Ottolien uit Nederland en K`y uit Vietnam

MARC BROERE

en gemakkelijk huwelijk hebben ze naar eigen zeggen niet. Cultuurverschillen spelen daarbij een cruciale rol. Verslag vanuit een Hollandse haringkraam.
Naam: K`y en Ottolien Vu
Herkomst: Vietnam en Nederland
Woonplaats: Giesbeek
Leeftijd: 52 en 44 jaar
Kinderen: Sebastiaan (13) en Cécile (6)

p het plein tegenover de grote kerk in Groessen staat de oer-Hollandse viswagen van vishandel Sebastiaan. Het is goed zakendoen op vrijdagochtend. Vooral de gebakken vis en kibbeling vliegen over de toonbank. In de viswagen geen Spakenburger of Urker verkopers, maar K`y V~

u en zijn vrouw Ottolien. Bijna tien jaar geleden deed het Nederlands-Vietnamese echtpaar een goedlopend bedrijf in Vietnamese loempia’s van de hand en stapte men over op de vis. Voor de mensen uit De Liemers, het mooie landelijke gebied achter Arnhem, is het al jaren een vertrouwd gezicht om een Vietnamese man haring te zien schoonmaken. ‘We staan bekend om onze goede haring,’ zegt Ottolien. Haar man knikt en laat een haring proeven. ‘Haring verschilt enorm van kwaliteit,’ zegt hij. ‘Ik selecteer zelf welke haringen ik wil hebben. Ook hoe je hem ontdooit en klaarmaakt is heel belangrijk. Het is echt een kwestie van persoonlijke touch.’
Het echtpaar woont in Giesbeek, in een vrijstaand huis dat ze zelf hebben laten bouwen aan de rand van het dorp, tegenover de sportvelden. Achter in de opslagruimte is K`y vanochtend alweer vroeg begonnen met het snijden van kibbeling voor de markt voor morgen. Hij wast zijn handen en gaat naast Ottolien op de bank zitten.
De eerste uren praten we over zijn leven in Vietnam. Het is een aangrijpend verhaal en af en toe stokt zijn stem. K`y vertelt over de burgeroorlog in Vietnam en hoe hij en twee broers vanaf zijn zeventiende samen met de Amerikanen vocht in het Vietnamese leger tegen de communistische Vietcong. In 1975 werd de oorlog beëindigd en verlieten de Amerikanen het land. Zijn oudere broer, die offi cier was in het verslagen Vietnamese leger, besloot een nieuwe strijd tegen de communisten te beginnen en K`y sloot zich bij hem aan. ‘Mijn broer gaf me het advies om eerst te trouwen,’ zegt hij. ‘Dan zou er iemand zijn om voor onze ouders te zorgen.’ Zijn neef kende wel een meisje voor hem en nadat ze elkaar twee keer hadden gezien werd het huwelijk voltrokken. ‘Ze was pas zestien, ik had haar net leren kennen en er was geen sprake van liefde,’ vertelt K`y. Zowel zijn jonge vrouw als zijn eigen familie wist niet dat hij en zijn broer plannen hadden om in het verzet te gaan. ‘Voor iedereen leek het een normaal huwelijk. Ik dacht steeds: ik ga trouwen, want ik ga weg. Later heb ik me daar wel schuldig over gevoeld.’
De strijd werd een fiasco en de opstandelingen werden verslagen. K`y’s broer werd zwaargewond gearresteerd en op 24 december 1977 in het openbaar terechtgesteld. Zelf was K`y door de Vietnamese autoriteiten officieel doodverklaard. Na enkele maanden in Saigon te hebben geleefd, keerde hij terug naar het dorp waar zijn vrouw inmiddels een dochter bleek te hebben. Hij wist niet dat ze kort voor zijn vertrek naar de strijd zwanger was geraakt. Het jaar daarop volgde een tweede kind. Omdat K`y geen toekomst voor zichzelf in Vietnam zag weggelegd, besloot hij net als vele duizenden landgenoten naar het buitenland te vluchten. De wereld raakte begin jaren tachtig vertrouwd met het beeld van honderden boten met Vietnamese vluchtelingen die op zee ronddobberden. Het bootje waarmee K`y en nog 32 anderen probeerden te vluchten wist de internationale wateren te bereiken, maar toen ging de motor kapot. Toen ze de hoop al bijna hadden opgegeven, doemde er ineens een groot Nederlands schip van rederij Amstelvliet op. K`y moet zachtjes huilen als hij het verhaal vertelt. De eerste woorden van de Nederlandse kapitein zal hij nooit vergeten. ‘Hij zei dat Nederland ons van harte welkom heette. We mochten gaan douchen en kregen schone kleren. Daarna kregen we eten en drinken en werden we door de scheepsdokter onderzocht.’
