17
Toen de familie Amory zich een paar minuten later in de bibliotheek
begon te verzamelen, zat Carelli nog altijd vrij nors op de bank en
bleef Poirot ronddrentelen bij de openslaande deuren. Barbara Amory
keerde met Hastings op sleeptouw via die deuren terug uit de tuin.
Zij ging naast Carelli zitten en Hastings posteerde zich naast
Poirot.
Hastings, het zou helpen wanneer je een aantekening maakte - in gedachten, begrijp me goed - van waar ze allemaal verkiezen te gaan zitten,' zei Poirot zacht tegen zijn collega.
Hoe zou dat kunnen helpen?' vroeg Hastings.
In psychologisch opzicht, mijn vriend,' was de enige reactie van Poirot.
Toen Lucia de kamer inkwam, zag Hastings dat ze op de stoel rechts van de tafel ging zitten. Richhard arriveerde met zijn tante Caroline, die voor het voetenbankje koos. Richard posteerde zich achter de tafel om zijn vrouw beschermend in de gaten te kunnen houden. Edward Raynor arriveerde als op een na laatste en ging achter de leunstoel staan. Agent Johnson sloot de rij. Hij deed de deur dicht en bleef er vlak bij in de buurt staan.
Richard Amory stelde Japp voor aan de twee leden van de familie die de inspecteur nog niet hadden ontmoet. 'Mijn tante, mejuffrouw Amory, en mijn nicht Barbara Amory.'
Barbara knikte en vroeg: 'Vanwaar al deze opwinding, inspecteur?'
Japp ontweek een antwoord op die vraag, ik geloof dat we er nu allemaal zijn?' zei hij terwijl hij naar de open haard liep.
Caroline keek verbaasd en een beetje angstig. 'Ik begrijp het niet helemaal,' zei ze tegen Richard. 'Wat doet die... die heer hier?'
ik denk dat ik u iets moet vertellen, tante Caroline,' zei Richard. 'En alle anderen ook.' Hij keek om zich heen. 'Dokter Graham heeft ontdekt dat mijn vader is... vergiftigd.'
'Wat?' riep Raynor scherp uit.
Caroline slaakte een kreet van afschuw.
'Met hyoscyamine,' ging Richard door.
Raynor schrok. 'Met hyoscyamine?' vroeg hij. 'Mijn hemel, ik heb gezien...' Hij maakte zijn zin niet af en keek naar Lucia.
Inspecteur Japp zette een stap zijn kant op en vroeg: 'Wat hebt u gezien, meneer Raynor?'
De secretaris keek verlegen. 'Niets. In elk geval...' begon hij onzeker. Toen deed hij er weer het zwijgen toe.
'Meneer Raynor, het spijt me, maar we moeten de waarheid horen,' hield Japp vol. 'Gaat u nu maar door, want iedereen beseft dat u iets achterhoudt.'
'Het heeft echt niets te betekenen,' zei de secretaris. ik bedoel te zeggen dat er beslist een of andere redelijke verklaring voor is.'
'Een verklaring waarvoor, meneer Raynor?' vroeg Japp.
Raynor aarzelde nog altijd.
'Nou?' zei Japp.
ik heb alleen...' Raynor zweeg weer en besloot toen door te gaan. 'Ik heb mevrouw Amory alleen
van die kleine tabletten in haar hand zien schudden.'
'Wanneer?' vroeg Japp.
'Gisteravond. Ik kwam de studeerkamer van Sir Claud uit. De anderen waren druk bezig bij de grammofoon. Daar stonden ze allemaal omheen. Ik zag haar een buisje met tabletten pakken, ik meende dat het de hyoscyamine was, en de meeste in de palm van haar hand doen. Toen riep Sir Claud me voor het een of ander terug naar de studeerkamer.'
'Waarom hebt u daar niet eerder melding van gemaakt?' vroeg Japp.
Lucia nam het woord, maar de inspecteur bracht haar meteen tot zwijgen. 'Mevrouw Amory, ik wil eerst het verhaal van de heer Raynor horen.'
Ik heb er helemaal niet meer aan gedacht,' zei Raynor. 'Pas toen meneer Amory nu net zei dat Sir Claud met hyoscyamine was vergiftigd, herinnerde ik het me weer. Natuurlijk besef ik dat het niets bijzonders is. Ik ben alleen geschrokken van het toeval Het is mogelijk dat het helemaal geen hyoscyaminetabletten waren. Het kan zijn dat ze een van de .andere buisjes in haar hand had.'
