4
Dokter Carelli deed snel een stap naar voren en pakte het buisje op dat Barbara had laten vallen. Hij keek er even naar voordat hij het met een beleefde glimlach aan haar teruggaf en riep toen uit: 'Mijn hemel, wat is dit? Morfine!' Hij pakte een ander buisje van de tafel. 'En strychnine. Jongedame, mag ik u vragen waar u die dodelijke buisjes vandaan hebt gehaald?' Hij begon de inhoud van de doos met een zekere mate van interesse te bekijken.
Barbara keek met walging naar de beminnelijke Italiaanse dokter. 'Dat is een oorlogsbuit,' zei ze kortaf en met een gespannen glimlachje.
Caroline stond met een bezorgd gezicht op en liep naar dokter Carelli toe. 'Ze zijn toch niet echt giftig, hè, dokter? Ik bedoel te zeggen dat ze iemand toch niet echt schade kunnen berokkenen? Die oude tinnen doos staat al jaren in dit huis. Al die medicijnen zijn toch zeker ongevaarlijk?'
'Ik zou zo zeggen dat u met deze kleine hoeveelheid ruwweg gesproken twintig sterke mannen naar de andere wereld kunt helpen. Maar ik heb er natuurlijk geen idee van wat u onder schadelijk verstaat,' merkte Carelli droog op.
'Mijn hemel,' zei Caroline, die hevig geschrokken naar adem snakte. Ze liep terug naar haar stoel en liet zich daarin ploffen.
Carelli pakte een buisje op en las langzaam de tekst op het etiket. 'Hier hebben we bijvoorbeeld strychnine-hydrochloride, vier milligram. Als je ze-
ven of acht van die tabletjes slikt, zou je een heel onaangename dood sterven. Een extreem pijnlijke manier om deze wereld te verlaten.' Hij pakte een ander buisje. 'Atropine-sulfaat. Een vergiftiging door atropine laat zich soms moeilijk onderscheiden van een vergiftiging door ptomaïne. Ook dat is een heel pijnlijke dood.'
Carelli legde de twee buisjes die hij in zijn hand had gehouden weer neer en pakte een ander. 'Maar hier,' zei hij nu heel langzaam en nadrukkelijk, 'hebben we hyoscyamine hydrobromide, vierhonderdste milligram. Dat klinkt niet zo sterk, nietwaar? Toch kan ik u verzekeren dat u slechts de helft van de witte tabletjes in dit buisje hoeft te slikken om...' Hij maakte een veelzeggend gebaar. 'Van pijn zou absoluut geen sprake zijn. Alleen een snelle en volstrekt droomloze slaap, maar wel een slaap waaruit je niet zou ontwaken.' Hij liep in de richting van Lucia en stak haar het buisje toe alsof hij haar wilde uitnodigen het te bekijken. Op zijn gezicht speelde een glimlach, maar niet in zijn ogen.
Lucia staarde naar het buisje alsof ze erdoor werd gefascineerd. Ze stak er een hand naar uit en mompelde op een toon die bijna de indruk wekte dat ze onder hypnose was: 'Een snelle en volstrekt droomloze slaap.'
Dokter Carelli gaf het buisje niet aan haar en keek in plaats daarvan met een bijna vragende blik naar Caroline Amory. De dame rilde en keek angstig, maar zei niets. Carelli haalde zijn schouders op en draaide zich om, weg van Lucia, met het buisje hyoscyamine nog altijd in zijn hand.
De deur naar de gang ging open en Richard Amory kwam binnen. Zonder iets te zeggen liep hij op zijn gemak naar het voetenbankje bij het bureau en ging zitten. Hij werd gevolgd door Treadwell, de butler, die een dienblad bij zich had met een pot koffie, kopjes en schoteltjes. Treadwell zette het dienblad op de lage tafel en liep de kamer weer uit terwijl Lucia op de bank ging zitten om de koffie in te schenken.
Barbara liep naar Lucia toe, pakte de eerste twee koppen koffie die waren ingeschonken, gaf de een aan Richard en hield de ander zelf. In de tussentijd was dokter Carelli druk bezig de buisjes terug te doen in de tinnen doos op de ronde tafel midden in de kamer.