De groep werd naar een kamp voor Vietnamese vluchtelingen in Singapore gebracht. Na anderhalve maand kreeg K`y een offi ciële brief van de Nederlandse koningin waarin hij werd uitgenodigd om naar Nederland te komen. Op 17 november 1981 kwam hij aan in het opvangcentrum in Giesbeek. ‘We werden welkom geheten met koffi e en appelgebak. Nog steeds eet ik appelgebak wanneer ik daar de kans toe krijg.’ In spijkerjas en op blote voeten in sandaalslippers ging hij het Gelderse dorp verkennen. Een vriendelijke Nederlandse vrouw liep op hem af en vertelde hem dat hij maar beter sokken kon aantrekken. Het zou zijn toekomstige schoonmoeder blijken te zijn. Een paar dagen later liep hij samen met een andere Vietnamese vluchteling met een camera door het dorp. ‘Ik zei tegen mijn vriend dat er een heel mooi meisje achter ons liep. We zijn gestopt en met handen en voeten zei ik tegen haar: “Goedemorgen, can I make foto with you?” Dat vond ze goed.’
Het beeld van het meisje bleef hem bij. Op zondag ging hij naar de katholieke kerk in Giesbeek en zag hij het meisje van de foto weer. Ze zong in het gemengde zangkoor. Na de kerkdienst zag hij haar met vader en moeder, in wie hij de vrouw herkende die hem vriendelijk had aangeraden om sokken onder zijn sandalen te dragen, naar huis lopen.
‘Vanuit mijn Vietnamese cultuur bekeken was dit een perfect beeld,’ zegt K`y. ‘Ik zag een gelukkig gezin, met een leuke dochter die samen met haar ouders naar de kerk ging. Het voelde meteen goed.’
Ottolien V~
u heeft geïnteresseerd zitten luisteren. Ook zij kan zich het maken van de foto nog herinneren, maar vanuit een ander perspectief. ‘Ik herinner me twee vreemde mannen die met gebaren vroegen of ze met mij op de foto mochten. Na het maken van de foto ben ik weer doorgelopen. Ik dacht toen eigenlijk helemaal niets, ook niet van: wat een leuke jongens. In de kerk herinner ik me wel een paar Vietnamese jongens, maar niet dat een van hen dezelfde was als van die foto. Pas een paar maanden later stond hij ineens voor de deur. Hij had een paar meisjes uit Giesbeek de foto laten zien en gevraagd waar ik woonde. Zij hebben hem naar onze deur gebracht en toen kwam hij de foto brengen. Hoewel we elkaar soms al wel groetten als ik de hond aan het uitlaten was, realiseerde ik me toen pas dat hij de jongen van de foto was.’
Ottolien was achttien en had nog nooit eerder een relatie gehad. Op K`y was ze ook niet meteen verliefd. ‘Pas na het Vietnamese nieuwjaarsfeest, waarvoor hij mijn moeder en mij had uitgenodigd, begon ik hem wel een beetje leuk te vinden. Ons koor zong altijd boven in de kerk en dan keek ik tussen de spijlen naar beneden of hij er was. Meestal zat hij in de kerk met een blauwe trui aan. Ik kon wel merken dat hij achter mij aanzat. Bij de koorrepetities stond hij soms opeens voor mijn neus. Ook kwam hij vaak bij ons thuis om boeken te vragen waaruit hij Nederlands kon leren. Hij nam ook altijd zijn gitaar mee en dan maakten we samen muziek. We konden nog niet veel met elkaar praten, maar het was vooral de gemeenschappelijke liefde voor het maken van muziek die ons bij elkaar heeft gebracht.’