Japp wendde zich nu tot Lucia. 'Mevrouw, wat hebt u daarover te zeggen?'
Lucia leek heel rustig toen ze antwoordde: 'Ik wilde iets hebben om te kunnen slapen.'
Japp richtte weer het woord tot Raynor. 'U zegt dat ze het buisje vrijwel leeg schudde?'
Die indruk had ik,' zei Raynor. Japp keerde zich wederom naar Lucia. 'U had niet zoveel tabletten nodig om te kunnen slapen. Een of twee zouden voldoende zijn geweest. Wat hebt u met de rest gedaan?'
Lucia dacht even na voordat ze antwoord gaf. 'Dat kan ik me niet herinneren.' Ze wilde nog iets zeggen, maar toen kwam Carelli opeens overeind en barstte vol venijn los.
'Ziet u nu wel, inspecteur? Zij is de moordenares.'
Barbara stond snel van de bank op en liep bij Carelli vandaan, terwijl Hastings zich naar haar toe haastte. De Italiaan ging door. 'Inspecteur, u zult de waarheid te horen krijgen. Ik ben hier speciaal naartoe gegaan om die vrouw te zien. Ze had me ontboden. Ze zei dat ze de formule van Sir Claud zou bemachtigen en bood aan me die te verkopen. Ik ben bereid toe te geven dat ik me in het verleden weleens met dergelijke dingen heb beziggehouden.'
'Dat stelt als bekentenis niet al te veel voor,' zei Japp, die tussen Carelli en Lucia in ging staan, 'want dat wisten we al.' Hij richtte zich tot Lucia. 'Mevrouw, wat hebt u op dit alles te zeggen?'
Lucia ging met een lijkbleek gezicht staan en Richard liep naar haar toe. 'Ik zal het niet toestaan...' begon hij.
Japp bracht hem tot zwijgen. 'Meneer, alstublieft...'
Carelli nam weer het woord. 'Kijk toch eens naar die vrouw! Geen van jullie weet wie ze is, maar ik weet dat wel! Ze is de dochter van Selma Goetz. De dochter van een van de meest infame vrouwen die de wereld ooit heeft gekend.'
'Dat is niet waar, Richard!' riep Lucia uit. 'Dat is niet waar. Luister niet naar hem.'
'Ik zal elk bot in je lijf breken!' snauwde Richard Carelli toe.
Japp zette een stap in de richting van Richard. 'Meneer, blijft u alstublieft kalm,' zei hij waarschu-wend 'We moeren dit tot op de bodem uitzoeken.' Hij wendde zich tot Lucia. 'Mevrouw Amory?'
Er volgde een stilte. Lucia probeerde iets te zeg-
n Ik ik...'begon ze. Ze keek naar haar echtgenoot en toen naar Poirot, naar wie ze hulpeloos een hand uitstrekte.
Vat moed, madame,' raadde Poirot haar aan.
Heb vertrouwen in mij. Vertel het. Spreek de waarheid We hebben het punt bereikt waarop leugens geen zin meer hebben. De waarheid moet gezegd worden.'
Lucia keek Poirot smekend aan, maar hij herhaalde slechts: 'Vat moed, madame. Si, si. Wees dapper en neem het woord.' Hij keerde terug naar zijn plaats bij de openslaande deuren.
Na een lange pauze zei Lucia met lage en verstikte stem 'Ik ben inderdaad de dochter van Selma Goetz Het is niet waar dat ik die man heb gevraagd
hierheen te komen of heb aangeboden hem de formule van Sir Claud te verkopen. Hij is hierheen gekomen om mij te chanteren!'
Te chanteren?' herhaalde Richard terwijl hij naar adem snakte en naar haar toe liep.
Lucia wendde zich tot hem en zei heel indringend 'Hij heeft gedreigd jou over mijn moeder te vertellen .als ik de formule niet voor hem stal, maar dat heb ik niet gedaan. Ik denk dat hij hem zelf heeft gestolen. Hij had er de kans voor. Hij was alleen, hier in de studeerkamer. Het is me nu duidelijk dat hij wilde dat ik de hyoscyamine pakte en er zelfmoord mee pleegde, zodat iedereen zou denken dat
ik de formule had gestolen. Hij had me zo gemanipuleerd, dat ik bijna...' Ze stortte in en snikte op Richards schouder.