Caroline richtte het woord tot Carelli. 'Weet u dat u me kippenvel bezorgt, dokter, met uw opmerkingen over een snelle, droomloze slaap en onaangename manieren van overlijden? Omdat u een Italiaan bent, zult u wel veel over giftige stoffen weten.'
'Mijn beste mejuffrouw, is dat niet een extreem onterecht... hoe noemen jullie dat... non sequitur?' reageerde Carelli lachend. 'Waarom zou een Italiaan meer van vergiften weten dan een Engelsman? Ik heb horen zeggen,' ging hij speels verder, 'dat vergif eerder het wapen van een vrouw dan van een man is. Misschien zou ik u moeten vragen... Dacht u soms aan een Italiaanse vrouw? Was u van plan een zekere Borgia te noemen? Is dat het geval?' Bij de lage tafel pakte hij een kop koffie van Lucia aan en gaf die aan Caroline, waarna hij terugliep om voor zichzelf een kop te halen.
'Lucrezia Borgia... dat afschuwelijke wezen! Ja, ik veronderstel dat ik aan haar zat te denken,' gaf Caroline toe. 'Als kind heb ik nachtmerries over haar gehad, moet u weten. Ik stelde me haar voor als heel bleek, maar lang en mooi en met gitzwart haar, net als onze eigen lieve Lucia.'
Dokter Carelli liep met de suikerpot naar Caroline toe. Ze schudde haar hoofd en hij bracht hem terug naar het dienblad. Richard Amory zette zijn kop neer, pakte een tijdschrift van het bureau en begon dat door te bladeren terwijl zijn tante voortborduurde op het thema Lucrezia Borgia. 'Ja, ik heb er echt afschuwelijke nachtmerries over gehad,zei mejuffrouw Amory. 'Ik droomde dat ik het enige kind in een kamer vol volwassenen was en dat zij allemaal uit heel fraaie, prachtig bewerkte bokalen dronken. Toen kwam die schitterende vrouw - nu ik er eens wat dieper over nadenk leek ze opvallend veel op jou, lieve Lucia - naar me toe en duwde me een bokaal in handen. Uit de manier waarop ze glimlachte kon ik opmaken dat ik geen druppel moest drinken, maar ik wist ook dat ik dat niet zou kunnen weigeren. Op de een of andere manier bracht ze me onder hypnose. Ik dronk en daarna kreeg ik een afschuwelijk brandend gevoel in mijn keel en merkte ik dat ik naar adem snakte. Het was afschuwelijk. Op dat moment werd ik natuurlijk wakker.'
Dokter Carelli was recht voor Lucia gaan staan en maakte een ironische buiging. 'Mijn lieve Lucrezia Borgia, heb genade met ons allen,' zei hij smekend.
Lucia reageerde niet op Carelli's grapje. Ze scheen hem zelfs niet te hebben gehoord. Er volgde een ongemakkelijke stilte. In zichzelf glimlachend keerde dokter Carelli Lucia zijn rug toe, dronk zijn koffie en zette zijn kop op de ronde tafel. Barbara, die haar koffie snel opdronk, leek te beseffen dat de stemming diende te veranderen. 'Wat zouden jullie denken van een beetje muziek?' vroeg ze terwijl ze naar de grammofoon liep. 'Wat zullen we eens opzetten? Er is een schitterende plaat die ik heb gekocht toen ik laatst in de stad was.' Ze begon te zingen en maakte er een paar swingende danspasjes bij. "Ikey, oh, crickey... what have you got on." Wat is er verder nog?'
'Barbara, alsjeblieft niet dat vulgaire liedje,' zei Caroline terwijl ze naar haar toe liep om haar te helpen met het bekijken van de grammofoonplaten. 'Er zitten een paar veel leukere platen bij. Als we per se populaire muziek moeten draaien, zijn er een paar prachtige liedjes van John McCormack. Of wat zouden jullie denken van "The Holy City"? Ik kan me de naam van de sopraan niet meer herinneren. Of waarom niet die leuke Melba-plaat? O ja, hier is het Largo van Handel.'
'O, kom nou, tante Caroline. Van Handels Largo zullen we waarschijnlijk niet vrolijker worden,' zei Barbara protesterend. 'Er is wat Italiaanse operamuziek als het per se klassiek moet zijn. Dokter Carelli, dat behoort uw terrein te zijn. Komt u ons helpen kiezen?'