Ze werd langzaam verliefd op K`y en bezocht hem ook steeds vaker in het opvangcentrum. Voor de deur van het opvangcentrum kusten ze elkaar voor het eerst. ‘Maar toen wist ik nog niet dat hij een vrouw en kinderen in Vietnam had,’ zucht Ottolien. ‘Het was een enorme klap voor me toen ik dat hoorde van de begeleidster van het opvangcentrum. Met een Nederlands woordenboek erbij heeft K`y me proberen duidelijk te maken dat hij niet uit liefde was getrouwd, maar om voor zijn ouders te laten zorgen. Mijn eerste reactie was dat hij dan waarschijnlijk wel uitgehuwelijkt zou zijn. Ik wist immers niets van Vietnam.’
Een maand later kreeg K`y een woning toegewezen in Spijkenisse en mocht hij het opvangcentrum verlaten. ‘We hebben heel verdrietig afscheid genomen,’ herinnert Ottolien zich. De verkering offi cieel uitmaken deed ze niet. ‘Daarvoor was mijn liefde voor hem ondertussen toch te sterk geworden. Verder heb ik heel lang gedacht dat zijn vrouw toch niet naar Nederland zou komen.’ Wel verslechterde de relatie met haar eigen vader die er moeite mee had dat ze K`y bijna ieder weekeinde in Spijkenisse bezocht. ‘Mijn vader vond het in het begin al moeilijk dat ik verkering had met iemand van wie hij de familie niet kende. Nu bleek zijn dochter ook nog verkering te hebben met een getrouwde man. Hij heeft zelfs even het contact met mij verbroken, maar dat ook snel weer hersteld omdat hij samen met mijn moeder tot de conclusie was gekomen dat ze ons gezin niet kapot wilden maken.’
Na drie jaar verkering kreeg de relatie tussen K`y en Ottolien een nieuwe knauw. Ky vertelde dat zijn vrouw en kinderen uit Vietnam zouden overkomen om in Nederland te wonen. ‘Ik had nooit geweten dat hij gezinshereniging had aangevraagd,’ zegt Ottolien. K`y zoekt naar woorden om het uit te leggen. ‘Er is nooit sprake geweest van liefde tussen mij en m’n ex-vrouw. Ik was alleen op papier haar man. Natuurlijk had ik wel diepe gevoelens voor mijn kinderen. Voor hen zou een toekomst in Nederland bovendien veel beter zijn dan in communistisch Vietnam.’
Ottolien schiet in de lach. ‘K`y had er aanvankelijk een heel raar idee bij,’ zegt ze. ‘Hij wilde dat ik bij hen in huis kwam wonen en dat onze relatie gewoon door zou gaan. Ik heb altijd gezegd dat ik onze relatie zou beëindigen op het moment dat zijn vrouw en kinderen zouden overkomen. In deze periode hebben we ook heel veel ruzie gehad.’
Er gebeurde nog iets vervelends. ‘Ik had eigenlijk alleen maar Vietnamese vrienden,’ zegt Ottolien. ‘K`y en ik hadden samen een Vietnamese muziekband waarmee we veel succes hadden. Iedereen wist dat K`y getrouwd was en onze relatie werd door de Vietnamese gemeenschap oogluikend getolereerd. Toen duidelijk werd dat zijn vrouw en kinderen naar Nederland zouden komen, lieten alle Vietnamese vrienden mij ineens helemaal vallen.’
Op de dag dat ze op Schiphol arriveerden, stapte Ottolien in de auto en reed naar haar ouders. ‘Ik ben daar een paar dagen geweest en was zó verdrietig, zo ontzettend verdrietig.’ Ondertussen had ook K`y het zwaar. ‘Ik had mijn vrouw verteld dat ik een Nederlandse vriendin had. Dat vond ze niet leuk en ze was heel erg jaloers. Ik heb haar proberen uit te leggen dat wij nooit uit liefde waren getrouwd, maar dat begreep ze niet. In de tijd dat we samenwoonden ben ik ook niet één keer met mijn vrouw naar bed gegaan.’