'Lucia, mijn lief!' riep Richard en hij sloeg zijn armen om haar heen. Toen droeg hij zijn echtgenote over aan Caroline Amory, die was gaan staan en de verdrietige jonge vrouw troostend omhelsde, inspecteur, ik wil u onder vier ogen spreken,' zei Richard tegen Japp.
Japp keek even naar Richard Amory en knikte toen kort naar Johnson. 'Dat kan,' zei hij terwijl de agent de deur openhield voor Caroline en Lucia. Barbara en Hastings maakten van de gelegenheid gebruik om via de openslaande deuren de tuin weer in te lopen.
Vlak voordat Edward Raynor vertrok, zei hij zacht tegen Richard: 'Het spijt me, Amory. Het spijt me heel erg.'
Terwijl Carelli zijn koffer pakte en achter Raynor aan de bibliotheek uitliep, zei Japp tegen zijn agent: 'Hou mevrouw Amory en ook dokter Carelli goed in de gaten.' Carelli draaide zich bij de deur om. Japp sprak verder tegen de agent. 'Niemand mag gekke dingen gaan doen. Heb je me goed begrepen?'
'Ja, meneer,' antwoordde Johnson terwijl hij achter Carelli aan de gang opliep.
'Meneer Amory, het spijt me,' zei Japp toen tegen Richard, 'maar na alles wat meneer Raynor ons heeft verteld, moet ik alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen nemen. Verder wil ik dat meneer Poirot hier blijft, als getuige van wat u me te vertellen hebt.'
Richard benaderde Japp met het air van een man die een belangrijke beslissing heeft genomen, haalde diep adem en zei vastberaden: 'Inspecteur.'
'Ja, meneer, wat is er?' vroeg Japp.
Heel nadrukkelijk en langzaam zei Richard toen: Ik denk dat het tijd wordt dat ik beken. Ik heb mijn vader gedood.'
Japp glimlachte. 'Ik ben bang dat dat onzin is, meneer.'
Richard keek verbaasd. 'Hoe bedoelt u dat?'
Ik kan het ook anders zeggen. Dat vliegertje gaat niet op. Ik besef dat u heel erg op uw echtgenote bent gesteld. Pasgetrouwd en zo. Maar ik zal er geen doekjes om winden. Het is zinloos uw nek in de strop te steken voor een slechte vrouw, al moet ik wel toegeven dat ze er verdraaid goed uitziet.'
'Inspecteur Japp!' riep Richard nijdig uit.
'Het heeft geen enkel nut om boos te worden op mij,' ging Japp onverstoorbaar door. 'Ik heb u de waarheid verteld, zonder een blad voor de mond te nemen, en ik twijfel er niet aan dat meneer Poirot hetzelfde tegen u zal zeggen. Het spijt me, maar plicht is plicht en moord is moord. Meer valt er niet over te melden.
'Japp knikte nadrukkelijk en liep de kamer uit.
Richard wendde zich tot Poirot, die de scène vanaf de bank had gadegeslagen, en vroeg koud: 'En, gaat u hetzelfde tegen me zeggen, Monsieur Poirot?'
Poirot ging staan, haalde zijn sigarettenkoker uit zijn zak en pakte een sigaret. In plaats van Richards vraag te beantwoorden, stelde hij er zelf een. 'Monsieur Amory, wanneer verdacht u uw vrouw voor het eerst?'
'Ik heb nooit...' begon Richard.
Poirot onderbrak hem terwijl hij een lucifersdoosje van de tafel pakte. 'Monsieur Amory, ik verzoek u dringend niets anders dan de waarheid te
spreken! Ik weet dat u haar verdacht. U verdacht haar al voordat ik hier arriveerde. Daarom wilde u me zo graag weg hebben. Ontkent u het maar niet. Het is onmogelijk Herculc Poirot een rad voor ogen te draaien.' Hij stak zijn sigaret op, legde het lucifersdoosje weer op tafel en glimlachte naar de veel grotere man die hoog boven hem uit torende. Ze vormden een lachwekkend contrast.
'U vergist zich,' zei Richard stijfjes tegen Poirot. 'U vergist zich volkomen. Hoe zou ik Lucia nu kunnen verdenken?'