Carelli liep ook naar de grammofoon en begon met Barbara en mejuffrouw Amory de stapel grammofoonplaten door te werken. Richard leek nu helemaal op te gaan in zijn tijdschrift.
Lucia ging staan, liep langzaam en ogenschijnlijk doelloos naar de tafel in het midden van het vertrek en bezag de tinnen doos. Toen ze zich ervan had vergewist dat de anderen in de kamer niet naar haar keken, pakte ze een buisje uit de doos en las het eti-
ket. Hyoscyamine hydrobromide. Lucia maakte het buisje open en deponeerde bijna alle tabletten in de palm van haar hand. Terwijl ze dat deed, ging de deur naar de studeerkamer van Sir Claud open en verscheen diens secretaris Edward Raynor in de deuropening. Raynor bleef daar staan en keek toe terwijl ze het buisje terugstopte in de tinnen doos voordat ze naar de lage tafel liep.
Op dat moment riep Sir Claud iets vanuit de studeerkamer. Hij was niet duidelijk te verstaan, maar Raynor draaide zich om en zei: 'Ja natuurlijk, Sir Claud. Ik zal u nu uw koffie brengen.'
Net toen de secretaris naar de lage tafel wilde lopen, hield de stem van Sir Claud hem staande. 'Hoe zit het met de brief naar Marshall's?'
'Die is met de middagpost verstuurd, Sir Claud,' antwoordde de secretaris.
'Maar Raynor, ik had tegen je gezegd... Kom terug, man,' zei Sir Claud luid.
'Het spijt me, meneer,' hoorden de anderen Raynor zeggen toen hij zich weer bij Sir Claud in de studeerkamer voegde. Lucia, die zich had omgedraaid om naar hem te kijken toen ze zijn stem hoorde, leek niet te beseffen dat de secretaris haar handelingen had gadegeslagen. Ze ging zo staan dat haar rug naar Richard was gekeerd en liet de tabletten die ze nog in haar hand had, in een van de koffiekoppen op de lage tafel vallen. Toen liep ze naar de bank.
De grammofoon kwam opeens tot leven met een snelle foxtrot. Richard Amory legde het tijdschrift dat hij aan het lezen was geweest neer, dronk snel zijn koffie op, zette de kop op de tafel in het midden van de kamer en liep naar zijn vrouw, ik zal je op je woord geloven,' zei hij. 'Ik heb een besluit genomen. We zullen samen weggaan.'
Lucia keek verbaasd naar hem op. 'Richard, meen je dat echt?' mompelde ze onduidelijk. 'Bedoel je dat we hier weg kunnen gaan? Maar ik dacht dat je zei... hoe zit het met... waar halen we het geld vandaan?'
'Er zijn altijd manieren om aan geld te komen,' mompelde Richard grimmig.
'Hoe bedoel je dat?' vroeg Lucia geschrokken.
'Ik bedoel dat een man alles zal doen wanneer hij zoveel om een vrouw geeft als ik om jou. Werkelijk alles! Begrijp je me?'
'Ik voel me niet gevleid door je dat te horen zeggen,' reageerde Lucia. 'Het maakt me alleen duidelijk dat je me nog niet vertrouwt, dat je denkt dat je mijn liefde moet kopen met...'
Ze maakte haar zin niet af en keek over haar schouder toen de deur van de studeerkamer weer open ging en Edward Raynor terugkeerde. Hij liep naar de lage tafel en pakte een kop koffie terwijl Lucia doorschoof naar een van de uiteinden van de bank. In de tussentijd was Richard chagrijnig naar de onaangestoken open haard gelopen en staarde daarin.
Barbara, die in haar eentje begon te foxtrotten, keek naar haar neef alsof ze overwoog hem ten dans te vragen. Zijn ijzige gezichtsuitdrukking leek haar echter af te schrikken, want ze wendde zich tot Raynor. 'Meneer Raynor, hebt u zin in een dansje?'
'Dat zou ik heerlijk vinden,' reageerde de secretaris. 'Een ogenblikje, alstublieft. Ik moet eerst Sir Claud zijn koffie brengen.'
Lucia stond opeens van de bank op. 'Meneer
Raynor, dat is niet Sir Clauds koffie,' zei ze snel. 'U hebt het verkeerde kopje gepakt.'