Een maand hadden ze geen contact. Toen belde K`y op om te vragen of hij Ottolien mocht zien. ‘Ik heb hem opgehaald van het station en we waren zó blij dat we elkaar weer zagen. Dat moment vergeet ik nooit meer. We wisten allebei dat we nú de keuze moesten maken. Toen heeft K`y besloten om met zijn vrouw en kinderen in Arnhem te gaan wonen en is hij na ruim een halfjaar bij haar weggegaan.’
Makkelijker werd het leven er niet op. Vooral het feit dat K`y een echtscheiding had aangevraagd was in de conservatief-katholieke cultuur van Vietnam een schande. ‘We hebben toen echt gevochten voor onze liefde,’ zegt K`y. ‘Toen ik besloot te scheiden, wilden mijn Vietnamese vrienden niets meer met me te maken hebben. Ik mocht niet meer ter communie gaan in de Vietnamese kerk en de hostie ontvangen.’
‘Dat heeft me zoveel pijn gedaan,’ vult Ottolien aan.
Vooral de vrouw van K`y was woedend. ‘Zij zich had haar toekomst in Nederland natuurlijk ook heel anders voorgesteld,’ zegt Ottolien. ‘Dat begrijp ik ook wel. Ze was diep ongelukkig en zat in haar eentje in een vreemd land met twee kinderen. Toch hebben we hele verdrietige herinneringen aan deze periode. Zij wilde wraak nemen en dat ging via de kinderen die K`y maar één keer in de maand mocht zien en die werden opgestookt tegen hun vader. Dat had echt anders gekund: het blijft een zwarte periode uit onze relatie.’
In 1990 vroeg K`y Ottolien ten huwelijk. Ze schiet in de lach: ‘Op mijn verjaardag vroeg K`y toen ik mijn cadeau uitpakte aan mijn vader of hij met zijn dochter mocht trouwen.’ De relatie tussen K`y en haar vader was toen al jaren uitstekend. Hij zag dat het goed ging en K`y en Ottolien alweer enkele jaren aan de weg timmerden met de verkoop van Vietnamese loempia’s. Toen K`y in 1987 zijn plannen voor het eigen bedrijfje ontvouwde, moesten Ottolien en haar ouders wel even slikken. ‘Ik kom uit een echt arbeidersgezin,’ zegt Ottolien. ‘Je werkte voor een baas en het kwam niet in je op om voor jezelf te beginnen.’ K`y had staanplaatsen aangevraagd op verschillende markten in de omgeving. De dag voor de eerste markt in de Arnhemse wijk Klarendaal had een Vietnamese vriend die goed Nederlands kon schrijven hem geholpen om een prachtig bord te schilderen met daarop de woorden ‘Vietnamese loempia’s’ en de vermelding van de ingrediënten die in de loempia’s zaten. Ottolien kwam binnen en zag het bord voor de trap staan. ‘Ik zag meteen twee taalfouten,’ zegt ze lachend. ‘Er stond worstelen in plaats van wortelen en ingredieenten in plaats van ingrediënten. Dat hebben we toen nog op het allerlaatst moeten overschilderen.’
De verkoop van loempia’s werd een enorm succes. ‘Wij waren in deze regio een van de weinigen die Vietnamese loempia’s verkochten,’ zegt Ottolien. De zaken gingen zo goed dat ze haar baan in een winkel opzegde en ook enkele markten voor haar rekening ging nemen. ‘In het begin hebben we de markten samen gedaan en dan zei K`y: vanaf volgende week staat mijn vriendin hier alleen. Al snel deed hij zes markten per week en ik er vijf. De zaken gingen ontzettend goed, maar het was wel heel hard werken. Ook hebben we heel zuinig gedaan en deden we pas een investering als we het geld zelf hadden gespaard.’