'Natuurlijk kan er een even goede zaak tegen u worden opgebouwd,' zei Poirot nadenkend terwijl hij weer ging zitten. 'U hebt de medicijnen in handen gehad, u bent met de koffie bezig geweest, u had geldgebrek en wilde wanhopig graag aan wat contanten komen. O ja, een ieder die u verdenkt, kan in dat opzicht worden geëxcuseerd.'
'Inspecteur Japp lijkt het niet met u eens te zijn,' merkte Richard op.
'Ah, Japp! Dat is een man die zijn gezonde verstand gebruikt.' Poirot glimlachte. 'Hij is geen verliefde vrouw.'
'Geen verliefde vrouw?' herhaalde Richard verbaasd.
'Monsieur, laat me u een lesje in de psychologie geven,' bood Poirot aan. 'Toen ik hier net was, is uw vrouw naar me toe gekomen en heeft me gesmeekt hier te blijven om de moordenaar te ontmaskeren. Zou iemand die schuldig is dat hebben gedaan?'
'U bedoelt...' begon Richard snel.
Poirot onderbrak hem. 'Ik bedoel dat u haar op uw knieën om vergiffenis zult smeken voordat de zon vanavond is ondergegaan.'
Wat zegt u?'
Misschien zeg ik te veel,' gaf Poirot toe en hij ging staan. 'Nu moet u uw lot in mijn handen leggen. monsieur. In de handen van Hercule Poirot.'
Kunt u haar redden?' vroeg Richard met een wanhopige ondertoon in zijn stem.
Poirot keek hem ernstig aan. 'Dat heb ik plechtig beloofd hoewel ik op dat moment niet besefte hoe moeilijk het zou worden. U moet weten dat we nog maar erg weinig tijd hebben en er snel iets moet worden gedaan. U moet me beloven dat u precies zult doen wat ik u zeg, zonder vragen te stellen of moeilijkheden te veroorzaken. Belooft u me dat?'
Ja' reageerde Richard nogal onwillig.
Zo is het goed. Nu moet u naar me luisteren. Wat ik voorstel, is noch moeilijk noch onmogelijk. Het is in feite iets dat het gezonde verstand dicteert. Dit huis zal binnen heel korte tijd worden overgedragen .aan de politie. Het zal hier wemelen van de agenten, die overal een onderzoek zullen instellen. Voor uzelf en uw familie zou dat heel onaangenaam kunnen zijn. Ik stel voor dat u vertrekt.'
'Wordt het huis overgedragen aan de politie?' vroeg Richard ongelovig.
Dat stel ik voor,' herhaalde Poirot. 'Natuurlijk zult u in de buurt moeten blijven, maar het plaatselijke hotel is redelijk comfortabel. Huur daar kamerss Dan zal de politie u makkelijk kunnen bereiken wanneer ze u willen ondervragen.'
Wanneer zou ik dat volgens u moeten doen?'
Poirot keek hem stralend aan. 'Nu meteen, was mijn idee.'
Dat zal toch beslist heel vreemd overkomen?'
Helemaal niet, helemaal niet,' verzekerde de
kleine detective Richard, waarbij hij opnieuw glimlachte. 'Het zal een uiterst... hoe zegt men dat?... gevoelige beslissing lijken. U hebt een grondige hekel aan dit huis en alle associaties die het oproept en kunt het niet verdragen hier ook nog maar een uur te blijven. Ik verzeker u dat dat heel goed zal klinken.'
'Maar hoe zit het met de inspecteur?'
'Ik zal dit zelf met hem regelen.'
'Ik begrijp nog steeds niet wat voor goeds hiermee te bereiken valt,' hield Richard vol.
'Natuurlijk begrijpt u dat niet.' Poirot klonk meer dan een beetje zelfvoldaan en haalde zijn schouders op. 'Dat is ook niet nodig. Ik begrijp het wel. Ik, Hercule Poirot. Dat is voldoende.' Hij pakte Richard bij diens schouders. 'Gaat u nu alles maar regelen en als u daar niet toe in staat bent, moet u dat Raynor laten doen.' Hij duwde Richard vrijwel naar de deur.
Richard liep de kamer uit na nog een keer bezorgd naar Poirot te hebben gekeken. 'O, wat zijn die Engelsen koppig,' mompelde Poirot. Hij ging naar de openslaande deuren en riep: 'Mademoiselle Barbara!'