'Werkelijk? Dat spijt me.'
Lucia pakte een andere kop van de lage tafel en stak die Raynor toe. Ze ruilden. 'Dat is Sir Clauds koffie,' zei Lucia. Ze glimlachte raadselachtig in zichzelf, zette de kop die Raynor haar had teruggegeven op de tafel en ging weer naar de bank.
De secretaris keerde Lucia zijn rug toe, pakte stiekem een tablet uit zijn zak en deed het in de kop die hij in zijn hand hield. Terwijl hij daarmee naar de deur van de studeerkamer liep, sneed Barbara hem de pas af. 'Kom alstublieft met me dansen, meneer Raynor,' zei ze smekend en met een van haar meest innemende glimlachjes. 'Ik zou er dokter Carelli toe dwingen als het me niet duidelijk was dat hij dolgraag met Lucia wil dansen.'
Terwijl Raynor duidelijk geen besluit kon nemen, kwam Richard Amory hun kant op. 'Raynor, je kunt haar net zo goed haar zin geven. Dat doet iedereen uiteindelijk. Geef die koffie maar aan mij. Ik breng hem wel naar mijn vader.'
Aarzelend stond Raynor de koffiekop af. Richard draaide zich om, bleef even staan en liep toen de studeerkamer van zijn vader in. Barbara en Edward Raynor, die eerst de grammofoonplaat hadden omgedraaid, walsten nu langzaam in elkaars armen. Dokter Carelli keek even met een toegeeflijke glimlach naar hen en liep toen naar Lucia, die nog altijd op het uiteinde van de bank zat met een uiterst neerslachtige blik in haar ogen.
Carelli richtte het woord tot haar. 'Het was heel vriendelijk van mejuffrouw Amory om me toe te staan hier het weekend door te brengen,' zei hij.
Lucia keek naar hem op. Een paar seconden bleef ze zwijgen, maar toen zei ze uiteindelijk: 'Ze is ook ontzettend aardig.'
'En dit is zo'n charmant huis,' zei Carelli terwijl hij achter de bank ging staan. 'U moet me een keer een rondleiding geven. Ik ben heel erg geïnteresseerd in de architectuur van woonhuizen uit deze periode.'
Terwijl dokter Carelli sprak, was Richard Amory teruggekomen uit de studeerkamer van zijn vader. Hij negeerde zijn vrouw en Carelli, liep naar de tinnen doos met medicijnen en begon de inhoud ervan te ordenen.
'Mejuffrouw Amory kan u meer over dit huis vertellen dan ik,' zei Lucia tegen dokter Carelli. 'Ik weet van dat soort dingen heel weinig af.'
Carelli keek eerst om zich heen om zich ervan te vergewissen dat Richard druk bezig was met de medicijnen, dat Edward en Barbara nog aan het walsen waren aan de andere kant van de kamer en dat Caroline leek te doezelen. Toen liep hij om de bank heen en ging naast Lucia zitten. Zacht en indringend vroeg hij: 'Hebt u gedaan wat ik wilde dat u deed?'
Nog zachter, bijna fluisterend, zei Lucia wanhopig: 'Weet u dan niet wat medelijden is?'
'Hebt u gedaan wat ik u heb opgedragen?' vroeg Carelli nog indringender.
'Ik... ik...' begon Lucia. Toen stond ze op van de bank, draaide zich abrupt om en liep snel naar de deur naar de gang. Ze draaide de knop om en ontdekte dat de deur niet openging.
'Er is iets aan de hand met deze deur!' riep ze uit terwijl ze zich naar de anderen wendde. 'Ik kan hem niet openkrijgen.'
'Wat is er mis?' riep Barbara, die nog altijd met Raynor aan het walsen was.
'Ik kan deze deur niet openkrijgen,' herhaalde Lucia.
Barbara en Raynor hielden op met dansen en liepen naar Lucia toe, terwijl Richard Amory eerst de grammofoon uitzette voordat hij zich bij de anderen bij de deur aansloot. Om de beurt probeerden ze hem te openen, maar zonder succes. Caroline, die wakker was maar wel was blijven zitten, keek toe, evenals dokter Carelli, die bij de boekenkast stond.