Ze kochten een stuk grond in Giesbeek en lieten daar een vrijstaand huis bouwen. Na elf jaar maakten ze in 1998 de opmerkelijke overstap naar de vis. K`y en Ottolien moesten lang nadenken over het voorstel van collega-marktkoopman Anton de Laak om een van zijn twee viswagens te huren, met de afspraak dat ze die na vijf jaar konden overnemen. ‘We hadden de grens bereikt met de verkoop van loempia’s, terwijl de vraag naar vis steeds groter werd,’ legt K`y uit. Hij deed een cursus in Spakenburg en beiden liepen ze stage bij de visboer van wie ze de wagen zouden huren. Ze realiseerden zich dat een Nederlander iemand uit Vietnam niet meteen met haring associeert. ‘Daarom hadden we afgesproken dat Ottolien het aanspreekpunt was in de wagen en ik haar knecht,’ zegt K`y. De eerste anderhalf jaar verliep desondanks dramatisch. ‘Ook onze trouwe klanten die altijd loempia’s hadden gekocht keken in het begin de kat uit de boom,’ zegt Ottolien. ‘We zijn zelfs bijna failliet gegaan en dachten er serieus aan om ons huis te verkopen.’ En toen kwam de ommekeer. ‘De klanten die wél bij ons kwamen kopen waren heel tevreden en vertelden dat ook door aan anderen,’ zegt K`y. ‘Ze zeiden dat die Vietnamees niet alleen verstand van loempia’s had, maar ook van vis. Vanaf dat moment is onze omzet alleen maar gestegen.’
Toen ze na vijf jaar de viswagen officieel overnamen moesten ze een nieuwe naam verzinnen. ‘Bij de kamer van koophandel stonden we nog steeds ingeschreven als Hoa Viet,’ zegt Ottolien. ‘Onder die naam hadden we altijd de loempia’s verkocht. We vonden het alleen geen naam voor een viskraam. Onze zoon Sebastiaan zei dat we de zaak naar hem moesten noemen. We waren op vakantie in Spanje en zagen bij de visafslag een grote vrachtwagen staan met daarop de naam: Pescados Sebastian. Dat was een teken dat we zo moesten gaan heten.’
De eerste jaren van hun relatie waren turbulent. K`y en Ottolien hebben de problemen overwonnen. De relatie met de ex-vrouw van K`y is inmiddels genormaliseerd. Ze heeft haar draai gevonden in Nederland met twee succesvolle winkels in naai-en verstelwerk, en is al meer dan tien jaar getrouwd met een Vietnamese man die ze naar Nederland heeft laten overkomen en met wie ze in Vietnam ook al een relatie had. Met de kinderen uit zijn eerste huwelijk hebben K`y en Ottolien tegenwoordig uitstekend contact. Het eerste kleinkind is onderweg. Ook het opvoeden van hun gezamenlijke kinderen Sebastiaan en Cécile geeft cultureel gezien weinig problemen omdat K`y en Ottolien beiden katholiek zijn. Daarnaast is ook Vietnam geen verboden gebied meer voor K`y omdat de communistische machthebbers alweer jaren geleden vertrokken zijn. Binnenkort gaat hij zelfs met Sebastiaan een soort pelgrimstocht maken naar het voormalige noorden van Vietnam, daar waar zijn eigen ouders vandaan kwamen. Maar hoe zit het eigenlijk met hun relatie? Wat heeft twintig jaar keihard werken voor invloed op de relatie gehad? Was er wel voldoende tijd voor elkaar?
Het blijkt een gevoelig gespreksonderwerp te zijn. ‘In mijn cultuur is de relatie klaar op het moment dat je getrouwd bent,’ zegt K`y. ‘Daarna hoef je alleen nog maar voor je vrouw en kinderen te zorgen, en voor een inkomen. Je hoeft niet meer te werken aan de relatie zelf. In de Nederlandse cultuur is dat anders. Ottolien verwijt mij soms dat ik niet romantisch ben en dat we bijna nooit gezellige dingen samen doen.’
Ottolien knikt: ‘Als we dan eens vrije tijd hebben, wil jij ook vaak afspreken met mensen erbij. Hoe meer mensen, hoe gezelliger. Zo gaat het ook in Vietnam. Ik vind het niet altijd gezellig met veel mensen. Ik mis het nog steeds wel dat we niet meer dingen samen doen.’
