonnen is toen de Russen daar wegtrokken.' 'De laatste Sovjettroepen hebben zich in '89 uit Kaboel teruggetrokken, en sindsdien heeft Afghanistan zich ontwikkeld tot broedplaats voor allerlei islamitische groeperingen. Niemand is precies op de hoogte met de details van de verschillende scheuringen en schermutselingen, maar het heeft wel allemaal te maken met territoriale ambities, en een groot deel van die ambities is op Kasjmir gericht.' Whitlock keek in zijn notities. 'Een aantal terroristische groeperingen is erop gebrand om de door Pakistan bestuurde Azad-regio van Kasjmir uit te breiden met de door India bestuurde gebieden. Sommige willen zelfs het noordoosten erbij hebben, dat al sinds 1962 door China bezet is.' 'Mijn God,' fluisterde Philpott. 'Kun je je voorstellen wat dat voor gevolgen zou kunnen hebben?' Whitlock zocht in zijn notities. 'Ik heb een rapport dat in augustus 1996 bij de Veiligheidsraad is ingediend.' Er werd aangeklopt. De deur ging open en Mike Graham keek om het hoekje. Bezorgd. 'Over rapporten gesproken, waar blijft dat rapport van jou?' vroeg Philpott aan hem. 'Er is iets ergs gebeurd,' zei Mike. Philpott en Whitlock keken hem afwachtend aan. Mike kwam binnen en deed de deur dicht. Hij droeg een spijkerbroek, cowboylaarzen en een zwart katoenen overhemd. Hij duwde de vingers van beide handen door zijn donkere haar. 'Mijn koffieautomaat heeft het begeven,' zei hij. Philpott bromde iets en gebaarde naar zijn mini-Gaggia apparaat, dat op een kast langs de muur stond. 'Ga je gang.' Whitlock viste het rapport voor de Veiligheidsraad tussen de andere papieren vandaan. 'Het komt erop neer dat in de zomer van '96 een aantal islamitische extremisten, opgeleid in Afghaanse terroristenkampen, bezig was te infiltreren in de Pakistaanse en Indiase gebieden van Kasjmier om daar de gemoederen te verhitten, en rond te bazuinen dat Kasjmier bij het islamitische Pakistan hoort.' Hij ging met zijn vinger de regels langs en las een passage voor. '"Ook zaaien zij, middels sporadische moordaanslagen en sabotage, onrust onder de bevolking, en een toenemende angst onder de verschillende minderheden. De autoriteiten in India en China vrezen dat de situatie uit de hand gaat lopen.'" Mike Graham kwam aanlopen met zijn kopje koffie. 'Ruik ik werk?' 'Dat is nog niet te zeggen.' Philpott keek weer naar Whitlock. 'Wat zijn de conclusies van dat rapport?' 'Ze zeggen dat het probleem nog niet ernstig was, maar dat de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd moesten worden. Eventuele maatregelen van de kant van de Indiase of Chinese autoriteiten, of van beide, zouden tot een groter conflict kunnen leiden.' 'Heb je het over de islamitische campagne in Kasjmier?' vroeg Mike. 'Goed gezien, Michael,' zei Philpott. 'Dus je leest niet alleen maar motorbladen.' 'Ja zeker wel. Maar ik heb er vaak de radio bij aanstaan en dan filtert er van alles doorheen. Wat is er precies?' Als groepsleider van unaco Task Force Drie had Mike recht op antwoord. Whitlock vertelde hem over de brief van de eerwaarde Young. 'Mag ik een kopie hebben?' 'Welja, gebruik mijn kopieerapparaat ook maar, nu je hier toch bent,' zei Philpott. 'En als je de tijd hebt, ik heb ook een nieuw schoenpoetsapparaat dat je misschien even wat afleiding kan bezorgen.' 'Wat denkt u?' vroeg Mike. 'Is dit een zaak voor ons?' Philpott was er niet zeker van. 'Wij zijn een antimisdaadorganisatie. De misdaden waar hier over gesproken wordt zijn grootschalig genoeg om te worden aangemerkt als daden van politieke agressie, en dat is niet ons pakkie-an.' Whitlock knikte. 'Zoiets had ik ook gedacht.' 'Maar zoals altijd,' zei Philpott, 'zal ik het in overweging nemen. Ik zal er lang en hard over nadenken, en voor het eind van de week de knoop doorhakken.' Mike haalde de brief van het kopieerapparaat en gaf hem weer terug aan Whitlock. 'Ben jij speciaal geïnteresseerd in Kasjmir?' 'Niet echt.' Net als Whitlock straalde Mike een aimabele charme uit, die hij vaak gebruikte om de nieuwsgierigheid van andere mensen in een bepaalde richting te duwen. Hij glimlachte en haalde zijn schouders op. 'U kent mij. Ik blijf graag op de hoogte voor het geval er echt werk aan de winkel is.' 'Mooi,' zei Philpott, 'zolang het je werkzaamheden aan dat rapport maar niet in de weg staat.' Toen Mike opstapte, zei Philpott tegen Whitlock dat hij een verzoek voor hem had. 'Ik wil graag een gedegen, vertrouwelijk onderzoek naar de achtergrond van ene Arno Skuttnik, die gisteravond in zijn onderkomen in de Village is overleden. Ik heb me laten vertellen dat het een natuurlijke dood was. Gebruik alle middelen die je nodig hebt en houd alle details strikt binnenskamers.' 'Mag ik ook vragen waar het om gaat?' Philpott fronste even zijn voorhoofd. 'Nou ja, vooruit.' Hij vertelde Whitlock over de foto, en over de vastberadenheid van secretaris Crane om die foto als pressiemiddel te gebruiken bij zijn pogingen de unacoaan banden te leggen. 'Het is nu nog een hanteerbaar probleempje, maar het kan best dat we binnenkort alle hulp nodig hebben die we krijgen kunnen.' Whitlock pakte zijn map weer op. 'Ik zal kijken wat ik doen kan.'