Zonder dat iemand het zag kwam Sir Claud nu zijn studeerkamer uit, met zijn koffiekop in de hand. Hij bleef even staan om naar de groep bij de deur naar de gang te kijken. Zijn gezichtsuitdrukking was grimmig en vastberaden.
'Wat buitengewoon,' riep Raynor uit terwijl hij zijn pogingen om de deur open te maken opgaf en zich naar de anderen omdraaide. 'Op de een of andere manier lijkt hij klem te zitten.'
Sir Claud nam met luide stem het woord en daar schrokken ze allemaal van. 'Nee, hij zit niet klem. Hij is op slot gedaan. Aan de buitenkant.'
Zijn zuster stond op en liep naar hem toe. Ze wilde iets zeggen, maar hij was haar voor. 'In opdracht van mij, Caroline,' zei hij.
Terwijl iedereen naar Sir Claud keek, liep hij naar de lage tafel, pakte een suikerklontje uit de pot en deed dat in zijn kop. 'Ik heb jullie allemaal iets te zeggen,' zei hij tegen de verzamelde menigte. 'Richard, zou je zo vriendelijk willen zijn Treadwell te bellen?'
Zijn zoon keek alsof hij daar iets op wilde zeggen. Maar even later liep hij naar de open haard en drukte op de bel daar vlakbij.
'Ik wil jullie voorstellen allemaal te gaan zitten,' ging Sir Claud door, wijzend op de stoelen.
Dokter Carelli liep met opgetrokken wenkbrauwen de kamer door om op het voetenbankje plaats te nemen. Edward Raynor en Lucia Amory zochten ieder een stoel op en Richard Amory gaf er de voorkeur aan met een verbaasde gezichtsuitdrukking voor de open haard te blijven staan. Caroline Amory en haar nicht Barbara zaten op de bank.
Toen iedereen zich comfortabel had geïnstalleerd, schoof Sir Claud de leunstoel tot vlak achter de ronde tafel, waar hij alle anderen het makkelijkst in de gaten kon houden.
De deur naar de gang werd geopend en Treadwell kwam binnen.
'U hebt gebeld, Sir Claud?' vroeg de butler formeel.
'Ja, Treadwell. Heb je het nummer gebeld dat ik je had gegeven?'
'Jawel, Sir Claud.'
'Stemde het antwoord tot tevredenheid?'
'Volkomen.'
'En er is een auto naar het station gestuurd?'
'Jawel, meneer.'
'Uitstekend, Treadwell. Je kunt de deur nu weer op slot doen.'
'In orde, meneer,' zei Treadwell, die zich terugtrok.
Nadat de butler de deur achter zich had dichtgedaan, was te horen dat er een sleutel in het slot werd omgedraaid.
'Claud, wat denkt Treadwell in vredesnaam...' zei Caroline protesterend.
'Treadwell handelt in opdracht van mij, Caroline,' onderbrak Sir Claud haar scherp.
Richard richtte het woord tot zijn vader. 'Mogen we vragen naar de betekenis van dit alles?' vroeg hij koud.
'Ik sta op het punt dat uit te leggen,' antwoordde Sir Claud. 'Luisteren jullie alsjeblieft allemaal rustig naar me. Om te beginnen het volgende. Zoals jullie nu allemaal wel zullen beseffen, zijn die twee deuren aan de buitenkant op slot gedaan.' Hij wees naar het tweetal aan de gangkant van de bibliotheek. 'Mijn studeerkamer kun je alleen uitkomen via deze kamer, en de openslaande deuren hier zitten eveneens op slot.' Hij draaide zich in zijn stoel om naar Carelli en legde dat nog even nader uit. 'Het zijn sloten waarop ik het patent heb verkregen. Mijn familie is daarvan op de hoogte, maar zij weten niet hoe ze kunnen worden geopend.' Toen richtte hij weer het woord tot iedereen. 'Deze kamer is bij wijze van spreken een rattenval.' Hij keek op zijn horloge. 'Het is nu tien minuten voor negen. Een paar minuten over negen zal de rattenvanger arriveren.'
'De rattenvanger?' Richard Amory's gezichtsuitdrukking vertoonde een mengeling van opperste verbazing en toenemende woede. 'Welke rattenvanger?'
'Een detective,' legde de beroemde wetenschapper droog uit terwijl hij slokjes van zijn koffie nam.