‘Ik ben heel tevreden,’ zegt K`y. ‘Ik heb een leuke mooie vrouw die mij twee lieve kinderen heeft gegeven. Daarnaast behoor ik tot de veertig procent van de Nederlanders met een eigen huis en heb ik met zweet en tranen een eigen bedrijf opgebouwd, waarmee ik een goede boterham voor mijn gezin verdien. Daar ben ik heel trots op. Verder heb ik hier in Nederland geen vijanden. Voor mij is dit een perfect leven, zeker ook als je kijkt naar wat ik heb meegemaakt in Vietnam.’
Ottolien denkt dat ook de taal een belemmering voor hun relatie is. ‘K`y verstaat me nooit honderd procent. Ik moet nog steeds mijn woorden selecteren en vind het jammer dat hij niet meer moeite heeft gedaan om de Nederlandse taal te beheersen. Daarom kan ik bij een gesprek tussen man en vrouw soms gevoelsmatige en relationele dingen niet overbrengen. Dan denk je soms al snel: laat ik er maar niet over beginnen, want hij snapt het toch niet helemaal. K`y kent meestal de woorden wel, maar door hoe ze in een zin gebruikt worden ontstaan misverstanden. Hierdoor lukt het niet om echte diepgang in de relatie te krijgen. Dat mis ik wel en vind ik jammer.’
Op een aantal vlakken is de relatie de afgelopen jaren wel verbeterd. ‘Jij hebt jarenlang alleen geleefd om te werken,’ zegt Ottolien. ‘Daar heb ik jou wel in veranderd. Met de komst van de kinderen zijn we het iets rustiger aan gaan doen met werk. Ook zijn we meerdere keren bij een relatietherapeut geweest. Die vond ook dat we meer moesten praten. Daarvoor deed jij dat al helemaal niet. Jij bent zelf een binnenvetter en in de Vietnamese cultuur wordt ook niet over problemen gepraat.’ Ze schiet in de lach. ‘Maar nog steeds is het soms moeilijk hoor. We zijn nu op woensdag altijd samen thuis. K`y had het toch in zijn hoofd gehaald om voor die woensdag ergens een standplaats op een markt aan te vragen.’
Ook K`y schiet in de lach. ‘Het blijft moeilijk voor mij, omdat ik niet iemand ben die rustig op de bank kan zitten. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar.’
‘Maar K`y, we zijn druk genoeg,’ zegt Ottolien. ‘Je hebt nu een beetje extra vrije tijd en daar moet je van genieten. We hebben geld genoeg om goed van te leven.’
‘Kijk,’ reageert K`y. ‘Ik waardeer het enorm als Ottolien dit soort dingen tegen me zegt. Dit is ons huwelijk, dat gevoel is goed. Hieruit blijkt ook dat die liefde voor elkaar er gewoon is. Als we geen goed huwelijk zouden hebben, had ze wel gezegd dat ik mijn gang maar moest gaan.’
‘Toch vraag ik me soms af of we na ons pensioen niet in een gat vallen,’ zegt Otttolien. ‘De eerste jaren van onze relatie had K`y regelmatig momenten dat hij met de relatie wilde stoppen. De laatste jaren is dat andersom en zijn er wel eens momenten dat ik er genoeg van heb. We hebben zeker geen gemakkelijk huwelijk. Ik weet overigens niet of het makkelijker was geweest als ik met een Nederlandse man en hij met een Vietnamese vrouw was getrouwd. Maar gelukkig zijn we nog steeds bij elkaar.’
K`y knikt: ‘Juist omdat we veel voor onze relatie hebben moeten vechten, laten we het niet zomaar uit onze handen glippen.’
Marc Broere (41) is hoofdredacteur van Lokaalmondiaal. Deze mediaorganisatie maakt televisieprogramma’s en documentaires over thema’s als globalisering, wereldburgerschap en ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast is hij auteur van diverse boeken over onder andere ontwikkelingssamenwerking en over Afrika.